Orqaan ter verspreiding der Christelijke Beginselen in Zeeuwseh-Vlaanderen
No. 288.
Zaterdag 23 October 1920.
Jaargang.
BUITENLAND.
Zoo in 't Voorbijgaan.
KË
Uitgave van de Christelijke Persvoreeniging „Zeeuwseh-Vlaanderen" te Ter Neuzen.
Alle stukken, de redactie en administratie van dit blad betreffende, moeten worden gezonden
aan den redacteur, J. HOMMES, Lange Kerkstraat 5, Ter Neuzen.
ABONNEMENT: Bij bezorging f 1,15 per drie maanden. Franco per post voor Nederland f 1.25.
ADVERTENTIËNVan 1—4 regels f 0.60. Elke regel meer 015. Abonnementen per
contract. - Crisistoeslag 15%. Inzending van advertentiën tot 12 uur^'s middags ^op
de verschijndagen bij den drukker D. H. L1TTOOIJ Az. te Ter Neuzen.
Telefoon Nr. 20.
Had ik er misschien zoo iets als een
voorgevoel van
't Lijkt er wel haast iets op hetgeen
ge mij, geloof ik, wol zult toegeven, als
ik in 't kort even de historie moede-1.
Geregeld ontvang ik nl. 's Zaterdags
„De Baapbreker", het sociaal-democra
tische weekblad voor onze provincie.
Doch al wat kwam den laatsten dag
van de vorige week, niet „De Baanbre
ker".
Zelfs nog niet met de avondpost.
Wat zou ik doen? Maar laten rusten
en deze „roode" h ctuur voor één keertje
ontberen
't Was eerst wel m'n bedoeling, doch
Maandagmorgen besloot ik, er toch maar
een briefkaart aan te wagen, en schreef,
om nog een exemplaar van „De Baan
breker" te mogen ontvangen.
Hetgeen gebeurde, en Maandagavond
had ik het exemplaar.
't Gebeurt wel eens meer dat artikelen
uit „Zeeuwseh-Vlaanderen" in het soci
alistische blad het moeten ontgelden,
doch dit keer was het zeer zeker de
moeite waard, zoodat ik maar blij was,
toch nog om het laatste nummer van
„De Baanbreker" geschreven te hebben.
Ik kan daardoor nl. zeer duidelijk de
strijdwijze en strijdmiddelen van de so
cialisten eens in het licht stellen.
Met bijzondere voorliefde heeft de
redactie van liet socialistische orgaan
zich geworpen op het eerste artikeltje
in ons blad over de post- en telegraaf-
staking, en wel in 't bijzonder op de vol
gende woorden
„Schandelijkegebeurtenissen hebben
bij het personeel van den post- en tele
graafdienst plaats gehad.
Gebeurtenissen, die de mentaliteit van
de tegenwoordige moderne vakbeweging
op zeer duidelijke wijze illustreeren.
Immers een groot deel van dit over
heidspersoneel is in de groote centra van
ons land tot staking overgegaan en ru
moerige vergaderingen zijn gehouden,
waar verschillende trappen naar onze
Christelijke regeering zijn gegeven en
met haar op bijtende wijze den spot werd
gedreven".
Daar was voor „De Baanbreker" heel
wat uit te halen.
En met groot genoegen schreef ze neer
„Hoe weinig dergelijke christelijke
struisvogels weten wat er onder ambte
naren en werklieden omgaat, blijkt wel
uit het volgende", waarop dan een motie
volgt van de afdeeling Rotterdam van
den Nederl. Bond van Chr. Protest. Post-,
Telegraaf en Telefoonpersoneel, waarin
geprotesteerd wordt tegen de h.i. geringe
salaris verhooging.
Met zeer duidelijk sprekende letters
haalt het socialistische blad uit deze
motie de volgende woorden aan
„schrijft alle gevolgen, die bij niet in
williging van deze minimum-eischen zou
den kunnen voortvloeien, aan de regeering
toe".
En als eindconclusie geeft de „roode"
redactie over „Zeeuwseh-Vlaanderen" het
volgende
„Het is bekend, dat meerdere christ.
organisaties soortgelijke moties aanna
men.
Maar de christelijke persridder stopt
zijn kop nog wat dieper in het zand, en
droomt van socialistische relletjes. Als
de regeering nu nog maar wijzer dan
haar satellieten is".
Een socialistisch lezer en een opper
vlakkig, niet-socialistisch lezer zullen
natuurlijk zeggen, dat de „christelijke
persridder" daar eens zeer handig in den
hoek is geduwd.
De redactie van „De Baanbreker" neme
het mij niet kwalijk, dat ik het met die
beide categoriën van lezers niet eens ben.
Ze neme het mij tevens ooit niet kwa
lijk, dut ik haar gewoonte niet zal vol
gen, door met schelden een polemiek
trachten te winnen. Een „christelijke
persridder" doet zoo iets niét, maar laat
dat liever over aan zekere andere jour
nalisten.
Om dan ter zake te komen, in geen
enkel artikel in „Zeeuwseh-Vlaanderen"
is gezegd, dat de salarissen van het post
en telegraafpersoneel niet verhoogd
mochten worden.
De redactie van „De Baanbreker" heeft
echter in haar verheuging, om eens weer
iets te vinden tegen ons blad, wel wat
overhaast gelezen.
Enfin, dat gebeurt wel eens een keertje
meer.
In het artikel stond nl. dat salaris
kwesties moesten wijken voor de machts
daad van het postpersoneel. Eerst moest
die revolutionaire weg geheel verlaten
worden, en dan pas kon over de* loon-
kwestie gesproken worden.
Men ziet het, dat is geheel iets anders,
dan wat „De Baanbreker" ons blad aan
wrijft.
'k Heb echter nog meer.
Geen groote woorden of scheldpartijen,
„Baanbreker"-redactie, maar feiten, be
paalde feiten, weet ge.
En wel uit de „Haagsche Post".
O, zult ge zoggen, maar dat blad heeft
met de socialisten niets uit te staan.
In zekeren zin is dat zoo, maar dan
diene niet vergeten te werden, dat liet
socialistische Eerste Kamerlid Henri
Polak in dat blad artikelen schrijft over
„De Wereld van den Arbeid".
In het nummer van den vorigen Vrij
dag had hij het over de post- en tele-
graafstaking en zegt dan o.a.
„De stakers hebben ongetwijfeld de
wet overtreden, die Jiun het werkstaken
verbiedt cd tegen overtreding straf be
dreigt en veimoedelijk hebben zij ook
hun ambtseed geschonden, voor zoover
zij beëedigd waren en die eed hen ver
plicht tot het verrichten hunner taak,
waar en wanneer dit gevorderd wordt
door hun superieuren".
Wel zegt later Henri Polak, na het
maken van eenige vreemde bokkespron-
gen „Van hetgeen gebeurd is, is zij, de
Regeering, de auctor intellectualiszij
is de ware schuldigezij heeft de be
ambten gedwongen tot de schennis van
hun ambtseed, tot te toepassing van het
spreekwoord nood breekt wetten", doch,
ra, ra, ra, hoe rijmt zich dat tezaam met
het eerste door hem geschrevene.
Nog eigenaardiger wordt zijn gedraai,
waar hij even later toch weer zegt, dat
onderzocht had moeten worden„of de
ellendige toestand, waarin liet personeel
door de Regeering gehouden was, de
staking, waarmede de ambtseed geschon
den werd, zoo niet formeel, dan toch in
elk geval moreel rechtvaardigde, althans
verklaarbaar maakte".
De kern van al dit socialistisch ge
draai is echter toch, dat Henri Polak
toegeeft, dat de staking ongeoorloofd was.
Hetgeen ook in ons blad betoogd weid,
redactie van „De Baanbreker".
Daar is nog meer.
En ook al weer geen scheldpartij,
„Baanbrekor" redactie. Ge kunt in dat
opzicht volkomen gerust zijn.
In Uw eindconclusie over „Zeeuwseh-
Vlaanderen" hebt ge ook gezegd, dat
meerdere Chr. organisaties tegen de Re
geering moties aannamen.
Dat stern ik U direct toe.
Maar ge vergeet, dat er onderscheid
is tusschen motie en motie. Het afkeu
ren van een mogelijke onvoldoende sa
larisregeling is nog geen verheerlijking
van wat de „roode" broeders willen.
Bovendien moet niet vergeten worden,
de „Standaard" herinnerde daaraan dezer
dagen zeer terechf, dat in de vergade
ringen van de Christelijke ambtenaren
heel wat lieden binnensluipen, die niet
tot de organisatie behooren, en liet zijn
deze menschen, die zorgen voor een boos
woord, dat soms Wordt gehoord.
Maar dat weet de redactie van „De
Baanbreker" natuurlijk niet en zoo zou
ik met een kléine wijziging het oordeel
over „Zeeuwscl»-Vlaanderen" op liaar
kunnen laten terugslaan „Hoe weinig
dergelijke socialistische struisvogels we
ten, wat er onder ambtenaren en werk
lieden omgaat", enz.
Een scheldende „persridder" ben ik
echter niet, en daarom, dat ik er niet
verder op inga.
Latfen we hopen, dat „De Baanbreker"
dit standpunt ook nog eens moge inne
men, en van een scheldende, een echte,
waardige „persridder" worde.
Opmerker.
Y Arbeidsadviezen.
Voor Zeeuwseh-Vlaanderen is thans
een Bureau voor arbeidsadviezen inge
steld, uitgaande van den Christelijken
Besturenbond.
Dat wij ons over de instelling van
een dergelijk bureau verbeugen, behoeft
geen nader betoog.
Immers van algemeene bekendheid is,
dat verschillende menschen hun toevlucht
zochten bij ons socialistisch raadslid
Hamelink en bij Mevr. Duiker.
Wel is de laatste vertrokken, maar
eerstgenoemde heeft door zijn meerdere
functies ook nog meerdere bekendheid
gekregen en is zoo veler vraagbaak ge
worden.
Nu willen wij men begrijpe ons in
dit opzicht goed geen afbreuk doen
aan Hamelink's kennis en bekwaamheid,
doch voor onze menschen is hij toch in
geen enkel opzicht de man, tot wien zij
zich te wenden hebben.
De roode vlag op het schip is voor
ons te gevaarlijk en to onbestemd om
ons op een zoodanig schip aan de baren
der zee toe te vertrouwen.
Wij hebben de Kruisvlag noodig en
dienen onze hulp dan ook te zoeken bij
hen, die onder dien vlag zee kiezen.
En dat laatste nu toch wil dit bureau
voor arbeidsadviezen, uitgaande van den
Christelijken Besturenbond, doen en ver
richten.
Gaarne wekken wij dan ook een ieder
op, die in moeilijkheden verkeert over
wetsbepalingen, enz. zich tot dit bureau
te wenden.
Nadere bijzonderheden zal men in'een
advertentie in dit nummer vinden, wat
zittingslokaal enz. betreft.
Met een verwijzing daarheen, meenen
we dan ook verder te kunnen volstaan.
Alleen willen we nog even herhalen,
wat we reeds opmerkten, dat wij ook
ten opzichte van deze kwestie de Kruis
vlag hebben te kiezen, daar wij met de
roode vlag ons op bedenkelijke en ge-
vaarlijke paden en wegen gaan begeven.
Nog eensVóór en Her
halingsoefeningen.
In ons vorig nummer gaven we reeds
eenige mededeelingen over de „Vóór- en
Herhalingsoefeningen buiten het Leger."
We deden dit in verband met de ver
gadering, die Woensdagavond hier in
Ter Neuzen en Donderdagavond in Axel
heeft plaats gevonden.
Thans nog een klein napraatje daar
over.
Op die vergadering is het gebleken,
dat verschillende personen, mot name
nog niet genoeg het nut van de vóór
oefeningen inzagen.
Toch diene men daarover niet gering
te denken.
Als vaststaand kan nu wel worden
aangenomen, dat degenen, die het be
wijs van voorgeoefendheid hebben ver
kregen, daardoor een verkorting van den
diensttijd van vier maanden verkrijgen.
Wat wil dit nu zeggen?
Dat zij van de zes maanden, die men
in gewone omstandigheden in de kazerne
heeft door te brengen, vier maanden zien
afgenomen, en dus slechts twee maanden
in liet garnizoen hebben door te brengen.
Een ieder zal begrijpen, van hoe groot
belang dit voor de betrokken jongelui
niet alleen, maar ook voor hun ouders is.
Ze zijn dan geer. half jaar, doch slechts
2 maanden van de hunnen en uit hun
woonplaats verwijderd, en kunnen in
veel gevallen een betrekking, die ze an
ders allicht zouden verliezen, behouden,
Immers 2 maanden weg te zijn, of 6,
ieder voelt, hoe een groot verschil dat
is, vooral ook voor de betrokken patroons.
En wat dan die vooroefeningen betreft
die zullen zooveel mogelijk in eigen
woonplaats, of anders in naaste omgeving
jdaats hebben. Zoo zullen voor O.
Zeeuwsch Vlaanderen daartoe in de eer
ste plaats Ter Neuzen, Axel, Hulst en
Hontenisse zijn aangewezen.
Bij voorkeur zullen de oefeningen
plaats hebben op de vrije Zaterdagmid
dagen en zoo noodig enkele avonden in
de week.
Gesproken is in de advertentie van
jongelui van 16 jaar, doch we meenen
ook wel jongelui van 17 jaar te kunnen
aannemen, daar voor dezulken o.i. nog
wel een overgangsbepaling zal worden
afgekondigd.
Vermelden we tenslotte, dat verdere
aangifte voor Ter Neuzen en omgeving
voorloopig tot en met Woensdag a.s.
nog is opengesteld bij den heer J. Hom
mes, Lange Kerkstraat 5, die ook gaarne
bereid is, desgewenscht nog nadere in
lichtingen over een en ander te -ver-
strekken.
Onlangs schreven we, dat Sovjet-Rus
land stond tegenover een drietal vijan
den en het daardoor zwaar te verant
woorden had.
Die vijanden waren Polen, Generaal
Wrangel en de boeren generaal Machno.
De Polen hebben thans echter een
wapenstilstand met de Russen gesloten
en van den boeren-generaal Machno wordt
niets meer gehoord, zoodat alleen Wran
gel overblijft, en de bolsjewiki dus alle
kracht tegen hem alleen kunnen aan
wenden, die ze vroeger in drieën te
verdeelen hadden.
De gevolgen daarvan zijn dan ook reeds
merkbaar.
Gemeld wordt, dat aan het offensief
van Wrangel's troepen uit Alexandrofsk
den top van den driehoek, waarin hij
aanvankelijk opgesteld was, in de rich
ting van liei Donets-bekken reeds een
einde is gekomen. Eenige weken gele
den was gemeld dat zijn troepen opge
rukt waren tot aan het station Sineljo-
kowo, ongeveer 70 K. M. ten N.O. van
Alexandrofsk. Deze troepen zijn langs
den linkeroever van den Dnjepr terug
gedreven naar Alexandrofsk en tegelijk
is er een aanval losgekomen op de sol
daten van Wrangel die bij Nikopol aan
den rechteroever van den Dnjepr ston
den. Dezen hebben zich achter de ri
vier geborgen. Een derde aanval van
de Sovjet-troepen richtte zich tegen
Marioepol, het oostelijk gelegen punt van
Wrangel's front aan de baai van Tagan
rog. en heeft, volgens berichten uit Mos
kou, die stad weer in handen van de
Sowjet gebracht. De berichten van bei
de kanten spreken van versterkingen,
die op het roode front waren aangekomen.
Voor Wrangel komt er alles op aan,
zich vooreerst in defensieve stellingen te
handhaven, want de kans op een offen
sief is nu voor hem verkeken.
Toch meent de „N. R. Ct." in verband
hiermee het volgende te kunnen opmer
ken, en daarmee volstaan we in dit
nummer over deze kwestie:
Het ligt voor de hand, dat Wrangel,
als er roode troepen naar zijn front blij
ven stroomen. waartegenover hij weinig
versche strijdkrachten kan stellen, zijn
redding zal moeten zoeken in een terug
tocht naar de Kritn. De barrière bij
Perekop, waarachter in het voorjaar liet
overschot van Denikin's legers de wijk
nam en waarvoor de bolsjewiki toen het
hoofd stieteu, zou nu weer dezelfde
diensten kunnen bewijzen, en misschien
wordt de verhouding tusschen de En
tente en Sovjet-Rusland intusscheu nog
wel zooveel koeler, dat ook de Fransche
en Eugelsehe oorlogsschepen Wrangel's
operaties te land direct steunen. Ter
zee kunnen de bolsjewiki niets tegen
Wrangel ondernemen, want Lord Curzon
heeft in zijn laatste nota Moskou ge
waarschuwd, dat, zoodra de oorlogssche
pen van Sovjet-Rusland in de Zwarte
Zee verschijnen, zij door de Engelsche
aangevallen zullen worden.
Naast de Oost-Europeesche kwestie
vraagt ook nog steeds de staking onder
de Engelsche mijnwerkers onze aandacht.
In het Engelsche Lagerhuis zijn er
lange beraadslagingen over gehouden,
die echter, naar gemeld wordt, weinig
licht hebben gebracht.
Uit de houding van Lloyd George
moet men opmaken, dat de regeering
nu minder toeschietelijk is dan vóór de
staking. Van het voorstel van Brace,
den leider der mijnwerkers, om de loons-
verhooging van twee shilling tijdelijk toe
toe te staan, wilde hij niet weten, om
dat men dan den kolendelvers hun zin
zou geven zonder waarborg te hebben,
dat de productie zou toenemen. Hij
wilde echter wel treden in een scheids
rechterlijke beslissing door een groot
onpartijdig hof of in een nieuw voorstel,
indien de leiders van de mijnwerkers
daarmee voor den dag kwamen, waarbij
de productie gebaat werd. Toen later
leden van de arbeiderspartij het denk
beeld van een nieuwe conferentie tus
schen de eigenaars en de mijnwerkers
opperden, maakte Lloyd George hierbij
het voorbehoud, dat hij daar eerst met
zijn collega's overleg over moest houden,
omdat hij er geen heil in zag zulk een.
conferentie voorbarig bijeen te roepen,
Er is in deze verklaring heel weinig
dat op optimisme gelijkt, en de oplossing
van de kwestie schijnt nog verre.
In verband met die staking worden
ook heel veel Engelsche arbeiders in
andere bedrijven ontslagen, omdat daar
voor geen voldoende kolen meer aanwe
zig zijn.
Zoo zijn bijv. dezer dagen ongeveer
30 000 arbeiders van ijzer- en staalfabrie
ken aan de Tee zonder werk gekomen.
De scheepswerven kunnen het nog een
veertien dagen uithouden. De voedsel
voorziening'in dit nijverheidscentrum is
verzekerd, gas- en electriciteitsfabrieken
kunnen het bij een zorgvuldig en be
hoedzaam bedrijf uithouden. In Noord-
Yorkshire is men begonnen hoogovens
te dooven, in de Ironstonemijnen worden
de paarden naar boven gebracht. Het
grootste deel van de ijzer- en staalfa
brieken staat nu stil. Eenige fabrieken
houden een deel var. de aibeiders aan
het werk om herstellingen te doen.
Hoe lang zullen ze dit echter vol kun
nen houden
En dan met den winter voor de deur
Allerlei geruchten over een alge
meene staking in Portugal deden de
zer dagen de ronde.
Daarin schijnt echter veel overdreven
heid te zijn geweest, want uit Lissabon
wordt in verband met die berichten over
een algemnene staking en revolutionaire
bewegingen aan de „N. R. Ct." geschre
ven, dat alle geruchten over Londen en
Madrid over een algemeene staking in
Portugal onwaar zijn dat de staking
der havenarbeiders pas geëindigd was,
een gedeeltelijke spoorwegstaking nog
aan den gang was en de post- ea tele-
graafbeambten in het geheel niet gestaakt
hadden.
Het nieuwsagentschap Fabra schijnt
niet zeer betrouwbaar te zijn. Er is
een havenstaking geweest die twee we
ken duurde en juist dezer dagen is af-
gelcopen. Op de spoorwegen in het
Zuidelijk gedeelte van Portsgal (bezui
den de Taag) wordt gestaakt. Er rijden
evenwel eenige treinen onder bewaking
van militairen. Ook op eenige noorde
lijke lijnen wordt gestaakt, maar de ver
binding naar Madrid en de andere inter
nationale lijnen staken niet.
De post en telegraaf hebben in het
geheel niet gestaakt. Wel hebben er
geruchten geloopen dat er een post- en
telegraafstaking zou uitbreken, maar er
is niets van gekomen.
Verder is er te Lissabon een staking
van de gemeentereiniging. Het vuilnis
wordt nu maar voor de deur op straat
neergelegd en dit wordt zooveel moge
lijk opgehaald door gewapende militairen.
Ook van een bakkersstaking is niets
bekend.
Dezer dagen werd meegedeeld, dat
Mc. Swiney, de burgemeester van Cork
was overleden.
Dif heeft echter berust op een ver
gissing.
Niet hij, maar een der andere Iersche
hongerstakers, Michael Fitzgerald, is na
68 dagen gevast te hebben, gestorven.
De burgemeester van Cork heeft naar
aanleiding van dit overlijden van zijn
mede-hongerstaker aan den onderburge
meester van Cork het volgende telegram
gezonden
„Geen tranen, maar vreugde voor onze
kameraad, die bereid was om zijn God
te ontmoeten en voor zijn land te ster
ven. Hij is bij de onsterfelijken en men
zal zicïi zijner altijd herinneren. Wij
weten niet wie de tweede zal zijn om
het pad der onsterfelijkheid te betreden,
maar door offervaardigheid zonder voor
behoud beschermen wij de lotsbestem
ming van Ierland."
Nu geven wy dit {telegram niet, om
daardoor aan te geven, dat wij de daarin
vervatte woorden zouden onderschrijven.
Men kent ons oordeel over een hon
gerstaking hoe ook goed gepraat, het
blijft zelfmoord.
We deelden het telegram echter mee
om te laten zien, de vaste kracht, die
in de harten dier menschen zetelt.
Het zal daarom Engeland ook niet
meevallen, die kracht te overwinnen.
Daarop kan het rekenen 1
Slachtoffers van kannibalen.
Van Nieuw-Guinea is te Brisbane be
richt ontvangen dat er twee blanken en
tien inlanders vermist worden, die naar
men vreest door inboorlingen aan de
Fly River zijn opgegeten. De vermisten
maakten jacht op paradijsvogels.
Er zijn zestien Chineesche jagers op
zoek gegaan toen zij een dorp van de
inboorlingen aan de rivier naderden,
sloegen dezen op de vlucht. De Chineo-
zen vonden met bloed bevlekte boekjes
foto's, kleeren en een kaakbeen met ge
plombeerde tanden. Er bestaat dus
weinig twijfel meer, dat de vermisten
het slachtoffer van kannibalen zijn ge
worden.
a MrvvxTmnf-nxim r»'l uƒ1 1K mnnndnn TTYonr»o nor nncf unnr N^rlpflnnrl f 1 2;v