I
Christelijk
Weekblad
voor de Zuid-Hollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
feuilleton.
I
A
Donderdag 8 April 1886.
lste Jaargang No. 6.
I
r
IN HOC SIGNO VINCES
4
AMIS.
1 en 2.
terdam.
10.-
irikzee.
oedereede
IITGAMG."
pril
)TTERDAM.
iDooten.
lASNYIPH.
IDAM
l'OETSLUIS.
2\ en 5 ure.
|ii' later.
Rotterdam.
Rotter
dam n.MiD-
delbürg en
ÏERIKZEE
'smorg. 6,u.
UITGEVER
W. BOEKHOVEN,
MT Alle stukken voor de Redactie bestemd, voorloopig franco toe te zenden aan Ds. J. F. DE KLERK, te Dirksland.
Advertentiën en verdere Administratie aan den Uitgever.
Sfj, die zicli op dat blad
wesisclieit te aTboiaiaeeren,
zenden achterstaand biljet
slechts ingevuld op, of ver
voegen zich hij zijia Soek-
handelaar of aan het Post
kantoor.
W eek kal en der.
Zon
Maan
Markten.
„Geef ons heden ons dagelijksch brood."
Eene Martelares zonder Martelaarskroon.
HIEOKTSTBOINB:.
ag
eren van wetenschappen en kunsten, en met
rngen de wijsheid indrinken. Haar hoog-
i vader, wiens tegenwoordigheid op het slot
erwijzer en opvoeder der vorsteljjke kinderen
ereischt werd, liet het zijner dochter, die
eene hooge mate zijn trots en zijne blijd-
as, niet aan de noodige leiding en verdere
ontbreken. Olympia Morata won spoedig
van Anna van Este, die zich met de
liefde en gehechtheid aan hare dame van
tp, die tevens haar onderwijzeres was, aan-
n jaren verschilden zij niet veel, zoodat wij
.nnen zeggen, dat zij als zusters met elkan-
ugingen, gemeenschappelijk studeerden, de
schrijvers lazen, hunne gedichten voor-
Om zelf ook verzen maakten. Op haar 17de
jg aardigde Olympia in het Latijn een ge-
5?/aar zij den redenaar Cicero tegen de aan-
'van eenen geleerde in bescherming neemt,
emit dien tijd nog een Grieksch gedicht van
-d gebleven, dat vol lof is over de weten-
.gij in hoogere geestverrukking aan
O
<J
Hellesoetslnis
[s 2 uur.
loetsluia
uur.
en Stellendam
;s 5 uur.
mdam
i,30 uur.
■aart ia aan-
ellevoetsluis
Passagiers
slharnia
•oetsluis
fN:
lOMBOOT.
[S:
lags 5 nar.
6
61
ïs IJ uur.
uur.
uur.
des Zondags.
ïiddags 5 uur.
uur.
8 uur.
tur.
riddags 3 uur.
3 uur.
Üenst.
April 1886.
|m 4^- ure.
4 r
2 JJ
JjELLE.
1^ en 5 ure.
[ir later.
ITTERDAM.
aam. 4J ure.
41
^4 JJ
oaar Rotterdam,
van Rotterdam
am. 2,45 ure,
jks-Veerboot op
inksterdag is
[t
TTERDAAI:
'a morg. 1-0,u.
nam. 3,
5 morg. 12,
ji rij
11 j JJ
li»
iLiVIER.
fefST
p.
am.
vli88ingen.
.45
45
U5
9.45
9.45
9.45
'SS
6-30
jj Yj JJ
pn 'snam. 3,
jj 3,
jj 3- 11
jj 3,
a-
m
M
1
Deze Courant verschijnt eiken Donderdagavond.
Abonnenentsprijs: per drie maanden 40 Cent franco per post.
Afzonderlijke nummers 4 Cent.
SOMMELSDIJK.
Advertentiën iO Cent per regel.
Binnenlandsche Advertentiën driemaal opgegeven, worden slechts
tweemaal berekend.
Advertentiën worden bij den Uitgever ingewacht tot den dag der Uitgave.
April.
op
onder
onder
9 Vrijdag
5.17
6.46
10 Zaterdag
5.15
6.48
0.10
E. K.
11 Zondag
5.13
6.50
9.41
12 Maandag
5.11
6.53
1.56
13 Dinsdag
5.9
6.55
2.39
14 Woensd.
5.6
6.57
3.15
15 Donderd.
5.3
6.58
3.47
St. Maartensd.
W-Kappele vm.
IJzendijke
paard, en veem.
Goes veemarkt.
Middelli. p.en v.
Middelburg
paard en veem.
Matth. 6:11.
Met onrust en spanning zag menigeen in de
afgeloopen maand Maart uit naar een omkeer
in de weersgesteldheid. Want hoe langer de
nijpende koude bleef aanhouden, des te droeviger
hoorde tnen klagen over armoede en gebrek.
Vooral onder den arbeidersstand is er veel, ont
zettend veel geleden. In tal van gezinnen werd
gedurende twintig of meer weken door den vader
of de zoons niet het geringste verdiend. En waar
men nog brandstof en voedsel had opgezameld
daar bleek de saamgebrachte voorraad maar al
t e ras ontoereikend voor den langenlangen
winterduur. Ja, we kunnen ons zoo voorstellen,
dat er onder al dat lijden menige verzuchting
bij Gods kinderen zal zijn opgerezenOch
Heere, kan het zijn geef dan veranderingge -
bied regen en vruchtbaarheid
En God zij gedankt er kwam reeds
verandering. De strenge wintervorst legde zijn
scepter aanvankelijk neermilde regenstroomen
doorweekten den aardbodem, en zij, die gewoon
zijn op de velden en in de tuinen te arbeiden,
konden weder met hun gereedschappen uit
trekken om te zaaien en te planten.
Is dan nu alle bekommering voorbij Ach
gij weet wel beter, mijn lezer. Want al laten
wij nu de bijzondere gevallen van ziekte en
onbekwaamheid of onwilligheid tot den arbeid
rusten, ook bij de groote massa, die aan het
werk trok, komen gedurig nieuwe zorgen op,
die geheel het hart dreigen in te nemen. De
een peinst er gestadig over, hoe hij toch zijn
geldschulden zal afgedaan krijgen, die in de
jongstverloopen maanden zoo bedenkelijk hoog
stegen. Een tweede verkeert geheel in het
onzekere of zijn baas hem straks, als de aard
appelen en het koren in den grond zijn wel
aan het werk zal houden. Een derde vraagt
zich angstig af: waar moet het met mijn gezin
heen, als de gewassen dezen zomer eens tegen-
loopen, of de marktprijzen zijn weer zoo laag
als het vorige jaar?
Hoeveel aanleiding er echter voor al zulke
overleggingen ook wezen mogen, zij die geleerd
hebben met hun nood en gebrek de toevlucht
te nemen tot den Troon der genade, kunnen
daar van al deze bezorgdheid ontslagen worden.
Jezus leerde Zijn discipelen slechts bidden om
hun dagelijksch brood.
W ij zeggen slechts. En toch is deze bede zoo
rijk van inhoud.
Laat ons haar een oogenblik van naderbij
bezien.
In de eei'ste plaats ligt daarin opgesloten,
dat de Christen gestadig aan God de vervulling
vraagt van al zijn nooddruft.
De Heiland leerde niet bidden om overvloed
of lekkernijen, maar om het werkelijk noodige,
en daarvan is het brood het zinnebeeldof zoo
ge wilt, het voornaamste bestanddeel.
Voorts en wij doelden daar zoo even
reeds op beval Hij te bidden om het dagelijksch
brood, en verbande daarmede alle ijdele bezorgd
heid voor de verre toekomst.
Dat wil niet zeggen, dat Christenen zonder
berekening zouden moeten leven. O neen, zij
zijn wel degelijk verplicht met verstandig over
leg de tering naar de nering te zetten, gelijk
ons hollandsch spreekwoord het uitdrukt. En
niet alles mag maar zoo dadelijk worden op
gemaakt. Sparen van datgene wat later goed te
pas kan komen, is een deugd. In het huwelijks
formulier b. v. om slechts dit eene te noe
men worden de jonge manuen vermaand om
er op te werken, dat ze iets weg kunnen leggen,
dat ze iets ouerhouden om aan de armen mede
te deelen. En de Heere Jezus wil die zorg vol
strekt niet afkeuren.
Maar overigens is het de roeping van het volk
van God om te leven hij den dagin ware afhan
kelijkheid en zonder bezorgd te zijn voor den
dag van morgenwijl die dag voor het zijne
zal zorgen.
Wijders ligt er in deze bede een betuiging
van liefde tot den naasten. Er staat niet mijn
dagelijksch brood," maar „ons dagelijksch brood."
De rechte bidder denkt niet alleen aan zicbzelven.
Daar zijn broeders en zusters, die misschien
deze bede verwaarloozenmaar dat „ons" om-
door
E. A—GLYPHOS.
Vooral de jeugdige hertogin Renata ijverde voor
dit licht ook op godsdienstig gebied. Zij was eene
dochter van koning Lodewijk XII van Frankrijk,
den eersten vorst uit het huis Orleans, en door
het dankbare volk „den vader des volks" bijge
naamd en van diens tweede gemalin Anna van
bretagne. Den 25sten October des jaars 1510 ge
boren op het kasteel te Blois, verloor zij reeds
op driejarigen leeftijd hare moeder, en zag twee
jaren later ook haren vader ten grave dalen.
Dit alles stemde het jeugdig gemoed reeds tot
ernst, en onder de aan haren hoogen stand passende
opvoeding ontwikkelde zich geest en hart vooral
voor echte vroomheid. Aan het hof der vorstin
Margareta van Navarre, di^ Luther en zijnen geest
verwanten van harte toegedaan was, leerde zij de
hervormde beginselen kennen en werd voor het
zuiver Evangelie gewonnen. Gelukkig voor haar,
dat het huwelijksvoorstel met Hendrik VIII, die
°m zijne handelwijze met zijne vrouwen wel eens
de Engelsche Blauwbaard bijgenaamd wordt, af
sprong. Nadat eveneens dat van den keurvorst
Joachim van Brandenburg verijdeld was, werd zij
in 1527 de gemalin van Herculis II, den hertog
van Ferrara en Modena. Gelukkig werd zij niet,
want Herculis was noch door gaven van geest en
hart, noch door zijn zedelijk gedrag zulk eene
edele echtgenoote waardig. Des te grooter troost was
het voor haar, dat zij althans, zoolang staatkundige
redenen het door den hertog niet deden verbieden,
de beroemdste geleerden, die om de hervorming
verdreven werden, aan haar hof kon ontvangen*
Zelfs vond Calvijn er eenigen tijd een veilig toe
vluchtsoord. Onder de beroemde en geleerde
mannen, die door den hertog naar Ferrara gelokt
waren, behoorde vooral professor Fulvius Peregrinus
Mörata, die belast werd met de opvoeding der
beide hertogelijke prinsen. Niet lang na zijne komst
te Ferrara werd zijn huwelijk gezegend met eene
dochter, op wie de geleerde geest des vaders op
buitengewone wijze rustte. Ieder stond verbaasd
over den aanleg en de vatbaarheid der jeugdige
Olympia. Toen zij den leeftijd van twaalf jaren be
reikt had, sprak en schreef zij Latijn en Grieksch
even vaardig als hare moedertaal, en zelfs in de
wetenschap vergrijsde professoren en geleerden
ontzett'en zich over hare vlugheid in de talen van
Virgilius en Homerus en het grondig oordeel en
rijpe verstand, dat zij aan den dag legde. Intussche
veroorloofden huiselijke omstandigheden haar n'
zich geheel aan de studie te wijden; hare roo
was ziekelijk en werd langzamerhand zwak t
heel hulpeloos, de beperkte welgesteldhe^.
familie veroorloofde niet, vreemde hulp te
zoo moest Olympia al spoedig allerleiJ0RN>
lijken arbeid verrichten en de zorg vo'
kinderen op zich nemen. Welk e:
het ook voor haar was, Olympia
studiën vaarwel zeggen, maar evenJOr
van hart als van geeet, vervulde -
aanlokkende, alledaagsche bezig
houden met nauwgezette tre 15 jaar.
liefde. 0 Jz.
Intusschen was een doch-ND
lijk echtpaar tot een leeh"' Oosïenbrugge.
voprtdn'-'""! crezplscWJ-
na:
dif
ha
ge
Q Christelijk burger gezin te M I D D E L-
IS wordt eene Flinke Dienstbode
geAAGD, die o. a. goed met de wasch kan
va' Loon jaarlijks 60.— A 70.Te
bij den Uitgever dezer Courant.
vat de gansche gemeente des Heeren, ouden en
jongen mannen en vrouwenja zij strekt zich
uit tot de heele maatschappij, tot vrienden en
vijanden. Wij erkennen het, alzóó te bidden is
niet gemakkelijk, maar genade stelt er toe in
staat, om het oprechtelijk voor God te doen,
Doch er is meer. Deze bede verheerlijkt God
als den Gever van alles goeds. Van nature wil
de menscb geen bedelaar zijn en van gegeven
goed leven. Dat vindt hij schrikkelijk hard. Zich-
zelven wil hij voortdurend helpen, zonder omzien
naar anderen of zonder opzien tot God. En ook
al heeft hij aanvankelijk genade ontvangen
dan bruischt zijn natuur er nog gedurig tegen
in. Maar tochwaar het licht van Gods Geest
in de ziele straalt, wordt zij ook telkens over
tuigd, dat alles van God moet komenen dat het
dus zonder bidden niet gaat. Immers alle goede
gaven en alle volmaakte giften zijn van den
Vader der lichten afdalende, bij Wien geen
verandering is of schaduw van omkeer. Bij is
de eenige Gever. Dit wist ook David te getuigen,
als hij uitriepAller oogen wachten op Uen
Gij geeft hun hunne spijze te zijner tijd. Gij
doet Uwe hand open, en verzadigt al wat er
leeft." „Zij allen wachten op U, dat Gij hun
hunne spijze geeft." Ja gewisselijk, op een wenk
van Gods almacht worden de vensteren des
hemels geopend, en stroomt er zegen van Boven.
O, hoe heerlijk zoude het zijn, als allen, met wie
wij verkeeren, eens in dat besef leefden. Zoo in
het afgetrokkene wordt er nog al wat over Gods
goedheid geredeneerd. Maar de nood moet maar
aan d?Q maa komen, dan geeft veler godsdienst
hua niet de minste levenskracht. God blijft dan
geen God voor bun hart, hoezeer zij het eerst
oo1 waanden. Dit geeft een jammerlijke teleur-
55 vrouwen in andere dingen
pt»
blijdschap mij slechts
Werd/ vervolgd.
00
II
\iï
0
va
cfca
-•