Christelijk Weekblad voor de Zuid-Hollandsche en Zeeuwsche Eilanden. i V 4 Donderdag 4 Maart 1886. lstó Jaargang No. i. FEUILLETON. F V 6 IN HOC SIGNO VINCES u i 1: 4 m r i Uit de dagen der Hervorming. |i UITGEVER W. BOEKHOVEN, Alle stukken voor de Redactie bestemd, franco toe te zenden aan den Heer M. H. MULDER, te Ouddorp. Advertentiën en verdere Administratie aan den Uitgever. Weekkalender. Maart. Zon Maan Markten. In deze dagen van beroering. v Gedachten. BUIIGE* r X V •sPi f 1 Deze Courant verschijnt eiken Donderdagavond. Abonneuentsprijsper drie maanden 40 Cent franco per post. Afzonderlijke nummers 4 Cent. SOMMELSDIJK. Advertentiën AO Cent per regel. Binnenlandsche Advertentiën driemaal opgegeven, worden slechts tweemaal berekend. Advertentiën worden bij den Uitgever ingewacht tot den dag der Uitgave. op onder N.M. llernvliet vo. 5 Vrijdag 6.38 5.46 nl0.24 on dor O. Toi'.go ve. 6 Zaterdag 6.36 5.47 n. 6.31 Rosendaal j. 7 Zondag 6.34 5.49 7.38 8 Maandag 6.32 5.51 8.45 9 Dinsdag 6.30 5.52 9.52 G ave j. 10 Woensd. 6.27 5.54 11.- Schoonhoven v. Gouda kaasm. 11 Donderd. 6.25 5.56 Draagt elkanders lastenen vervult alzoo de wet van Christus. Gal. 6: 2. Te deelen in elkanders lasten!.... och neen; in elkanders lusten en voordeelen is eene eigen schap, die men maar bij weinigen te vergeefs zal zoeken. Daarvoor is dan ook geen gebod, geene opwekking noodig, want het getal van hen, die bereid zijn om met ons de genoegens, geriefelijkheden, de lusten en aangenaamheden des levens te deelen, is in vele gevallen grooter, dan ons dikwerf lief is. Maar zelden zal men zich dan ook hebben te beklagen, dat men in den voorspoed en in de weelde gebrek aan vrienden heeft. Of 't er ook al vrienden naar zijn, en of hunne handelingen en betuigingen den toets der vriendschap wel kunnen door staan, daarover willen wij nu liefst zwijgen. Bovenstaande woorden toch wijzen ons op lastdragers en niet op genotzoekers. "Veilig, niet waar? kunnen wij zeggen, dat er bijna geen dag voorbijgaat, op welken ons niet iets onaangenaams is overkomen. Niet maar als bij toeval; omdat het nu zoo eens treft, heden deze, morgen eene andere minder aan gename bejegening, o, neen; geheel en al over eenkomstig den loop der dingen, omdat het zoo reeds meer dan 6000 jaren geweest is; eenvoudig en alleen, omdat wij leven in eene zondige wereld, onder zondige en zondigende menschen. De zonde is ook in deze al weder de oorzaak van al de moeielijkheden, jammeren, ellenden en lasten, waaronder ik en gij, waar onder alle menschen gebukt en gebogen gaan. Zij is de oorzaak van al onzen lichamelijken en zielennood. Ja, zelfs de wereld is hiervan tot op zekere hoogte overtuigd, als ze zegt: „Ieder huis heeft zijn kruis". De wereld stemt u dus in dit vjjftaï woorden zonder bedenken toe, dat niemand op dit be neden rond ongestoord gelukkig is; zij geeft u toe, dat de rijke, zoowel als de arme, de vorst zoowel als de daglooner zijne bezwaren en moeielijkheden heeft, dat het geluk niet altijd in het goud en de tevredenheid niet bij voor keur in de paleizen der grooten zetelt. Doch omtrent de oorzaak hiervan loopen de meeningen nog al uiteen. Schrijft de wereld het niet toe aan het noodlot, welnu, dan aan onvoorziene omstandigheden; hier zijn het ver keerde berekeningen, ongedachte verliezen, daar vijandige handelingen of ja, mischien wel ten laatste uw eigen schuld, ,,'t Is dan ook wel jammer," zoo verzekert ze, „dat het zoo is"; „'t spijt me, dat ge het zoo moest treffen maar ik kan er niets aan doen; ieder moet zijn eigen pakje dragen", en ze wacht zich wel al was 't maar voor een oogenblik aan de leus op haar wapenschild ontrouw te worden „Ieder voor zich en God voor ons allen!" Met de zwaarte van eens anders last be gaan zijn, nu ja; dat kan en dat wil ze nog wel; maar dien last met hem deelen, hem helpen, des gevorderd zelf dragenwel mensch, ieder heeft genoeg met zich zelf te doen De wereld kan dan ook niet anders, omdat zij niet anders geleerd heeft. Het gebod van den Heiden-Apostel om elkanders lasten te dragen is daarom ook niet tot haar, maar tot den Christen gericht. Deze wordt dan ook geroepen om den last der levenszorgen, ver drietelijkheden en misslagen van anderen op zich te nemen of mede te helpen dragen. En zulks kan hij doen, omdat hij geboren is uit het zaad des Woords van Hem, die bij uitnemendheid een lastdrager is geweest; van Hem, die niet slechts onze armoede, onze droefheid, angsten en zorgen, maar bovenal den last der zonden gedragen heeft aan het hout. Den last der zonden! Van wieImmers vaü zijne vijanden. Ziende alzoo op Hem, die het Zich geen roof behoefde te achten, Gode even- gelijk te zijn, is deze vermaning van den Apostel den Christen geen lastmaar een lust. De Christen draagt daarom, ('t moet ten minste zoo zijn) de lasten zijns naasten op zijne hand, in zijne beurs, in zijn hart. 't Moet zoo zijn, zeggen we, hoewel het niet altijd en bij iedereen zoo is. Velen toch dragen wel.de lasten van anderen, maar inhun geheugen. Anderen willen wel gaarne een last overnemen, o, zeker; maar ze weten nu juist niet recht, wien ze er van ontheffen moeten. Ze vergetan, dat er eenvoudig staat: „Draagt elkanders lasten," dat is, den last van elk ander mensch. Niettemin blijven ze maar aldoor ijve.lg zoeken naar den bestemden last en eindigen ten slotto met niets op zich te nemen. Nog weder anderen zouden, o zoo gaarne, be- hulpzaam zijn in het dragen van eens anders last; maar ze weten maar niet juist, of de mate hun ner kracht wel toereikend is. Ze gaan zeiven zoo gebukt; ze hebben zeiven zulk eenen last te torschen, en uiterst bang, dat ze hun eigen draag vermogen met een kilogram zullen overschatten, weten ze dat van anderen nauwkeurig tot op een gram te bepalen. Nog zouden we kunnen spreken van hen, die ja, wel den last van anderen helpen dragen en zoodoende daders des Woords zijn, doch altijd; maar in zooverre, als 't het eerste gedeelte betreft. De last moet gedragen worden, opdat alzoo de wet van Christus vervuld worde. Niet alzoo omdat we 't moeten, omdat w' er zoo moeielijk af kunnen en het allerminst wel om van de menschen geëerd en geprezen te worden, maar omdat wij gehoorzamen moeten aan Gods ge bod, omdat de Christen, als discipel des Heilands geroepen wordt, Diens wet te vervullen, welke 1 luidt: „Hebt God lief boven alles en uwe naasten als u zeiven." Het volbrengen is dus, of liever moet dus het gevolg der gehoorzaamheid, der willige gehoorzaamheid zijn. Die zóó den last van anderen draagt, wordt dan ook door Hem gesterkt, Die gedurende den ganschen tijd Zijns levens de lasten van anderen, ja, van Zjjne vjjanden gedragen en getorscht heeft. Mogelijk komt nog wel heden of morgen de vermaning des Apostels onder den eenen of an deren vorm tot mij, tot u, lezer! Make de Heerr ons dan ook in deze getrouw en voorspoedig, op dat we des morgens onze hand niet aftrekken en des avonds niet terughouden. M. I J! S F Hei is een lieflik beeld dat ons Lucas teekent in bet boek der Handel, der Apostelen van de jeugdige gemeente van Christus te Jeruzalem, waarvan het meerendeel door de machtige wer king van den neergedaalden Pinkstergeest en dat middelijkerwijs onder de prediking van Petrus, den mond der Apostelen vom den gc kruisten Christus werd gewonnen. Benijdens-/ xji, waardig is zij in dien eersten tijd. -Door den <1 j innigen band des geloofs, der hope en der liefde verbondenkenden hare leden slechts ééne vreugde, gemeenschappelijk als broeder» te leven, al het hunne te wijden aan den dienst huns Heeren, die met de hoogste heilgoederen Zjjner liefde en de schatten Zjjner genade en Geest had verkwikt, en hen tot de eerstelingen bad verkoren, om Zijn naam te dragen te midden van het schuldig Jeruzalem, dat Hem ten kruise had gedoemd. Zjj schaarden zich zoo gaarne rondom de aan allen dierbare waarheid, en één in belijdenis van den hun boven alles dierbaar geworden Heere en Heiland, volharA nog de leer der Apostelen, de breki'" Tjj en de gemeenschap der gebeütT"~rt lang xou de Christelijke gemeente aanzien blijven vertoonen. Aanvankelijk in haar schuilhoeken verb43 kon zjj dat niet blijven te midden van e bevolking, die met woedenden haat den Nazu X Slot. Allen werden echter onwaardig verklaard tot het dragen van zijde, goud en parelen; ze -werden on bekwaam geacht om eenige bediening te bekleeden het paard rijden, het dragen van wapenen en van fijn laken was hun ontzegd, terwijl hun voorts de verplichting was opgelegd om te biechten en het Avondmaal te gebruiken op de drie groote feesten (Kerstmis, Paasch- en Pinksterfeest) en alle Zon- en feestdagen de mis en de preek bij te wonen in eene hun daartoe aangewezene kerk. Onttrokken zij zich te eeniger tijd aan de opgelegde boete, dan werden ze wederom tot de onboetvaardigen en af valligen gerekend. Behalve van de veertien, die veroordeeld waren om levend verbrand te worden, verhaalt het hand schrift nog van velen, die in de holen van de rechtbank der Inquisitie opgesloten waren. Een drietal der veroordeelden wist je ontvluchten en dacht in Duitschland een veilig toevluchtsoord te vinden. De ijverige Koning Fil^jis wist hen even wel te doen opsporen; dicht bij de Duitsche gren zen werden ze gevat, terwijl de kosten, die men gemaakt had om hen in handen te krijgen niet minder dan 4000 ducaten bedroegen. De ridder Herezuelo, van wiens vrouw we boven verhaalden, behoort onder hen, die hunne belijdenis met den- dood moesten verzegelen. Evenals de anderen was ook hij als ketter en afvallige van het geloof aangeklaagdhij werd beschuldigd verkeerde leerstelsels te hebben ingevoerd en een voorganger in ketterij te zijn. Om zijne stijfhoofdigheid, dat is, om zijn volharden in zijne belijdenis, moest hij in het openbaar met eene prop in den mond ver schijnen en werd hij aan het geestelijk gezag, d. i. de rechtbank der Inquisitie, overgeleverd. Twintig jaren lang had hij de leer van Luther reeds omhelsd. Na zijne gevangenneming onder vraagd zijnde, beleed hij, dat de Roomsche kerk dwaalde, wanneer zij leerde, dat bij het Avondmaal de wijn alleen voor den priester bestemd was dat hij aan geen vagevuur en aan geene vergeving van zonden door den paus geloofde. Noch bedrei ging, noch vriendelijke woorden konden hem in zijn geloof doen wankelen. Levend werd hij ver brand en zijne goederen verbeurd verklaard. Op den 21 Mei van het jaar 1559 waren er 24 hervormden voor het auto-da-fé aangewezen, die allen door hunnen marteldood de eerste grondvesten legden en bezegelden van de hervorming, op" wier zegen en vruchten hun vaderland nog immer wacht. Nog derft Spanje het volle licht der waarheid en de geschiedenis van èen Matamoros heeft doen zien, dat dezelfde geest van geloofsdwang en ver volging na eeuwen nog niet is geweken. M. 1. 6. Niemand is meer slaaf, dan die zich vrijhoudt, zonder het te zijn. Het is God niet om de werken te doen, zoo daaraan het hart en de liefde ontbreken. Wat zou Hij met het kaf doen, wanneer een ander het koren heeft Verre zij de pracht van uw huis. Wees gij zelf het beste huisraad in uw huis. Het huis ont- leene zijnen roem aan u, gij niet aan uw huis. Vriendschap is een geslepen staal, waarop reeds een vochtige adem roest doet ontstaan. Eenvoudigheid is het zegel der waarheidrust het zegel der oprechtheidwarmte het zegel der liefde. Niemand heeft grooter gevaar en ongtlnk. dan hij, die God en den keizer dient. Luther. (- K A i ■if- t r-7'

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1886 | | pagina 1