Oraaan ter verspreidinq der Ghristelijke Beginselen in Zeeuwseh-Vlaanderen. No. 275. Woensdag 8 September 1920. 3e Jaargang. FEUILLETON. BUITENLAND. JAN WAANDERS. aJ ABONNEMENT Bij bezorging f 1,15 per drie maanden. Franco per post voor Nederland f l.2o. Uitgave van de Christelijke Persvereeniging „Zeeuwseh-Vlaanderen Alle stukken, de redactie en administratie van te Ter Neuzen, dit blad betreffende, moeten worden gezonden aan den'redacteur, J. HOMMES, Lange Kerkstraat 5, Ter Neuzen. ABONNEMENT: Bij bezorging 1,15 per drie maanden. Franco per post voor Nederland f 1.2o. ADVERTENTIËNVan 1—4 regels fO.GO. Elke regel meer f 0.15. Abonnementen per contract. - Crisistoeslag 15 Inzending van ad ver tentién tot 12 uur s middags op de verschijndagen bij den drukker D. H. LITTOOIJ Az. te Ter Neuzen. Telefoon Nr. 20. V Over socialisatie. De verschillende socialistische biaden zijn tegenwoordig bezig allerlei beschou wingen te geven over de socialisatie. Op een tweetal daarvan wcnschen we eens de aandacht te vestigen. Allereerst geven we daartoe het woord aan ..De Baanbreker" het bekende soci alistische weekblad voor onze provincie. Het Statenlid Lindeijer begint daarin een artikel „Socialisatie" aldus: Ons laatste Partijkongres besloot een krachtige aktie voor socialisatie tei hand te nemen. Socialisatie wil de prouuktie, nu zoo goed als uitsluitend een middel om een kleine klasse te verrijken, dienstbaar maken aan de belangen van allen. Socialisatie is in het belang der gan- sche volksgemeenschap, maar is van het grootste belang voor de arbeiders, die nu het slachtoffer zijn van het tegen woordige produktiestelsel. Het. behoeft ons niet te verwonderen, dat alle partijen en bladen die het tegen woordig kapitalistisch stelsel verdedigen, veelal omdat hun eigen belangen daarin het beste worden gediend, als domme stieren op de socialisatie aanrennen. In het algemoen lijkt hot wel of de klerikale pers de prijs wil winnen in deze dolle aanval. Wie de onzinnige en kinderachtige bestrijding der socialisatie leest in „De Zeeuw", het dagblad van Noord-Brabant, Zeeuwsch Vlaanderen en soortgelijke blaadjes, vraagt zich wel eens af of de schrijvers van zulke arti kelen nog eenig gezond verstand bezitten. Het zijn vooral de christelijke ar beiders, voor wie de socialisatie onge twijfeld veel aantrekkelijks heeft, die hiervan afkcerig gemaakt moeten worden. De redeneering is dan ongeveer aldus de socialisatie is weer een van die on uitvoerbare malligheden, dier zondige en verdoemde socialisten, dus is de sociali satie voor ieder christenmeusch uit den booze. De onnoozele zielen, die alles slikken wat heeroom of de een of ander ouder- wetsche dominee hen voorkauwt, geloo- ven dit alles wel, maar zij die al zijn ze christelijk, toch de ellende en onhoud baarheid van het kapitalisme moeten erkennen, denken er gelukkig^in enkele gevallen anders en beter over Men kan wel zeggen, dat deze over tuiging van den heer Lindeijer er die van vele zijner partijgenooten is. Immers voor de meesten der socialis- ten is socialisatie een tooverwoord, dat ongeveer zooveel wil zeggen als het „Sesam, open U" in het bekende sprookje, waardoor men groote schatten kon ver krijgen. Geeft ons slechts de socialisatie, den ken ze tenminste de meerderheid en wij kunnen krijgen wat ons hartje maar begeert. Eerst dan zal de stroom van zegeningen los komen, als alles ge socialiseerd wordt. Dat. het zoover nog niet is, heeft men te „danken" aan de kapitalisten en hun handlangers. Als „domme stieren" rennen die op de socialisatie aan, daarbij volgens den lieer Lindeijer voorafgegaan door „De Zeeuw' het „Dagblad van Noord Brabant", „Zeeuwsch Vlaanderen", en soortgelijke blaadjes. 72) Z E L A N D I A. Haar knieën knikken. Wanhoop, woe de, teleurstelling kampen met elkaar. Ze voelt zich ellendig, diep ellendig Toch gaat ze voort. Als in een roes. Bijna struikelt ze. Verder, verder! Waarom? Voort toch, voort! Ze kan haast niet meer. Ze hijgt naar adem. VoortNaar Herm, naar haar kind 't Plein over. Alles wemelt voor haar oogen Daar, dien hoek om, daar kan ze Hoort ze die kreten niet, die schelle waarschuwende stemmen Rijst en daalt daar in eens het lieele plein Een hevige ruk aan de leidsels. Een korte draai tevergeefs de koetsier kan zijn vurig span niet snel genoeg in houden woest steigeren zijn paar den een vreeselijke gil De koetsier is van den bok gespron gen tientallen voorbijgangers omringen het rijtuig vele handen houden de paar den in bedwang Het is nu naar aanleiding luervan, dat we in de tweede plaats het woord geven aan een partijgenoot van den heer Lin- 1 In1 „Het Volk" van Zaterdag 28 Augus tus schreef nl. de lieer J. Goudriaau Jr. ook over de socialisatie. Deze laat een geheel andere toon lino- ren dan partijgenoot Lindeijer en wijst op het groote verschil tusschen liet schermen met groote woorden en de uit voering er van in de praktijk. Zoo zegt hij bijv. rake dingen over „het moeilijke vraagstuk van de verdee- ling van het maatschappelijk arbeids- produkt". De eenvoudige formule van „liet on aantastbare recht op de volle opbrengst van den abeid" kan daarbij volgens den heer Goudriaau maar geringe diensten bewijzen. En hierop laat hij de merkwaardige woorden volgen „Want zoodia het gaat om de prak tisclie toepassing, rijst de vraag: welk gedeelte komt toe aan den ongeschoolden arbeider, welk aan den geschoolde, welk aan den baas, welk aan den ingenieur, welk aan den organisator, die het initia tief en de centrale leiding geeft Deze vragen kunnen niet met één woord wor den beantwoord, maar zeker is, dat het den ondergang van de produktie betee- fcent wanneer men kwalitatief ongelijk- waardigen arbeid gelijkelijk zou gaan beloonen. Zeker is ook, dat iu deze maat schappij, waarin het gemeenschapsgevoel nog maar 'n uiterst teer plantje is, dat ternauwernood een paar bescheiden blaadjes boven den grond heeft gebracht, elke poging in die richting, die zekere vrij nauw getrokken grenzen overschrijdt, een weerslag vindt in daling van de produktie". „Zoolang de vorming van nieuw kapi taal geschiedt door de besparing van particuliere personen, is het alleen mogelijk dien maatschappelijk nuttigen spaarzin te prikkelen en in stand te houden, indien als belooning voor het bespaarde kapitaal rente wordt geboden. Het socialisme niets dan verdeelings- vraagstuk het is wel de oudste, maar niet de sterkste zijde van het socialisme. Het is het daarom niet, omdat een niv-elleering van de inkomens van de verschillende kategorieën arbeid de totale produktie doet daleu omdat liet rente inkomen alleen kan worden opgeheven naarmate het vervangen wordt door een akkumulatiepost voor rentevrij kapitaal, waarvan de voordeelen zich eerst over tientallen jaren voelbaar maken en tenslotte omdat een gelijkmatige opdee ling van het maatschappelijk inkomen gesteld dat al deze vitale bezwaren niet golden) nu reeds voor enkele arbeiders groepen achteruitgang van inkomen zou beteekenen. Bonger heeft in 1914 becijferd, dat het gemiddelde inkomen per gezin bij een volkomen gelijke verdeeling f 1700 per jaar zou bedragen. Het zal in guldens van 1920 uitgerekend stellig niet meer dan f8500 zijn of f67 per week. En een dergelijke bolsjewistische verdeeling zou onmiddellijk tot gevolg hebben, dat de productie omlaag snelde zoo vlug als men het zich maar denken kan, zoodat, naar mijn overtuiging, het deel van de arbeiders nog belangrijk kleiner zou worden, dan het thans bedraagt. Er komt een oogenblik ook dit dient men te beseffen waarop loon- akties als eindresultaat vermindering van welstand tengevolge hebben." Men ziet liet, dat zijn geheel andere woorden dan die, welke we van den heer Lindeijer aanhaalden». 't, Is echter niet ongewenscht, dat wij ze goed in ons geheugen houden, om socialistische heeren, die over de sociali satie spreken als een schoon en heerlijk iets en beweren, dat ze wordt tegen gehouden door het kapitalisme, 1102 eens op deze heel wat bezadigder woorden van hun partijgenoot Goudriaan te wijzen, Met name dienen we dat hier te doen, waar de redactie van „De Baanbreker" 7.00 gemakkelijk over het probleem van socialisatie schijnt te denken. Een kreet van afgrijzen rijst uit de saamgestroomde menigte. De voorsten wijken ontzet terug. „Dood!" huivert het de rijen door. Eu de achtersten rekken de halzen, 0111 tóch nog te zien, dat vreeselijke Politie komt. Maakt proces verbaal op. Een brancard voert de overredene wegOf is 't haar lijk? HOOFDSTUK X. Laat kwam Jan Waanders thuis. In jagende spoed had hij den weg van het kantoor naar huis afgelegd. Hoe zou het met Herm zijn Hij trad de kamer binnen hoe Niemand thuis? Maar dat kón immers niet. Daar moést iemand zijn. Trims tochGejaagd liep hij de vertrekken door, nadat een enkele blik op het ledi kant hem had overtuigd, dat Herm nog immer in hooge koorts daar lag. Neen, niemand! 't Koude zweet brak hem uit. Wat had dit te beteekenen? Zou ze soms even de deur uit zijn, misschien om iets te halen een ef ander noodigs voor Herm tegen den nacht Zou soms de dokter geweest zijn en zou ze even nog om medicijnen Zijn gedachten overstelpten elkaar ïlij zette zich Eerste Zeeuwsch-Vlaam- sche Landdag. Gaarne verwijzen we nog eens naar de advertentie in dit en het ingezonden stuk in het vorige nummer over den te houden Eersten Zeeuivsch-Vlaamschen Landdag te Zaamslag op Zaterdag a.s. Doel daarvan is immers allereerst een nauwer contact te brengen tusschen volk en weermacht, om onze „jongens" meer voor ons te doen leven. Want zulks is wel noodig. De band toch is altijd zeer slap ge weest en met minachting werd door al wat burger was op een militair neerge zien. ,,'t. Is maar een soldaat" was steeds de gewone uitdrukking. Nu willen we in verband daarmee opmerken, dat iu vroegere tijden daarvoor vanwege de militairen ook wel eens aanleiding werd gegeven omdat ieder die maar de kosten kon betalen zich „vrijkocht" van den plicht om te dienen, doch dit neemt toch niet alle schuld van ons volk weg. Wel werd deze treurige toestand bij den persoonlijken dienstplicht iets beter, omdat het „vrijkoopen" toen niet meer bestond en dus ieder in dienst moest, maar liet was eerst de mobilisatietijd, die in dit opzicht groote verbeteringen bracht. Immers toen gevoelde men in de dagen van groote spanning, dat naast God het behoud van ons land aan onze militairen te danken zou zijn. Veler oogen gingen open voor het feit, dat men zeer ten onrechte onze „jongens" had veracht en gesmaad. Zoo deelt bijv. Ds. T. J. Hagen in 'n brochure „Pro Rege" het volgende mee „Ik sprak een predikant, die tot me zei „Vóór de mobilisatie bad ik in het lange gebed 's Zondags voor alles en nog wat voor kerk en school, land en volk, krankzinnigen en idioten, heidenen en joden maar ik bad nooit voor de eigen zonen van ons volk, die in het leger en op de vloot moesten dienen die vergat ik altijd." Doch de mobilisatie is achter den rug en bij velen is de toenadering, die ze voelden tot onze militairen, weer geheel of anders grootendeels verdwenen. Dat nil is ten zeerste te betreuren, en vandaar dat in de eerste plaats het doel voor het bed, legde zijn hand onderzoe kend op Ilerms hoofd 't was als brand de hetHij vernieuwde de compres- sen, die lauwig aanvoelden.... Waar was Trims, waar was ze waar bleef ze Dat hij diit, nog niet had gemerkt! Daar lag een blaadje papierbeschre ven, vlak bij zijn stoel op tafel. Zenuw achtig graaide hij er naar. Met potloot was het geschreven, groote, onregelma tige letters. „Mijnheer, 'tis 11011 al bij tiene ik ken onmogelijk langer blijve. Mevrouw is al een paar uur weg, ze zou dadelijk terug zijn maar ze blijf weg. U zal wel gauw ko men, dus ik ga heen. Ik moet weg, want ze- wete d'r thuis niks van af. Marie." Versuft keek hij voor zich. Wat had dit te beduiden E11 waar was Truus dan heen? Iets ernstigs in de familie Zóó ernstig, dat ze zelfs haar doodziek kind verliet Enmaar dan had Marie daar toch vast wel iets over ge schreven Gekreun van Herm riep hem naar liet bed, o, wat voelde hij zich ongelukkig nameloos ellendig. Alleen, bij zijn zieke van dezen Landdag is, 0111 dien band weer steviger en hechter te maken. Doel is voorts in de tweede plaats om een open oog te krijgen voor de gevaren die ons voortdurend en in steeds sterkere mate bedreigen van de zijde der revo lutionairen. Om dus zoo mogelijk een dam te vormen tegen de revolutie. Dit tweetal pogingen dient ons natuur lijk sympathiek te zijn, zoodat we dan ook gaarne een woord ter aanbeveling schreven voor dezen Eersten Zeeuwsch- Vlaamschen Landdag. Bekwame sprekers zullen er belang rijke onderwerpen behandelen. Ds. Jan sen, de legerpredikant iu Algemeenen Dienst hoopt te spreken over „Volk en Leger", kapitein Roëll, adjudant van den Minister van Oorlog, over „Waakt voor Uw zaak" en Ds. Crousaz, oud-veld prediker, over „DesKoningsheerlijkheid." Hopen we dat het te Zaamslag een gezegende en leerzame ure moge worden, en dat het Comité niet tevergeefs op veel belangstellenden zal hebben ge rekend. wen over het kapitalisme, dat de arbei ders uitzuigt, en wat dies meer zij. Doch is ook dit advies van Lenin niet een sterk bewijs naast de vele, vele die vve reeds hebben dat het de com munistische heeren niet te doen is, om de maatschappelijke toestanden te ver beteren, maar dat het slechts gaat om eigen macht Eu om die macht to kunnen verkrijgen wordt niets geschroomd. Letterlijk niets. Al gaat het ook ten koste van het bloed van duizenden en nog eens duizen den, wat hindert zulks? Het doel heiligt immers de middelen I Doch eenmaal zullen ze het ondervin den, dat er een God is, Die leeft. V Met knepen en listen. Er wordt zoo half gekscherend wel eens gezegd: „Dat is communistische moraal". Bij goed nadenken, zal men zich echter de vraag moeten stellen Kan men bij de communistische ideeën nog wel in derdaad spreken van moraal Is het niet beter en juister geformuleerd door een voudig, kort en scherp te gaan zeggen Communist en moraal zijn een paar an tipoden, tegenstellingen? Werkelijk, daar is veel voor te zeggen. Met name, wnar een onzer bladen dezer dagen een en ander aanhaalde uit de, ja laten we maar zeggen, statuten van de „Communistische Internationale", men weet wel, de groote concurrent van de „Tweede Internationale", die socialistisch is. Deze statuten, zooals we ze dan noem den, zijn uitspraken van niemand minder dan den grooten Russischen bolsjewiek Lenin. Nummer 10 er van want ze zijn genummerd behandelt do vraag Hoe moet het communisme bevorderd worden Eu het antwoord het vreeslijke antwoord daarop is „Men moet tegen alles bestand, tot alle offers bereid zijn, zelfs indien het noodig is gebruik maken van knepen, listen, onwettige methoden, van het ver zwijgen en verbergen der waarheid Wij vragen U, is het te veel gezegd, dat we dit een vreeslijk antwoord von den. Kan men ooit betere bevestiging en het in de praktijk brengen krijgen van het gezegde„Het doel heiligt de mid delen Heiligt hier alle middelen, wettige, maar evengoed onwettige. Urn dat nog eenigszins duidelijker te maken worden van die onwettige midde len er enkele opgenoemd, nl. knepen en listen, onwettige methoden, en bet ver zwijgen en verbergen der waarheid. De terreur dus m.a.w. En dat terwijl Wijnkoop en consorten in ons land en andere „grootheden" in de andere landen moord en brand sclieeu- kind. En de moeder wegHoe kón zeOm haar verlangde hij niet naar haar terugkomst, maar dat ze Herm zóó aan zijn lot had overgelaten, dat was onverantwoorlijk, dat was erger dan hij ooit had wagen te onderstellen. Dat ze niet bijzonder aan haar kinderen gehecht was, hij had het helaas maar al te duide lijk ervaren, de laatste maanden. Maar dit Snel joeg de ademhaling bij den klei nen lijder. Af en toe een pijnlijk kreu nen meer nietgeen enkel teeken van bewustzijn geen vraag geen antwoord zelfs in de bij tuaschenpoozcn open oogen geen blijk van herkenning. I11 liet nachtstille huis zat hij, eenzaam, zwijgend. Traag schreed de wijzer over het witte veld. Hij wachtte...., de ergernis groeide en gloeide in zijn bin nenste. Waar was ze toch, waar bleef ze Er moest toch iets bijzonders zijn. Maar wat Hij kon er zelfs niet naar gissen. Elf sloeg de pendule. Nog was ze niet verschenen Hij moest toch iets doen. Wellicht., was haar een ongeluk overkomen. Hij schrok bij die gedachte. Neen, hij Gezien de verschillende gebeurtenissen uit den laatsten tijd schijnt Frankrijk tegenwoordig nog al erg oorlogszuchtig te zijn niet alleen, doch eveneens zich nog al zeer te voelen. Geheel onafhankelijk van Engeland erkende het in het Zuiden van Rusland de regeering van Generaal Wrangel. Ten opzichte van Duitschland dreigde het eerst reeds de onderhandelingen te Spa te doen mislukken en komt thans bij verschillende incidenten o.a. te Berlijn en te Breslau, met zware en diep krenkende eischen voor de Duitschers. Een derde voorbeeld van dat zichzelf zeer gewichtig voelen is thans, dat het een ultimatum aan Tsjitsjerin, dus aan de Russische bolsjewieken-regeeiing heeft gezonden, van den volgenden inhoud „De Fransche marine heeft voorbe reidselen voor het naar huis zenden der laatste Russische transporten uit Frank rijk op 15 September en uit Algiers op 26 September. Alle Fransehen, die nog in Rusland zijn, moeten dus naar de Finsche grens of naar Odessa gezonden worden. Als er na 30 September ook nog maar een Franschman tegen zijn zin in Rusland wordt vastgehouden, zal de Fransche regeering zich genoodzaakt zien, de Fransche vloot te bevelen in Zuid- Rusland die bewegingen uit te voeren, welke haar doeltreffend zullen lijken." Men kan nu juist nog niet zeggen, dat de toon er in zoo heel zachtaardig is. Maar ziet ge, Frankrijk voelt zich en doet daarom zeer gewichtig. Hoe het echter dan nog durft te lawaaien over het Duitsche militairisme is ons een raadsel. In Opper-Silezië is het nog steeds niet rustig. Zoo meldt bijv. een der laatste tele grammen over den toestand aldaar het volgende De rust is in Opper-Silezië nog met teruggekeerd. De inbreuken op het leven en het eigendom van de Duitsche be volking duren voort. In de laatste dagen zijn talrijke politieke moorden, brand stichtingen en ernstige misdrijven door de Polen begaan. De Franschen kijken passief toe. Opper-Silezië lijkt op een vulkaan, die ieder oogenblik opnieuw kan uitbarsten. De door de geallieerde commissie zoogenaamd begonnen ont wapening wordt niet voltrokken, aange zien al de wapens, die zich bevinden in het gebied van den Opper-Silezischen moest onderzoeken maar hoe On mogelijk kon hij, nu in den nacht, Herm alleen laten. Maar.... als nu eens wer kelijk Hij voelde zich ellendiger dan ooit lichamelijk en geestelijk, 't as alsof hij op de pijnbank lag uitgestrekt en machteloos en weerloos maar alles met zich moest laten gebeuren. Zóó kon hij toch den nacht niet ingaan. Zou hij bij de buren beneden ja, ze waren niet erg toeschietelijk, nooit maar, 't moést, een andere weg was er niet. Als er dan iemand bij Herm even blijven wou, kon hij.... Plots een gebel. Dat zal Truus zijn nee, Truus heeft immers een sleutel Hij haast zich de deur te openen. Nee, Truus is 't niet. Een mannenstem informeert, of hij hier terecht is bij meneer Waanders. Werktuigelijk, als onder den verlam den invloed van een voorgevoel van iets vreeselijks, antwoordt hij bevestigend. „Dan wou ik „Kom u boven," uoodigt hij uit. „Ja," stemt de binnengetredene toe. (Wordt vervolgd). DOOR

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1920 | | pagina 1