"Uit de Pers. Plaatselijk STieuws. Sommelsdijk, 20 April 1886. Heden werd tot Herder en Leeraar der Ned. Herv. Gemeente alhier beroepen, Ds. Ringnalda te Loon op Zand. Melissant, 14 April. Bij de op heden plaats gehad hebbende aanbesteding van den bouw eener kerk voor de vrije Gereformeerde gemeente alhier, is ingeschreven door E. van den Broek te Stellendam voor 1262.C. P. Tieleman alhier voor f 1422.terwijl de begrooting bedroeg 1374. Het werk is aan den laagsten inschrijver gegund. Oude-Ton^e. Het aantal ingeschreven leer lingen op de Openbare Lagere school, bedroeg over de maand Maart 400. of 167. 7». lïeeuvliet, 16 April 1886. De weekmarkt be gint wat meer drukte opteleveren. Heden werden aangevoerd 26 stuks rundvee en 24 biggen. Handel slap. St. Autialand. In de vorige week vermaakten zich alhier eenige kinderen met slootje springen. Een huBner een knaapje van 5 jaar had daarbij het ongeluk te vallen en den arm deerlijk te bezeeren, terwijl het bij de ingeroepen genees kundige hulp bleek dat het kind den onderarm gebroken had. Hoogvliet. Kiezers voor de Tweede Kamer 28. Kiezers voor de Provinciale Staten 28. Kiezers voor den Gemeentenraad 47. Poortugaal. Kiezers voor de 2e Kamer 30. St. Maartensdijk. Volgens het verslag van den toestand der gemeente over 1885 waren in deze gemeente aanwezig VI vv vv Vï het Britsche volk. Dat volk wil geen van Brit- tanje gescheiden, zelfstandig Ierland, en zeker is daar veel tegen, allereerst van Engelsch standpunt. Evenmin zal men geneigd zijn dat onbegeerlijke te vernemen van den afstand der ontzettende sommen, die noodig zijn zouden, om den Ierschen grond, ten bate der Iersche boeren, te onteigenen. Een lersch parlement, zoo dacht men, zou een kampplaats worden tus- schen de Protestanten in het Noorden, de Room- schen in 't overige des eilands, kortom Gladsto» ne's vroegere geestverwanten zelf slaan met de conservatieven de handen ineen, om een ont werp te doen mislukken, waarin zoo weinigen heil zien. Onbeslist is ook nog de toestand in het Oosten. Wel heeft Bulgarije toegegeven, maar niet alzoo Griekenland. De Porte heeft zich krachtig bij de mogendheden er over beklaagd, dat Griekenlands houding hen tot ondragelijke oorlogskosten dwingt, en verzocht dat men aan dezen toestand een eind make. De mogendhe den toonen zich bereid, dien verklaarbaren wensch te vervullen en Griekenland tot vrede te dwingen, op wat wijs dit zal geschieden is op het oogenblik echter nog niet bekend. Eveneens is het in de arbeiderswereld nog ver van rustig. In België heeft de herstelde rust veel van een schijnvrede en zal op Paschen te Gent een Socialisten-vergadering plaats heb ben, waartoe ook de Nederlandsche broeders zijn genood. In Frankrijk duren de werksta kingen voort, en thans hebben zij zich ook voorgedaan in Italië. In Duitsehland daarentegen is een gewichtige stap gedaan. Met genoegzame zekerheid kan namelijk gezegd, dat de vrede tusschen Pruisen en Rome ten langen leste gesloten, dat de „Culturkampf" geëindigd is. Nu een vijftien jaar geleden gordde Pruisen zich tot den strjjd tegen Rome aan, door de uitvaardiging der zoogenaamde „Mei-wetten", het werk van den minister Falck. In plaats van de Kerk, Roomsch of Protestantsch vrij te laten (natuurlijk voor zoover zij binnen hare perken blijft) meende men in Pruisen het van Rome dreigend gevaar met den vleeschelijken arm te kunnen keeren, de macht van den Staat ook tegenover de Kerk met bepaalde wetten te moeten handhaven. Men had toen een tijd, waarvan de liberalen juichten „dat het een lust om te leven was''. Doch het gejuich verstomde weldra, want zoo ooit wetten een droeven in vloed uitoefenden, dan wel Falck's hooggeroemd meesterstuk, zij hebben Roomschen en Protes tanten geschaad, een strijd binnenslands ver wekt en het Centrum in 's lands raadzaal tot een voortdurenden tegenstand tegen den kan selier geprikkeld. Doch deze wetten, die Duitsehland maakten tot een huis tegen zichzelf verdeeld, zullen nu verdwijnen, ten minste daaraan bestaat haast geen twijfel meer. Met den Paus is een schikking getroffen en vorst Bismarck heeft ingezien, dat het ten slotte toch een onbegonnen werk is op deze wijs tegen Rome te strijden. Staatsbe moeiing met de Kerk, brengt Kerk noch Staat heil; dat is de groote leer dezer dingen, die elke dag bevestigt en dat niet alleen in Piuisen. Voegen wij hierbij, dat ook de wetten, wier strekking is Duitsch-Polen voor verpoolsching te behoeden, aangenomen zijn; de tijd moet leeren of men van deze maatregelen veel vrucht zal zien. Er is reden om daarbij een groot vraag- teeken te zetten. Ten slotte zij vermeld, dat bezoekingen als in de laatste jaren Europa telkens verschrikten, zich weder vertoond hebben. Reeds drie jaren heerscht de cholera nu hier dan daar in Europa. Thans heeft zij zich vertoond zoowel in Noord als in Zuid-Italië. Tegelijkertijd zijn ook in Spanje weder aardbevingen voorgekomen, een ramp waardoor het ongelukkig land, naar men weet, reeds zoo vaak geteisterd werd. In dagen als deze wordt van den parlementairen arbeid veelal rust genomen, 't Is goed ook. Want de staatkunde, met al wat zij heeft en geeft, is ten slotte uit de aarde aardsch. Wat men thans „politiek" noemt, zal zeker niet gevonden worden in het eeuwig koninkrijk, dat Hij oprichten zal, wiens opstanding uit de dooden we weldra hopen te herdenken. H. TWEEDE KAMER. Zooals in ons laatste nummers reeds met een enkel woord werd vermeld, heeft het ministerie Heemskerk aan den Koning zijn ontslag aangeboden. Tot op het oogen blik dat wij dit schrijven is nog niet bekend wat of de Koning doen zal. Zal hij het ontslag weigeren en het alzoo het ministerie gemakkelijk maken, om aan te blijven? De meesten denken het wel. Vrijdag 16 April heeft de heer Heemskerk althans een langdurig onder houd met Zijne Majesteit gehad. Toch schijnen ook andere heeren bij den Koning ontboden te zijn. Dat de rechterzijde tot regeeren geroepen 2al worden en onze mannen zich daartoe zouden opmaken ligt, naar het ons voorkomt, wel in de toekomst, doch zal voorshands nog wel niet geschieden. Een antirevolutionair ministerie zou het niet dan voor korten tijd gelukken de teugels des bewinds in handen te houden, zoolang daar nog een door en door liberale Eerste Kamer is. Onze mannen begrijpen dat heel goed en zij weten Hem, die alles bestuurt, niet vooruit te loopen. PROVINCIALE STATEN. Tot onze blijdschap bemerken wij, dat de nog altijd bestaande antirevolutionaire Kiesvereeniging „Vrijheid en Bescherming", gevestigd te Middelharnis, reeds tee kenen van leven begint te geven. In dit blad gaat hierachter eene oproeping tot het houden eener alge- meene Vergadering in de School van het Christ. Geref. Weeshuis te Middelharnis. Moge velen den ernst der komende verkiezingen recht beseffen en door eendrach tige samenwerking iets goeds tot stand worden gebracht. Alle verschil op ondergeschikte punten moge weg vallen voor het ééne belang nl., dat tegen de liberalis tische beginselen en de liberalistische geldverspilling, waarvan men hier ook goed afweet, met Gods hulp een dam worde opgeworpen. Door het afsterven van den Weledel, gestr. heer Mr. D. v. Weel te Ooltgensplaat staan wij hier straks voor drie open vallende plaatsen in de Prov. Staten wijl, als wij goed zijn ingelicht, de heeren Goekoop en mr. P. C. A. v. Weel ditmaal aan de beurt van aftreding zijn. Moge het gelukken de ge schikte en gewillige candidaten te vinden, die de af tredenden kunnen vervangen. Dit zal wel een groote moeielijkheid zijn waar ook hier bijna alle plaatsen van eer en invloed stelselmatig door liberalen zijn bezet. Een Bijbelcolporteur verbaalt het vol gende Ik kwam op mijne reizen te V. Toen ik na het volbrachte dagwerk 's avonds in het logement terug kwam, vroeg men mij of ik niet mede wilde gaan naar den avondgodsdienst op het landgoed. Ook vreemden mochten daaraan deelnemen, en zelfs de dochter van den kastelein ging er been. Ik gaf aan de uitnoodiging gehoor en kwam zoo met de knechten, dienstmaagden en daglooners van het landgoed en ook met de overige dorpe lingen in de ruime „bidzaal" van het landgoed samen. Eenige mannen, welke ik dien dag reeds ge sproken had, noodigden mij vriendelijk uit, op hunne bank plaats te nemen. De zaal was opgepropt vol belangstellenden. Het duurde niet lang of daar verscheen ook de landheer, die op de spreekplaats toetrad waartoe hij midden tusschen de vergadering doorliep en naar rechts en links vriendelijk groette. Het was er zoo stil, dat men een speld kon hooren vallen. Ik was in mjjn hart verheugd, zeer verheugd, dat ik dezen man zoo als huisvader te midden der zijnen zag optreden. Terwijl ik nog geheel met deze gedachte vervuld was begon de landheer eensklaps: „Wij hebben hier immers een bijbelman in ons midden?" Daarbij zag hij mij scherp doch vriendelijk in het gelaat en terstond waren ook de oogen van alle aanwezigen op mij gevestigd. Hij ging voort; „Gij zoudt wel zoo goed kunnen zijn, en dezen avond, huisgodsdienst met ons te houden niet waar?" Ik antwoordde: Vergeef mij, Uwe Doorluchtigheid, dat ik Verder kwam ik echter met mijn antwoord niet, want hij viel mij dadelijk in de rede „Ach beste man, wat praatje van Doorluch tigheid Hier, voor het aangezicht Gods, zijn wij allen arme zondaarsEn kom nu maar eens bier en neem voor dezen avond de plaats in, en houd met ons de huisgodsdienst. Ik gaf natuurlijk aan die uitnoodiging terstond gevolg en de heer des huizes, die zelf onder de aanwezigen plaats nam, bedankte mij met een warmen handdruk aan het- einde der samenkomst, terwijl hij mij van harte Gods zegen op mijn verderen weg toewenschte. De plaats waar het boven vermelde is voor gevallen heet Varzin en de landheer was niemand anders dan de Rijkskanselier Vorst Bismarck in eigen persoon. Christelijk-Nationaal. Van de Vereeniging voor Christel. Nat. Schoolonderwijs is het 26ste jaarverslag ver schenen. Van dit kindeke van onzen onverge- telijken Groen van Prinsterer getuigt dit ver slag terecht dat het onder worsteling en strijd geborennauwelijks geteld bij de vriendenklein, miskend en veracht bij de wereld, onder de hoede des Heeren van jaar tot jaar is toegenomenzoo wel in innerlijke kracht als in omvang. Niet zon der dank aan God wordt herinnerd, hoe op 30 Oct. 1885 het 25jarig gestaan der Vereeni ging werd herdacht, wier doel het is zooveel mogelijk bevorderlijk te zijn aan het Christelijk onderwjjs, dat zij steunt door geldelijke bijdragen aan bestaande scholen, tegemoetkoming in de kosten aan schoollocalenopleiding van Chris telijke onderwijzers etc. etc. De jongste dag zal openbaren welke zegenrijke vruchten, ook door haar, als een middel van Gods genade voor ons volk zijn voortgebracht. De omstandigheid dat ds. P. van Son, een der door het Cl. Bestuur van Amsterdam voor- loopig geschorste predikanten, die van verre gaande onrechtzinnigheid beschuldigd werden, de waardige voorzitter is van de Commissie, die aan het hoofd van deze Vereeniging staat, heeft de hulpvereeniging Amsterdam voor de a. s. algemeene vergadering het voorstel doen in zenden dat de algemeene vergadering kome tot het volgende besluit De Vergadering, lettende op de beschuldiging van „verregaande onrechtzinnigheid" tegen ds. P. van Son ingebracht en zonder zich naar aanleiding daarvan in het kerkelijk vraagstuk ook maar eenigzins als te mengen betuigt haar volle vertrouwen in zijn persoon en zijne trouw aan de onveranderlijke waarheden, wier levenskracht zich in het tijdperk der Reformatie ook hier te lande voor Kerk en School met zegenrijken luister geopenbaard heeft; en blijft hem mitsdien als Voorzitter en Lid der hoofdcommissie op hoogen prijs stellen, Of schoon dit voorstel voorzichtig is gesteld, zal het zeker den vereerders van de daden van het Cl. Bestuur minder bevallen. Wij meenen even wel dat de Vereeniging het jegens haren voor zitter vei plicht is zich hieromtrent uit te spreken, hoewel ook wij ons gaarne vereenigen met hen, die wenschen dat op het terrein van Christelijk nationaal schoolonderwijs de kerkelijke strijd met al zijn rampzalige gevolgen niet overga. Ingezonden. Verkiezing voor de Provinciale Staten. Blijkens achterstaande advertentie in dit blad noodigt de anti-revolutionaire Kiesvereeniging voor bet eiland Overflakkee en Goedereede de geestverwanten uit, om met haar te beraadsla gen over den arbeid bij de a. s. verkiezing van drie leden voor de Provinciale Staten. Het is zeer te hopen, dat deze uitnoodiging gewensebte gevolgen hebbe, en velen samenkomen, van alle plaatsen van het eiland, om aan de beraadsla ging deel te nemen, ten einde een gemeenschap pelijk en krachtig optreden onzer partij bij deze verkiezing te bewerken. Dat toch ieder onzer het gewicht dezer verkiezing eens overwege, en, daardoor gedrongen, alles doe wat langs eerlij ken weg kan strekken tot bevordering der eere Gods en het gemeenschappelijk belang. Zal de lauwe houding van velen nog langer doodeud voor onze krachten zijn? Wordt het niet hoog tijd allerlei kleingeestige beuzelarijen te laten varen? Laat ons dan toonen tot krachtige sa menwerking bereid te zijn, en daarvan de blij ken geven in eene algemeene samenkomst. In dien wij krachtig samenwerken, dan zal ons eiland den 11 Mei e. k. deie mannen onzer richting naar de Provinciale Staten kunnen zenden. Men bedenke toch, dat de Prov. Staten de leden der Eerste Kamer kiezen. Al werd de liberale partij in de Tweede Kamer ook de min derheid, dan zou onze partij toch machteloos staan, indien de Eerste Kamer bleef wat ze thans is. Voorts moeten wij er ook op wijzen, dat niet alleen bij de verkiezing van leden voor de Prov. Staten, maar ook bij de a. s. Juni-ver- kiezingen voor de Tweede Kamer de aandacht dient gevestigd te worden op de bijzondere be langen van den landbouw. Wij hebben er toch zeker het hoogste belang bij, dat niet ons ge- heele eiland en zoovele andere landbouwstreken van ons dierbaar Vaderland ten gronde worden gericht door eene concurrentie, waaraan de Nederlandsche landbouwers onmogelijk weer stand kunnen bieden. Hoe is het mogelijk met Zuid-Rusland en Britsch-Indië te concurreeren? Landen, waar de arbeiders voor eenige centen daags werken, de landerijen voor bijna niets te verkrijgen zijn en de bemesting betrekkelijk geen geld kost. Komt hier den landbouwer iedere H. L. tarwe op meer dan zeven gulden aan enkele uitgaven, ginds kost de H. L. hem nog geen vier gulden. Zullen dan deze dingen onze aandacht niet trekken, en dienen wij niet het mogelijke te doen, om ook de landbouw belangen bij de Regeering te bepleiten? Zoo ja, dan moeten èn voor de Prov. Staten (Eerste Kamer) èn voor de Tweede Kamer mannen ge kozen, van wie wij verzekerd zijn, dat zij ge noemde belangen met kracht zullen voorstaan. Is het niet treurig nu nog in de Tweede Kamer te hooren uitspreken, dat het er bij de land bouwers nog zoo slecht niet bij staat't Is -noodig, dat er van den boerenstand krachtige stemmen opgaan, eer Neerlands landbouw ver nietigd is. Indien gij dan wilt medewerken, om in de vertegenwoordiging van Rijk en Provincie uwe geestelijke en stoffelijke belangen behartigd te zien, geeft daarvan dan blijk door aan de uitnoodiging tot eendrachtige samen werking gehoor te geven. H. SciIOONEJONGEN JACOBSZN. Middelharnis, 20 April '86. Buiten verantwoordelijkheid der redactie) De Redacteur van 't liberalistisch onderwijs- orgaan „het Volksblad" zegt in een der laatste nummers van genoemd blad, dat hij „grooten eerbied koestert voor de offervaardigheid der anti-revolutionairen." Een onderwijzer teekent in een ingezonden stuk in de Chr. Schoolbode van 2 April het volgende hierbij aan „Dewijl de Red. „grooten eerbied koestert voor de offervaardigheid der anti-revolutio nairen" mocht hij zijne geestverwanten wel eens opwekken dit goede voorbeeld natevolgen. Het is hem toch even goed bekend als ons, in welken treurigen toestand zicb 's lands schat kist bevindt- Om de liefde voor het openbaar onderwijs duidelijk aan het licht te brengen, kan „het Volksblad" niet beter doen dan eene circulaire rondzenden van dezen of dergelijken inhoud „Aan de liberale partij". „De anti-revolutionairen, door ons bij voor keur genoemd de protestantsch kerkelijken, bren gen 's jaars voor hunne scholen de kolossale som bijeen van ruim 12 ton. Hierdoor win nen ze der schatkist een aanmerkelijk "bedrag uit, want indien van overheidswege ook voor hunne kinderen moest gezorgd worden, zou dit de kosten stellig met 15 ton vermeerderen, en we zouden de minder aangename gevolgen bespeuren bij 't ontvangen van onze belasting biljetten. Ook de roomschen besparen ons enorme sommen. „Nu is het niet meer dan plichtmatig, dat wij, die 't denkend deel uitmaken, die opgeleid tot alle christelijke en maatschappelijke deugden, zoowel verstandelijk als financieel de meerderen zijn, ook het onze doen ter tegenmoetkoming aan den nood der schatkist. „Laat ons voorloopig beginnen met het bij elkander brengen van eene som, groot 2 millioen. Een dubbel doel wordt dan bereikt. De ker kelijken kunnen niet meer smalen op ons teren op 's Lands geldmiddelen, en de schatkist, die toch tengevolge van ons beheer in zoo'n desolaten toestand is geraakt, geniet een niet te versmaden douceurtje." Met 't oog op de verzuchtingen van den Redacteur over het gebrekkige en onvoldoende hulppersoneel op de bijzondere scholen, spreekt hij den wensch uit, dat „de Vereeniging tot bevordering van liet Volksonderwijs een fonds oprichte, om aan alle bijzondere scholen waar 't hulppersoneel onder 't peil van de wet van "78 is, jaarlijks 500 gulden uit te keeren, onder verplichting hiervoor boven het aan wezige aantal een onderwijzer aan te stellen." Wat de Redacteur van 't Volksblad nu doen zal? Op den 10 April had hier de onderhandsche aanbesteding plaats van het bouwen eener bouw- schuur voor K. Mijnders. Van de vier ter inschrij ving uitgenoodigden, was slechts één opgekomen en wel L. Mosselman van Middelharnis, die ingeschreven had voor f 970.terwijl de begrooting 1068.bedroeg, het werk werd gegund. Het totaal der schooltijden per leerling 45. Het gebeele aantal schooltijden 18000, waaraf voor niet-ingeschreven leerlingen 150 gaat, waardoor het totaal der schooltijden wordt 17850. Hiervan werden verzuimd, wegens ziekte 1179 u Godsdienstplichten 208 jj weer en wegen 58 JJ veldarbeid 578 JJ overigen arbeid 628 JJ overige redenen 299 Totaal 2950 Heden werd alhier door het bestuur der Hollandsche Maatschappij van Landbouw, af- deeling Putten, eene vergadering gehouden. Na afloop der huishoudelijke werkzaamheden, werd onderling nog gesproken over het wen- schelijke om op de uitgeschreven tentoonstelling van vee, op 7 Mei e. k. te houden, ook gusten- vaarsen naar een prijs te laten dingen. Zonder veel omhaal van woorden werd besloten daaraan gevolg te geven; de prijs werd bepaald op f 20,en de premie op 10,welke gelden door de bestuursleden onderling dadelijk uit privékas werden ter tafel gebracht en alzoo als bestuursprjjs en premie zullen worden uitgeloofd. Het kohier voor den hoofdelijken omslag is vastgesteld tot een bedrag van 2692.25. Hondenbelasting ƒ45.00. id. Provinciale Staten 30. id. Gemeenteraad 53. Het kohier van den hoofdelijken omslag voor 1886 is vastgesteld tot een bedrag van 2330.Hondenbelasting/ 60.belasting als klapgeld 220.— De Med. Dr. K. Roodzand, Arts, heeft ont slag gevraagd uit zijn betrekking om als zoodanig werkzaam te zijn te Helvoetsluis. VEETEELT. Paarden. Veulen merriën 26. Jonge paarden beneden 3 jaar 89. Overige paarden 226. Rundvee. Springstieren 8. Melkkoeien en melkvaarsen 447. Kalveren enz. 410. Mestvee 55. Schapen 537 stuks. Varkens 240, daaronder niet begrepen een getal van 167, in den loop van het jaar geboren, gemest en geslacht Hoenders 2750. Eenden 405. Kalkoenen 61. Ganzen 46. In den jare 1885 werden in deze gemeente verbouwd, de navolgende gewassen: Tarwe 270 H.A. Rogge 6 H.A. Win.gerst 108H.A. Zom.gerst 10 Haver 68 Paardenb. 32 11 Erwten 110 Stamb. 90 Aardapp. 170 11 Suikerbiet 175 Kanariez. 5 Meekrap 19 1) Vlas 50 11 Ajuin 210 11 Mangelw. 50 1* Paardepeen 4 11 Roodekl. 74 11 Luzerne 10 11 Maïs 4 11 Kunstw. 16 11 De opbrengst van de tarwe was per H. A. 35 H L., Rogge 30 H. L. Wintergerst 50 H. L., Zomergerst 10 H. L„ Haver 60 H. Lv Paarden-

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1886 | | pagina 2