Orgaan ter verspreiding der Ghristelijke Beginselen in Zeeuwseh-Vlaanderen.
No. 305.
3e Jaargang.
voor 50 cent.
FEUILLETON.
BUITENLAND.
JAN WAANDERS.
Uitgave van de Christelijke Persvereeniging „Zeeuwseh-Vlaanderen" te Ter Neuzen.
Alle stukken, de redactie en administratie van dit blad betreffende, moeten worden gezonden
aan den redacteur, J. HOMMES, Lange Kerkstraat 5, ter Neuzen.
ABONNEMENT: Bij bezorging 1,15 per drie maanden. Franco per post voor Nederland 1.25.
ADVERTENTIËNVan 1—4 regels f 0.60. Elke regel meer ƒ0.15. Abonnementen per
contract. - Crisistoeslag 15 °/0. Inzending van advertentiën bij den drukker
D. H. LITTOOIJ Az. te Ter Neuzen. Telefoon Nr. 20.
Zij, die zich met 1 Januari a.s.
op „ZEEUWSCH-VLAANDEREN" ahonneeren, ont
vangen de tot dien datum verschijnende num
mers GRATIS.
Evenals ieder jaar bestaat
ook thans weer de gelegenheid,
om in het Nieuwjaarsnummer, dat Zater
dagmorgen inplaats van Vrijdagavond
zal verschenen, en dat in de kom dezer
gemeente op uitgebreide schaal verspreid
zal worden, Nieuwjaars-Advertentiën te
plaatsen
Voor Nieuwjaars-Advertentiën, grooter
dan 20 regels, zal extra berekening
plaats vinden.
Inzendingen kunnen tot en met 30
December a.8. plaats hebben bij de admini
stratie, Lange Kerkstraat 5, Ter
Neuzen.
DE ADMINISTRATIE.
V Het stukloon.
In socialistische kringen is dikwijls op
krachtige wijze geageerd tegen het stuk
loon.
Op hun internationale congressen
werd er soms meteen vloed van woorden
den vloek over uitgesproken.
Doch niet geheel ten onrechte heeft
men van den socialist wel eens gezegd,
dat, zoo de wind waait, zijn jasje het
ook doet.
In de bekende Novemberdagen van
1918, met den revolutionairen wind, was
't jasje heel donkerrood van kleur.
Toen die Russische wind echter niet
kwam overwaaien, verbleekte het jasje
eenigszins, en werd van donker- tot
lichtrood.
Dergelijke kentering van meening nu
vinden we ook ten opzichte van het
stukloon.
De heer Aukersmit, met mr. Troelstra
hoofdredacteur van „Het Volk", heeft
daarvan nl. op een vergadering het
volgende gezegd
„Het invoeren van stukwerk geeft
medo ten grondslag het breken met een
vast weekloon en waar het stukwerk
kan worden ingevoerd, daar behoort dat
plaats te vinden. Een minimum loon
moet evenwel worden vastgesteld.
In verband met het stukloon behandelde
spr. voorts een gedeelte uit 't socialisatie-
rapport der S. D. A. P. en zei „Het
stukloon maakt een eind voor ons
sociaal-democratische Raadsleden aan het
geklaag van de gemeentewerklieden en
hun demagogische aandrift. Stukloon
maakt flinker loonen dan de loonklassen.
Wij zullen er voor zorgen, dat er geen
loondruk ontstaat door het stukloon".
Zooals men zietéén lofzang op het
stukloon, waarvan ze vroeger niet*
moesten hebben.
Doch we weten het immers„Zoo de
wind waait, enz."
V De arbeiders en de heilstaat.
Nog dezer dagen hieven onze revolu
tionaire Kamerleden allerlei lofzangen
82)
ZELANDIA.
„En nu kwam ik eigenlijk es vragen",
vervolgde eindelijk de oude, of u
m'n vrouw zou je zoo graag es willen
spreken, zei ze. Ze kent ook zoo weinig
menschen, en"
En ja, er was meer, veel meer,
dan hem hier over de lippen wou. Hij
kón het niet zeggen, hij kón niet.
Jo merkte het ook wel. Hij had meer.
Ze kon het niet over zich verkrijgen,
hem ongetroost weg te laten gaan. Maar,
nu op 't oogenblik kon ze 'toch niet met
liem mee. Vanmiddag moest ze immers
op reis.
„Kijk es, Van Rensen", stelde ze voor,
„als ik dan over een paar dagen eens
aankwam, hé Vandaag kan 'k onmoge
lijk, ik moet vanmiddag weg, met den
trein mee. Maar, laten we dan afspre
ken overmorgen, vin je dat goed 1"
De oude man was al opgestaan. Ja,
dat was heel goed, heel goed. Hij mom-
over de „heerlijke" toestanden in Rus
land aan.
Met name voor de arbeiders was het
daar volgens hen zoo bij uitstek gunstig.
Wat waar is van al dat moois, blijkt
thans uit het Engelsche blad, de „Daily
Telegraph."
Daarin worden nl. mededeelingen ge
daan uit een rapport van Dr. B. Sokolof,
een Russisch socialist.
De „N. R. Ct." heeft die mededeelingen
eens nagezien, en vertelt er het volgende
van
„Om te beginnen vestigt het rapport
de aandacht op de ontzaglijke verminde
ring in aantal van de arbeiders, vooral
in de steden. De cijfers, door de Sowjet-
autoriteiten zelf opgesteld, geven voor
alle industrieën een groote vermindering
van do arbeiders aan. De chemische
industrie en de texliel-industrie zijn ten
dezen het allerzwaarst getroffen. Zoo
telde de rubber-industrie in do provincie
St. Petersburg in 1916 20,000 arbeiders,
in 1920 6000. In de textiel nijverheid is
gedurende hetzelfde tijdperk het aantal
werklieden van 172.000 tot 18.000 ge
slonken, In de glas- en porselein-fabrie
ken zijn 21.700 in plaats van in 1906
123.000 arbeiders. Voor al deze indus
trieën zijn, volgens de erkentenis der
bolsjewiki zelf, de erondstoffen aanwezig,
maar er is gebrek aan werkkrachten,
vooral aan geschoolde krachten. Te St.
Petersburg en te Moskou is nog niet een
derde van het benoodigde aantal ge
schoolde werkkrachten te krijgen.^
De bolsjewiki willen den oorlóg ver
antwoordelijk stellen voor dezen toe
stand. Het rapport spreekt dit tegen
en betoogt, dat blijkens de officieele
cijfers slechts 7 procent van de inge
schreven werklieden gemobiliseerd zijn,
terwijl in een aantal industriën ze geheel
van krijgsdienst vrijgesteld waren. Een
deugdelijker reden is, dat een aantal
arbeiders uit de steden tengevolge van
de verschrikkelijke ellende naar hetplatte-
land getrokken is. Dit is te begrijpelijker,
wanneer men nagaat onder welke voor
waarden het zoogenaamd do dictatuur
uitoefenend, maar in werkelijkheid onder
dictatuur van enkelen staand, proletariaat
arbeiden moet. Tien of meer ureu werk
per dag, onder streng toezicht, en van
wege het „gemilitariseerd" zijn van den
arbeid met verbid van staking onder
strafbepaling, geen vrije keus van arbeid
enz.
Terzelfder tijd zijn de economische
omstandigheden, waaronder de arbeiders
leven, ontzaglijk veel slechter geworden.
Het rapport geeft, naar officieele cijfers,
een uitvoerige berekening, waaruit blijkt,
dat de arbeiders aan werkelijke waarde
20 maal minder ontvangen dan vroeger.
Op het communistische congres in Juli
en het metaal arbeiders congres in Au
gustus van dit jaar werd door de verte
genwoordigers der arbeiders vrijwel een
stemmig verklaard: „Wij lijden honger
met onze gezinnen". Arbeiders vei klaar
den er verder „Onder het bolsjewieksch
stelsel komen wij langzaam allemaal van
ontbering om".
Een motie van het laatste medische
congres te Moskou luidt„Het Russisch
proletariaat is aan het verdwijnen door
honger eu ziekte".
Dat zijn andere woorden en geheel
andere feiten dan waarop de lieeren
pelde een bedankje en strumpelde naar
de deur.
Ze liet hem uit. Hij tikte met de
hand aan zijn pet. Maar ze stak hem
haar hand toe, die hij beverig schudde.
Toen stapte hij voort.
Ze kon niet nalaten, hem eenige oogen-
blikken na te kijken. Ach, wat 'n ge
bogen, nee, gebroken man was hij toch.
Wat hing die oude jas wijd om de
magere leden. En ineens schoot het
haar door het hoofd Zouen ze armoe
hebben? Zouen ze gebrek lijden? Dat
ze daar niet naar geïnformeerd had
Maar nee. Dat had ze toch moeilijk
kunnen doen 't waren altijd zulke fat
soenlijke menschen geweest. Dat zou
ze niet gedurfd hebben. En toch Ja,
♦als ze even nadacht, moést dat wel zoo
wezen, 't Kón niet anders. De knutsel-
karweitjes, waarmee de oude zich vroe
ger nog wel bezig hield, konden toch
geen bróód opleveren. En, waar Henk
van Rensen nu verdwenen was, zaten
gewis de twee oudjes al geruimen tijd
zonder inkomen. Maardan moést
ze straks toch nog even, al was 't maar
héél even, bij de Van Rensens aanloopen
wie weet, hoe benauwd ze 't hadden.
En zou soms de oude man niet de
Wijnkoop, Van Ravesteyn en Ds. Kruyt
ons dagelijks vergasten.
Het ware te wenschen, dat ze in bree
den kring bekend werden, vooral onder
de arbeiders.
Vandaar dan ook, dat wij er zoo gaarne
de aandacht eens op vestigden.
V De S. D. A. P. te Axel.
In Axel bestaat er een getrouw cor
respondent van „De Baanbreker", die
alle lezers van dit socialistisch weekblad
geregeld met het voornaamste nieuws
uit zijn woonplaats op de hoogte houdt.
Het is niet onze taak, mee te deelen,
wat en wie hij isalleen zij dan ook
vermeld, dat hij zich teekent met den
naam B.
In het laatste „Baanbreker"-nummer
geeft hij een verslag van de Jaarverga
dering hunner afdeeling.
En 'n paar kleinigheden daarin troffen
ons, zoodat we die dan ook even voor
het voetlicht halen.
Dat de vergadering maar matig be
zocht was, is iets, dat wel meer voor
komt, en daarover vallen we dan öok
niet.
Anders is het met de mededeeling van
den secretaris, A. Th. 't Gilde, dat niet
het aantal, doch de overtuiging der leden
een organisatie sterk moet maken.
Een waarheid als een koe, zal men
zeggen.
En dat is het inderdaad ook, maar wie
proeft hier uit deze woorden geen teleur
stelling, geen willen goedpraten van het
geringe aantal leden?
We moeten dan ook wel concludeeren,
dat niettegenstaande alle geschreeuw het
met de S. D. A P. in Axel er niet zoo
liec-1 rooskleurig voorstaat.
In die meening werden we nog ver-
s'erkt, door de mededeeiing, dat het
tekort pl.m. f45 bedraagt.
Geen wonder dan ook, dat B. de vol
gende noodkreet slaakt:
„Laten de leden onzer afdeeling thans
beseffen, dat alleen flink contribueeren
en offeren voor onze groote zaak ons
spoedig uit het financiëel moeras zal
helpen en als één man propageeren de
liooge en dure beginselen van het socia
lisme."
Terwijl het slot van z'n verslag de
volgende schoone woorden ten beste
geeft
„Voorwaarts dus weder! Denk aan de
nakende verkiezingen. Alle hens aan
dek en paraat 1"
We zijn dezen correspondent dankbaar
voor zijn uitvoerige mededeelingen over
de afdeeling der Axelsche S. D. A. P.
Want ook daarmee blijkt het tenslotte
te zijn„Veel geschreeuw en weinig
wol."
In Griekenland is het nog steeds niet
in orde.
Wel is de volksstemming met een over
weldigende meerderheid in het voordeel
van Koning Konstantijn uitgevallen, maar
nog steeds staan daar met een zuur ge
zicht de drie „grooten" uit ons wereld
deel, nl. Frankrijk, Engeland en Italië.
't Meest oorlogszuchtig scheen Frank
rijk, 't minst het Italiaansche volk.
stille hoop gevoed hebben, dat ze juist
daarnaar vragen zou
Zou het dat geweest zijn, dat hem zoo
verlegen maakte? En dat ze daaraan nu
toch in het geheel niet had gedacht.
Wie weet, wat die tobbers al hadden
doorgemaakt.
Ze haastte zich gereed te komen. Ze
moest nu nog een uurtje spelens houden
tusschen haar vertrek en haar trein.
Willem was vroeg genoeg thuis. En
hij zou zich dan met behulp van het
dienstmeisje wel zien te redden.
Zoo stapte ze dan héél tijdig de deur
uit naar de Van Rensens. Onwillekeurig
keek ze naar de bekende ramen daar
boven, of de oude er niet zat, als naar
gewoonte, half verdoken achter de bloem
potjes. Maar ze bemerkte hem niet.
Ze belde aan na een poosje wachtens
werd de deur opengetrokken. Boven
aan de trap vertoonde zich Van Rensen.
't. Scheen, dat hij zijn oogen moeilijk
gelooven kon hij tuurde
„Ja, Van Rensen, ik ben het", zei ze
vroolijk, als om hem op to monteren.
„Mag ik boven komen
„Zoo, ben uwé het toch zeiversver
baasde de oude man, confuus bij het
nu onverwacht bezoek. „Ja, ja, zeker
Engeland hield zich wat achteraf, zoo
als dit land wel moer gewoon is te doen.
Doch thans komt plotseling „John
Buil" voor den dag.
Want het telegraafbureau Reutor weet
ons nl. mee te deelen, dat, met het oog
op den aanstaanden terugkeer van Kon
stantijn te Athene, de Britsche regeering
er prijs op stelt om een gezamelijke actie
met de Fransche en Italiaansche regee-
riogen te voeren, en dat de besprekingen
daarover nog voortduren. De Britsche
regeering heeft ten slotte besloten om
aan haar gezant te Athene last te geven
om geen officieele betrekkingen met Kon
stantijn aan te knoopen. De Britsche
marine-commissie zal te Athene blijven.
En zie, nauwelijks nog maar was dit
telegram ontvangen, of daar kwam reeds
een tweede, dat ons het volgende ver
telt
„In de houding der Engelsche regee
ring tegenover Griekenland is verande
ring gekomen. Zij heeft besloten haar
gezant uit Athene terug te roepen. Te
rugroeping der Engelsche marine commis
sie is ook waarschijnlijk. Onder deze
omstandigheden zal Italië vermoedelijk
eveneens handelen".
Men ziet, een aanvulling van het eerste
telegram. Echter een aanvulling, die nog
heel wat scherper van vorm is.
En Konstantijn moge dan ook nog pas
weer aan een journalist verklaard heb
ben, dat hij geen plan koestert om af te
treden, maar als straks Frankrijk, Enge
land en Italië eens een gezamenlijke actie
tegen Griekenland op touw gingen zetten,
nou, dan ziet het er voor hem niet zoo
heel best uit.
Hoe het echter ook worde, 't is wel weel
een bewijs, op welke wijze de „grooten"
omspringen met de belangen der kleine
naties.
'Is het in Griekenland dus niet in
orde, in Ierland laat het ook nog heel
wat te wenschen over.
Daarvan kan o a. het volgende getui
gen
„Het wekelijksch communiqué over
den toestand in Ierland deelt mede, dat
in do week, die op 11 December geëin
digd is, 27 misdaden van Sinn Fein zijn
vermeld. De vermeerdering van 20, ver
geleken bij de vorige week, is hoofdza
kelijk te wijten aan plunderingen van
de post. Het aantal misdrijven tegen de
politie is gedaald van 17 dooden en 3
gewonden tot 1 dood» en 12 gewonden,
terwijl die tegen de militairen zijn 1
doode en 4 gewonden. Er zijn thans meer
dan 500 personen in kampen geïnterneerd.
Het volgende is de statistiek van de
misdrijven over het tijdperk van 1 Janu
ari lot 11 December:
rechtbanken vernield 69, politie kazer
nes vernield: 531, beschadigd: 170, aan
vallen op de post905, politie mannen
gedood169, gewond245, militairen
gedood 52, gewond 108.
De bedreiging met den ban van den
bisschop van Cork tegen lien, die deel
nemen aan de wandaden, werd uitge
sproken op 11 December, zoodat de
invloed daarvan nog niet blijkt in de
bovenstaande cijfers."
Maar die cijfers, zijn die anders niet
bedroevend
En waar is nog het eind cr van
Want de hoop van Lloyd George, dat
wel, zeker wel, kom uwé boven."
Ze steeg de trappen op, onderhand
hem nader inlichtend. „Ja, zie je, Van
Rensen, ik had nog een uurtje vrij,
vóór ik kon vertrekken en ik dachtik
loop nog even aan".
Van Rensen was haar voorgegaan en
had haar komst aangekondigd. Hij stond
bij de bedstee in den hoek der kamer,
had de groene gordijnen opengeschoven,
toen Jo Vlietstra binnentrad.
Och, wat 'n atmosfeer van gedrukt
heid hier. De vrouw te bed, op de tafel
een paar medicijnfleschjes met mannen
hand wat bijeengescliikt tafelgereien
aan de rangschikking van do stoelen en
die eigenaardige ordelijke wanordelijkheid
verkende haar vrouwenoog onmiddellijk
den toestand.
„En hier is juffrouw Vlietstra nou al,
moeder," lichtte de oude zijn vrouw in.
„Ze is nou toch nog maar effe gekomme,
zeit ze."
Hij hielp zijn vrouw op, dat ze recht
kon zitten, tegen een paar kussens ge
leund.
Jo was dadelijk bij haar.
Ze schrok. Wat was de oude vrouw
achteruit gegaan, sedert ze haar den
laatsten keer gezien had. Daar moest
er met Kerstmis vrede, of in ieder geval
een wapenstilstand tusschen Engeland en
Ierland tot stand zou komen, lijkt geheel
tot de onvervulI»ro wenschen te belmo
ren.
Menschelijk gesproken natuurlijk 1
Allerwege spreekt men van en is
bevreesd voor een maatschappelijke
crisis, een inzinking op economisch ge
bied.
Ook de Belgische bladen houden zich
daarmee bezig, en gezien hun artikelen,
maken ze zich nog al bezorgd over den
economischen toestand van hun land.
Een toestand, die ook inderdaad zorg
wekkend schijnt te worden.
Want om eeuige voorbeelden daarvan
te noemtn
Een steeds stijgend aantal metaal-
fabrieken in Henegouwen voert den
verkorten werktijd in Vele werkplaatsen
kunnen wegens de liooge loonen niet
goedkooper voortbrengen en daar bij
de huidige hooge prijzen bestellingen
achterwege blijven, worden ze genood
zaakt, de voortbrengst te schorsen. Een
algemeeoe uitbreiding van dien maat
regel wordt verwacht. In de glasnijver
heid hetzelfde verschijnsel. Bestellingen
blijven achterwege en met het Fransche
verbod van invoer van Belgisch glas, dat
spoedig verwacht wordt zal de toestand
nog scherper worden.
Inderdaad dus ecfn zorgwekkende toe
stand.
Het is echter 't verstandigste, ook voor
ons land, om de hoofden koel te houden,
en de oogen niet op te heffen tot men
schen, doch te gaan tot Hem, Die nog
steeds heeft getoond, voor de Zijnen een
helper in den nood te zijn.
Laten we dan ook niet versagen
Auto bandieten in Amerika.
Te Bayonne, een plaats in den staat
New Jersey, zijn gemaskerde bandieten
bij het vallen van den avond een cafe
binnen gevallen en hebben de meer dan
200 gasten die daar waren, beroofd. De
buit bedroeg tusschen de 15.000 d. en
30.000 d. De roovers hadden hun slacht
offers eerst doodbenauwd gemaakt door
een aantal schoten door het plafond
telossen. In hun auto wisten de dieven
veilig weg te komen; niemand is gewond-
Het cafe welks bezoekers aldus geplun
derd werden, stond slecht bekend. Het
heette een speelhol te zijn.
Scheepsbrand op zee tijdens een
hevigen sneeuwval.
Dezer dagen is bij de monding van de
Theems ter hoogte van Southend de te
Cardiff thuisbehoorende en van Zweden
komende viermastschoener „Monnow" in
brand geraakt, gevolgd door een ont
ploffing. Binnen een kwarier verspreidden
zich de vlammen over het geheele schip.
De halfnaakte bemanning bevocht, in
verblindende sneeuw gepaard met hooge
zee, met heldenmoed de vlammen. Het
schip dreef later op de kust. Twee red
dingsbooten ontsnapten veilig aan de
vuurpoel.
Nog cd eenig verschil.
Een leerling van het gymnasium te
Gleiwitz, die door een Fransch soldaat
om een nietige reden met een bajonet
steek ernstig gewond was, heeft daarvoor
van de Fransche overheid 200 mark
schadeloossstelling gekregen. De bladen
stellen hiertegenover het miljoen, dat
uitgekeerd moest worden aan de betrek
kingen van den Franschen wachtmeester
Mannheim, die te Berlijn vermoord is,
en de 20,577 mark voor de beschadigde
Fransche officiersuniformen te Cuxhaven.
Ongeluk met een stoomtram.
Bij Dingerstaedt is een stoomtram,
bestaande uit één personenrijtuig en 8
wagons kali van de Obereichsfelder
Kleinbahn bij het oprijden tegen een
sterke helling, teruggeloopen. De trein
stootte onderaan de helling op een stoot-
blok en stortte voor een deel in den
afgrond. Ongeveer acht wagens vlogen
aan splinters, terwijl de andere in elkaar
schoven. Tot dusver zijn 10 dooden en
5 zwaargewonden geborgen.
wel iets heel ergs gebeurd zijn ja, de
slag had getroffen. Meelij vervulde haar
en tegelijkertijd kon ze een gevoel van
van feterkèn wrevel niet onderdrukken,
als ze bedacht, wie de verantwoordelijk
heid van dit alles moest dragen.
„Dag vrouw Van Rensen," zei ze
hartelijk.
De oude vrouw lichtte de hand op,
die zij greep.
(Wordt vervolgd)
ZEEUWSCH-VLAANDEREN
1 T m n ril f"* 1 1 —3 Tj^ 1— n.v .k m r n /%m r\ I 1\ l> 1 1 1 T I O r\
DOOR