BINNENLAND.
Korte Berichten.
Uit de Pers.
Uit de Provincie.
Gemeenteraad van Axel.
Kazerne ingestort.
18 dooden.
Op het eiland Saseno (Adriatische
Zee) is tijdens een hevigen regenval een
vleugel van een marinekazerne ingezakt.
Een inwonende luitenant met zijn beide
dochters en 15 manschappen werden
hierbij gedood.
Een vliegtuig verongelukt.
Een militair vliegtuig met 7 vliege
niers, dat op een proeftocht was tus
schen Liverpool en Ierland, is, op één
mijl van de Iersche kust, verongelukt
en de inzittenden zijn in het water te
rechtgekomen.
Het is een groot wonder, dat een
voorbijgaande stoomboot, die naar Li
verpool voer, de menschen heeft kunnen
redden. Het vliegtuig is geheel verloren.
Twee bandieten uit hun huis gebrand.
Twee moordenaars van een landbou
wer te Eeclo (België), die gearresteerd
waren en weer gevlucht, waarbij zij ook
nog een nachtwaker hadden van kant
gemaakt, werden in een huis aldaar,
door de politie beleger^. Zij schoten
echter op ieder die hen naderde waar
om de brandweer werd ontboden, die
na veel vergeefsche moeite het huis in
brand stak. Toen het huis in vlammen
stond, drongen gendarmen binnen. Een
der moordenaars was dood, de andere
door rook bedwelmd en werd gevangen
genomen.
KUYPER. HERINNERINGEN.
Uit Zuid-Afrika waardeerende woorden.
„De Volksstem" schrijft o.m.
„Wijlen Dr. Abraham Kuyper was 'n
eigenaardige en veelzijdige figuur, van
wie 'n voor 'n land als Nederland
zeldzaam grote persoonlike invloed is
uitgegaan, welke zich ook buiten de gren
zen van z'n land heeft uitgestrekt. En
zolang Dr. Kuyper 'n ingrijpende faktor
bleef in de politieke evolutie van Neder
land, zo lang bleef zijn karakteristieke
stempel gedrukt op 't openbare leven in
Holland. Tweemaal heeft Dr. Kuyper
ingegrepen in de Zuidafrikaanse gebeur-
tenissen in 1899, toen Engeland zich
verzet had tegen de deelneming der Boe-
ren-Staten aan de Haagse Vredeskonfe-
rentie en hij de houding der Nederlandse
Regering in verhand met dit engelse
verzet kritiseerde en in 1902, toen Dr.
Kuyper indirekt vredes sluiting tussen
de Boeren en 't Britse Rijk uitlokte door
aan 't Goevt. te Westminster 't verzoek
te richten om 'n brief van hem Dr.
Kuyper was in 1901 Eerste Minister ge
worden door te zendenviadeengelse
militaire linies in Zuidafrika naar de
Boercn-Regeeringen te velde. Beide par
tijen waren oorlogsmoedeen werd 'n
„rapprochement" tussen do krijgvoerende
elementen, doordat de Britse autoriteiten
de vreedzame brief doorlieten, mogelik
gemaakt en 't pad tot 't tractaat van
Vereeniging gebaand. Gedurende de aan-
vangsdagen van de tweede vrijheidskrijg
publiceerde Dr. Kuyper in de „Revue
des Deux Mondes" toenmaals een der
meest gezaghebbende tijdschriften van
de wereld 'n opstel, waarin 't goed
recht der Boerestaten op zo uitnemende
wijze werd uiteengezet dat geen weer
legging ooit erop gegeven is en de open
bare mening onveranderlik ten gunsto
van de kleine republieken werd gevestigd.
En toen Koningin Wilhelmina in 1900
'n hollandse oorlogsbodem naar L.-Mar
ques zond om Pres. Kruger naar Europa
te voeren, genoot deze maatregel de voile
instemming van de tans overleden staats
man. Zijn overlijden zal in breede zuid
afrikaanse kring sympathieke belangstel
ling wekken en 't besef levendig houden
dat, ofschoon Zuidafrika sedert de aan
vang der twintigste eeuw helemaal ont
groeid is aan de Krugeriaanse omstan-
standigheden en 'n nieuwe phase zijner
jeugds ontwikkeling intrad, 'n tedere band
van sentiment ons jonge land vasthoudt
aan 'n stukje der oude wereld, waar 'n
beschaving overeind is blijven staan,
welke ons werelddeel nog lange tijd als
richtsnoer zal kunnen strekken".
DE CREDIET- EN KOLENOVEREEN-
KOMST MET DUITSGHLAND.
De Duitsche Regeering heeft thans
definitief bericht, dat tot ratificatie van
de (usschen Duitschland en Nederland
gesloten crediet- en kolenovcreenkomst
kan worden overgegaan.
HOLLANDSCHE TROEPEN NAAR
WILNA.
Weldra is de indiening bij de Tweede
Kamer te verwachten van een wetsont
werp in verband met het verzoek van
den Raad van den Volkenbond aan de
Nederlandsche Regeering tot het zenden
van een contingent voor het Internatio
nale Expeditie-corps, dat de volksstem
ming te Wilna zal hebben te verzekeren
PRIJSVERLAGING DER GASCOKES
Uit goede bron verneemt de „Tel.'
dat, behalve nu de distributie van gas
kolen is opgeheven, binnenkort ook een
tweede prijsverlaging der gaskolen yor-
wacht kan worden. Ook de verkoop der
cokes van de gasfabrieken is vrijgesteld
INLIJVING LICHTING 1921.
(Officieel). De inlijving eerste ploegen
lichting 1921 zal behoudens onvoorziene
omstandigheden, niet plaats hebben voor
16 Februari 1921.
DE VOORRAAD UITGEPUT.
In een circulaire tot de burgemeesters
zegt de Minister van Landbouw, dat hem
gebleken is, dat de beschikbare voorraad
molton dekens uitgeput is en derhalve
aan de nog loopende desbetreffende aan
vragen niet kan worden voldaan, terwijl
aan de ingekomen aanvragen om kunst
wollen dekens, zoo niet geheel, dan toch
grootendeels zal worden voldaan.
Een eerste soort stierkalf (Friesch
Veebeslag) van een landbouwer bij Em-
den is Donderdag voor 300.000 mark
ruim f 12.000) verkocht.
Een woonwagen, bewoond door
een gezin, bestaande uit man, vrouw en
3 kinderen, onder de gemeente Helmond
is totaal uitgebrand. Van den weinigen
inboedel word niets gered. De oorzaak
is onbekend.
De jager M. te Hellendoorn had
het geluk met twee schoten uit zijn
dubbelloops jachtgeweer op den Hellen-
doornschen Berg, drie reeën te dooden.
Zeer zeker een zeldzaam buitenkansje.
Bij St. Pancras (N.-H.) zijn twee
jongens door het ijs gezakt en verdronken.
Te Uithoorn geraakte het echtpaar
v. D. uit Weesp, tengevolge der duis
ternis, in een wak in de Wetering.
Jammerlijk moesten beiden verdrinken.
Ze laten drie jeugdige kinderen achter.
Een 13-jarig meisje, wier kleeren
in een woning aan de Snijdersstraat te
's Gravenhage vlamvatten door aanraking
met een kachel en dat dientengevolge
ernstige brandwonden bekwam, is in het
ziekenhuis overleden.
De weduwe Sirach te Alphen a.d.
Rijn, die door een warme stoof zoodanig
met brandwonden overdekt werd, dat
opneming in het ziekenhuis noodig was
is aan de gevolgen overleden.
De Spaansche bladen melden, dat
een reiziger van een Hollandsch huis in
juweelen voor een bedrag van f600 000
vermoedelijk in den trein bestolen is.
De Amerikaansche' kwakers heb
ben nogmaals een groot bedrag, ruim
negen millioen, voor kindervoeding in
Duitschland afgestaan.
Zaterdag 27 November 1920.
„En veel vermengd volk trok
ook met hen op."
Exodus 12 vs. 38.
De dag van 27 Nov. 1920 zal in de
geschiedenis van ons Christelik onder
wijs aangeteekend worden als een „dies
atêr". Toen hebben mensen, die zich
Christelike onderwijzer en onderwijzeres
noemen, gezeten in het gezelschap der
spotters. Ze hebben deelgenomen aan
een vergadering, waar Troelstra, Ossen-
dorp e.a. stormachtig zijn toegejuicht.
Ze hebben meegeloopen in een optocht,
waar de mannen der S. D. A. P. voor
op gingen. Ze hebben zich niet gedra
gen als mannen en vrouwen die de
jeugd van ons Christenvolk moeten op
voeden. Daardoor hebben ze heel het
Christenvolk bedroefd en een smaad ge
bracht over de geschiedenis van onze
strijd, van ons lijden, van onze overwin
ning. 't Is gebleken dat de geschiedenis
zich herhaalt. Even als bij de uittocht
der kinderen Israels uit Egypte, kan
ook bij de uittocht der school uit het
diensthuis der liberale overheersching
gezegd worden„En veel vermengd
volk trok ook met hen op". Mensen,
die telegrammen van hulde zenden aan
Ossendorp en Suze Groeneweg, zoals de
kranten ons hebben gemeld, horen niet
thuis in de Christelike school. Die
moeten overstappen naar de school van
Ossendorp en Suze Groeneweg. Daar
is plaats genoeg en men zal ze daar
wel kunnen gebruiken. Of wij dan
overvloed hebben Volstrekt niet
maar het leger kan toch te groot zijn,
alhoewel het te klein is. Als er een
ban in het leger is, wordt Israël gesla
gen door de mannen van Aï. Maar als
die ban is uitgedreven, behaalt het de
overwinning. Onze eerste plicht is daar
om de ban uit het midden van ons weg
te doen. Zelfs al moest het leger in
krimpen tot een Gideonsbende, dan nog
waren we zeker van de overwinning
doch als we voorttrekken met al het
gemengd volk, dat zich bij ons gevoegd
heeft, dan is de nederlaag gewis.
Gelukkig liebbeu we al vernomen van
schoolbesturen, die de wacht betrokken
hebben en die vóór alles het beginsel
willen zuiver bewaren. Toch zou het
veel en veel beter zijn, als de schoolbe
sturen niet behoefden op te treden. Dat
kan nog voorkomen worden, wanneer
de mannen en vrouwen die Zaterdag
gezeten hebben in het gestoelte der spot
tors zelf openlik schuld belijden. Nog
stoeds is er hoop, dat zij hun fout zul
len inzien. Het zou mij niet verwonde
ren, als velen van hen in de nacht van
Zaterdag op Zondag, slecht geslapen
hebben. Laten ze dan niet hun gewe
ten als met een brandjjzer toeschroeien
doch spoedig oprecht schuld belijden,
want wie zijn zonde bekent en laat, dien
zal barmhartigheid geschieden.
Doen zij dit onverhoopt niet, dan
wachten we op een daad van de hon
derden Unieleden, die niet goedkeuren,
wat er op Zaterdag 27 November ge
beurd is. Deze kunnen er zich niet af
maken met te zeggen, dat ze thuis ge
bleven zijn en de daad van hun mede
leden afkeuren, 't Was de Unie zelf,
die deelgenomen heeft aan de samen
komst 't was de Unie zelf, die officieel
gezeten heeft in het gestoelte der spot
ters; 'twas do hoofdman der Unie, die
daar gesproken heeftdie toegejuicht ic
door de Ossendorpianen. Daarom moe
ten de honderden Unieleden, die dit
alles afkeuren, langs de weg der orga
nisatie een uitspraak uitlokken over het
gebeurde. Heel ons Christenvolk moet
weten, aan wie ze hun kinderen toever
trouwen en als het niet anders kan, zal
het liever opnieuw hun kinderen laten
zitten in klassen van 80 of 100, dan ze
toevertrouwen, aan mannen en vrouwen
die Troelstra, Ossendorp en Suze Groe
neweg toejuichen. We praten nu niet
over teleurstelling we spreken niet over
achterstellingwe klagen nu niet over
de politieke leidersvóór alle dingen
moet de boze zweer worden genezen of
uitgesnedendie zou anders heel het
lichaam van het Christelik onderwijs
aantasten. We wachten dus eerst op
het woord van Jungcurt en het hoofd
bestuur der Unie; komt dat niet of laat
het zich te lang wachten, dan vragen
we om een uitspraak der Unieleden en
mocht ook onverhoopt dit uitblijven, dan
is het woord aan onze schoolbesturen
en organisaties.
(„Onze Vacatures.") I. C. WIRTZ Cz.
Rede Dr. Norel.
Donderdag j.l. had in de Ned. Ilerv.
Kerk alhier de eerste Wintcrlezing plaats.
Als spreker trad op Dr. O. Norel van
Vlissingen met het onderwerp „Heden-
daagsche Godzoekers."
Spr. begon met er op te wijzen, dat
men de zookers naar God in verschillende
kringen aantreft, en dat hij niet weet,
of men daarover moet jubelen, dan wel
klachten er over slaken.
Als wij letten op de aanleiding er vanf
hebben wij to klagen. Immer zooveel
steunpunten zijn voor die zoekers weg
gevaagd, en de kerk neemt, vooral in de
steden, niet meer diezelfde plaats in het
leven in.
Er zijn zoo velen voor wie het heel
eenvoudige Evangelie van Jezus Christus
zijn kracht en zijn beslag op de harten
verliest. Zij gaan een eigen Verlosser
uitkiezen, en maken een godsdienst op
eigen hand. Want de mensch is aangelegd
op God en het oneindige kwelt hem.
Waar zullen dezulken echter terecht
komen
Daaraan denkende, is het dat wij
klagen.
Toch is er aan de andere zijde ook
weer een reden om te jubelen. Die
zoekers weten nl. dat ze aan het tijde
lijke, het stoffelijke niet genoeg hebben,
en daarom zoeken ze iets van den glans
der eeuwigheid, daarom zingen ze allen
het lied „Hier beneden is het niet."
En dat te kunnen beluisteren, is het
wat ons verheugt.
Na deze inleiding deed spr. enkele
grepen uit de talrijke groepen van God
zoekers, en wees daarbij allereerst op
den- Duitschen dichter Rielcke, wiens
„Stundenbuch" bij duizenden en duizen
den in Duitschland het Evangelie ver
dringt.
In dat boek zegt Rielcke o.a „Miju
God, Gij ziet het, dat ik een zoeker
ben," roept hij het uit, dat hij naar God
is uitgegaan, geheel zijn leven door, met
ied're schrede, die hij deed. Eigenaardige
beelden gebruikt hij ook, zoo bijv. een
eenzame toren midden in een dorp,
waarom altijd de vogels hun kringen
beschrijven. Het schijnt alsof die dieren
altijd den toren zoeken, maar hem nooit
vinden. „Zoo nu trek ik mijn kringen
om God, don oer-ouden toren."
Aangrijpend is het, als we dithooren.
Zoo zwermt hij om God heen, en klaagt
„Alsof ik God nooit vinden zal."
Hij is een zoeker bij uitnemendheid.
„Ik heb U noodig, God, als brood." Een
zoeker, die God niet heeft, maar die
kwijnt, omdat hg zonder Hem niet kan.
En zoo staat hij daar dan met zijn
vele vragen, waarop hg geen antwoord
weet. Zal hij wel ooit vinden
In de tweede plaats vestigde spr. de
aandacht op de Spiritisten, een beweging,
die in 1848 opkwam in Amerika en zich
allerwege heeft uitgebreid. De opgang
die ze maakte, heeft zeer zeker mee
haar oorzaak in de beroering van dien
tijd. Immers overal heerschte toen een
revolutiegeest en men vluchtte naar de
wereld dér geesten, daar vastigheid zoe
kende. Ook daar is het echter een zoeken
en een tasten. Men wil God benaderen,
wordt door het oneindige gekweld.
Ook thans leven wij in zoo'n revolutie
tijd, ook thens vraagt men weer naar
vastigheid want velen zijn met stofver-
goding en Godloochening niet meer te
vreden. En vandaar dat oenigen ook nu
weer komen tot het Spiritisme.
Als derde groep der Godzoekers
noemde spr. de theosofen, wier getal
ontzaglijk groot is.
Evenals bij het spiritisme laten we de
geschiedenis er van rusten, maar wijzen
er op, dat zij een broederschap zoeken
te vormen, om elkaar te helpen in dit
leven. Hun leer gaat echter veel meer
in Boedhalistische dan in Christelijke lijn
denk alleen maar aan het „nirwana",
het zoeken van het niets, de uitdooving
van onze persoonlijkheid. Zij willen den
mensch van zijn Goddelijkheid doen door
dringen, willen hem plaatsen boven het
tgdelijke leven. En ziedaar weer een
benaderen van God. Toch moeten ze
van het geloovig Christendom niets heb
ben, want ze willen zelf een weg banen
van beneden naar boven. Onze weg daar
entegen loopt van boven naar beneden,
want die is Jezus Christus.
In nauw verband hiermee staat de
anthroposophie, die de ontwikkeling van
de krachten in ons, van onze innerlijke
krachten wil. Of, zooals Steiner het zegt,
we moeten dieper in ons zien.
Weer een andere groep is de orde van
de Ster uit het Oosten. In hun orgaan,
„Het Sterrelicht" schrijven deze men
schen „Wij gelooven, dat een groot
Leeraar spoedig in de wereld zal ver
schijnen. Wij zullen trachten hem steeds
in gedachten te houden, en een gedeelte
van den dag te wijden aan werk, dat
zijn komst kan voorbereiden."
Merkt ge ook hierin niet het zoeken
naar God Ze wachten immers op iemand
die komt, en ze zijn begeerig naar zijn
komen.
Tenslotte vestigde spr. de aandacht
op de Christian Science, wier grondge
dachte is, dat het stoffelijke niet bestaat,
dus ook ons stoffelijk lichaam niet. Wij
zien dat alles dan ook slechts als in
een droombeeld. Ziekte bestaat niet,
want de stof is er immers niet. Zoo
ook is er geen zonde. Men heeft ech
ter de rechte blik niet, en voelt zich
daardoor a.h.w. onder een macht ge
bonden. Ziet men dat in, dan is ook
die macht gebroken, en is men er vrij
van.
„Verlos ons van den booze" beteekont
volgens hen dan ook Open onze oogon
opdat wij zien, dat de stof en de zonde
er niet zijn."
De geestelijke kracht is dan ook de
eenige.
Jezus noemen zij een Christus.
Zij gaan dus langs wondere wegen,
maar zijn toch geheel verkeerd.
Voorts zou spr. nog kunnen wijzen
op wetenschap en literatuur, op mannen
als Van Eeden en Tagore, maar de tijd
ontbrak hem.
Onze dagen zijn vol van Godzoekers,
en nu hebben wij een roeping tegenover
die zoekers.
Het algemeen priesterschap der ge-
loovigen moet weer meer op den voor
grond treden, zending, inwendige zen
ding hebben wij noodig. Want wij heb
ben te getuigen, wij moeten gidsen zijn
voor de zoekers, om hen tot Christus te
leiden, Die gekomen is en wederkomen
zal. Hét Lam Gods, dat do zonden der
wereld wegneemt.
Spr. besloot hierna zijn rede met
dankgebed.
De heer H. J. v. d. Ouden, die Dr.
Norel ook had ingeleid, sprak ongetwij
feld uit aller naam, toen hij den Spr.
hartelijk dank zei voor zijn schoono,
maar tevens ook ernstige woorden.
TER NEUZEN, 21 December 1920.
Van Woensdag tot en met Vrijdag is
de getijtafel voor Ter Neuzen als volgt
Hoogwater vm. 10.54 11.47 0.16
nm. 11.28 0.34
Laagwater vm. 4.40 5.52 6.48
nm. 5.28 6.25 7.16
Volle maan Zaterdag 0.58 nam.
Poster ij en Nieuwjaar.
Met het oog op den grooten toevloed
van poststukken bij de jaarwisseling
wordt het publiek verzocht voor het bin
nenland bestemde brieven briefkaarten,
prentkaarten, visitekaartjes en circulai
res welke men bij voorkeur op 1 Janu
ari wenscht te doen bestelleu, te voor
zien van twee elkaar schuin snijdende
strepen getrokken over de geheele adres
zijde en die stukken reeds op 27, 28, of
29 December ter post te bezorgen. Zij
kunnen daar tijdig voor de bestelling
worden gereedgemaakt, blijven tot 1 Ja
nuari op de kantoren van bestemming
bewaard en worden zooveel mogelijk op
dien dag in de bestellingen opgenomen.
Zooals men weet kraakte de afd.
Den Bosch der S. D. A. P. harde noten
over de gedurige afwezigheid van den
heer Oudegeest in de Tweede Kamer.
Oudegeest heeft thans verklaard, dat hij
de beslissing overlaat aan de federatie
N. Brabant en Zeeland. Hoe die ook
handelt, hij gaat er mede accoord.
De bekende firma L. van Waes-
berghe-Janssens, wijnhandel te Hulst,
gaf wederom haar practisclien maand-
kalender uit. die aan duidelijkheid niets
te weuschen overlaat.
(Vervolg)
Ingekomen was een verzoek van den
Ned Chr. Bond van Personeel in publie-
ken dienst alhier 0111 over 1920 een toe
slag te geven van f 100,— voor gehuw
den en daarmede gelijkgestelden, bene
vens f25,— voor elk kind beneden den
leeftijd van 16 jaar,
B. en W. stelden voor niet op die
f ÏOÓ in te gaan, doch voor elk kind be
neden den leeftijd van 14 jaar f 25 toe
slag te geven.
De heer Koster vroeg of B. en W.
geloofden, dat er een noodtoestand ge-
heerscht had.
De Voorz. antwoordde, dat B. en W:
meenden, dat die gezinnen meer uitga
ven hadden dan de anderen.
De lieer Koster gaf dit toe, maar staan
we dit toe, dan komen er straks meer
verzoeken. Daarom kou spr. er niet in
meegaan.
De heer Baert kon dit wel. In het
afgeloopen jaar waren do salarissen laag.
De heer Dieleman vroeg, waarom B.
en W. niet voor inwilliging van het ge
heele verzoek waren geweest, hoewel
hij zich anders wel met het voorstel
van B. en W. kon vereenigen.
De Voorz. merkte op, dat B. en W.
altijd op dit standpunt hebben gestaan:
Is de bezoldiging overeenkomstig het
geen benoodigd is Bij huisgezinnen
met kindereu is meer noodig, en van
daar het voorstel tot kindertoeslag.
Het voorstel van B. en W. werd hier
op aangenomen. Tegen stêmden de
heeren Dekker, De Feijter en Koster.
Volgend punt was een verzoek van de
arbeiders der gasfabriek om herziening
van hun salaris. Het voorstel van B.
en W. was om er niet op in te gaan,
daar een merkbare prijsdaling was in
getreden.
De heer Dieleman vroeg of die men
schen ook bijverdiensten hadden, waar
op de Voorz. opmerkte, dat ze sommige
maanden f20, maar ook soms niets bij
verdienden. B. en W. wilden dat ech
ter buiten beschouwing laten, omdat ze
zich op liet standpunt van den 8-urigen
arbeidsdag gingen stellen.
't Voorstel van B. en W. werd hierop
met algemeeno stemmen aangenomen.
Ingekomen was voorts een verzoek
van H. van Luik e.a. om de brandput
aan den Noorddam te dempen. B. en
W. stelden voor er niet op in te gaan,
omdat dit water benoodigd is bij even-
tueele brand.
De heer Kruijsse vroeg, of de raad
wel liet recht heeft om die put te dem
pen. 't Is toch grond van een en ander.
De Voorz. moest hem dit toegeven.
De heer Oggel merkte op, dat een
der onderteekenaars van het verzoek
een aanschrijving van de gezondheids
commissie had gekregen, om die put
toch niet te vervuilen.
De heer Dieleman meende dat die
put toch weinig geschikt was, om voor
liet blusschen van brand te dienen. Dan
was men beter met een welput.
De Voorz Maar hij kan in tijd van
nood toch wel dienst doen. En kan hij
niet geregeld onderhouden worden
Nadat dhr. Oggel nog had opgemerkt
dat er misschien wel wat varens bij ge
plant konden worden, werd hierop met
algemeene stemmen het voorstel van
B. en W. aangenomen.
Eenige discussie ontstond ook over een
verzoek van A. A. de Footer e.a. om
een northonpomp te plaatsen in de Zee
straat.
B. en W. stelden voor daartoo voor-
loopig niet over te gaan. Eerst zou nog
eens een onderzoek ingesteld kunnen
worden, en misschien kunnen dan hier
en daar pompen geplaatst worden. Van
een in de Zeestraat zullen toch niet zoo
veel menschen gebruik maken, en ver
moedelijk is die ook niet geschikt voor
drinkwater.
De heer De Kraker merkte op, dat die
menschen toch ver voor een pomp moe
ten loopen.
De Voorz.Maar de pomp, die daar
defect is, zal hersteld worden.
De heer Dieleman wees er op, dat de
buitenmenschen zich ook zonder pomp
moeten redden. Die hebben echter een
welput. Iets anders is het evenwel als
het loopt over drinkwater.
De heer De Kraker: Er zijn woningen
geiaoeg, die geen welput kunnen hebben.
Nadat dhr. Kruijsse nog opmerkte, dat
er nu een abnormale droogte was, die
maar zelden voorkwam, werd met alge
meene stemmen het voorstel van B. en
W. aangenomen.
Naar aanleiding van eeu verzoek van
II. van Drongelen, om hem een strookje
gemeentegrond te yerkoopen, werd met
algemeene stemmen besloten, dat er geen
bezwaar bestond dit te publiceeren, voor
mogelijke bezwaren, die alsdan nog zou
den kunnen worden ingebracht.
Een ander verzoek, nl. van A. P. Free-
kenhorst, om den toeslag, dien hij voor
zijn hond geniet, te verdubbelen, was
hierna aan de orde. B. en W. stelden
voor hem f 100 te geven, inplaats van
de f 50, die hij tot nu toe ontvangt.
De heeren Dieleman en Kruijsse vroe
gen, of die hond niet gemist kan worden.
Het personeel is toch ook uitgebreid.
De Voorz. en dhr. Oggel antwoordden,
dat de Gem. Opzichter zulks onmogelijk
achtte, en dat het dan misschien een
man meer zou kosten, wat een groot
nadeel voor de gemeente zou zijn.
Na nog een korte discussie, waarbij
dhr. Kruijsse er o.a. op wees, dat ook
bij de kosten om het „tuig" van den hond
gedacht moest worden, werd het voor
stel van B. en W. met algemeene stem
men aangenomen.
Ingekomen was verder een dankbetui
ging van den Ned. Bond van Geril.-Amb
tenaren voor den reeds ontvangen steun
voor do stichting „Rust en Vacantieoor-
den", met verzoek nogmaals eene bij
drage, hetzij voor eens, hetzij jaarlgks
te verleenen.
B. en W. stelden voor, over 1921 nog
een bedrag van f 10 te geven. Tegen
alleen dhr. Koster.
Hierna was aan de orde een verzoek
van den Bond van Vereenigingen to
Axel omvattende de Vereenigingen
Asaf, Concordia, Hoop op Zegen, Orelio,
Tavenu, Vlasvereeniging en Winterlezin-
gen die het Beursgebouw wenschen