BINNENLAND. Korte Berichten. Uit de Pers. Uit de Provincie. Gemeenteraad van Axel. Kazerne ingestort. 18 dooden. Op het eiland Saseno (Adriatische Zee) is tijdens een hevigen regenval een vleugel van een marinekazerne ingezakt. Een inwonende luitenant met zijn beide dochters en 15 manschappen werden hierbij gedood. Een vliegtuig verongelukt. Een militair vliegtuig met 7 vliege niers, dat op een proeftocht was tus schen Liverpool en Ierland, is, op één mijl van de Iersche kust, verongelukt en de inzittenden zijn in het water te rechtgekomen. Het is een groot wonder, dat een voorbijgaande stoomboot, die naar Li verpool voer, de menschen heeft kunnen redden. Het vliegtuig is geheel verloren. Twee bandieten uit hun huis gebrand. Twee moordenaars van een landbou wer te Eeclo (België), die gearresteerd waren en weer gevlucht, waarbij zij ook nog een nachtwaker hadden van kant gemaakt, werden in een huis aldaar, door de politie beleger^. Zij schoten echter op ieder die hen naderde waar om de brandweer werd ontboden, die na veel vergeefsche moeite het huis in brand stak. Toen het huis in vlammen stond, drongen gendarmen binnen. Een der moordenaars was dood, de andere door rook bedwelmd en werd gevangen genomen. KUYPER. HERINNERINGEN. Uit Zuid-Afrika waardeerende woorden. „De Volksstem" schrijft o.m. „Wijlen Dr. Abraham Kuyper was 'n eigenaardige en veelzijdige figuur, van wie 'n voor 'n land als Nederland zeldzaam grote persoonlike invloed is uitgegaan, welke zich ook buiten de gren zen van z'n land heeft uitgestrekt. En zolang Dr. Kuyper 'n ingrijpende faktor bleef in de politieke evolutie van Neder land, zo lang bleef zijn karakteristieke stempel gedrukt op 't openbare leven in Holland. Tweemaal heeft Dr. Kuyper ingegrepen in de Zuidafrikaanse gebeur- tenissen in 1899, toen Engeland zich verzet had tegen de deelneming der Boe- ren-Staten aan de Haagse Vredeskonfe- rentie en hij de houding der Nederlandse Regering in verhand met dit engelse verzet kritiseerde en in 1902, toen Dr. Kuyper indirekt vredes sluiting tussen de Boeren en 't Britse Rijk uitlokte door aan 't Goevt. te Westminster 't verzoek te richten om 'n brief van hem Dr. Kuyper was in 1901 Eerste Minister ge worden door te zendenviadeengelse militaire linies in Zuidafrika naar de Boercn-Regeeringen te velde. Beide par tijen waren oorlogsmoedeen werd 'n „rapprochement" tussen do krijgvoerende elementen, doordat de Britse autoriteiten de vreedzame brief doorlieten, mogelik gemaakt en 't pad tot 't tractaat van Vereeniging gebaand. Gedurende de aan- vangsdagen van de tweede vrijheidskrijg publiceerde Dr. Kuyper in de „Revue des Deux Mondes" toenmaals een der meest gezaghebbende tijdschriften van de wereld 'n opstel, waarin 't goed recht der Boerestaten op zo uitnemende wijze werd uiteengezet dat geen weer legging ooit erop gegeven is en de open bare mening onveranderlik ten gunsto van de kleine republieken werd gevestigd. En toen Koningin Wilhelmina in 1900 'n hollandse oorlogsbodem naar L.-Mar ques zond om Pres. Kruger naar Europa te voeren, genoot deze maatregel de voile instemming van de tans overleden staats man. Zijn overlijden zal in breede zuid afrikaanse kring sympathieke belangstel ling wekken en 't besef levendig houden dat, ofschoon Zuidafrika sedert de aan vang der twintigste eeuw helemaal ont groeid is aan de Krugeriaanse omstan- standigheden en 'n nieuwe phase zijner jeugds ontwikkeling intrad, 'n tedere band van sentiment ons jonge land vasthoudt aan 'n stukje der oude wereld, waar 'n beschaving overeind is blijven staan, welke ons werelddeel nog lange tijd als richtsnoer zal kunnen strekken". DE CREDIET- EN KOLENOVEREEN- KOMST MET DUITSGHLAND. De Duitsche Regeering heeft thans definitief bericht, dat tot ratificatie van de (usschen Duitschland en Nederland gesloten crediet- en kolenovcreenkomst kan worden overgegaan. HOLLANDSCHE TROEPEN NAAR WILNA. Weldra is de indiening bij de Tweede Kamer te verwachten van een wetsont werp in verband met het verzoek van den Raad van den Volkenbond aan de Nederlandsche Regeering tot het zenden van een contingent voor het Internatio nale Expeditie-corps, dat de volksstem ming te Wilna zal hebben te verzekeren PRIJSVERLAGING DER GASCOKES Uit goede bron verneemt de „Tel.' dat, behalve nu de distributie van gas kolen is opgeheven, binnenkort ook een tweede prijsverlaging der gaskolen yor- wacht kan worden. Ook de verkoop der cokes van de gasfabrieken is vrijgesteld INLIJVING LICHTING 1921. (Officieel). De inlijving eerste ploegen lichting 1921 zal behoudens onvoorziene omstandigheden, niet plaats hebben voor 16 Februari 1921. DE VOORRAAD UITGEPUT. In een circulaire tot de burgemeesters zegt de Minister van Landbouw, dat hem gebleken is, dat de beschikbare voorraad molton dekens uitgeput is en derhalve aan de nog loopende desbetreffende aan vragen niet kan worden voldaan, terwijl aan de ingekomen aanvragen om kunst wollen dekens, zoo niet geheel, dan toch grootendeels zal worden voldaan. Een eerste soort stierkalf (Friesch Veebeslag) van een landbouwer bij Em- den is Donderdag voor 300.000 mark ruim f 12.000) verkocht. Een woonwagen, bewoond door een gezin, bestaande uit man, vrouw en 3 kinderen, onder de gemeente Helmond is totaal uitgebrand. Van den weinigen inboedel word niets gered. De oorzaak is onbekend. De jager M. te Hellendoorn had het geluk met twee schoten uit zijn dubbelloops jachtgeweer op den Hellen- doornschen Berg, drie reeën te dooden. Zeer zeker een zeldzaam buitenkansje. Bij St. Pancras (N.-H.) zijn twee jongens door het ijs gezakt en verdronken. Te Uithoorn geraakte het echtpaar v. D. uit Weesp, tengevolge der duis ternis, in een wak in de Wetering. Jammerlijk moesten beiden verdrinken. Ze laten drie jeugdige kinderen achter. Een 13-jarig meisje, wier kleeren in een woning aan de Snijdersstraat te 's Gravenhage vlamvatten door aanraking met een kachel en dat dientengevolge ernstige brandwonden bekwam, is in het ziekenhuis overleden. De weduwe Sirach te Alphen a.d. Rijn, die door een warme stoof zoodanig met brandwonden overdekt werd, dat opneming in het ziekenhuis noodig was is aan de gevolgen overleden. De Spaansche bladen melden, dat een reiziger van een Hollandsch huis in juweelen voor een bedrag van f600 000 vermoedelijk in den trein bestolen is. De Amerikaansche' kwakers heb ben nogmaals een groot bedrag, ruim negen millioen, voor kindervoeding in Duitschland afgestaan. Zaterdag 27 November 1920. „En veel vermengd volk trok ook met hen op." Exodus 12 vs. 38. De dag van 27 Nov. 1920 zal in de geschiedenis van ons Christelik onder wijs aangeteekend worden als een „dies atêr". Toen hebben mensen, die zich Christelike onderwijzer en onderwijzeres noemen, gezeten in het gezelschap der spotters. Ze hebben deelgenomen aan een vergadering, waar Troelstra, Ossen- dorp e.a. stormachtig zijn toegejuicht. Ze hebben meegeloopen in een optocht, waar de mannen der S. D. A. P. voor op gingen. Ze hebben zich niet gedra gen als mannen en vrouwen die de jeugd van ons Christenvolk moeten op voeden. Daardoor hebben ze heel het Christenvolk bedroefd en een smaad ge bracht over de geschiedenis van onze strijd, van ons lijden, van onze overwin ning. 't Is gebleken dat de geschiedenis zich herhaalt. Even als bij de uittocht der kinderen Israels uit Egypte, kan ook bij de uittocht der school uit het diensthuis der liberale overheersching gezegd worden„En veel vermengd volk trok ook met hen op". Mensen, die telegrammen van hulde zenden aan Ossendorp en Suze Groeneweg, zoals de kranten ons hebben gemeld, horen niet thuis in de Christelike school. Die moeten overstappen naar de school van Ossendorp en Suze Groeneweg. Daar is plaats genoeg en men zal ze daar wel kunnen gebruiken. Of wij dan overvloed hebben Volstrekt niet maar het leger kan toch te groot zijn, alhoewel het te klein is. Als er een ban in het leger is, wordt Israël gesla gen door de mannen van Aï. Maar als die ban is uitgedreven, behaalt het de overwinning. Onze eerste plicht is daar om de ban uit het midden van ons weg te doen. Zelfs al moest het leger in krimpen tot een Gideonsbende, dan nog waren we zeker van de overwinning doch als we voorttrekken met al het gemengd volk, dat zich bij ons gevoegd heeft, dan is de nederlaag gewis. Gelukkig liebbeu we al vernomen van schoolbesturen, die de wacht betrokken hebben en die vóór alles het beginsel willen zuiver bewaren. Toch zou het veel en veel beter zijn, als de schoolbe sturen niet behoefden op te treden. Dat kan nog voorkomen worden, wanneer de mannen en vrouwen die Zaterdag gezeten hebben in het gestoelte der spot tors zelf openlik schuld belijden. Nog stoeds is er hoop, dat zij hun fout zul len inzien. Het zou mij niet verwonde ren, als velen van hen in de nacht van Zaterdag op Zondag, slecht geslapen hebben. Laten ze dan niet hun gewe ten als met een brandjjzer toeschroeien doch spoedig oprecht schuld belijden, want wie zijn zonde bekent en laat, dien zal barmhartigheid geschieden. Doen zij dit onverhoopt niet, dan wachten we op een daad van de hon derden Unieleden, die niet goedkeuren, wat er op Zaterdag 27 November ge beurd is. Deze kunnen er zich niet af maken met te zeggen, dat ze thuis ge bleven zijn en de daad van hun mede leden afkeuren, 't Was de Unie zelf, die deelgenomen heeft aan de samen komst 't was de Unie zelf, die officieel gezeten heeft in het gestoelte der spot ters; 'twas do hoofdman der Unie, die daar gesproken heeftdie toegejuicht ic door de Ossendorpianen. Daarom moe ten de honderden Unieleden, die dit alles afkeuren, langs de weg der orga nisatie een uitspraak uitlokken over het gebeurde. Heel ons Christenvolk moet weten, aan wie ze hun kinderen toever trouwen en als het niet anders kan, zal het liever opnieuw hun kinderen laten zitten in klassen van 80 of 100, dan ze toevertrouwen, aan mannen en vrouwen die Troelstra, Ossendorp en Suze Groe neweg toejuichen. We praten nu niet over teleurstelling we spreken niet over achterstellingwe klagen nu niet over de politieke leidersvóór alle dingen moet de boze zweer worden genezen of uitgesnedendie zou anders heel het lichaam van het Christelik onderwijs aantasten. We wachten dus eerst op het woord van Jungcurt en het hoofd bestuur der Unie; komt dat niet of laat het zich te lang wachten, dan vragen we om een uitspraak der Unieleden en mocht ook onverhoopt dit uitblijven, dan is het woord aan onze schoolbesturen en organisaties. („Onze Vacatures.") I. C. WIRTZ Cz. Rede Dr. Norel. Donderdag j.l. had in de Ned. Ilerv. Kerk alhier de eerste Wintcrlezing plaats. Als spreker trad op Dr. O. Norel van Vlissingen met het onderwerp „Heden- daagsche Godzoekers." Spr. begon met er op te wijzen, dat men de zookers naar God in verschillende kringen aantreft, en dat hij niet weet, of men daarover moet jubelen, dan wel klachten er over slaken. Als wij letten op de aanleiding er vanf hebben wij to klagen. Immer zooveel steunpunten zijn voor die zoekers weg gevaagd, en de kerk neemt, vooral in de steden, niet meer diezelfde plaats in het leven in. Er zijn zoo velen voor wie het heel eenvoudige Evangelie van Jezus Christus zijn kracht en zijn beslag op de harten verliest. Zij gaan een eigen Verlosser uitkiezen, en maken een godsdienst op eigen hand. Want de mensch is aangelegd op God en het oneindige kwelt hem. Waar zullen dezulken echter terecht komen Daaraan denkende, is het dat wij klagen. Toch is er aan de andere zijde ook weer een reden om te jubelen. Die zoekers weten nl. dat ze aan het tijde lijke, het stoffelijke niet genoeg hebben, en daarom zoeken ze iets van den glans der eeuwigheid, daarom zingen ze allen het lied „Hier beneden is het niet." En dat te kunnen beluisteren, is het wat ons verheugt. Na deze inleiding deed spr. enkele grepen uit de talrijke groepen van God zoekers, en wees daarbij allereerst op den- Duitschen dichter Rielcke, wiens „Stundenbuch" bij duizenden en duizen den in Duitschland het Evangelie ver dringt. In dat boek zegt Rielcke o.a „Miju God, Gij ziet het, dat ik een zoeker ben," roept hij het uit, dat hij naar God is uitgegaan, geheel zijn leven door, met ied're schrede, die hij deed. Eigenaardige beelden gebruikt hij ook, zoo bijv. een eenzame toren midden in een dorp, waarom altijd de vogels hun kringen beschrijven. Het schijnt alsof die dieren altijd den toren zoeken, maar hem nooit vinden. „Zoo nu trek ik mijn kringen om God, don oer-ouden toren." Aangrijpend is het, als we dithooren. Zoo zwermt hij om God heen, en klaagt „Alsof ik God nooit vinden zal." Hij is een zoeker bij uitnemendheid. „Ik heb U noodig, God, als brood." Een zoeker, die God niet heeft, maar die kwijnt, omdat hg zonder Hem niet kan. En zoo staat hij daar dan met zijn vele vragen, waarop hg geen antwoord weet. Zal hij wel ooit vinden In de tweede plaats vestigde spr. de aandacht op de Spiritisten, een beweging, die in 1848 opkwam in Amerika en zich allerwege heeft uitgebreid. De opgang die ze maakte, heeft zeer zeker mee haar oorzaak in de beroering van dien tijd. Immers overal heerschte toen een revolutiegeest en men vluchtte naar de wereld dér geesten, daar vastigheid zoe kende. Ook daar is het echter een zoeken en een tasten. Men wil God benaderen, wordt door het oneindige gekweld. Ook thans leven wij in zoo'n revolutie tijd, ook thens vraagt men weer naar vastigheid want velen zijn met stofver- goding en Godloochening niet meer te vreden. En vandaar dat oenigen ook nu weer komen tot het Spiritisme. Als derde groep der Godzoekers noemde spr. de theosofen, wier getal ontzaglijk groot is. Evenals bij het spiritisme laten we de geschiedenis er van rusten, maar wijzen er op, dat zij een broederschap zoeken te vormen, om elkaar te helpen in dit leven. Hun leer gaat echter veel meer in Boedhalistische dan in Christelijke lijn denk alleen maar aan het „nirwana", het zoeken van het niets, de uitdooving van onze persoonlijkheid. Zij willen den mensch van zijn Goddelijkheid doen door dringen, willen hem plaatsen boven het tgdelijke leven. En ziedaar weer een benaderen van God. Toch moeten ze van het geloovig Christendom niets heb ben, want ze willen zelf een weg banen van beneden naar boven. Onze weg daar entegen loopt van boven naar beneden, want die is Jezus Christus. In nauw verband hiermee staat de anthroposophie, die de ontwikkeling van de krachten in ons, van onze innerlijke krachten wil. Of, zooals Steiner het zegt, we moeten dieper in ons zien. Weer een andere groep is de orde van de Ster uit het Oosten. In hun orgaan, „Het Sterrelicht" schrijven deze men schen „Wij gelooven, dat een groot Leeraar spoedig in de wereld zal ver schijnen. Wij zullen trachten hem steeds in gedachten te houden, en een gedeelte van den dag te wijden aan werk, dat zijn komst kan voorbereiden." Merkt ge ook hierin niet het zoeken naar God Ze wachten immers op iemand die komt, en ze zijn begeerig naar zijn komen. Tenslotte vestigde spr. de aandacht op de Christian Science, wier grondge dachte is, dat het stoffelijke niet bestaat, dus ook ons stoffelijk lichaam niet. Wij zien dat alles dan ook slechts als in een droombeeld. Ziekte bestaat niet, want de stof is er immers niet. Zoo ook is er geen zonde. Men heeft ech ter de rechte blik niet, en voelt zich daardoor a.h.w. onder een macht ge bonden. Ziet men dat in, dan is ook die macht gebroken, en is men er vrij van. „Verlos ons van den booze" beteekont volgens hen dan ook Open onze oogon opdat wij zien, dat de stof en de zonde er niet zijn." De geestelijke kracht is dan ook de eenige. Jezus noemen zij een Christus. Zij gaan dus langs wondere wegen, maar zijn toch geheel verkeerd. Voorts zou spr. nog kunnen wijzen op wetenschap en literatuur, op mannen als Van Eeden en Tagore, maar de tijd ontbrak hem. Onze dagen zijn vol van Godzoekers, en nu hebben wij een roeping tegenover die zoekers. Het algemeen priesterschap der ge- loovigen moet weer meer op den voor grond treden, zending, inwendige zen ding hebben wij noodig. Want wij heb ben te getuigen, wij moeten gidsen zijn voor de zoekers, om hen tot Christus te leiden, Die gekomen is en wederkomen zal. Hét Lam Gods, dat do zonden der wereld wegneemt. Spr. besloot hierna zijn rede met dankgebed. De heer H. J. v. d. Ouden, die Dr. Norel ook had ingeleid, sprak ongetwij feld uit aller naam, toen hij den Spr. hartelijk dank zei voor zijn schoono, maar tevens ook ernstige woorden. TER NEUZEN, 21 December 1920. Van Woensdag tot en met Vrijdag is de getijtafel voor Ter Neuzen als volgt Hoogwater vm. 10.54 11.47 0.16 nm. 11.28 0.34 Laagwater vm. 4.40 5.52 6.48 nm. 5.28 6.25 7.16 Volle maan Zaterdag 0.58 nam. Poster ij en Nieuwjaar. Met het oog op den grooten toevloed van poststukken bij de jaarwisseling wordt het publiek verzocht voor het bin nenland bestemde brieven briefkaarten, prentkaarten, visitekaartjes en circulai res welke men bij voorkeur op 1 Janu ari wenscht te doen bestelleu, te voor zien van twee elkaar schuin snijdende strepen getrokken over de geheele adres zijde en die stukken reeds op 27, 28, of 29 December ter post te bezorgen. Zij kunnen daar tijdig voor de bestelling worden gereedgemaakt, blijven tot 1 Ja nuari op de kantoren van bestemming bewaard en worden zooveel mogelijk op dien dag in de bestellingen opgenomen. Zooals men weet kraakte de afd. Den Bosch der S. D. A. P. harde noten over de gedurige afwezigheid van den heer Oudegeest in de Tweede Kamer. Oudegeest heeft thans verklaard, dat hij de beslissing overlaat aan de federatie N. Brabant en Zeeland. Hoe die ook handelt, hij gaat er mede accoord. De bekende firma L. van Waes- berghe-Janssens, wijnhandel te Hulst, gaf wederom haar practisclien maand- kalender uit. die aan duidelijkheid niets te weuschen overlaat. (Vervolg) Ingekomen was een verzoek van den Ned Chr. Bond van Personeel in publie- ken dienst alhier 0111 over 1920 een toe slag te geven van f 100,— voor gehuw den en daarmede gelijkgestelden, bene vens f25,— voor elk kind beneden den leeftijd van 16 jaar, B. en W. stelden voor niet op die f ÏOÓ in te gaan, doch voor elk kind be neden den leeftijd van 14 jaar f 25 toe slag te geven. De heer Koster vroeg of B. en W. geloofden, dat er een noodtoestand ge- heerscht had. De Voorz. antwoordde, dat B. en W: meenden, dat die gezinnen meer uitga ven hadden dan de anderen. De lieer Koster gaf dit toe, maar staan we dit toe, dan komen er straks meer verzoeken. Daarom kou spr. er niet in meegaan. De heer Baert kon dit wel. In het afgeloopen jaar waren do salarissen laag. De heer Dieleman vroeg, waarom B. en W. niet voor inwilliging van het ge heele verzoek waren geweest, hoewel hij zich anders wel met het voorstel van B. en W. kon vereenigen. De Voorz. merkte op, dat B. en W. altijd op dit standpunt hebben gestaan: Is de bezoldiging overeenkomstig het geen benoodigd is Bij huisgezinnen met kindereu is meer noodig, en van daar het voorstel tot kindertoeslag. Het voorstel van B. en W. werd hier op aangenomen. Tegen stêmden de heeren Dekker, De Feijter en Koster. Volgend punt was een verzoek van de arbeiders der gasfabriek om herziening van hun salaris. Het voorstel van B. en W. was om er niet op in te gaan, daar een merkbare prijsdaling was in getreden. De heer Dieleman vroeg of die men schen ook bijverdiensten hadden, waar op de Voorz. opmerkte, dat ze sommige maanden f20, maar ook soms niets bij verdienden. B. en W. wilden dat ech ter buiten beschouwing laten, omdat ze zich op liet standpunt van den 8-urigen arbeidsdag gingen stellen. 't Voorstel van B. en W. werd hierop met algemeeno stemmen aangenomen. Ingekomen was voorts een verzoek van H. van Luik e.a. om de brandput aan den Noorddam te dempen. B. en W. stelden voor er niet op in te gaan, omdat dit water benoodigd is bij even- tueele brand. De heer Kruijsse vroeg, of de raad wel liet recht heeft om die put te dem pen. 't Is toch grond van een en ander. De Voorz. moest hem dit toegeven. De heer Oggel merkte op, dat een der onderteekenaars van het verzoek een aanschrijving van de gezondheids commissie had gekregen, om die put toch niet te vervuilen. De heer Dieleman meende dat die put toch weinig geschikt was, om voor liet blusschen van brand te dienen. Dan was men beter met een welput. De Voorz Maar hij kan in tijd van nood toch wel dienst doen. En kan hij niet geregeld onderhouden worden Nadat dhr. Oggel nog had opgemerkt dat er misschien wel wat varens bij ge plant konden worden, werd hierop met algemeene stemmen het voorstel van B. en W. aangenomen. Eenige discussie ontstond ook over een verzoek van A. A. de Footer e.a. om een northonpomp te plaatsen in de Zee straat. B. en W. stelden voor daartoo voor- loopig niet over te gaan. Eerst zou nog eens een onderzoek ingesteld kunnen worden, en misschien kunnen dan hier en daar pompen geplaatst worden. Van een in de Zeestraat zullen toch niet zoo veel menschen gebruik maken, en ver moedelijk is die ook niet geschikt voor drinkwater. De heer De Kraker merkte op, dat die menschen toch ver voor een pomp moe ten loopen. De Voorz.Maar de pomp, die daar defect is, zal hersteld worden. De heer Dieleman wees er op, dat de buitenmenschen zich ook zonder pomp moeten redden. Die hebben echter een welput. Iets anders is het evenwel als het loopt over drinkwater. De heer De Kraker: Er zijn woningen geiaoeg, die geen welput kunnen hebben. Nadat dhr. Kruijsse nog opmerkte, dat er nu een abnormale droogte was, die maar zelden voorkwam, werd met alge meene stemmen het voorstel van B. en W. aangenomen. Naar aanleiding van eeu verzoek van II. van Drongelen, om hem een strookje gemeentegrond te yerkoopen, werd met algemeene stemmen besloten, dat er geen bezwaar bestond dit te publiceeren, voor mogelijke bezwaren, die alsdan nog zou den kunnen worden ingebracht. Een ander verzoek, nl. van A. P. Free- kenhorst, om den toeslag, dien hij voor zijn hond geniet, te verdubbelen, was hierna aan de orde. B. en W. stelden voor hem f 100 te geven, inplaats van de f 50, die hij tot nu toe ontvangt. De heeren Dieleman en Kruijsse vroe gen, of die hond niet gemist kan worden. Het personeel is toch ook uitgebreid. De Voorz. en dhr. Oggel antwoordden, dat de Gem. Opzichter zulks onmogelijk achtte, en dat het dan misschien een man meer zou kosten, wat een groot nadeel voor de gemeente zou zijn. Na nog een korte discussie, waarbij dhr. Kruijsse er o.a. op wees, dat ook bij de kosten om het „tuig" van den hond gedacht moest worden, werd het voor stel van B. en W. met algemeene stem men aangenomen. Ingekomen was verder een dankbetui ging van den Ned. Bond van Geril.-Amb tenaren voor den reeds ontvangen steun voor do stichting „Rust en Vacantieoor- den", met verzoek nogmaals eene bij drage, hetzij voor eens, hetzij jaarlgks te verleenen. B. en W. stelden voor, over 1921 nog een bedrag van f 10 te geven. Tegen alleen dhr. Koster. Hierna was aan de orde een verzoek van den Bond van Vereenigingen to Axel omvattende de Vereenigingen Asaf, Concordia, Hoop op Zegen, Orelio, Tavenu, Vlasvereeniging en Winterlezin- gen die het Beursgebouw wenschen

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1920 | | pagina 2