Ingezonden Stukken.
Gemengd Nieuws.
Zendt uwe advertentiën
vroegtijdig in.
Kerk en School.
Loop iler bevolking van Ter Neuzen.
Generale Synode van de
Geref. Kerken.
ze hun dooden toch niet op de algemeene
begraafplaats laten begraven. Toch vond
Snr. het billijk, dat de Katholieken met
meer dan hun percentage betalen. Waai
er een 2000 van hen en een 8000 anders
denkenden zijn, waarom zouden ze dan
i/3 moeten betalen 1
De heer De Ridder deelde mee het
voorstel-De Meijer te steunen.
De Voorz. verzocht hierop den lieer
De Meijer het percentage te laten vallen
en in 'de plaats daarvan Va te lezen'
Dat komt op hetzelfde neer.
Zulks gebeurde en het voorstel-De
Meijer werd daarop met algemeene
stemmen aangenomen.
Een voorstel van B. en Wom aan
P. J. Visser enkele meters grond achtei
zijn huis en dat van W. Bedet te ver
knopen, werd goedgekeurd.
Bij het voorstel tot het, aangaan var.
een 'geldleening a f2000 ten behoeve der
aanschaffing van een beerwagen, vroeg
de heer NolsonGeeft die beerwagen
voldoening
Onder eenige vroolijkheid gat de Voorz.
daarop een bevestigend antwoord, waar
na het voorstel werd goedgekeurd.
Na een enkele vraag van den heer
Nolson werd eveneens goedgekeurd liet
aangaan van een geldleening a I 0(10(1
voor den aanleg van een sportterrein.
Idem ii f 1900 voor het stichten van 2
noodwoningen.
Bij een verzoek van r. 11. van uer
Peiji om afwijking van de verordening
tegen beperking van woningruimte, nl.
het inrichten van zijn perceel, Bonze-
Visserstraat 22 tot stalling en rijtuighuis,
merkte de heer De Jager op, dat dit per
ceel betrekkelijk nooit een woning ge
weest is en een artikel van de woning
wet daarop dus niet toegepast kan
worden.
De Voorz. bestreed deze meemng. Als
dit zoo is, zou de adressant toch met
behoeven te verzoeken, om zijn perceel
daarvoor in te richten.
De heer De Jager: Ik ben er voor het
verzoek toe te staan.
De heer GeelhoedtHet kan waar zijn,
dat het perceel niet voldoet aan de re
delijke eischeu aan de woningen te stel-
len[ maar zoo zijn er hier veel meer.
We moeten niet vergeten, dat we, bi]
het toestaan van dergelijke verzoeken
ons zelf naderhand in de vingers snijden.
Want door inwilliging zullen we dan
steeds weer nieuwe woningen moeten
bouwen.
De heer HamelinkHet perceel is
vroeger een café geweest. W anneer het
benedenhuis nu ingericht wordt tot paar
denstal, dan is het onmogelijk er boven
te wonen. Spr. is dan ook tegen inwil
liging van het verzoek.
Dezelfde meening is de heer De Ridder
toegedaan.
Besloten werd daarom, op het verzoek
afwijzend te beschikken.
Bij de wijziging van de begrooting
dienstjaar 1920 verzocht de heer L)e Jager
mededeeling van de wijzigingen, omdat
die niet in de stukken %jjn opgenomen.
En daarop rekent men anders toch.
De heer Nolson Ik ben het volkomen
met den heer De Jager eens.
De Voorz.Dan wil ik alles wel voor
lezen.
Aldus geschiedde, na afloop waarvan
de heer De Jager vroeg of er ook nog
kans is, dat we iets krijgen van de derde
uitkeering van de O. W. belasting.
De Voorz. antwoordde hem daarop,
dat B. en W. te dezen opzichte paraat
zijn.
Hiermee was de agenda afgehandeld
en kwam dus alleen nog maar de rond
vraag.
Die bracht echter heel wat sensatie,
want de heer Colsen kwam met verschrik
kelijke mededeelingen.
Vooraf vroeg de heer Do Ridder eerst
nog hoe het stond met de reorganisatie
van de brandweer en of B. en W. niet
bemiddelend konden optreden tusschen
de commissarissen en de brandmeesters,
die nogal eens oneenigheid hebben.
De Voorz. deelde hem mee, dat B. en
W. met die heeren reeds een conferentie
hebben gehad en men wel geleidelijk tot
een goede oplossing zal komen.
En toen dan de heer Colsen.
Deze schijnt nog nooit goed te kunnen
slikken, dat de 3 dagen kermis te Sluis
kil hem zijn ontgaan en maakt in ver
band daarmee allo mogelijke aanmerkin
gen op het adres tegen zijn voorstel.
Hij sprak daarover reeds in de vorige
raadsvergadering.
Maar dat was nog niets bij nu.
Want thans kwam hij met gewichtige
onthullingen.
Daar ziju menschen, die hun naam in
de courant onder het adres gelezen heb
ben, zonder dat ze.... ooit hun haud-
teekening hebben geplaatst.
Enkele voorbeelden wilde de heer Col
sen zelfs wel noemen.
En toen kregen we de volgende too-
neeltjes te hooren
Men was met het adres bij een weduwe
geweest, die niet wilde teekenen. Haar
dochters wilden dit echter wel en had
den toen ook maar voor haar geteekend.
In een zeker gezin waren de man en
de vader niet thuis. Degene, die met de
lijst 'rondging, had tegen de vrouw ge
zegd, dat men op Zondag kermis wilde.
Zij had toen voor haar man en haar
vader geteekend.
Bij twee personen, wier namen op het
adres voorkwamen, was men in 't geheel
niet aan de deur geweest. Dat zijn dus
valsche handteekeningen-
Twee personen van het volk van-den
heer Van Wijk hebben geteekend, omdat
lmn was meegedeeld, dat Colsen op
Zondag kermis wilde.
Hiermee meende de heer Colsen ge
noeg te hehben aangetoond.
Spr vond het jammer, dat de heeren
Scheele en Van Cadsand niet aanwezig
waren. Ze verweten spr. dat hij met
moest spreken uit naam van de bevol
king van Sluiskil, doch waar op het adres
slechts een 25-tal handteekeningen over
blijven, mag spr. dat gerust doen. Geen
raadslid mag hem dat nu ontnemen.
Nadat hij ook nog had meegedeeld
dat men met de lijst bij één persoon wel
9 keer was geweest ter teekemng, stelde
bij een motie voor, waarin de raad zijn
afkeuring uitspreekt over de op het adres
voorkomende valsche handteekeningen.
De heer Nolson Had U ook met iets
over menschen, die balen aardappelen
gekregen hebben
De heer Colsen: Ze hebben geen balen
aardappelen cadeau gekregen, doch zou
den die kunnen koopen, als ze teekenden
op het adres Het is dus door lage lian*
delwijzen en gemeenheden gelukt hand
teekeningen op de lijst te krijgen. Het
is daarom goed geweest, dat de namen
in de krant voorkwamen.
1 Tenslotte merkte spr. nog op, dat ver
schillende personen, die op het adres
tegen de kermis geteekend hebben, be
schonken op straat liepen tijdens de
kermisdagen.
De heer De Jager vond al deze mede
deelingen zeer interessant. Ook hem
speet liet, dat de heeren Scheele en Van
Cadsand, die misschien meer, of minder
kan ook wel, van de zaak weten, niet
aanwezig waren. Hij kon op het oogen-
blik dan ook slechts objectief aanhooren
en betrekkelijk geen aanmerkingen maken
op het gesprokene van den heer Colsen.
De heer C. dient een motie van afkeu
ring in en zegt te spreken namens de
menschen, die eigenlijk nooit geteekend
hebben. Laten die menschen dan echter
openlijk een adres aan den raad richten,
dan pas komt men tot. zuiverheid. Spr.
stelt dan ook voor deze zaak aan te
houden tot een volgende vergadering,
wanneer ook de heeren Scheele en Van
Cadsand aanwezig zijn.
De heer Colsen merkte den heer DeJ.
hierna op, dat het meest min-ontwikkelde
menschen zijn, die zelf niet geteekend
I hebben. Hij die met de lijst ter tee-
kening is rond gegaan, is zelfs strafbaar.
Ook wilde spr. nog even terugkomen op
den herbergier, die sympathie had voor
het adres Dit is juist iemand, bij wien
met de kermis bijna niemand komt.
De heer De Jager: Ik ben voor aan
houding, opdat de waarheid zegeviere.
De heer Nolson had met genoegen de
uiteenzetting van den heer Colsen ge
hoord. Wat echter diens motie betreft,
spr. moet ontraden, dat dezelve gesteund
wordt. De heer C. zegt, dat er valsche
handteekeningen op voorkomen, doch het
doel heeft hij 1111 bereikt. Immers de
middelen die gebruikt zijn, heeft hij nu
in een openbare raadsvergadering mee
gedeeld. Bovendien kunnen wij over die
motie- toch niet goed oordeeleu. Spr.
ried den heer C. dan ook aan zijn motie
in te trekken.
De heer De Meijer achtte de zaak van
geen groot belang. Het is bovendien
moeilijk over een motie te stemmen, als
de feiten niet onderzocht zijn. De eenige
oplossing is, dat die menschen een request
indienen.
De heer De Jager vroeg hierop den
heer Nolson welk doel hij bereikt achtte.
De heer NolsonHet doel van den
heer Colsen.
De heer De JagerDe zaak gaat echter
verder. Zijn deze feiten de waarheid,
dan moeten ze echter positief waar zijn
De Raad kan er nu niet over stemmen.
De heer Colsen Ik zal dan de men
schen aanraden een request in te zenden.
E11 hierop trok hij ziju geruchtmakende
motie in.
De Voorz. merkte hem echter nog op,
dat hij niet weer de uitdrukking moet
gebruiken, namens de bevolking van
Sluiskil te spreken. U, aldus verderde
Voorz. zeer terecht, is vertegenwoordiger
van de Katholieke partij in de geheele
gemeente en niet speciaal voor Sluiskil
alleen.
De lieer De Jaeer: Men kan dood
gewoon zeggenLid van den Raad.
De heer ColsenWe zullen er niet
verder op ingaan.
Dit gebeurde dan ook niet en de rond
vraag werd verder afgehandeld.
De lieer Hamelink had een en ander
over de pomp aan de Axo.lsche straat;
dit zal ter kennis van den bouwmeester
gebracht worden.
De heer De Meijer had tenslotte nog
een enkele vraag over het mond- en
klauwzeer. Spr. vroeg of voor de vee
stallen waar het heerscht, geen bordje
gezet kan worden.
De Voorz. antwoordde hem, dat alle
gevallen iu de krant (ja, alleen in de
Tem. Ctgepubliceerd worden. Het
plaatsen van bordjes is uitgeschakeld
door den Minister, zoodat wij dus onbe
voegd zijn.
En hierna werd de raadszitting ge
sloten.
te Leeuwarden beklaagd wegens het on
bevoegd uitoefenen van [geneeskundige
praktijken.
Een zevental getuigen die meerendeels
onder zijn behandeling zijn geweest, wa
ren mede gedagvaard. Van verschillende
kwalen had hij hen afgeholpen, w.o. long
aandoening, koorts met met zware hoofd
pijn, fitsel, open wonden enz.
Ziju geneesmiddelen bestaan uit ver
schillende boombastsoorten hooizaad, le
vertraan, ja zelfs in geval van beenvei-
ettering uit de huid van een pas geslacht
konijn.
Geld vroeg de man met doch nam het
wel aan wanneer het hem aangeboden
werd. In één geval had hij zelfs uit ei
gen middelen levertraan bekostigd. Op
merkelijk is dat allen beweerden baat
gevonden te hebben bij zijn behandeling.
De ambtenaar van het O. M. ried hem
ernstig aan met deze practijken niet voort
te gaan en eischte als waarschuwing dit
maal een lichte straf t. w. geldboeten
van f 3, subs. 7 maal 3 dagen hechtenis.
Stroopersleven.
In het jachtveld bij Rolde waren dezer
dagen drie stroopers uit Gasselte met
windhonden aan het werk. De politie
hield twee hunner aan. de derde ont
vluchtte. Toen een der twee aangehou
denen zijn geweer op de politiebeambten
aanlegde, maakte een van de politieman
nen van zijn revolver gebruik, hij schoot
zekeren 1. in den rug. Deze is per rij
tuig naar een ziekenhuis gebracht.
(Buiten verantwoordelijkheid van de
Redactie),
Een nieuwe wonderdokter.
Voor den Kantonrechter te Hoorn ver
scheen Vrijdag de smidsknecht Gunstra
van Enkhuizen voorheen gedomiliceerd
Mijnheer de Redacteur
Mag ik zoo vrij zijn naar aanleiding
van uw driestar „Inconsequent" eenige
plaatsruimte te verzoeken ter verdedi
ging van mijn houding ten opzichte van
de Clir. Landbouwschool.
De door u geleverde critiek noopt mij
hierop een toelichting te geven. Ik zou
dat kunnen doen door te wijzen op
allerlei practische moeilijkheden en be
zwaren in verband met plaatselijke
omstandigheden, waarop ik reeds bij de
rede van Prof. D. heb gewezen. Wij
kunnen dit echter gevoeglijk laten rusten,
aangezien verschillende van deze bezwa
ren voor tegenspraak vatbaar zijn. Van
veel meer beteekenis is de principiëele
questie, door u, M. d. R. iu het licht
gesteld, namelijk liet binnenloodsen in
onzen kring van het neutraliteitsbeginsel,
dat men meende na jarenlangen strijd
te hebben overwonnen. Immers, geen
verloochening, maar trouw en stand
vastigheid aan het heilig beginsel had
men mogen verwachten, vooral wanneer
wij daarbij nog letten op de min of meer
verantwoordelijke positie die men be
kleedt. Helaas welk een verflauwing en
verslapping. Is er geen oorzaak van ver
wondering en droefheid
De afwijking, M. de Red., is niet zoo
ernstig als gij vermoedt. Ik stel mij op
het standpunt, dat landbouwonderwijs
behoort tot de technische vakken, evenais
b.v. het onderwijs in den handel, de
industrie, de zeevaart, enz., dat het
karakter draagt niet van opvoeding, maar
van opleiding tot bedrijf, ambacht of
beroep. Ten aanzien van dergelijke
onderwijsinrichtingen ben ik zoo vrij het
volgende citaat van Di. Knyper onder
de aandacht uwer lezers te brengen
„Alle deze practische scholen nu voor
de opleiding tot bedrijven, staan geheel
en uitsluitend op het terrein dergemeene
gratie. Ambachten, beroepen en be
drijven hebben geen beteekenis voor het
eeuwige leven. Ze vallen buiten de
particuliere genade. Ze strekken alleen
0111 111 dit leven onze macht over de
natuur te bevestigen, de eens verkregen
vaardigheid eu kundigheid niet te loor
te doen gaan, en aan liet volk zijn wel
vaart te verzekeren. Splitsing van deze
scholen naar confessioneele beginselen,
zou daarom tegen de natuur en den aard
der zaak zijn. Gelijk men straks inliet
leven zijn ambacht en bedrijf zal uit
oefenen onder de burgers in het gemeen,
onverschillig tot wat kerk ze behooren.
zoo kan ook deze opleiding niet anders
dan gemeen-burgerlijk zijn. Schoot hier
dan ook het particulier initiatief te kort
en is de Overheid geroepen, om ten deze
in de nooden van het volksleven te voor
zien, dan is bij deze scholen van geen
neutraliteit zelfs sprake. Ze mogen
uiteraard geen richting vertegenwoordi
gen. De eenige richting van deze scholen
moet zijn, dat ze zich richten op het
aanbrengen van de beste kundigheden,
van de gereedste en meest geoefende
vaardigheid." Zie „De Gein. Gratie",
Deel III, blz. 408. Dr. K. behandelt
vervolgens nog enkele bezwaren in ver
band met dit onderwerpom niet te
uitvoerig te worden, volsta ik met daar
naar te verwijzen.
Mijn conclusie is derhalve, dat het
verschil kan teruggebracht worden tot
de quaestie of de te stichten landbouw
school het karakter draagt van vak
opleiding of wel beschouwd moet worden
als verlengstuk van het laeer onderwijs.
Is dit laatste het geval dan heb ik mij
natuurlijk in het karakter var. de school
vergist. Uit den opzet en de beteekenis
die er aan gehecht werd, meende ik dat
vakopleiding het oogmerk was.
In hoeverre er hierbij mijnerzijds sprake
is van principiëele afwijking laat ik
verder ter beoordeeling over aan uwe
lezers. Met dank voor de plaatsing,
Uw dw.,
A. DIELEMAN W.Gz.
Hoek, Aug. 1920.
Naschrift der Redactie.
Hier hebben we nu een eigenaardige
geschiedenis. De geachte inzender meent
dat onze driestar speciaal tegen hem
gericht was en gaat naar aanleiding
daarvan zijn houding verdedigen.
Do zin," waarop hij deze gedachte
grondt, is de volgende: „We hoorden
van een onzer voormannen op politiek
gebied, die de actie voor een Christelijke
landbouwschool 111 Zeeuwsch-\ laanderen
afkeurde."
Nu hebben wij alle achting voor de
gaven en talenten van onzen geachten
inzender, doch hij zal het ons toch niet
kwalijk nemen, dat we met „een onzer
voormannen op politiek gebied juist nog
niet aan hem hebben gedacht.
Waar hij echter dezelfde gedachten
schijnt te hebben ten opzichte van onze
Christelijke landbouwscholen, willen we
daarop nog wel even ingaan.
Vooiaf concludeeren we dan echter
dat hij wel wat hard van stapel is ge-
loopem immers in een volgend artikel
zouden we eerst tot het „neutrale
beginsel op de landbouwscholen komen.
Hetgeen dan nu is gebeurd in ons artikel
„Christelijk Landbouwonderwijs", waar
naar we den heer D. zeker wel mogen
verwijzen.
Wat tenslotte het citaat van Dr. Knyper
betreft, dit slaat alleen op ambachts-,
industrie- en technische scholen. En
aangezien het landbouwonderwijs niet
I alleen technisch kan zijn (Zie „Christelijk
Landbouwonderwijs"), kunnen we dus
dat lange citaat geheel laten rusten.
Eiscli blijft voor ons Christelijk land
bouwonderwijs.
Laten we hopen, dat de geachte in
zender dat ook nog eens moge inzien
E11 met 'dien wensch eindigen we.
Aangekomen:
S. Willeboordse, zonder, Donze-Visser-
stiaat 69. uit Oost- en West-Souburg.
J. T. H. A. Derksen, De Jongestraat,
uit Arnhem.
C. A. Meesen, dienstbode, Havenstraat
4, uit Axel.
M. Riemens, zonder, O 194, uit Zaam-
slag.
L. Hendrikse, winkelier, Tholensst raat
100, uit Goes.
W. Meulleneisen, wijnhandelaar, uit
De Pinte (R.).
J. Hamelink, landbouwersknecht, Tho-
lensstraat 93, uit Hoek.
J. F. Geling, koopman, Kerkhoflaan
39, uit Breskens.
Vertrokken:
L. B. D. Doppegieter, sluisknecht,
Schoolweg 4, naar Sas van Gent.
J. Maas, landbouwersknecht, P 47,
naar Hoek.
J. K. S. School."n, kantoorbediende,
Lange Kerkstraat 18, naar Antwerpen.
A. de Jong, Off. L. d. II Donze-Vis-
serstraat, naar Rotterdam.
A. Hamelink, hulpkommies, Dekker
straat 64, naar Vaals.
J. Klaassen, zonder, O 7, naar Zuilen.
Chr. van Kolk, kleermaker, Kazerne
straat 10, naar Kruiningen.
I D. Ilerrebout, dienstbode, O 155, naar
Hoek.
J. Hamelink, Donze Visserstraat 122,
naar Rotterdam.
G. H. Kamerik, werkman, Donze ïs-
serstraat 35, naar Breskens.
F. J. de Lege, zonder, Jozinastraat 8,
naar Rotterdam.
P. E. Faas, dienstbode, O 14, naar
Zaamslag.
A. M. van der Bent, zonder, School
plein 15, naar Zaamslag.
Hoofd (der School, den heer F. J. den
Dunnen, van Schoonhoven.
In het met groen en bloemen versierde
schoollokaal was een tamelijk groote
menigte belangstellenden in het Clir.
onderwijs te samen gekomen.
Nadat door den Voorz., den heer I.
Catsman enkele mededeelingen waren
gedaan wat de huishoudelijke zaken der
School ver. betreft, werden de Heer en
Mevr. den Dunnen binnengeleid en werd
hun staande toegezongen Ps. 134 3.
Vervolgens las de Voorzitter 1 Thess.
5 en ging daarna voor in gebed, waarna
hij al de aanwezigen, maar in het bij
zónder het nieuwbenoemde Hoofd der
School, een hartelijk welkom toeriep
waarna hij in een hartelijke en ernstige
toespraak, waarin allen werden gewezen
op het „dankt God in alles", maar ook
op het „Bidt zonder ophouden", het
nieuwe Hoofd in ziju arbeid inleidde.
Alsnu werd achtereenvolgens het woord
gevoerd door den lieer C. Jacobs namens
bet personeel der school door den heer
W. Risseeuw namens den kerkeraad
door den heer J. Roidin namens de
Zondagschooldoor P. Janse namens de
Jong. Ver. en de Knapenvergadering op
Geref. Grondslag; door Mr. 1'. J. van
Bortel namens de ouders en de A. R.
kiesvereeniging en ten slotte door den
heer A. I. Catsman namens den kring
Aardenburg, welke allen zeer hartelijke
woorden en zegenwenschen uitspraken,
zoo voor het Bestuur der school, als
(en wel in het bijzonder) voor den nieuwen
„bovenmeester".
Hierna verkreeg laatstgenoemde zelt
het woord om met een schoone, treilende
toespraak zijn arbeid te aanvaarden, en
dank te zeggen voor de goede woorden
en zegenwenschen welke hem en zijn
gade waren toegesproken. Uit alles bleek
zoo, dat er van nu aan banden werden
gelegd tusschen den nieuwbenoemde en
alle belangstellenden in het Christelijk
onderwijs.
Nadat de Voorzitter allen, die op
eenigerlei wijze hadden medegewerkt
voor liet zoo heerlijk welslagen van
dezen avond, en nog ten bijzonder woord
van dank had gebracht voor den moei
lijken maar bereidwilligen arbeid door
het personeel tijdens de vacature vol
bracht, eindigde do heer den Dunnen
als tolk der vergadering met dankgebed
en sloot de Voorzitter deze feestelijke
vergadering.
Inzenders van advertentiën die deze
in het hlad van den dag van uitgave
wenschen opgenomen te zien, verzoeken
wij dringend, deze zooveel mogelijk een
werkdag vóór de verschijning der Courant,
dus vóór Dinsdag of Vrijdag in te zenden.
Hoewel wij steeds zullen trachten ook
advertentiën te plaatsen die ons in den
loop van den voormiddag van genoemde
dagen worden toegezonden, kunnen wij
dat, vooral als het groote advertentiën
betreft, niet meer verzekeren.
Men zende dus de advertentiën z o o
[vroeg m o g e 1 ij k in.
DE A DMINLSTRATIE.
Zaamslag. De heer Chr. Jansen,
vroeger alhier, thans onderwijzer te
Krabbendijke, is te Breda geslaagd voor
de hoofdacte.
Oostburg. Donderdagavond had
alhier in de Christelijke school de in
stallatie plaats van liet nieuw benoemde
Losmaking der „zilveren
koorde"
Naar de N. R. Ct. verneemt zal een
bedrag van meer dan een-en-dertig mil-
boen gulden noodig zijn, om uit te keeren
aan de Ned. Herv. Kerk bij losmaking
van den financieelen band tusschen Staat
en Kerk. (Naar een rentevoet van 5%
gekapitaliseerd bedrag van het totaal
aan inkomsten over 1919 uit de Staats
kas genoten.)
In de zitting van Vrijdag antwoordde
Dr. De Moor, dat nog niet kan worden
gezegd, wanneer de zaak-Netelenbos voor
openbare behandeling gereed is. In geen
geval zal dit zijn vóór de tweede helft
dezer week.
Hierna werd het woord gegeven aan
Prof. liavinck, om het rapport te lezen
over de uitbreiding der belijdenisschriften.
Na bespreking, waaraan deelnemen Prof.
Honig, Oud. van Dorp, Prof. Lindeboom,
Ds. Breukelaar, Ds. Donner, Dr. van Es,
Ds. v. d. Munnik, Dr. de Moor, Prof.
Greydanus, Ds. Landwehr, Prof. van
Gelderen, Prof. Ridderbos, Oud. Rijsdijk,
Prof. Aalders, en Ds. Renting, werden
de volgende conclusies aangenomen.:
Ie. dat zij eene Commissie beuoeme
van vijf personen, met het bepeikle en
welomschreven mandaat, om eene nadere
formuleering en uitwerking van drie
artikelen des geloofs over de II. S.,(over
de Kerk eu over de verhouding van
Kerk en jOverheid in overweging en 111
studie te nemen, en als vrucht daarvan
zoo mogelijk aan de eerstvolgende Syno
dale veigudering een ontwerp in dezen
geest en van deze strekking aan te
bieden
2e. deze Commissie te machtigen 0111
over deze belangrijke aangelegenheid,
het advies in te winnen van personen,
die iu deze materie der zake kundig
zijn, en voorts ook, om hetzij schriftelijk,
hetzij zoo noodig ook mondeling in overleg
te treden met binnenlandsche en buiten-
landsche kerken, die op denzelfden
grondslag staan en
3e. ten aanzien van de andere, in de
voorstellen der Part. Synoden genoemde
dwalingen een getuigenis te doen uitgaan,
dat in korte trekken de gevaren aan
wijst, waaraan de kerken in den tegen-
wóordigen tijd van alle zijden in haar
belijdenis en leven bloot staan en dat
eindigt met een krachtig woord van op
wekking aan alle plaatselijke kerken tot
getrouwe plichtsbetrachting en naarstigen
arbeid, niet alleen in prediking, catechi
satie en huisbezoek, maar ook in al het
werk der evangelisatie en dit getuigenis
bij circulaire toe te zenden aan het adres
van alle plaatselijke kerken.
Geref. Kerken.
Beroepen: Te Oosterend (Texel),
J. Ubels te Witmarsum te Zwijndrecht
D. B. Hagenbeek te Vlaardingen.
Ned. Herv. Kerk.
Beroepen: Te Warns en Scliarl,
H. E. Beernink te Elkerzcete Capelle