Oraaan ter verspreiding der Christelijke Beginselen in Zeeuwseh-Vlaanderen.
No. 286.
Zaterdag 16 October 1920.
3e Jaargang.
Uit de Schrift.
FEUILLETON.
JAN WAANDERS.
W I 4 linNNRMENT Rii bezoreine f 1.15 per drie maanden. Franco per post voor Nederland 1.25.
Uitgave van de Christelijke Persvereeniging „Zeeuvvsch-Vlaanderen" te T e r N e n z e n.
Alle stukken, de redactie en administratie van dit blad betreffende, moeten worden gezonden
aan
den'redacteur, J. HOMMES, Lange Kerkstraat 5, Ter Neuzen
ABONNEMENTBij bezorging 1,15 per drie maanden. Franco per post voor Nederland 1.25.
ADVERTENTIËN Van 1—4 regels ƒ0.60. Elke regel meer ƒ0.15. Abonnementen per
contract. - Crisistoeslag 15%. Inzending van advertent.ën tot 12 uur s middags op
de verschijndagen bri den drukker D. H. LITTOOIJ Az. te Ier Neuzen. Telefoon Nr. 20.
Het is beeld-
EEN BRIEF VAN CHRISTUS.
Het is opmerkelijk, dat we onder de
66 boeken des Bijbels, geen enkel boek
of brief hebben eigenhandig door den
Heere Jezus geschreven.
Wel hebben we brieven van Paulus,
Petrus en Johannes, doch wat zouden
we gaarne een brief bezitten van Christus
zelf.
Een eigen geschrift des lleeren. Al
licht dringt zich de vraag wel eens aan
het hart op Wat zal toch de reden zijn,
dat we geen enkel geschrift hebben aan
de pen van Christus ontvloeid
En toch mogen we ook hierin de diepe
wijsheid Gods naspeuren.
De Heere die weet wat in den mensch
is, wist dat zijn kerk zulk een geschrift
niet was toevertrouwd.
Er zou afgoderij mede bedreven
worden.
En toch heeft de Heere Jezus brieven
nagelaten en schrijft Hij nog telkens
brieven.
Doch niet met inkt of pen maar door
Zijn Geest.
Ja er zijn brieven van Christus. Of
is elk wedergeborene niet een levende
brief, een brief die ons iets van Jezus
te lezen geeft, die van Zijn werk, Zijn
ontferming, Zijn genade getuigt?
Dat zijn levende brieven.
De Apostel Paulus spreekt in 't ver
band van den tekst over zijn bediening,
zijn arbeid onder de Corinthiërs.
„Want wij zijn Gode een goede reuk
van Christus, in degene, die zalig wor
den."
Nu gaf het al den schijn alsof 1 aulus
zich zelf begon aan te prijzen, en daar
mede gelijk stond aan de valscho leeraars,
die aanbevelingsbrieven mede brachten.
Hij heeft geen getuigschrift van men-
schen noodig. Zijn aanbevelingsbrief was
de gemeente van Corinthe.
Dat er in de groote wereldstad Corinthe
een gemeente van Christus was, dat er
geestelijk levende menschen waren, was
zijn aanbevelingsbrief.
'Daarin heeft de Evangeliedienaar de
goedkeuring Gods op zijn werk, als er
onder zijn dienst zondaren bekeerd
worden.
Dat toch is het Goddelijk zegel. Daar
aan heeft de dienstknecht Gods behoefte,
daar ziet hij naar uit, dat de Heere het
zegel Zijner goedkeuring aan Zijn werk
hecht.
Nu, dat was daar in Corinthe geschied.
De gemeente was een brief van Christus,
en als zoodanig is zij openbaar geworden.
Geschreven niet met inkt of pen, maar
door den Geest des levenden Gods.
Niet op papier maar in de vleeschen
tafelen des harten.
76) Z E L A N D 1 A.
„Hier? Maar meneer ....ach, wat
zal ons nog overkomen
„Wat is er eigenlijk gebeurd ver
mande vader Van Reusen zich te vra
gen.
De rechercheur begreep, als man van
't vak, dat deze beide oudjes van alles
onkundig moesten zijn. Hij hoefde hier
niet te zoeken naar den schuldigetrou
wens dien vermoedde hij ook niet hier
te zullen vinden. En omzichtig deelde
hij het meeer was, zooals hij 't uit
drukte, een belangrijke som gelds ver
mist, duizenden, en op 't kantoor
vermoedde men, dat Van Rensen er
meer van kon af weten, Hij was van
morgen niet op 't kantoor verschenen,
en van een reis naar Groningen, dien
hij zou hebben te maken, was daar niets
bekend.
De oudjes zaten verslagen.
„Ze denken toch niet., dat Henk een...
diefis barstte moeder uit „Me
neer, hoe kunnen ze dat doen Hij is
Een brief van Christus,
spraak ge verstaat het.
Een brief, als het maar geen zaken
brief is vloeit voort uit het hart.
Als ge een brief ontvangt zijt ge be-
geerig naar den inhoud, maar meer nog
naar de onderteekening. Wie is de af
zender, daar hangt de waarde van den
inhoud van af.
Elk kind Gods is een brief van Chris
tus. Een levende brief.
Zjj zeggen u iets van Christus. Christus
schrijft die brieven door Zijn Geest. Hij
onderteekent ze met Zijn naam.
Het werk der genade Gods zal in hart
en leven te lezen zijn.
Zij getuigen van Christus. Gods werk
draagt Zijn Naam.
Paulus was do pen waarmede de
Heere schreef. Hot werktuig, het instru
ment. Dat zijn de Dienaron, meer niet.
De pen schrijft de brief niet, maar
hij die de pen hanteert.
Door zijn arbeid, door de prediking
des Evangelies werden zondaren toege
bracht en openbaar als levende brieven
van Christus.
Die brieven van Christus zijn niet
geschreven met inkt, maar door den
Geest des levenden Gods. Ja, hij trekt
de vergelijking nog verder door als hij
wijst op het papier.
Niet ingegrift in steen, in steenen
tafelen, maar in de harten, in de vlee
schen tafelen des harten.
De Apostel maakt hier een vergelijking
met de Wet des Heeren ingegrift door
Gods eigen vinger in de steenen van
Iloreb.
De letteren in de steenen tafelen der
wet zijn niet alleen het geschrift Gods,
er is ook schrift door Gods Geest ge
schreven.
Die letteren op die levende brieven
getuigen van genade bewezen aan schul
digen en verlorenen, spreken van het
werk Gods, dat die steenen harten week
maakte, vatbaar voor 't schrift des
Heeren.
De Heere schrijft Zijn wet in de
harten.
„Ik zal hun eenerlei hart geven"
getuigt de Heere door Ezechiël „en
Ik zal een nieuwen geest in het binnenste
vau u geven, en Ik zal het steenen hart
uit hun vleesch weg doen, en hun een
vleeschen hart geven."
Alleen daarop schrijft Gods Geest.
Dat is het papier.
Neen, de zondaar zooals hij van nature
is, bezit een hart harder dan metaal, kan
zoo geen brief van Christus zijn.
Eerst moet dat hart vernieuwd, levend
gemaakt.
In de wedergeboorte het steenen hart
wegnemen en een vleeschen gegeven.
Gods Geest schrijft op harten, die
zacht gemaakt zijn door Goddelijke
genade. Steenen harten spreken niet
van Gods ontferming, evenmin als de
steenen der wettafel.
En vraagt ge dan wat Gods Geest op
die levende brieven schrijft?
Wiat die brieven geven te lezen
Laat mi] mogen opmerken, dat het
niet allen brieven zijn van denzelfden
inhoud, al is de grondtoon dezelfde.
Ge zult in alle dezen grondtoon vinden
„In mij zeiven een verdoemelijk zondaar,
altijd eerlijk geweest en nooitNee,
ze kon niet verder. Haar jongen een
dief 1
Maar vader schudde met het grijze
hoofd. Wat moest hij er van denken.
Hjj was nuchterder in zijn oordeelen.
Hij begreep, al deed dit begrijpen pijn,
dat er tusschen Henks verdwijning en
het verduisteren van het geld, een ver
band bestond, dat niet moeilijk te door
zien was. Het stond voor hem vast,
wat zjjn vrouw nog met afschuw ver
wierp zijn zoon, zijn eenig kind was
een dief
Hij voelde zich als versufthij voelde
schaamte gloeien op zijn gerimpeld voor
hoofd hij, de vader van een dief
hij voelde zich aangegrepen door een
hevige smart; 'twas hem, als ontzonken
hem in dit eigen oogeublik alle krach
ten, alle steun hij voelde zich verlaten,
zelfs door zijn God! o, Nu gingen toch
alle golven en alle baren over hem heen
hij werd er onder bedolven hij zou er
in omkomen dit zou zijn einde wezen.
Als in een nevel zag hij zijn oude
vrouw snikkend gebogen over de tafel
als door een nevel hoorde hij de stem
van den vreemde. Wat zeidedie? We
zenloos staarde hij den man aandie
zijn vraag herhaalde. En hij had de
kracht niet om te antwoorden, hij knikte
die alleen uit genade kan zalig worden
en de verdienste van Christus."
Dan zullen die brieven u te lezen
geven van berouw over de zonde.
Van zondekennis en zondeschuld.
Als go zulke levende brieven van
Christus leest, zult ge in den eenen moer
vinden, de zondekUeht, klacht over de
verdorvenheid, maar geleest ook de bede
om genade.
Neem een anderen brief en ge leest
meer van 't geloof, van't geloofsvertrou
wen, van 't steunen op de gerechtigheid
van Christus.
Go leest daarin de jubelzang des ge-
loofs „Zoo is er dan nu geen verdoemenis
voor degenen, die in Christus Jezus zijn."
Neem nog weer een anderen brief en
hij bevat meer over de liefde. Liefde
tot Christus en Zijn werk. Het, wij
hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst
heoft liefgehad, leest ge op elke blad
zijde.
Weer een andere brief spreekt meer
over de hope en zalige verwachting.
Sla een oogenbhk zulk een brief op.
Nu nemen we een duidelijk leesbaren
brief.
Leest ge dan niet deze taalAls de
Heere mij naar mijne verdienste gedaan
had, ware ik reeds lang in 't verderf
neergezonken, afgevallen van God, een
overtreder van al Zijne geboden. Maar
dit is Zijn ontferming hij heeft uit
vrije liefde naar mij omgezien mij aan
mijn zonden ontdekt, het steenen hart
verbrijzeld, mij op Christus gewezen,—
in Hem heb ik mijn Zaligmaker ge
vonden, in Hem mijn leven, mijn Borg
en Middelaar.
Hij heeft mij mijne zonden vergeven,
uitgedelgd door Zijn bloed.
Nu God voor mij geen vertoornd
rechter meer, maar een verzoend God
in Christus.
En dan spreekt zulk een brief van de
hope en verwachting, van het Vaderhuis
met zijn vele woningen, en eindigt in
het
Maar, blij vooruitzicht, dat mij streelt
Ik zal, ontwaakt, Uw' lof ontvouwen,
U in gerechtigheid aanschouwen,
Verzadigd met Uw Goddelijk beeld.
Zie, dat is iets. Een uittreksel slechts.
En do Heere schrijft op die brieven
Zijn naam.
Op den eenen meer den naam Ont-
fermer, op een ander weer meer den
naam Getrouwe, Genadige.
Let hierop, want, dat is 't kenmerk een
brief van Christus te zijn.
het voor een ieder leesbaar dat gij Gods
werk zijt
Neen, het is niet altijd in de eerste
plaats de vraag of zij het van u gcloo-
ven, dat gij een kind Gods zijt, die ge
op 't kerkpad ontmoet, of met wie ge
in gezelschap samenkomt om over 't
werk Gods te spreken, maar gelooven
uwe huisgenooten het ook, zij met wie
ge dagelijks verkeert op den akker of
in de werkplaats, omdat ze moeten
zeggen een leesbare brief Christi
O, menig kleingeloovige, die voor zich
zelf in 't donker gaat, predikt door zijn
handel en wandel, geeft, getuigenis van
godsvrucht.
En dan te zijn levende brieven. Zij
zijn nog niet afgewerkt, nog niet voltooid,
Christus schrijft in de ervaring van het
genadeleven er altijd weer iets bij.
Nieuwe ervaringen, genietingen, ont
dekkingen.
Wat schreef Christus de laatste dagen
er bij Vraag u zeiven dit eens af, gij
die door genade gelooven moogt 't werk
zijner handen, 't schrift zijner vingeren
te zijn.
Leesbare brieven Christi moeten Gods
kinderen zijn.
Maar dan moet gevraagd Hoe is liet
mogelijk dat Zijn volk zoo van den
Heere zwijgen kan
Hebt gé dan niets van Jezus te ge
tuigen, niets van Hem te vertellen?
Hij heeft Zich toch een volk gefor
meerd, opdat ze Zijn lof verkondigen.
„O gij, die des Heeren doet gedenken,
laat geen stilzwijgen bij uüedeu wezen",
opdat Gods werk Gods naam prijze.
Zaamslag.
De „direkte actie'
Zijt gij nu, lezer, als zulk een brief
van Christus openbaar geworden
Paulus zegtals die openbaar zijt
geworden, dat gij een brief van Christus
zijt.
Kan dat ook van u gezegd Zijt gij
een leesbare brief?
Gods werk toch kan niet verborgen
blijven.
De verandering van den dood tot het
leven, van arm tot rijk, de openbaring
van een steenen of een vleeschefl hart
is zoo onderscheiden, dat het zichtbaar
wordt.
Daarom wat getuigt gij van Christus
Wat getuigt uw handel en wandel? Is
slechts met het grijze hoofd; ja, die
secretarie, dat was Henks eigendom
ja, daar bewaarde hij zijn papieren en
boeken ja, de rechercheur kon zijn gang
gaan, en die laden openen en ze onder
zoeken ja,-
En de rechercheur ging zijn gang, zocht
en doorzocht; maakte enkele aanteeke-
ningen vroeg nog eens naar bijzonder
heden over Henks vertrek
En toen ging hij.
Verpletterd liet hij de beide oude lie
den achter.
Tegen elkander geleund, schreiden ze
hun verdriet uit.
HOOFDSTUK XIII.
Avond.
In gebogen houding zit Jan Waanders
bij het bed van zijn kind. Aan de tafel
heeft zijn moeder plaats genomen. Geen
woord wordt gesproken. Slechts breekt
zich af en toe een lange zucht los uit
zijn borst. Bleek ziet hij er uitflets
staan zijn oogen uit geheel zijn gestalte
schijnt alle veerkracht verdwenen uit
zijn hart alle hoop, alle moed.
Half in de schaduw zit hij daar het
licht der lamp is zwaar getemperd. In
de schaduw, neen, in het duister, in het
stikduister is zijn ziel gehuld. Geen
licht dringt daar in door. Licht? Zou
De bekende communistische dame,
Mevrouw Henriëtte Roland Holst heeft
steeds zeer ernstig nagedacht over de
middelen, om tot de dictatuur van het
proletariaat te komen, hetgeen in andere
woorden wil zeggen om do revolutie te
brengen.
„Wij vinden in de geschiedenis
zoo heet het bij haar le. de gewa
pende opstand, maar hieraan valt, zoo
'ang het leger een willoos werktuig is
in de handen der regeering, niet te den
ken 2e. de belastingwetgeving, echter
betaalt het proletariaat te weinig dir?cte
belastingen, dan dat dit nog eenig effect
zou werken3o. de dienstweigering,
doch deze leidt, voorloopig althans, tot
niets dan gevangenis en in tijden van
spanning tot doodstraf der enkele dienst
weigeraars. Zoo is dan het eenige middel,
dat overblijft, de politieke staking. Een
ander gevveldmiddel heeft het proletari
aat voorloopig niet".
Nu zal men zeggen, Mevr. Roland Holst
is commuuiste en van dezulken kan men
alles verwachten.
Dat de socialisten er echter ook wel
iets voor voelen, moge blijken uit het
feit, dat Troelstra reeds 3 Februari 1903
in „Het Volk" schreef: „De algemeene
werkstaking zal zoo noodig ook in ons
land de conservatieven tot rede moeten
brengen en zij zal dit doen, daaraan
valt ondanks de houding der meeste vak
vereenigingen op dit oogenblik niet te
twijfelen".
Wel heeft hij zich toen dit is wel
eens meer gebeurd - geheel vergist,
doch sindsdien is hij en met hem een
groot deel van de S. D. A. P. er heusch
niet tammer op geworden. Denken we
slechts aan de ook al weer mislukte
algemeene staking tijdens de behandeling
van de anti-revolutiewet en aan de tak-
tick tijdens de post- en telegraafstaking.
Verwondering moet het daarom wel
wekken, dat Dr. Van Dillen, ook een
bekend socialist, met critiek tegen die
„direkte actie" komt, zooals we hieronder
nadc-r zullen zien.
voor hèm nog één lichtstraal schijnen
Daar is zijn nacht te zwart voor. Moe
ders pogingen, hem op te beuren, te
troosten, faalden, o, ze meende het wel
goed, zijn trouwe moeder, wier liefdevol
hart nu eerst ten volle voor hem open
viel, maar ach, zijn leed was te diep,
zijn last te zwaar, zijn zorg te groot.
Ach, welk een zwarte week lag ach
ter hem.
Daags na Truus' sterven had een brief
hem bereikteen brief van Henk van
Rensen. 'n Laaghartige wraakneming
nü, in deze omstandigheden, dieper kwet
send, vlijmend versche wonden opnieuw
doende bloeden. Wax zóó Truus geweest.
Was hij al dien tijd, maanden lang, zóó
bedrogen geworden; o, ze was nog véél
véél, véél slechter geweest, dan hij ooit
had durven vermoeden. Was hij dan
de dupe geweest van 't. grofste bedrog;
had ze gespeeld met zijn naam en zijn
eer? Was de moeder zijner kinderen
wel meer geweest dan een Hij had
gemeend, dat ze niet dieper had kun
nen zinken, dat hij haar val wisthaar
spilzucht, haar bitsheid, haar harteloos
heidhij had zich diets gemaakt, dat
hij haar in alles had doorzien dat het
immers niet erger kóndat ze hem vol
komen had gedèsillusioneerd ach, wat
krenkende ontgoochelingneen, al dat
Y Een hoogst gevaarlijk
wapen.
De socialistische De. Van Dillen heeft
in het „Populair Wetenschappelijk Bij
voegsel" van „Het Volk' van Zaterdag
9 October een uitvoerig artikel geschre
ven over „De Duitsche Revolutie'
Vooral is dit zeer merkwaardig, als
hij komt tot de „direkte actie" en daar
van zegt
„De Duitsche arbeiders zullen dan ook
m.i. verstandig doen door liet z.g. „nieu
we" wapen van de „direkte aktie"
de werkstaking met politieke doeleinden
zoo min mogelijk toe te passen. Ik
ontken niet dat in zeer buitengewone
omstandigheden ook een buitengewoon
strijdmiddel gerechtvaardigd kan zijn.
Maar de direkte aktie is een hoogst ge
vaarlijk wapen. Het beteekent immers
de instelling van een nevenregeering,
hetgeen op den duur onvermijdelijk tot
burgeroorlog moet leiden".
Voorts komt hij op tegen de meening
van Troelstra, „dat uit een h i s t o r i
se he beschouwing van den toestand in
Europa de konkhisie getrokken moet
worden, dat wij aan den vooravond van
een socialistische revolutie staan.
Dat ontken ik ten sterkste. De op
merking moet uiij van 't hart, dat van
de term „historisch" tegenwoordig veel
misbruik wordt gemaakt. Voortdurend
worden we onthaald op historische woor
den, momenten en taken De uitdruk
king van „de historische taak van het
proletariaat" bevat ongetwijfeld een kern
van waarheid Maar men moet toch voor
zichtig zijn met zulke groote woorden.
De mooiste symphonie wordt bij voort
durende herhaling een afgesleten orgel-
deun! Wat Duitschland betreft, kan toch
zeker niemand ontkennen dat een deel
van het proletariaat juist liet deel,
dat het meest revolutionair is tenge
volge van de geleden ontbering, zoowel
in physiek als in psychisch opzicht, in
slechtere konditie gekomen is. Dat is
niet het geschikte moment om te midden
van een feilen revolutionairen strijd met
alle andere klassen een reusachtige „his
torische taak" op de schouders te nemen.
De ekonomische ontreddering is in
Duitschland zóó groot, dat alleen een
samenwerking van de sociaaldemoluatie
met de demokratische elementen uit de
burgerij dit land van een volkomen on
dergang kan redden.
Een historische beschouwing leert juist
dat groote oorlogen steeds ekonomische
ontreddering en iiongeropstanden tenge-
andere, wat was het bij al déze onthul
lingen Dit was de volkomen schip
breuk van alle idealen dat brak hem.
Neen, geen mildere gevoelen kón hij nog
koesteren het schrijven was tè over
tuigend o, hij knerste de tanden op el
kaar die ellendeling 1 Die Ze
was dan duizendmaal slechter geweest,
dan hij had kunnen denken. En hij
hij'kon zichzelf voor 't hoofd slaan. Hij
had zich laten bedriegenzich een rad
voor de oogen laten draaienmaanden
aan één. En zij.... hij walgde nu van
haarzij, terwijl haar kind ziek lag,
doodziek, zij.... had Herm verlaten, en
was gegaan naar hem o, Hoe had
hij gisterenavond nog iets kunnen ge
voelen van wat zweemde naar liefde,
toen hij haar had gezien, met het mis
vormde gelaat, het gebroken lichaam
hoe had hij haar nog willen zien, de
trouwelooze, de schuldige Had ze
niet haar lóón, haar vólle loon 't Was
goed, dat ze dood was, dat de paarden
hoeven haar hadden vertreden, de mein-
eedige anders, zou hijZijn vuisten
krampten samen; ha! hij zou haar kun
nen beuken, trappen hij zou
Maar machtelooze woede was het, die
hem deed trillen zijn wraak moest uit
blijven ze vond geen voorwerp meer
(Wordt vervolgd).
rssmsKRBZsz*
ZEEUWSCH-VLA ANDERE
Als die openbaar zijt
geworden, dat gij een
brief van Christus zijt,
en door onzen dienst
bereid; die geschreven is
niet met inkt, maar door
den Geest des levenden
Gods, niet in steenen
tafelen, maar in vleeschen
tafelen des harten."
2 KORIXTHE 3 3-
DOOR
De Brüijne.