M. H. MULDER.
Plaatselijk Wleews.
HJiddelharais. De heer J. W. de Bruijne,
voor dezen secondant aan het Instituut van den
heer Gangel te Groningen, heeft zijne betrekking
als hulponderwijzer aan de Prov. Weeshuisschool
alhier reeds den 1 Maart aanvaard.
Oude-Tonge. Blijkens de opgemaakte kiezers
lijsten dezer Gemeente voor 1886, bedraagt het
aantal kiesgerechtigden voor leden van den
Gemeenteraad 153; voor de Tweede Kamer der
Staten-Generaal en voor de Provinciale Staten 84.
Stad a/li. Haringvliet, 13 Maart 1886. Het
aantal schooltijden gedurende de maand Februari
gehouden, bedroeg 9240.
stellendam. Alhier is gedurende het afge
loopen jaar, door 21 kinderen van 6 tot 12 jaren
geen gebruik gemaakt van het aaD de Openbare
school gegeven onderwijs.
Goedereede. Door 6 kinderen van boven 6
tot beneden 12 jarigen leeftijd werd gedkrende
1885 geen gebruik gemaakt van het op de Open
bare lagere school gegeven onderwijl
Oudiorp. Men verneemt Jat aan den Iicht-
weten dat hij niet gehoorzamen mocht, met een
beroep op Gods Woord. Intusschen had de ker-
keraad niet stil gezeten, verwaohtende blijkbaar
wat komen zou. Hij was op mogelijk gevaar
van vervolging bedacht, die echter langs een
gansch anderen weg tegen hem zou losbreken.
Vroeger werden de kerkelijke goederen, kerk-,
pastorj- en andere bezittingendikwijls beheerd
door de burgerlijke besturen, tijdens de staats
kerk bijna altijd. In onze eeuw is daaraan echter
een einde gekomen. De ouderen onder ons
weten, hoe in 1869 door onzen Koning het vrij
beheer over hare goederen is gegeven. Reeds
de toen bestaande Synode zag al het gevaar
daarvan in voor de synodale macht; zij wilde
zelf gaarne het beheer in handen hebben. De
plaatselijke gemeenten konden, als zij nog roe-
keloozer aan haar belijdenis ging tornen, wel
eens ongehoorzaam worden en haar op zekeren
dag de gehoorzaamheid opzeggen en toch in
het bezit van hare goederen blijven; gelijk in
de laatste weken dan ook reeds feitelijk door
3 gemeenten gedaan is. Te Amsterdam was de
toestand evenwel nog eenigszins anders dan hier
en elders. Daar droeg het burgerlijk bestuur in
1810 het beheer over de kerkelijke goederen op
aan den kerkeraad, als zijnde de wettige verte
genwoordiger der gemeente. In 1869 heeft de
gemeente zelve nog bijzonder haar goedkeuring
aan deze opdracht gehecht.
Hier was het nu nog eenigszins naar den
wensch der Synodale besturen. In de grootste
gemeente van ons vaderland hadden zij dan toch
nog eenigen invloed op het beheer der gemeente
lijke goederen in zoover de kerkeraad, die weer
op zijne beurt het beheer aan kerkvoogden had
opgedragen, volgens de reglementen aan ge
noemde besturen ondergeschikt was.
Dr. Kuyper en het meerendeel van den kerke
raad was er nu sints jaren op uit, om het beheer
over de kerkelijke goederen los te maken van de
Synodale besturen.
Wat kwaad stak daarin, dat zij dat beheer voor
hooger inmenging wilden behoeden, en het eigen
dom der gemeente zochten te waarborgen Zoo
droeg de kerkeraad dan allengs veel van zijn macht
over op de kerkvoogden, eindelijk tot zoover,
dat, indien de kerkeraad, om des Woords en der
belijdenis wille, ooit of immer met de Synodale
besturen in conflict kwam, de kerkvoogden daar
door toch nog niet de vrijheid van handelen zou
den verliezen. Ade rechtzinnigen, die zich in
meerdere of mindere mate aan de belijdenis der
Kerk hielden, gingen hierin aldoor hand in hand
met dr. Kuyper. Zoo zou in de laatste maand des
voorgaanden jaars wederom een nieuw bolwerk
tegen de bewering der hoogera besturen, in zake
het beheer, worden opgeworpen, volkomen naar
de bevoegdheid van den kerkeraad, die in dit op
zicht alleen aan de gemeente ondergeschikt was.
Toen brandde plotseling de bom los.
Gij zoudt na al het voorgaande denken ons^ de
weigering der attesten O neen, daar werd spoö^-
dig voor gezorgd; het rechtzinnige classicale
bestuur, dat eerst verklaard had, dat het tegen
Gods Woord was ze af te geven, reikte ze uit in<
naam des kerkeraads en had intusschen, om de
de gewraakte beslissingen in zake het beheer der
kerkelijke goederen, besloten den kerkeraad eene
geweldige bestraffing toe te dienen De Syno-
dalen konden niet zien, dat men de kerkelijke
goederen aan hun voor 't meerendeel ongeloovige
Randen wildeonttrekken t om ze het eigendom
der gemeente te doen laten. GenoegDen 4den
Januari 11, werden 5 predikanten en 74 ouder
lingen en diakenen op eenmaal in hunne bedie
ning voorloopig geschorst om eene stem uit
gebracht ui zake het beheer, waarover de Syn.
besturen feitelijk niets te zeggen hebben. De
Syvde is bij elkaar om eene definitieve beslis-
s;ag te nemen, misschien de afzetting ten ge
volge hebbende van de 5 getrouwste dienaren
des Woords en 74 andere mannen, die mede
getrouw op hun post stonden. Meerderen uit
den kerkeraad staan nog aan hunne zijdedoch
ontgingen slechts toevalligerwijze aan den toorn
der besturen, aangezien zij op de vergadering,
waarin de kerkeraad zijn gewraakte besluiten
nam, niet tegenwoo-dig waren. Zoo staan nu
de zaken. Onze kerken zijn in nood. En wat
nu het ergste iswaarover wij ons het meest te
bedroeven hebben, dat is dat wij in deze zake
mannen, die den Christus liefhebben, die jaren
lang onder de strijders tegen de Synodeheersch-
zucht mede behoord hebben, die met vuur voor
de eere Gods en zijns Gezalfden opkwamen, thans
de hand zien geven aan de ongeloovigen, om
vrije broeders te verdrukken. O, wij willen nog
hopen dat zij ter goeder trouw dwalen en zullen
voor hen bidden, dat God hen moge bekeeren
y?,n dezen hunnen boozen weg en nog nieê doe
pal staan voor Zijn Woord, ook ten koste van
alles, zoo 't moet. Zeker, wij zouden ons eigen
hart niet kennen, als wij meenden, dat het zoo
gemakkelijk is alles, alles voor den Heere over
te hebben, maar wij danken er toch onzen God
voor, dat Hij aan die mannen, die thans de
smaadheid van Christus dragen, de genade geeft
om het te kunnen, en bidden die genade ook
voor ons zeiven af, als 't wezen moet. En
nu gij dan zoo 't een en ander slechts vluchtig
van deze dingen hebt gehoord, zegt, is het niet
noodig dat allen, die voor Gods Woord nog beven,
en wie de belijdenis onzer Kerk nog lief is,
waarvoor onze vaderen goed en bloed hebben
geofferd, waarmede zij geleden en gestreden heb
ben en tegenover andere volkeren onoverwinbaar
waren, dat alle dezen den troon der genade
aanloopen? Uit den kring der geschorste predi
kanten en kerkeraadsleden is de bede uitgegaan,
om hen voor den troon te gedenken voor hen
de gave der volharding af te vragen, opdat zij
den vijanden niet tot een spot worden. Maar
zij vroegen ons toch niet bij hen te blijven
staan, maar vooral den nood der Kerke zelve aan
den Koning der Kerk op te dragen, dat die nog
uit deze verwarring orde moge voortbrengen, uit
dezen strijd de overwinning, alzoo dat Gods
Woord in zijn Kerk weer in eere kome en
de vijanden van zijnen Christus worden be
schaamd gemaakt. Ja, wij willen Hem bid
den, dat Hij meer belijders geve, die waarlijk
de kracht daarvan in hunne eigen ziele
hebben mogen ervaren en die ook openbaren
naar buiten, maar wij willen ook voor de vij
anden bidden, voor hen, die welbewust tegen
staan, maar ook voor hen, die, door welke omlei
dingen des Satans ook, meê het zwaard hebben
getrokken tegen hunne broeders. Dat wij maar
zoo mogen bidden, dat de H. Geest zelf in ons
bidde met van die onuitsprekelijke verzuchtin
gen, die den Heere welgevallig zijn. En laat ons
vooral in diepe verootmoediging tot Hem naderen.
Want wie zijn wij, dat wij leeraars en gemeenten,
niet te samen moeten uitroepen: Treed niet met
ons in'het gericht, o God, want wij allen heb
ben gezondigd. Wij allen zijn ontrouw geweest,
en hebben slechts al deze dingen, die ons in Kerk
en maatschappij overkomen, als de oordeelen
Gods te beschouwen.
Is er bij ons altijd die getrouwheid in het be
lijden, die ons betaamt, voor zoo velen wij onder
de banier van koning Jezus den strijd hebben
leeren aanbinden tegen alle onwaarheid en leugen?
Laat ons genade bidden en geen recht en be-
kwaammakende kracht, om een ieder van ons
in Kerk of staat, in eiken grooteren of kleineren
kring, Hem de eere te geven, die gezegd heeft:
„die mij belijden zal voor de menschen, dien zal
ik belijden voor mijn Vader die in de hemelen is."
D. d. K.
CORRIGENDUM.
In het eerste stuk van „In deze dagen van
beroering" zija enkele in 't oog loopende druk
fouten ingeslopen.
Voor „de rook der martelaren" leze men de
rook der martelvuren, voor „Christentroon"
Christennaamvoor „ook zeer gevoelde" ook
hier gevoelde, voor „blootgesteld" blootgelegd
en eindelijk voor „met lust en kracht" met ernst
en kracht.
IN MEMORIAM.
Joh. 11 25, 26.
In den morgen van Woensdag den 3 Maart,
overleed te Ouddorp op 't alleronverwachts
de Heer M. H. MulderHoofdonderwijzer
der Christelijke school aldaar. Op den dag,
die zijn' sterfdag voorafging, werkte hij nog
een oogenblik in zijn drukbezochte school.
Het heengaan van Mulder is een zware slag
voor zijne diepgetroffen Weduwe en zijne jonge
kinderen, voor de bloeiende Christelijke
school te Ouddorp, waaraan hij slechts ruim
één jaar zijne krachten mocht wijden, en ook
voor dit pas verschenen blad, waarvan hij
met goeden moed de redactie had aanvaard,
doch waarvan hij slechts het proefnommer
mocht zien verschijnen.
In No. 1 van dit blad verscheen van de
hand des overledenen nog eene ernstige be
schouwing over Gal. 6:2: „Draagt elkanders
lasten, en vervult alzoo de wet van Christus."
Van zijne jeugd af heeft Mulder den Heere
in het Christelijk onderwijs gediend. Ook en
vooral als onderwijzer heeft hij zijn' Heiland
beleden, beleden voor de menschen. In zijn
dagelijkschen arbeid heeft hij het uitgesproken,
dat eene Christelijke opvoeding ondenkbaar is
zonder het onbelemmerd gebruik van Gods
Woord.
Bijna 20 jaren had hij het voorrecht genoten
van te deelen in den dagelijkschen omgang
van wijlen zijn voortreffelijken leermeester H.
J. van Lummel te Utrecht. Mulder was een
bekwaam onderwijzer en heeft met eere het
Christelijk onderwijs gediend. Eenige jaren
stond hij aan 't hoofd der Chr. school te
Bodegrave, vanwaar hij vertrok naar Ouddorp,
waar hij genezing hoopte te vinden van eene
ernstige maagkwaal
Gods bestel was echter anders. Te midden
van zijn' arbeid nam de Heere hem weg.
Mulder heeft gewerkt, zoolang het dag was.
Niet alleen als onderwijzer, maar ook als
schrijver heeft hij zich doen kermen. Zijne
pennevruchten bewijzen, dat -hij heldere be
grippen had omtrent het doel der lagere school.
Zijne werkjes over het taalonderwijs, het stellen
van brieven enz. zijn bekend.
Voor een paar jaren schreef hij ten behoeve
van 't „plantsoen der Kerke." gelijk Luther
de jeugd noemde, een keurig werkje in „beeld
en schrift" over de geschiedenis der Christelijke
Kerk.
Zijne kaart van Palestina met daarbij be-
-hoorende handleiding wordt op vele Christe
lijke scholen gebruikt.
Hier beneden is echter de taak van Mulder
afgeloopen. God nam hem weg. Zijn heen
gaan'hij was nog maar 36 jaar oud roept
ons op nieuw toegedenk te sterven, o mensch
Wij treuren over zijn verlies, doch niet
zonder hope!
M. O.
Sommelsdijk. 3 Maart 1886. Op de dezen
morgen alhier gehouden veemarkt werden 11
stuks vee aan de lijn gebracht.
Nemen wij bet slechte weder en den slappen
handel in aanmerking, dan kunnen wij dit
getal nog niet zoo gering achten.
Het kohier van den Hoofdelijken Omslag
voor deze Gemeente is vastgesteld tot een
totaal bedrag van 4500; en dat van de
Belasting op de Honden tot een bedrag van
163 50.
9 Maart. De bevolking dezer Gemeente
is dit jaar vermeerderd met 31 mannelijke en 32
vrouwelijke personen, zoodat zij op 31 December
1885 uit 2732 personen bestond, n.l. 1369 M.
en 1363 Vr.
Vergadering van den Gemeenteraad van
Middelharnis, op 26 Februari 1886.
Tegenwoordig: de IIH. L. A. v. Weel, voorz. S. C.
Korteweg, J. J. Nipius, J. J. Slis, A. Vink, J. II. Birk-
hoff, J. C. v. Oostende en C. Ifolff.
Afwezig: de HH. P. C. v. d. Broek, A. C. Kolff en
E. de G. v. d. Koogh.
Na vaststelling van de notulen der vorige vergadering,
is het volgende verhandeld
1°. a. Brief van Ged. Staten, mededeelende dat door
het Rijk over 1886 bij wijze van voorschot aan deze
gemeente wordt uitgekeerd ƒ3345, zijnde 30 °/Q van
f11150, kosten van het lager onderwijs.
b. Wordt medegedeeld het door de plaats. Schoolcom
missie ingezonden verslag van den toestand van het
lager onderwijs over 1885.
Beide stukken voor kennisgeving aangenomen.
Omtrent dit laatste punt spreekt de Voorz. zijne mee
ning uit, dat de vergadering dank schuldig is aan de
commissie, niet alleen voor het zoo uitnemend en uit
voerig verslag, door haar uitgebracht, maar vooral voor
de wijze, waarop zij hare taak opvat. Hij voegt daaraan
zijne erkentelijkheid toe voor de niet genoeg te waar-
dftoior. hulp en bijstand, die. -het, geul. bestnnr biL.de
nieuwe inrichting van het openbaar lager onderwijs in
1885 van de commissie heeft mogen ondervinden.
Het daartoe strekkend voorstel, des VoorziltiWS—JjtQi'lt
met algemeens .nneii aangenomen.
3° 'Gelezen een schrijven van Ged. Staten, eenige
bedenkingen mededeelende op de ingezonden stukken
tot heffing van schoolgeld op de bewaarschool, daarin
bestaande, om op te nemen, dat het schoolgeld ver
schuldigd is door de ouders, de voogden of de verzor
gers der kinderen, en dat aan burg. en weth. de be
slissing staat, wie onvermogend zijn en dientengevolge
van de betaling zijn vrijgesteld.
Wordt besloten aan de bedenkingen te voldoen, en
de stukken, aldus gewijzigd, op nieuw vast te stellen.
3°. Is ingekomen eene voordracht, ter benoeming van
eene ondeiwjjzeres aan de meisjesschool, op eene jaar
wedde van f 550, die na een jaar blijvens wordt ver
hoogd tot f 600, indien de benoemde gedurende dat
tijdvak tot genoegen van burg. en weth. is werkzaam
geweest.
Op de voordracht zijn geplaatst:
Mej. H. Verhoeven te Bergen op Zoom.
O. C. Louman te Zwolle.
A. C. Everaars te Brielle.
Na stemming blijkt, dat de eerste met algemeene
stemmen is verkozen.
4°. Wordt op voorstel van burg. en weth. besloten
tot het doen van af- en overschrijvingen van en op
verschillende posten der gein. begrooting over 1885, tot
een gesamenlijk bedrag van f 625.
Waarna de vergadering is gesloten.
Hiervan werden verzuimd
wegens ziekte. 428
godsdienstplichten 12
weer en regen. 19
veldarbeid0
arbeid174
overige reden 247
Totaal 900 schooltijden.
Dus bijna 10%.
Ilea Hommel, 3 Maart 1886. Blijkens de
heden vastgestelde en aangeplakte kiezerslijsten,
bedraagt het getal kiezers van leden der Tweede
Kamer van de Staten Generaal 48, van de Pro
vinciale Staten 47 en van den Gemeenteraad 79.
3 Maart 1886. Bij de heden gehouden
aanbesteding van het rijden der grint, welke in
1886 voor deze gemeente zal worden aangevoerd,
waren 3 inschrijvingsbillétten ingekomen.
Aannemer is geworden M. Meiesant alhier,
voor eene som van 0.71 pgr M3.
Vergadering van den Bagd der gemeente
Hellevoet-sluis, op Donderdag 25 Febr. 1886,
's avonds om 8 uur.
Punten ter behandeling:
Brief van Gedeputeerde Staten dezer provinciehou
dende bedenkingen tegen de verordening op de heffing
en de invorderingen van den Hoofde\ijken Omslag.
Ingekomen stukken.
Aanwezig: de heeren E. De Vries, 1 Voorzitter, Alex.
Bruch, A. Landheer, C. E. Plugge, ,1L. Pisiusse, G.
Kerseboom en de Secretaris A, de Wilde.
Afwezig: de heeren P. Gallas Jr, T. .Linthout, A. D.
Brinkerink en J. van den Broek.
De vuorz. opent de vergadering, waafna de notulen
van de verg. van 11 Febr. j. 1. worden gelezen en goed
gekeurd.
De Minister Van Staat van Binnenlandsche Zaken
heeft aanmerking gemaakt (dit b ijkt uit den brief van
Ged. St.) op art. 5 van de verordening op de invordering
van den H. O.
Daarin staat, dat de gemeente-ontvanger zoo spoedig
mogelijk, uiterlijk binnen 2 maanden, na ontvangst van
het kohier, aan de belastingschuldigen de aanslagbiljetten
zal uitreiken. Overeenkomstig het verlangen van den
Minister wordt dit art. op voorstel van B. en W. gewijzigd
in dezen geest: De ontvanger zal binnen twee maanden
na de goedkeuring van het kohierenz.
Insgelijks overeenkomstig het verlangen van den
Minister wordt besloten, het heffmgsbesluit zóó te wijzi
gen, dat zij, die hier hun hoofdverblijf vestigen, dade
lijk in den II. O. worden aangeslagen. Dit is in over
eenstemming met art. 245 van de Gemeentewet.
Discussie wordt over deze wijzingingen niet gevoerd.
Worden gelezen
li?. Een brief van Ged. St. waarin wordt meege
deeld, dat door hen eene verhooging der begrootiug,
dienst 1885, is goedgekeurd, en 2e. Een brief van
den heer P. Polvliet, waarin hij meêdeeld dat hij ten
gevolge van zijn vertrek naar Nieuwediep, zijn ontslag
neemt als lid van den Raad.
Beide brieven voor notificatie aangenomen.
De vergadering wordt gesloten.
In het afgeloopen jaar zijn/foor het Rijks
telegraafkantoor alhier 1028 telegrammen ver
zonden.
vnurtoWn, met 1 April eervol ontslag uit deze
betrekkiig is verleend, ioet behoud van pensioen.
Zij, die dezen morgen den lan
gen zwarten stoet ffanshouwdendie de straten
dezer' gemeente doortrok,*konden zien, Mat er
eene bijzondere plechtigheid plaats had
Het was de lijkstoet van wijlen den heer
Marinis Hendrtkus Mulder, hoofd der Chris
telijke school alhier, welke j.l. Woensdag na
eene korte ongesteldheid, plotseling overleed.
Het lijk werd grafwaarts gedragen door de
Schoolcommissie en leden van den Kerkeraad
der Herv. gemeentegevolgd door den vader en
den broeder des overledenen, door de Predikan
ten, door de E. A. heeren Burgemeester en Wet
houders en meer dan 100 burgers, alsmede door
de hulponderwijzers met 125 van de oudste
leerlingen. Aan de groeve gekomen, werd door
ds. Tigchelaar, die bijna niet in staat was zijne
woorden te uiten, een ernstig woord ter herin
nering van den overledene gesproken. Daarna
vatte ds. Kerper van Goedereede het woorden
eindelijk liet ds. van Róssing, Predikant bij de
Doopsgezinde gemeentealle kinderen roüd het
graf scharen en herdacht hoe de kleinennu
heden Zaterdag precies vijf weken geledenmet
hun overleden Onderwijzer op hetzelfde kerkhof
een van hunne scholieren, ook zoo plotseling
overleden, ten grave brachten. Alle kinderen,
zoowel als de ouders weenden bij het graf. Ten
slotte sprak Z.Eerw. nog een woord tot de on
derwijzers, die met den overledene werkzaam
waren geweest. Daarna werd een woord van
dank gesproken door den broeder van den over
ledene voor de laatste eer aan den doode bewezen,
en inzonderheid voor de vriendschap en toege
negenheid, welke meester Mulder hier in den
tijd dat hij werkzaam was, had mogen genieten
en beval zich en zijne familie in aller voorbede
en herinnering aan.
Wie den overledene van nabij gekend heeft,
zal ook kunnen beseffen welk verlies deze ge
meente geleden heeft. Mocht hij maar ruim één
jaar werkzaam zijn in deze gemeente, zoo wist
hij toch aller achting en verrtouwen te winnen,
zoowel van rijk als arm, van ouders en kinderen
Dat de trouwe Ontfermer de droeve weduwe ei
kinderen trooste en zegene!
Door den Rijksveldwachter Marks alhié
werd P.'Warnar Zondag avond bekeurd, wegejs
het verkoopen van sterken drank zonder vp
gunning.
Gepasseerde week had een jongentje aljïer
het ongeluk in de kaai te vallen, doch \érd
gelukkig bijtijds gered door schipper C. Boer/die
met een haak den drenkeling aan boord wit te
halen.
Heden werd naar deze gemeente eei be
roep uitgebiacht op ds. J. M. G. H. M>nd,
predikant te 's Grevelduin-Cappel. (N.Bi