1
Orgaan ter
der Christelijke Beginselen in Zeeuwseh-Vlaanderen.
IPII
No. 298.
Zaterdag 27 November 1920.
3e Jaargang.
I 'ck
De onderwijzers-
salarissen.
BUITENLAND.
Wl
ahonnkmp.NT: BH bezorging 1,15 per drie maanden. Franco per post voor Nederland 1.25.
Uitgave van de Christelijke Persvereeniging „Zeeuwseh-Vlaanderen' te Ter N e u 7, e n.
Alle stekken, de red.ctie en administratie van dit blad betreSende. moeten worden geronde»
aan den redacteur, J. HOMMES, Lange Kerkstraat 5, Ter Neuzen.
ABONNEMENT: Bij bezorging 1,15 per
Van 1 4 regels ƒ0.60. Elke regel meer ƒ0.15 Abonnementen per
Telefoon ?!r. 20.
ADVERTENTIEN
contract. I
D. H. LITTOOIJ Az. te Ter Neuzen.
contract. - Crisistoeslag 15%. Inzending van advertentiën bj denjmkker
De door Minister De Visser gewilde
salarisregeling der onderwijzers heeu
heel wat stof. opgejaagd, en zal dat de
eerste dagen nog jyel doen.
Ook in ons blad vindt men daarovei
thans een ingezonden stuk met een
onderschrift onzerzijds.
We zullen thans eerst in t kort even
enkele vlekjes in de wet nagaan, om
daarna over de gevoerde en nog te
voeren actio van onderwijzerszijde ook
ons oordeel te zeggen.
De inzender kan dus ten opzichte van
zijn, naar het ons voorkomt, overbodig
verzoek, gerust zijn we zullen eerst <!e
redenen aangeven, die tot actie leidden.
Een der voornaamste aanleidenda
oorzaken daartoe is dan wel geweest,
dat de salarissen, door de Commissie
voor georganiseerd overleg gewenscht of
noodig geacht, heel wat booger wat en,
dan wat de Minister thans voorstelt.
Velen verloren daarbij de ware betee-
kenis van die Commissie uit het oog
die alleen te adviseeren heeft en
dachten, dat de Kegeering zich wel aan
deze cijfers zou houden.
Dat daarmee de uitgaven, naar ons
Kamerlid Smeenk meedeelde, een zeven
tig millioen gulden liooger zouden worden,
daaraan dachten velen niet. En evenmin
zagen ze de beteekenis van de woorden
onder liet oogwat dikwijls sociaal
wenscheljjk is, is nog niet altijd econo
misch mogelijk.
Gevolg, dat de Regeerings regeling bij
velen teleurstelling wekte, allereerst
door de lagere maxima en minima, en
in de tweede plaats door verschillende
vlekjes, die inderdaad dezo regeling
ontsieren, en welke we thans even
zullen nagaan
niet rechtvaardig en hier treft met do
onderwijzers, maar hun opleiders schuld.
Zij hadden op de ontwikkeling moeten
letten en desnoods moeten adviseeren
laat, de onderwijsstudie varen en begin
wat anders. Nu ze klaar ziju en mis
schien heele goede klasse-onderwijzers
zijn, dienen ook zij in de gelegenheid
gesteld te worden om te huwen."
Zeer billijke eiseh zou o.i. dan ook zijn,
dat een onderwijzer, die huwt, dadelijk
die 4 verhoogingen van f 100 ontvangt.
In de vierde plaats zouden er nog
enkelo bezwaren te .noemen zijn.
Zoo bijv. dat een onderwijzer met,
laten we zeggen, drie bijaeten, zonder
echter do hoofdacte te bezitten, wel
wat veel achter staat bij een onderwijzer
met de hoofdacte.
Zoo verder, dat het verschil m salaris
tusschen het hoofd van een muloschöol
en een hoofd van een gewone school,
wel wat klein is, ten naffeele van eerst
genoemde.
Zoo ook, dat een niet hoofdacte be
zitter na tal van dienstjaren, wel wat
veel afsteekt bij 'Jc anderen.
En daar zou nog wel meer te noemen
ziju. Voor hen, die liet willen uitpluizen,
laten we dat gaarne over.
Echter en daarmee komen we tot
het tweede gedeelte van ons artikel
dat uitpluizen kan op zoo,verschillende
wijze geschieden.
En als gevolg daarvanDe wijze, om
te trachten tot verbetering te komen,
kan zoo verschillend plaats hebben.
Allereerst is daar het verschil in salaris
ttisschen de onderwijzers van nu en hen,
die de nieuwe opleiding zullen genieten.
Die dus in 't bezit komen van de acte,
bedoeld in art 134 der Dager-Onderwijs
wet 1920, welke gelijk heet te staan
met hulp- hoofdacte van tegenwoordig,
maar daarnaast nog de moderne talen
Fransch, Duitsch en Engelsch omvat
Dio „nieuwe" onderwijzers, om dat
zoo maar eens uit te drukken, zullen
steeds fGOO meer hebben dan een onder
wijzer zonder hoofdacte en f 300 meei
dan een onderwijzer met hoofdacte,
Alleszins wenschelijk en billijk zou het
dan ook zijn, dat het salaris voor de
nieuwbevoegden gelijk stond met dat
van een onderwijzer met hoofdacts.
Een tweede feit ook de inzender
haalt dit aan is, dat de onderwijze
ressen van tegenwoordig in salaris worden
achtergesteld bij haar a.s. collega's, die
een zelfs lichtere eu gemakkelijker op
leiding zullen genieten.
Wat is nl. het geval
Wel vaugt voor heide categorieën het
salaris aan met f 1600,.doch bij de ver-
lioogingen ontstaat er verschil.
Do tegenwoordige onderwijzeressen
krijgen nl. die vorhoogingen na 1, 3, 5,
7, 9, 11, 13, 15, 17 en 19 dienstjaren,
in totaal dus 10 vorhoogingen.
De nieuwe onderwijzeressen ontvangen
haar verlioogi.igen na 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7,
8, 9, 11, 13, 15, 17 en 19 dienstjaren, in
totaal dus 14 verhoogingen.
De laatsten hebben dus tenslotte f 400
meer, terwijl ze toch een lichtere op
leiding hebben genoten.
Een ieder zal derhalve voelen, dat het
billijk is, daarop te wijzeu en verande
ring van deze regeling te vragen.
In de derde plaats wijst men op de
moeilijke positie van den gehuwden
onderwijzer zonder bijaeten.
Ook voor dit bezwaar is iets te voelen,
want na 11 dienstjaren bedraagt, zijn
salaris f2200. IIheeft dan de ver-
hoogingen tellen vanaf het 21ste jaar
den 32-jarigen leeftijd bereikt, en ieder
zal, dunkt ons, toestemmon, dat dit voor
een gehuwd onderwijzer op dien leeftijd,
te weinig is. Waar nog bijkomt, dat na
dien tijd nog slechts 4 verlioogingen van
f 100 volgen, en het maximum, dat hij
bereiken kan, derhalve f2600 bedraagt.
Nu zal misschien een enkele daartegen
aanvoeren, aldus zeer terecht de „N. Prov.
Groii. Ct." „rnaar wat is een onderwijzer
zonder eenige bijacte Die vraag is
Over die actie dan gesproken.
In ons vorig nummer hebben we reeds
een driestar gewijd aan de Unie van
Christelijke Onderwijzers.
Het deed ons genoegeu,groot genoegen
zelfs, den volgenden dag in „Do Stan
daard" te lezen, dat de Afdeeling Am
sterdam van de Unie er tegen protes
teerde, dat aansluiting bij liet Algemeene
Salaris-Comité werd gezocht.
In hetzelfde nummer van ons liootd-
orgaan werd ook meegedeeld, dat het
geheele besluit van de Unie onjuist was,
doch daar tegenover staat, dat we in
„Het Volk" lazen, dat de Unie wel vol
ledige samenwerking met de openbare
onderwijzers wilde.
Daartegen nuhebben wij ons ten
sterkste te keerun, en dan zeggen we
zeer gaarne met „De Standaard":
„In samenwerking met kringen, waarin
men uit zulk een mentaliteit heft (n.l.
het zenden van een beleedigend adres
aan HM. de Ivonit gin, enz.) kan een
Chr. ouderwijzer zich niet vinden. Daar
is essentieel verschil, al poogt men van
zekere zijde voortdurend alle uitingen,
die dat verschil aan den dag kunnen
brengen, te bemantelen en te vergoelij
ken, om waarom anders dm om liet
streven naar samenwerking niet te be
moeilijken."
Want weet ge wat van samenwerking
het gevolg zal zijn
Een der linksclie bladen heeft bat zoo
treffend en juist tot onze schande
aangegeven
„Zien we juist,' dan kon liet wel eens
zijn, dat hiermede een nieuwe phase
wordt ingeluid. Want een inniger samen
werking tusschtn Openbare en Cliriste
lijke onderwijzers zou ontegenzeggelijk
do kans op succes ook ton opzichte
van de interpellatie-Ossendorp ver-
grooton, afgescheiden nog van andere
groote voordeelen, die zij in de toekomst
biedt."
We vragen ons af, bij het lozen hier
van, zouden onze Christelijke onder
wijzers, zelfs die lid zjjn van de „Unie
zoo iets willen
Neen, we weten liet wel heter'
Maar en daarmee komen we terug
tot de gevoerde, of nog te voeren actie
laat een ieder dan ook voorzichtig zijn
in handelen on het gebruiken van ver
schillende uitdrukkingen.
„Z.-Vl.") verstaan het woord kankeren in
zijn „huidige beduidenis" niet. Ze hebben
van oorlogswoorden en de vele studies
er over geen nota genomen. liet w^ord
kankeren na 1918 is een heel ander dan
voor 1914. Kankeren w.i thans zeggen,
geliefde persbroedèrs^zaFnteken», aldoor
klagen, met de „gewisselijkheid", dat
het toch niet helptzoo'n soort zich zelf
opmonterend, luchtgevend, aldoor klage
lijk uitklagen van eigen en gemeen
schappelijke nood, maar met de psychi
sche hij-inhoud, dat men geen bijstand
en liuljie van zijn naasten verwacht."
Met overigens allo achting voor zijn
kennis, wil deze verklaring van liet
woord „kankeren" er bij ons niet in.
Ook wij hebben een doel van de
oorlogsjaren in militairen dienst door
gebracht, maar hebben dan aan dat
woord wel een andere heugenis. Laten
we voor duidelijkmaking er van slechts
even de naam „Harskamp" noemen.
En daarom, we herhalen het nog
eens: „kankeren" mogen onze onder
wijzers niet, maar wel klagen en hun
recht zoeken in de door ons genoemde
onbillijkheden,
Hoe tot dat recht te komen
Naar liet, ons voorkomt, ook de „Stan
daard" o.a. geeft dezen raad, is het 't
beste eerst de behandeling van de inter
pellatie Ossendorp in de Tweede Kamer
en de verklaring van den Minister
daarop, af te wachten.
Een andere weg voor onze Christelijke
onderwijzers bestaat er, dunkt ons, op
dit oogenblik niet.
En laten we tenslotte hopen en bidden
ja, vooral ook bidden dat God in
deze moeilijke dagen aan het Kabinet
den rechten weg, de goede oplossing,
moge wijzen.
We zouden op nog wel meer schooue
en roerende passage's in liet \verkje
kunnen wijzen, doch zullen dat niet doen,
omdat we een en ander liever lezing in
het werkje zelve overlaten.
Laten we er tenslotte slechts dit nog
van zeggen: Dat we liet te dezer plaat
se besproken hebben, is een bewijs van
hartelijke aanbeveling.
En mogen wij allen hij het lezen er
van worden opgewekt, om in Gods kracht
de voetstappen van onzen grooten leider
te volgen en steeds oji te—komen voor
de eero van 's Heeren Naam.
in Jezus öntslapen.
Mogen onze onderwijzers dan niet
klagen
Zeker, we hebben zelf aangetoond,
dat er onbillijkheden in do regeling van
Minister De Visser aanwezig zijn.
Doch tusschen klagen en het reeds
berucht geworden woord „kankeren" is
een groot verschil, al moge ook de heer
Wouters in „Onze Vacatures" het vol
gende er over schrijven
„Deze oncultureele broeders (de Re
dactie's van verschillende bladen. Red.
Aldus is da ondertitel van list herin-
neringsgeschrift, dat bij de uitgevers
maatschappij E. J. Bosch Jbzu. te Baarn
is verschenen over Dr. Kuyper, en dat
verzorgd is door den lieer R. C Ver-
weijck, die belast is met de dagelijksche
leiding van „De Standaard" en een der
vertrouwden was van onzen grooten
leider.
Dat er dan ook aan het boekje veel
zorg is besteed, zoowel door uitgever ais
schrijver, is iets dat schier van zelf
spreekt.
Met genoegen maken we er dan ook
melding van en raden zeer gaarne een
ieder aan, die het boekje nog niet in
zijn bezit heeft, om liet spoedig te be
stellen, daar hij dan werkelijk een heel
goede herinnering bezit aan Dr. Kuyper's
laatste levensdagen en ook aan de be
grafenis.
Ook de foto's die liet werkje verluch
ton eenige van Dr. Kuyper en eenige
begrafenismomenten zijn met zorg
gekozen.
In één woordHet is een herinne-
riugsgeschrift. dat feitelijk een ieder on
zer in zijn bezit dient te hebben.
We vonden in liet werkje verschillen
de treffende passage's en mededeelingen.
In .een er van onder het opschrift
„Afgelost en opgeroepen" lazen we liet
volgende over liet sterven van Dr.
Kuyjier
„En nu thuis.
Heerlijk woord voor liet kind van God.
Thuis.... dat is het, waar het hart
naar uitgaat, wanneer de aardsche loop
baan bijna voleindigd is. Midden in liet
leven ia er een gestadig jagen naar het
doelwit, tot God zelf den arbeid doet
verminderen, en de taak langzaam van
de schouders genomen wordt.
Zoo was het ook hier.
Eerst moest de hand, die de leiding
hield, de teugels van het partijbestuur
los latentoen volgde het overgeven
van de schrijfstiftdaarna waer het uit
treden uit het parlement, en werd liet
Ik blijf den Heer verwachten,
Mijn ziel wacht ongestoord...
Als wachters op den morgen
Den morgen, ach, wanneer
En die morgen kwam, toen 't lied van
Mozes, den dienstknecht Gods, en liet
lied van het Lam vernomen werd. Heel
stil, heel zacht voor den mensch, werd
de band losgemaakt, en ongemerkt schier,
in de armen zijner dochter rustend, werd
de ziel ontbonden en ontvloot zij het
aardsche huis, om opgenomen en gedra
gen te worden door de engelen, dia uit
gezonden waren tot dienst desgenen, die
dc zaligheid beërven mocht".
Dat men met berichten uit Rusland
zeer voorzichtig moet zijn blijkt ook nu
weer eens voor de zooveeiste maal.
Warit thans lezen wo nl. in de bladen
„De geruchten over liet uitbreken van
nieuwe vijandelijkheden aan liet Poolscli-
Russische' front ziju gelukkig onjuist ge
bleken. Integendeel wordt uit Riga ge
meld, dat daar de onderhandelingen
tusschen de Poolsche en Russische vre-
desdelegaties over den dcfinitieven vrede
(men weet dat, totdusver alleen vredes
preliminairen en een wapenstilstands-
overeenkomst zijn geteekend) hervat zijn.
De Sovjet troepen zijn inmiddels druk
doende om met de troepen van Petljoera
in de Oekraine en, meer naar het Noor
den, met die van generaal Balachowitsj,
die eerst met de Polen gevochten heeft,
maar nu op eigen hand tegen de bolsje-
wiki opereert, af te rekenen."
Onjuist dus, zooals thans gemeld wordt,
het bericht, dat de oorlog tusschen Rus
land en Polen al weer aan den gang is.
Wel juist echter, dat de bolsjewiki op
andere terreinen vechten. En
bericht spreekt nu andei'3 wij blijven
er voor ons zelf aan gelooven, dat, zij
het nu niet, dan toch wel binnenkort
de heeren liet ook wel weer met Polen
zullen probeeren.
Want ze willen toch zoo gaarne die
poort voor West-Europa in hun bezit
hebben.
Waakzaamheid voor de Polen is dan
ook ten zeerste geboden,
Voor de rest van dit overzicht geven
wu nog enkele bijzonderheden over de
moorden te Dublin, in Ierland, waarvan
we in ons vorig nummer reeds kort
melding maakten.
Op den bewusten dag schelde even
voor negenen een groep van twaalf tot
twintig gewapende mannen aan aan een
liujs in de Morehamptonroad. Een jon
getje van tien jaar, het zoontje van den
hospes Smith, deed de deur open. De
bandieten renden dadelijk het huis in
en sleurden Smith en kapitein McLeau,
die beiden met hun vrouwen nog op
bed lagen, naar een slaapkamer aan den
voorkant van het huis. Caldow, een
ander burgeren zwager van Smith,
werden ook de kamer ingeduwd en alle
drie vervolgens in koelen bloede dood
geschoten. Caldow was een man uit
Presswick, in Schotland, die naar Ierland
too was gekomen, om een aanstelling
bij de politie te krijgen. Smith en kapi
tein McLean lateii, behalve een vrouw
samen vier kinderen achter.
Kapitein Newbury was er in een ander
huis bijna in geslaagd, met zijn vrouw
de deur van bun slaapkamer dicht toe
duwen, maar de aanvallers schoten door
de kier en wondden den kapitein. Deze
vluchtte naar een andere kamer en zijn
vrouw stelde zich in den weg van do
moordenaars. Haar man wilde het raam
uit vluchten en hing er, ondanks zijn
wond, al half uit. In die houding troffen
hem zeven kogels.
In een huis, dat uit afzonderlijk ver
huurde verdiepingen bestond, bleken de
aanvallers den weg goed te kennen. Zij
verdeelden zich dadelijk in verschillende
groepen en begaven zich naar verschil
lende slaapkamers, waar twee officieren
vermoord en vier gewond werden. Een
vronw worstelde zoo dapper met de
moordenaars mee, dat zij het leven van
haren man redde, maar zelf een schot
in den arm kreeg. Een ander bewoner
van het huis, die op de schoten af kwam,
vond in elke kamer menschen in hun
bloed liggen.
De militaire overheid ontwikkelde dn
delijk een gioote bedrijvigheid. Alle of
ficieren, die in hotels woonden, werden
naar de kazernes ontboden en enkele
van die hotels werden door soldaten
bezet. De politie bezette het stadhuis.
Tusschen Kingstown en Dublin mocli
ten dien dag geen treinen rijden, en de
passagiers die met de pöstbooten aan
kwamen, konden in Kingstown geen aan
sluiting krijgen.
Bij Siigo werd een auto aangehouden,
welke eon verpleegster bestuurde. Men
vond er drie verdachte mannen in en
een groote hoeveclheul revolvers, ge' 'e-
weren en munitie. In een andere auto,
op denzelfden weg, werden vijf man
aangehouden.
Wat er op liet voetbalveld 's middags
is voorgevallen, is uit de eerste berich
ten nog niet heelemaal duidelijk, maar
een Router-telegram heeft al gemeld, dat
do soldaten ten slotte de menigte met
machinegeweren beschoten hebben. Do
wedstrijd was ongeveer twintig minuten
aan den gang, toen da politie en de sol
daten kwamen. De toeschouwers liepen
naar het midden van het veld en het
spel werd gestaakt. Eerst word er,
naar het schijnt, een salvo in de lucht
gelost, maar kort daarna klonken nieuwe
salvo's en nu waren zij op de menigte
gericht. Enkele minuten lang heerschta
er een wilde paniek, waarbij de menigte
naar do uitgangen rende. Tusschen het
schieten door "hoorde men de angstkre
ten van vrouwen. De uitgangen raakten
verstopt en mannen en vrouwen vielen
flauw bjj hun pogingen om door den
menschenmuur heen te dringen.
Buiten bij den uitgang tegenover Filz-
roy-avenue werd de menigte opnieuw
gekeerd door een machinegeweer en een
rij soldaten met gerichte geweren. De
meesten die deze richting uitgestroomd
waren, waren gedwongen om do wijk te
nemen naar een pad, dat tusschen den
spoorweg en de huizen van Clonliffe-
road liep. Het vuren hield aan en do
menschen baden luid onder het wegloo-
pen. De manschappen in uniform zetten
hen na langs het pad en de verdere we
gen en bleven schieten. Sommige vluch
telingen drongen huizen binnen.
Een toeschouwer zegt„Toen de ge
wapende macht en de gepantserde auto s
op het veld kwamen, volgde een onbe
schrijfelijk tooneel. Nadat het veld om
singeld was, kregen vrouwen en kinde
ren aanzegging dat zij konden gaan. De
mannen werden allen gefouilleerd en
telkens wanneer er beweging ontstond,
werd er oen salvo over hun hoofd ge
lost.. In het begin rende men algemeen
naar de uitgangen, maar daar kon men
niet verder. Velen klommen over het
hek en werden terwijl zij daarmee bezig
waren, gewond. Anderen wierpen zich
plat op den grond en werden daarna in
de paniek vertreden. Men zag op het
veld en op de paden overal dooden en
gewonden liggen."
Ten slotte bedaardo de paniek en kreeg
de menigte hevel om de handen op te
steken en zidi te laten fouilleeren.
Onderwijl kwamen ambulances en dok
ters, om de slachtoffers weg te brengen.
Een officieel bericht zegt, dat men op
het veld dertig revolvers vond, die de
menigte blijkbaar had weggeworpen. De
wedstrijd werd gehoudeu tusschen elf
tallen uit Tipporavy en Dublin. Een lid
van het eerste elftal werd doodgeschoten.
In het geheel werden twaalf menschen
gedood en tien zwaar gewond. Verder
zijn ongeveer vijftig menschen in de zie
kenhuizen opgenomen.
De woningnood in Parijs.
Deschanel,-de gewezen presiden van
de republiek, is zoo goed als geheel her
steld en komt begin Dtc-.-mber weer te
Parijs wonen. Dat. zou hij althans graag
doen, maar hij kan geen huis vinden.
Mevrouw Deschanel is met haar kinde
ren, die school gaan, reeds te Parijs en
woont, er in een hotel en liet eenige huis
dat de Deschanels te Parijs kunnen vin
den, heeft dm liefelijken huurprijs van
vijfenvijftigduizend frank. L'Oeuvre
weet mée te deolen, dat Deschanel, wien
de hooge staatsambten, die hij bekleed
heeft, niet rijk hebben gemaakt, niet
meer dan 15,000 frank huur zou willen
betalen en tegen dien prijs schijnt er te
Parijs niets te vinden te zijn. Het blad
somt een heele reeks hooggeplaatste
staatsambtenaren op, die geen huis te
Parijs kunnen vinden. Een aantal par
lementsleden blijft vanwege den woning
nood buiten Parijs wonen en ze komen
alleen in de stad wanneer er vergade
ring is als ze komen. Men zou deu
ken, dat de autoriteiten, als zij zelf nu
al zooveel last van den woningnood heb
ben, zich toch wel eens met dat vraag
stuk ernstig zouden inlaten. Volstrekt
niet, zegt 1' Oeuvre liet ziju zulke be-
langelooze menschen, dat niets er hen
SSS3aBT?33aUB*BSeEMB'l
c"E3C3cswraBoa!
'r
Tn7onrHnrr V;iO fldvfirtBlltlën