Orgaan ter verspreiding der Christelijke Beginselen in Zeeuwsch-Vlaanderen.
l]Trr¥NTivYi).^
No. 273.
Woensdag 1 September 1920.
3e Jaargang.
Heil U, Koninginne
ABONNEMENT: Bij bezorging f 1,15 per drie maanden. Franco per post voor Nederland f 1.25.
Uitgave van de Christelijke Persvereeniging „Zeeuwsch-Vlaanderen" te Ter Neme n.
Alle stukken, de redactie en administratie van dit blad betreffende, moeten worden gezonden
aan den redacteur, J. HOMMES, Lange Kerkstraat 5, Ier Neuzen.
ADVERTENTIËNVan 1—4 regels f O.GO. Elke regel meer f 0.15. Abonnementen per
contract. Crisistoeslag 15 °/0. Inzending van advertentiën tot 12 uur^ 's middags op
de verschijndagen bij den drukker D. II. LITTOOIJ Az. te Ter Neuzen.
Telefoon Nr. 20.
Wilhelmina, Koninginne
Neerlands roem en eigendom
't Volk vereert U, 't volk bemint U,
Brengt U hulde en juicht alom.
God doet U deez' jaardag vieren,
Zegent onze Landsvorstin
Haar gemaal en het Prinsesje
Vroom van hart en rein van zin.
Gij die meeleed met ons lijden
Die niet vreemd bleef aan ons kruis.
Zijt den eersten Willem waardig
Dochter van 't Oranjehuis,
Gij gaat voor in somb'ren eenvoud
Denkt om weeuw en wees in nood
Bad toen krijgsgevaren dreigden
Waart in liefde en weldoen groot.
Moeder van ons lief prinsesje
Dat ge groot brengt voor Uw God
Die gij leert haar knieën buigen,
Gij die vraagt naar Gods gebod
Ziet op dezen dag van vreugde
Al wie God vreest, voor U staan;
Hoor, zij bidden Neerlandsch
[Bondsgod.
En dien van Oranje aan.
Wilhelmina, kronen rolden
In het rond, als gruis en slijk,
Maar uw troon staat vast en stevig-,
Neerland met Oranje rijk,
Mint zijn Koningin zoo innig
Schaart zich biddend om U heen,
Uw Gemaal, Uw Kind, Uw Moeder;
Blijf Oranje en Neerland één.
Aldus dichtte Johanna Breevoort het
vorige jaar in „De Ster".
Nu zijn we weer een jaar verder en
mogen we met onze Koningin, haar Ge
maal, haar Kind en haar Moeder geden
ken, hoe de Heere ook dit jaar Haar
weer met de haren heeft willen sparen
en bewaren bij het leven en de gezond
heid.
Hoe thans onze geliefde Vorstinne den
dag mag herdenken, dat ze voor 40 jaren
het levenslicht aanschouwde, als dochter
van Zijne Majesteit Koning Willem III
en zijn tweede gemalin, Koningin Emma
van WaldeckPyrmont.
Dankbare blijdschap is er daarvoor in
onze harten, blijdschap zoo groot, omdat
de Heere steeds Haar zoo goed en nabij
is geweest en tot hiertoe voor ons land
heeft willen sparen. En vol van die
dankbare blijdschap hebben we het dan
ook te belijden
„Van U zijn alle dingen,
Van U, o God alleen,
Van U de zegeningen,
O, Hoorder der gebeen."
Hebben we te zingen met volle ver
heuging des harten
„Loof, loof, mijn ziel, den Hoorder
[dor gebeden,
Vergeet nooit één van Zijn welda
digheden,
Vergeet ze niet, 'tis God die Z'U
[bewees."
Ja, 't is God, die ze ons bewees, ons
en ons Koninklijk Huis.
En allereerst hebben we Hem dan ook
te loven en te danken. Doch voorts zij
ook ons gebed of Hij onze geliefde Ko
ningin en de haren bij den voortduur
nabij wil zijn.
En mogen dan ook de woorden van
haar grooten voorzaat Prins Willem van
Oranje, den Vader des Vaderlands, de
hare zijn
„Mijn schild en mijn betrouwen
Zijt Gij, o God, mijn Heer!
Op U zoo wil ik bouwen,
Verlaat mij nimmermeer."
„Kronen rolden in het rond, als gruis
en slijk."
O, wie herinnert, zich niet de bange
dagen, feitelijk reeds aangevangen met
de October 1917-revolutie in Rusland,
waarbij de machtige Czaar van den troon
werd gestooten
Wie denkt niet evenzeer aan de tal
rijke Duitscho vorsten, die bij de „na
jaarsstormen" van 1918 de waarheid van
de zoo juist aangehaalde woorden moes
ten ondervinden
W ie weet nog niet den dag toen de
Keizer en de Kroonprins van Duitschland
als vluchtelingen ons landje binnenkwa
men
Keizer en Kroonprins, van wie eens
een Ilollandsche kroniekschrijver op
merkte
„Wanneer men bij plechtige gelegen
heid Vader en Zoon naast elkander zag,
dan gleed de blik wel van de gedrongen
gestalte van den Duitschen Keizer met
het fiere stalen oog, naar de slanke
jongelingsfiguur aan zijn zijde, den Kroon
prins blond en de menschen ongedwon
gen vriendelijk aanziend met de blauwe
open kijkers, lenig als een geboren rui
ter, voornaam niet zonder wat bedeesd
heid, maar ook zonder de minste aan
matiging. „Ein unbescfiriebenes Blatt,"
(een onbeschreven blad), was de welge
vallige indruk, als men hem vergeleek
met de vastberaden, krachtig snijdende
persoonlijkheid van den Vader.
„7je hen zoo gaan, de beiden, in het
eerste of tweede jaar der eeuw."
Doch hoe is thans alles sinds het be
gin dezer eeuw veranderd.
Als ballingen verkeeren ze hier in ons
land, welhaast vergeten en verguisd door
een groot deel van het Duitsche volk.
En lijkt het er niet veel op, alsof
binnenkort nog meer kronen in het rond
zullen rollen, gelijk gruis en slijk
Drijven ook niet bij ons steeds meer
en meer personen den spot met ons
Oranjehuis?
Met behoeft slecht „Het Volk", het
hoofdorgaan van de socialisten te lezen,
om te zien, wat het streven derzulken is.
Over de „Tribune"-lezers, de commu
nisten dus, spreken we zelfs maar niet
eens.
Een en ander saamgenomen is echter
een bewijs, dat er veel werkt en woelt.
Zij daarom steeds sterker ons gebed
tot den Heere om versterking van den
drieband „God, Nederland en Oranje."
Versterking van dien drieband, ja dat
is noodig.
Noodig omdat men ook in ons land de
menschen niet alleen het geloof wil ont
nemen, doch ze eveneens leert, dat vader
landsliefde niet bestaat en de gedachte,
dat de vorsten bij de gratie Gods regee-
ren, slechts kan opkomen in het brein
van menschen die meenen nog eenige
honderden jaren in de geschiedenis terug
te leven.
Heeft niet de bekende Duitsche socia
list Karl Kautsky indertijd een drietal
artikelen geschreven in de „Leipziger
Volkszeitung" over het bovenstaande,
naar aanleiding van de beschouwingen
toen door eenige Duitsche partijgenooten
in den Rijksdag gehouden bij de begroo-
tingsdebatten, waarvan één volgens
Kautsky blijk gaf van gemis aan
theoretische kennis van de principiëele
houding der sociaal-democraten tegen
over het militairisme
Dij zegt daarin over de vaderlandsliefde
het volgende
„De vaderlandsliefde van de arbeiders
klasse en die van de bezitters zijn din
gen, die slechts den naam met elkander
gemeen hebben.
De vaderlandsliefde van het proleta
riaat mist in de eerste plaats alle vijan-
diggezindheid tegenover andere naties."
Volgens hem sluit het begrip vader
landsliefde de internationale solidariteit
in, is dit het wezenlijk kenmerk, waar
door de vaderlandsliefde der arbeiders
zich onderscheidt van die van elke
andere klasse."
„Het volk te doen vergaan van ellen
de dat behoort tot de vaderlandsliefde
der kapitalistische klasse. En wanneer
een volk niet werkelijk vergaat, dan
dankt het dit alleen aan den krachtigen
tegenstand van de internationale onva
derlandslievende arbeidersklasse, en niet
aan die kringen, die de vaderlandsliefde
in pacht meenen te hebben."
„Het vaderland is er niet voor het
volk, doch de volksmassa's zijn er voor
het vaderland, en dit is voor de groote
uitbuitersziedaar het kort begrip van
het kapitalistische patriotisme."
Schrikkelijke taal, zooals men ziet, die
zijn uitwerking dan ook niet heeft go-
mist.
De „najaarsstormen" van 1918 zijn er
het bewijs van.
En we kunnen er op rekenen, dat de
propaganda tegen ons vorstelijk Huis,
tegen het Vaderland en tegen het geloof
allermeest, ook in ons land steeds meer
en meer doorwerkt..
De tijd, dat ons geheele volk één was
in zijn liefde tot het Oranjehuis, waar is
die
De dagen, dat gauscli Nederland lief
en leed droeg met onze Koninklijke fa
milie, waar zijn ze?
Het vergif van het socialisme en com
munisme werkt steeds duidelijker.
En zijn wij er ten volle op' bedacht?
Doch kom, we willen ook niet al te
somber zijn op dezen dag vau dank en
vreugde.
Want daar zijn er toch nog duizenden
die zich door een onverbreekbare band
met Oranje verbonden gevoelen en weten.
Daar zijn er toch ook nog zoo talloozen
die het belijden en erkennen, dat onder
's Heeren leiding Oranje en Nederland
een historische eenheid zijn geworden
en gebleven.
We behoeven slechts te wijzen op de be
langrijke gebeurtenissen in de veertig
jaren na de geboorte van onze geliefde
Vorstinne en met ontroering, groot en
sterk, zullen zij, die de gebeurtenissen
hebben meegemaakt, daaraan nog terug
denken.
En onwillekeurig komen dan de psalm
woorden op onze lippen
„Geloofd zij God met diepst ontzag
Hij overlaadt ons, dag aan dag,
Met Zijne gunstbewijzen
Die God is onze zaligheid!
Wie zou die hoogste Majesteit
Dan niet met eerbied prijzen
We spraken over de achterliggende
gebeurtenissen.
Is het wonder dal in verband daarmee
onze gedachten allereerst terug gaan tot
de Septemberdagen van 1898
Daar was immers allereerst 5 Septem
ber van dat jaar, de dag van de blijde
incomste" te Amsterdam. De dag die
een zeg tocht geleek en waarop de on
beschrijflijke geestdrift van duizenden
ten volle tot uiting kwam. Geestdrift,
zoo innig en diepgevoeld, dat volgens
ooggetuigen de beide Koninginnen in het
Paleis gekomen, van ontroering en dank
baar geluk schreiden. Ze wisten niet,
dat haar volk, haar Nederlandsche volk,
zoo zelden uit de plooi komend, zoo lief
kon hebben.
En daar was in do tweede plaats 6
September, de volgende dag, toen de
plechtige inhuldiging van Koningin Wil
helmina in de Nieuwe Kerk van onze
hoofdstad plaats had.
Wie kent nog niet de slotwoorden uit.
de schoone rede van onze Koningin
„lk acht het een groot voorrecht dat het
mijn levenstaak en plicht is, al mijn
krachten te wijden aan het welzijn en
den bloei van mijn dierbaar vaderland.
De woorden van mijn beminden Vader
maak ik tot de mijne Oranje kan nooit,
ja nooit genoeg voor Nederland doen."
En wie herinnert zich niet de kronings
feesten toen in alle plaatsen van ons
land gehouden
Naast die Septemberdagen van 1898
noemen we voorts 7 Februari 1901. Het
was op dien dag, dat de Groote-
of St. Jacobskerk te 's Gravenhage tot in
alle hoeken was bezet. Tmmers onze
Koningin trad toen in het huwelijk met
Prins Hendrik, Hertog van Meckleuburg-
Schwerin.
Aangrijpend was voor degenen deze
plechtigheid bijwoonden het moment,
toen het Koninklijk Paar eerbiedig neer
knielde en de schare oprijzende, hen toe
zong
„Vader, sla hen steeds in liefde gade;
Zoon des Vaders, schenk hun Uw
[genade
Uw gemeenschap, Geest van God,
Amen, zij hun eeuwig lot
En het was op dien dag, dat weer
evenals in 1898 het Nederlandsche volk
deelde in do vreugd en dankbare blijd
schap van ons Koninklijk Huis.
't Was weer volop „Oranje Boven
In de derde plaats noemden we 30
April 1909, de geboortedag van Prinses
Juliana.
O, wie herinnert zich nog niet de
groote spanning de enkele dagen van te
voren, wie deukt nog niet aan de vele
gebeden, toen opgezonden tot God, om
vervulling van de diepste wenschen van
zoowel Vorstenhuis als volk
En o, toen dan 30 April de blijde tij
ding kwam
Momenten om nooit te vergeten.
Bulletins, de geboorte van Prinses
Juliana meldende, werden de colporteurs
uit de handen gerukt.
De bedieningsmanschappen van het
saluutgeschut in de Maliebaan te 's Gra
venhage werden door de wachtende me
nigte met donderende hoera's begroet.
In alle steden en dorpen van ons land
werd geestdriftig feest gevierd.
En in de bedehuizen werden gebeden
tot God opgezonden voor onze Koningin
en de jonggeboren Prinses.
Daar was feest in ons land, feest als
hier nooit gezien.
Thans zijn we reeds meer dan een
tiental jaren verder. We hadden nog
meer uit de veertig jaren kunnen aan
halen, o.a. de ernstige ziekte van onze
Koningin in 1902, de doop van Prinses
Juliana, Haar reizen ook naar ons ge
west, doch hebben zulks niet noodig ge
acht.
We hadden kunnen spreken over do
moeilijke, zorgvolle jaren voor onze Vor
stinne tijdens den grooten wereldoorlog,
doch hebben ook dat niet gedaan.
Wel willen we nog Haar den zegen
des Heeren bij den voortduur toebidden
en het Haar toeroepen, wat we als op
schrift boven dit, artikel plaatsen „Heil
U, Konmginne
Zoeke Zij haar troost in alles bij den
Koning der Koningen, den Heere der
Heeren en zij Hij Haar tot een Schuts
heer en Behoeder.
En dat wij met dank aan den Heere
dan juichen over zooveel weldaden, Vor
stenhuis, land en volk geschonken, dat
we in volle overtuiging mogen zingen
„U alleen, U loven wij,
Ja, wij loven U, o Heer
Want Uw naam, zoo rijk van eer,
Is tot onze vreugd nabij
Dies vertelt men in ons land
Al de vvond'ren Uwer Hand."
Zouden we ten opzichte van den
PoolschRussischen oorlog nu tot het
vierde stadium komen, zooals meegedeeld
werd door een der 1 alrijke oorlogs
correspondenten
Daar zijn menschen, die daaraan twij
felen, en daar >ijn er zelfs dio zulks ten
sterkste ontkennen.
Toch, gezien de verschillende feiten,
li|kt zoo'n vierde stadium ons nog lang
niet onwaarschijnlijk.
Want wat is til. het geval
Eerste bedrijf uit dezen oorlog was,
zooals men zich nog herinneren zal, de
tocht van de Polen naar de Kief. Dat
leek alles zeer naar wensch te gaan,
doch het leger beging een groote, niet
te herstellen fout. Het verwaarloosde
nl. geheel zijn etappendienst, zoodat dus
aanvoer van munitie en wat dies meer
zij, niet op voldoende wijze mogelijk was.
Tweede bedrijf was de aanval der
Russen op de etappenlinie der Polen.
Zij hadden der Polen fout ontdekt en
maakten daarvan op handige wijze ge
bruik. 't Gevolg was een ordelooze terug
tocht der Poolsche legerscharen. Een
terugtocht naar hun eigen land.
Derde bedrijf was de tocht der Russen
naar Polen, tot reeds vlak voor Warschau.
Polen scheen verloren. Doch eigenaar
dig, hun legermacht verviel in dezelfde
fout als indertijd de Poolsche troepen
en nog vlugger dan ze gekomen waren
tot voor de Poolsche hoofdstad Warschau,
werden ze teruggedreven.
En krijgen we nu het vierde bedriif
als een nieuw stadium
Zou het waar zijn, waarvan verschil
lende telegrammen spreken, nl. dat de
Russen zich gereed maken voor een
nieuw offensief, een nieuwen aanval?
't Is niet onmogelijk, want, al hebben
de Polen een glorieuze overwinning be
haald en veel troepen en munitie in
handen welen te krijgen, het is hun niet
gelukt en wat wel hun doel was
de Russische legers te vernietigen.
Veel van de gevluchte troepen kunnen
zich dan ook herstellen van de verliezen
en de vele vermoeienissen, om daarna
nog eens opnieuw den strijd aan te
binden.
Ter hunner versterking schijnen aan
zienlijkestrijdkrachten naar Brest Litofsk
op te rukken.
Zal dus de bange worstelstrijd nog
eens weer opnieuw een aanvang nemen
Het lijkt er wel veel op.
Fn zal het de Polen dan nog weer
gelukken om de bolsjewistische troepen
terug te drijven
De vredesonderhandelingen te
Minsk tusschen Polen en Rusland zijn,
zooals men weet, mislukt.
Toch worden de plannen nog niet heele-
maal opgegeven om weder tot onder
handelen te komen,
Zoo heoft bijv. Tsjitsjerin namens
Rusland aan den Poolschen prins Sapieha
verklaard, dat de Moskousche regeering
eerlang aan de Poolsche een voorstel zal
doen betreffende de verplaatsing van de
vredesonderhandelingen.
Rusland schijnt dus nog wel van on
derhandelen te willen weten, en onder
drang van de groote Europeesche mo
gendheden is Polen ook niet geheel
onwillig er toe.
We zullen dus maar eens kalm af
wachten.
De arbeiderspartij in Polen is er
ook een eigenaardige. Waar ieder in hun
land, lijk en arm, oud en jong, vecht
voor de bedreigde onafhankelijkheid en
zelfstandiggeid, komen zij met een ma
nifest.
Dit is gericht tot de proletariërs aller
landen en de communistische Poolsche
arbeiders zeggen er in
„De Poolsche arbeiders hebben met
den invasieoorlog van het Foolsch mili
tairisme tegen Sovjet-Rusland niets te
maken. Deze oorlog had niet ten doel
de bescherming der onafhankelijkheid,
maar alleen de wereldheerschappij van
het kapitalisme. In de roode troepen zien
wij geen bedreiging van onze vrijheid,
maar onze bondgenooten in den revolu
tionairen bevrijdingsoorlog".
Schoone woorden, zooals men ziet.
En we kunnen er op rekenen, ais wij
eens onze onafhankelijkheid tegen Sovjet
troepen zouden moeten verdedigen, dat
David Wijnkoop en zijn vrienden het
zelfde zouden zeggen en schrijven.
Wel ja, natuurlijk
Algemeen dacht men, dat het in
Ierland langzamerhand rustiger zou
worden. Doch hoe heeft men zich ver
gist. i
't Is alles weer obstructie, brandstich
ten en oproer maken.
De burgemeester van Cork zit in de
gevangenis, en is daar een hongerstaking
begonnen, die zoover is gekomen, dat hij
thans doodziek ligt.
Verzoeken van rijk en arm, aanzien
lijken en geringen, zijn gericht tot de
voornaamste Engelsche autoriteiten, zelfs
tot den Koning en de Koningin, om hem
in vrijheid te stellen, doch tot op heden
is daaraan geen gevolg gegeven.
Reden, waarom de Ieren weer meer
dan ooit dreigementen uiten.
In verband met deze Iersche roe
righeid is merkwaardig een brief van
den Roomsch-Katholieken bisschop van
Cork.
Daarin wordt de regeeringspolitiek in
Ierland veroordeeld, vooral die ten op
zichte van den lord-mayor (burgemeester)
van Cork gevolgd. Hij beschuldigt er de
politie rechtstreeks van den vorigen lord-
mayor van Cork te hebben vermoord,
voor welke daad Swansy, die onlangs
te Lisburn was gedood, in hoogc mate
aansprakelijk is geweest. De bisschop
verklaart, dat de voornaamste moeilijk
heid in verband met de politie is, dat
zij tot een militaire macht is gemaakt
in plaats van dat men haar de werke
lijke taak van de politie had laten ver
richten. Dit heeft een zoodanigen toestand
geschapen, dat de eenige macht, die in
staat is de orde te bewareu, de vrijwil
lige politie van de Sinn Feiners is. Deze
staat van zaken heeft alle gematigde
klassen in Ierland bevreesd gemaakt en
er hen toe gebracht een poging te doen
om het eens te worden over een aan
nemelijk systeem van zelfregeering. De
bisschop zegt, nog, dat de invoering van
een zoodanig systeem de openbare orde
even spoedig zou herstellen als indertijd
de invoer van de landwetten dat had
gedaan. De bisschop dringt aan op de
vrijlating van den lord-mayor van Cork.
Tenslotte nog iets over de commu
nisten in Oostenrijk.
Het 8 Uhr Abendblatt meldt nl. dat
de Weensche communisten den laatsten
tijd een groote roerigheid toonen in
samenwerking met de te Weenen ver
toevende Hongaarsche, Tsjechische en
Slowaksche communisten. De gelden ver
schaft het Russische gezantschap van
Kopp te Berlijn, dat de laatste weken
bijna 2 miljoen mark naar Weenen ge
zonden heeft. De uitbetalingen hebben
eiken Vrijdag plaats in de Siekenbrunner-
kazerne, waar het communistische batal
jon volksweerbaarheid gehuisvest is. Van
Weenen uit. spannen de bolsjewisten hun
net over alle landen vooral de wapen
smokkelarij naar do Slowaksche commu
nisten wordt daar geregeld. Het blad
eischt van de overheid, dat zij den voor
genomen communistische:) staatsgreep
zal beletten.