Ornaan ter verspreidinq der Christelijke Beginselen in Zeeuwseh-l/laanderen. Woensdag 11 Augustus 1920. 3e Jaargang. BUITENLAND. 3 I ABONNEMENT: Bij bezorging 1.15 per drie maanden. Franco per post voor Nederland f 1.2o. Uitgave van de Christelijke Persvereeniging „Zeeuwsch-Vlaanderen" te Ter Neuzen Alle stukken, de redactie en administratie van dit blad betreffende, moeten worden gezonden aan den redacteur, J. HOMMES, Lange Kerkstraat 5, Ter Neuzen. ADVERTENTIËN Van 1—4 regels /"G'60. Elke regel meer ƒ0.15. Abonnementen per Voorzichtigheid gepast. We weten allen, dat „Het Volk het socialistische hoofdorgaan, dikwijls nog al erg gauw met zijn beweringen en con clusies is. Zoo plaatste het onlangs een stukje over „Christelijke" belastingweigeraars te Lemmer. Het anti-revolutionaire „Fnesch Dag blad" vertrouwde dat echter niet en toog eens op onderzoek uit naar die 1' riesche visschersplaats. En wat bleek nu Zeker, dat er wel veel belastingweige raars waren, doch dat van al die velen, er hoogstens 5 pet. „Christelijk" waren. Toch schreef zeer kalm „Het Volk" Christelijke belastingweigeraars. Hoe het dan daartoe kwam Het reeds genoemde „Friesch Dagblad' geeft een oplossing, die ons wel goed juist voorkomt. In de „Standaard" stond een bericht, dat er te Lemmer veel belastingweige raars onder de visschers waren. De redactie van „Het Volk", dat be l ichtje lezende, dacht eens na. Visschers, o, die zijn over het algemeen nog al Christelijk en dus maar gauw er bo ven gezet „Christelijke" belastingweige raars. Het blad vergiste zich echter deerlijk, zoooals we hebben gezien. Men zou zoo zeggen, dat het daardoor geleerd had en in 't vervolg wat voorzichtiger in zijn beweringen en conclusies zou we zen. Doch hij die zoo denkt, kent de re dactie van „Het Volk" in 't geheel niet. Dat bleek bijv. duidelijk uit het arti keltje dat het blad plaatste over de Purmerendsche geschiedenis. Men weet wel, van dien „burgemeester die niet wilde laten vlaggen van het raadhuis. Nou, dan „Het Volk" schrijft daarover o. a. „Vroeger werd, ook te Purmerend, op den verjaardag der koningin-moeder zoo goed als niet gevlagd. Ook dit jaar zag men j 1. Maandag te Amsterdam enkel maar hier en daar zeer schaarsch een verdwaalde vlag. Van tal van gemeen tehuizen in andere gemeenten werd niet gevlagd. Minstens 95 pCt. van de be volking denkt er niet eens om dat de koningin-moeder jarig is. De vroeger nog wel eens gebruikelijke artikeltjes op dien dag in de bizantijnsche pers bleven allengs zoo goed als geheel ach terwege. Niemand wien die verjaardag interesseert." En alsof het zoo dan nog niet mooi genoeg is, komt het blad tenslotte tot de conclusie, dat het gebruikt worden als partijwapen vrijwel de eenige functie van de nationale vlag is in dezen tijd. Dat er te Purmerend zoo druk gevlagd werd, zeker dat kan het blad niet ont kennen, maar uit liefde voor de Konin gin O, neen, maar tegen andersden kenden. En daarom bewijst juist dit ge val, aldus vertelt „Het Volk" „hoe wei nig in werkelijkheid het koningschap nog wortelt in ons volk. Het is geen symbool van eenheid van de natie meer maar juist een teeken van verdeeld heid geworden." Men ziet het, daar wordt maar weer wat neergeschreven. Er zou eigenlijk eens een enquête in Purmerend gehouden moeten worden, hoeveel menschen voor Koningin Emma en hoeveel alleen uit partijzucht hebben gevlagd. Allemaal uit partijzuchr, roept „Het Volk". Een weinig meer voorzichtigheid zou in dit geval wel gepast zijn. Vanwaar haalt het blad de gronden en bewijsstuk ken voor deze conclusie En hoe komt het tot de 95 pCt. van onze bevolking, die er niet eens om dacht, dat de Koningin-Moeder jarig was Hoe komt het er toe Ja, als het zoo eens eigen redactie- en administratieleden, alsmede verder personeel telt, nou ja, dan kon het wel eens uit komen. Maar ons geheele volk? Heusch, die bewering is toch al te stout. Want gelukkig zijn er nog velen, zeer velen in den lande, wier hart warm klopt voor ons Oranjehuis en in wie een gedurig gebed is ook voor Koningin Emma, Volksredactie! om bewaiing voor hen allen in deze moeilijke tijden. En zouden die allen dan nog geen of hoogstens 5 pCt. van onze bevolking bedragen Kom, kom, dat kunt ge niet mcenen. En daarom, laten we eindigen met de waarschuwing, in het begiu reeds dooi ons geuit: Wees toch voorzichtig met Uw beweringen en conclusies. Ge komt anders zoo licht geheel ver keerd uit. En dat zou toch heusch jammer zijn Een wonderlijk heer. We noemden reeds even de Purme rendsche geschiedenis, nl. van den burge meester, die niet wilde hebben dat de vlag van het raadhuis wapperde. In ons vorig nummer hebben we uit voerig onder „Binnenland" deze geschie denis opgenomen. Thans daarover nu een enkele aantee- kening. Men zal zich uit de mededeelingen nog herinneren dat op voorstel van den burgemeester, den heer Kooiman, beslo ten werd door B. en W. te Purmerend, dat bij geen enkele gelegenheid van de gemeentegebouwen de vlag zou mogen wapperen. Ook niet op nationale feestdagen, op de verjaardagen van het Koninklijk Huis, zult ge vragen. Neen, ook dan niet, want volgens het zwaarwichtige betoog van den Purme- reudschen burgervader ging dat in tegen de neutraliteit. Er waren immers in zijn gemeente menschen, die krachtens hun beginsel voor een republiek en dus tegen ons geliefd Oranjehuis zijn. Men kent ze natuurlijk de socialisten. Doch de burgemeester had nog meer redenen. Ziet ge, niet één menscli is onfeilbaar, Vorsten ook niet. Ook niet de leden van ons Koninklijk Huis. Nou, datbehoefde de burgemeester ons niet te vertellen, dat weten we al lemaal wel. Hij scheen dat echter een groote hin derpaal te vinden, om te laten vlaggen Want dan kon zoo'n vlag soms een leu gen worden. Wonderlijke redeneering 1 Enfin, 't werd nog mooier, want alsof dat aan hem te beoordeelen stond, merkte vervolgens deze wijze burgervader op, dat het nemen van dit besluit niet ligt aan onze Koningin. O, neen, met haar bestuur en de wijze waarop ze tegenwoordig haar taak ver vult, konden de heeren van Purmerend zich wel vereenigen. We zouden haast zeggenGelukkig toch voor Hare Majesteit, dat ze zoo handelt naar den zin van burgemeester Kooiman. Dat die zich kan vereenigen met haar handelingen. Toch moet ons daarnevens ook van het hart en dat is dan wel oprecht gemeend 't Wordt wel eens tijd, dat burgemeester Kooiman van Purme rend er op gewezen wordt, dat derge lijke eigenaardige beschouwingen hier nog maar niet zoo geuit kunnen worden. Maar al te veel komt men tegenwoor dig aan de ideëen var. de socialisten te gemoet, met name van vrijzinnig-demo cratische zijde, 't Lijkt er soms wel iets op, dat de heeren solliciteeren naar niet al te slechte baantjes in de sociaal-de mocratisclie proletarische republiek. Wij zullen ons drartegen echter met alle kracht verzetten. En in 't bijzonder vooral, waar het zooals te Purmerend, een aanslag is op onze nationale instel lingen, en waar de burgemeester daar door zwaarwichtige verklaringen dit be sluit trachtte te motiveeren. Laat hij maar eens bedenken dat hij hoofd van een gemeente is in het Ko ninkrijk der Nederlanden, dat hij staat onder Koninklijk gezag en dat daarom dergelijke beschouwingen over neutrali teit en wat dies meer zij, voor hem in 't géheel niet te pas komen. En wij daartegenover, laten wij vooral in deze ernstige tijden, waar men overal spreekt van revolutie en omkeering van het gezag, maar steeds duidelijker onze gehechtheid toonen aan het ons van God geschonken Oranjehuis. Bidden we, dat de band „God, Neder land en Oranje" niet verbroken worde, doch hecht moge blijven tot in lengte vau dagen. O, hoe heeft het hart, dat met Vlaan- derenland waar onze stambroeders wonen, meeleeft, niet dikwijls leed moeten ver dragen over de smaad en de schande onze broeders daar ginds aangedaan. Moeten we herinneren aan de bloedige herdenking van den GnMensporenslag- dag, waar een jong Vlaamsch student het slachtoffer werd van Waalsche klein zielige benepenheid en kortzichtigheid Is het noodig te wijzen op de over rompeling van het Belgische Huis van Afgevaardigden door een betooging van oud-strijders, waarbij natuurlijk weeralle schuld op de Vlamingen werd geworpen Ze zijn daar zeer onderdrukt, onze Vlaamsche broeders en hebben dat met groot geduld verdragen. Doch wanneer zal er in België de rechtvaardige gelijk heid komen, die nog steeds zoo verre is Gelukkig, dat we nu den eersten stap mogen constateeren. De Belgische Kamer heeft nl. bij eerste lezing de wet goedgekeurd, waarbij het gebruik van de Vlaamsche of m.a.w. de Nederlandsche taal in de openbare be sturen geregeld wordt. Ongetwijfeld is dit een vrij groote stap in goede richting. Immers dit is een begin van rechtsherstel voor de Vla mingen, en zal Vlaanderenland nu door eigen taal bestuurd worden. Het is dan ook geen wonder, dat de Frsnschgezinde Waalsch-Belgische bla den over het algemeen zeer slecht te spreken zijn over deze wet en zelfs be weren, dat zij de scheiding tusschen Vlamingen en Walen in de hand zal werken. Eigenaardige argumenten toch. De wet zal scheiding in de hand werken. Ja, scheiding misschien tusschen onderdruk kers en hen die onderdrukt worden, maar geen scheiding tusschen gelijkge zinden. Wij verheugen ons dan ook zeerover deze eersto tegemoetkoming aan onze Vlaamsche broeders. Moge deze stap spoedig door een tweede, derde en meerdere gevolgd wor den, opdat do tijd niet verre meer zij, dat de Vlamingen dezelfde rechten heb ben als de Walen. Want dat laat nu nog al wat te wen schen over geweest, die in de niet roode kranten of die in de bladen der S. D. A. P.? Enfin, 't zal ons eens benieuwen hoe „Het Volk", „De Baanbreker" en andere socialistische organen zich uit dit perikel zullen trachten te redden. Want dat zal hun niet meevallen, nou, nou Opgeheven Tenminste één stap. Ja, tenminste één stap. Eén stap naar de rechtvaardige gelijk heid, die er in België nog steeds niet is tusschen Vlamingen en Walen. Zoo heel simpeltjes berichtten degroote bladen onder hun telegrammen een me- dedeeling, die anders toch van groot ge wicht is, en weer eens duidelijk heeft laten zien, dat dikwijls op de socialisten liet spreekwoord van toepassing is. „Veel geschreeuw en weinig wol". We bedoelen nl. het bericht, dat de internationale boycot over Hongarije opgeheven is. De boycot waarover alle socialistische organen in binnen- en buitenland zoo jubelden en juichten, waarover het soci alistische spotblad „De Notenkraker" talrijke teekenir.gen en „tijdingen" had. Stond er in de andere bladen een mededeeling, dat het met die boycot toch niet zoo heel schitterend ging, dan waren dat gruwelijke leugens, alleen neerge schreven om de menschen zand in de oogen te strooien. Was dat een niet kun nen verdragen dat de arbeidersbeweging zoo machtig was geworden, dat die aan de landen haar wil als wet kon voor schrijven. Alleen de berichten in de socialistische pers, die spraken van „schitterend", „prachtig gelukt" en al maar meer van die lraaie woorden waren de waarheid. Doch 't was wel een beetje verdacht, dat dit telkens weer herhaald moest worden. Als je zelf iets vertelt, wat je maar half gelooft, dan zeg je gewoonlijk ook vaker, dan noodig is „'t Is echt waar Nou, daarvan had het bij de socialis ten ook veel. En wonderlijk, de laatste dagen hoorde je heelemaal niets meer van de Hongaar sche boycot. Tot nu ineens dit bericht komtDe boycot is opgeheven. En waarom dan Dan toch zeker, om dat ze goed geslaagd is? Neen, ook al niet, want het Oosten- rijksche blad de „Arbeiterzeitung" stelt met leedwezen vast dat de boycot vrij wel mislukt is, en dat dit is toe te schij ven aan de Tsjecho-Slowaksche arbeiders. Vrijwel mislukt, dat is in onze taal geheel mislukt. Waar blijft nu het groote geschreeuw En wat zijn nu de leugenberichten Rumoerige Kamerzittingen schijnen meer en meer regel te worden. Vroeger was Polen in dat opzicht alleen spreekwoordelijk getuige het ge zegde 't Lijkt daar wel een Poolsche landdag maar die eer bezit het tegenwoordig reeds lang niet meer. Moeten we herinneren aan ons goeie landje tijdens de behandeling van de anti-revo'lutiewet of aan België waar het Parlement zelfs overrompeld werd door oud-strijders? Is het noodig te wijzen op Duitschland, waar de communisten soms een lawaai van heb-ik-jou-daar maken Enfin, Engeland kan er den laatsten tijd ook wel wat mee. Vooral als de Iersche kwestie ter sprake komt. Vrijdag j.l. was dit weer eens het geval. Toen kwam nl. aan de orde het wetsontwerp nopens het herstel van de orde in Ierland. De nationalisten, Iersche afgevaardig den in het Lagerhuis, maakten vooral veel drukte. Zoo zei een van hen, Devlin, dat het maar beter was, inplaats van deze wet, ineens de guillotine toe te passen. Het volk werd beroofd van zijn vrijheden door een meerderheid van O.W.ers. Later stond hij weer op en betoogde in hartstochtelijke bewoordingen, dat hij geen eerbied had voor het Lagerhuis, doch het verachtte. En wijzende op de regeeringstafel, riep hij, zich meer en meer opwindende Gij inoogt de meer derheid hebben maar gij zult niet den geest van een volk uitdooven (Geroep Ga zitten!) Gij zult deze wet geen streep verder behandelen, zoolang ik het kan beletten. Ik wil niet, dat deze klucht voortgezet wordt. Deze wet zal niet aangenomen worden, voordat de heele wereld weet, hoe gij haar er doordrijft. De voorzitter was iutusschen opge staan met het reglement van orde in de hand, doch de spreker hield zich niet aan den regel om te gaan zitten als de voorzitter opstaat en zotte zijn uitbarsting voort. De voorzitter zei, dat als de spreker met ging zitten als hij opstond, hij hem moest verzoeken het Huis te verlaten. De ge achte afgevaardigde had tot dusver altijd den grootsten eerbied voor den voor zittershamer getoond en het was in strijd met zijn gewoonte niet te gaan zitten als de voorzitter opstond. DevlinIk htb altijd den voorzitter geëerbiedigd en zijn aanwijzingen opge volgd als deze normaal en verdedigbaar waren. Maar deze aanwijzingen waren niet normaal en niet verdedigbaar (toej en ik zal niet aan den voorzitter gehoor zamen (beroering) en ik weiger, als lersch afgevaardigde, hier stil te blijven zitten, terwijl het laatste restje van de vrijheid van mijn land wordt uitgeroeid (toej Ik blijf weigeren te gaan zitten. (Toej en geroep van Orde 1 Ga zitten De voorzitter: De geachte afgevaar digde tart het gezag van den voorzitter ik moet hem verzoeken het Huis te verlaten. Devlin Ik zal niet heengaan (toej. en geroep van OrdeIk blijf in het Huis zoolang als ik wil. Ik zal alle mogelijke wapens gebruiken om te beletten, dat deze schandelijke vervolging voortgezet wordt (toej. en geroep van Orde De voorzitterHet spijt mij, dat ik den geachten afgevaardigde tot de orde zal moeten roepen wegens het hardnekkig miskennen van het gezag van den voor zitter. DevlinIk heb niets tegen u, maar het kan me niet schelen of gij me tot de orde roept of niet (toej. en teekenen van afkeuring). Kom maar met je be zettingsleger. (Meer teekenen van af keuring). Ik ga niet heen. Palmer: Waai is de leider van het Huis? (Toej). Mills (arb.)Heeft eeu gewoon lid van het Huis het recht de tegenwoordigheid van den eersten minister of den leider van het Huis te vragen (Geroep, Orde Devlin werd intusschen onder lawaai tot de orde geroepen en verzocht het Huis te -verlaten. Shortt, de minister van binnenlandsche zaken, die moeilijk boven het lawaai uit kon schreeuwen stelde toen voor Devlin te schorsen. Na uog eenige strubbeling werd met 229 tegen 43 stemmen tot de schorsing besloten, waarop Devlin en alle natio nalisten en op twee na de leden der arbeiderspartij het Huis verlieten. Daarna werd voortgegaan met behan deling van de wet, welke tenslotte met 206 tegen 18 stemmen werd aangenomen. 'tZa! echter te bezien zijn, of deze wet voldoende kracht zal bezitten, om de onlusten in Ierland te onderdrukken. In elk geval, hoe het ook zij, aange naam zijn zulke Kamerzittingen nu juist niet. Ja, dat kon wel beter. Tusschen Polen en Sovjet-Busland botert het ook nog lang niet. De Russische Regeering heeft in haar antwoord op een nota van Lloyd George te kennen gegeven, dat zij de onaf hankelijkheid van Polen zou eerbiedigen, maar zij wil de vredesonderhandelingen rechtstreeks met Polen voeren. Het slot van het Russische antwoord is letterlijk Wij zijn nog de meening toegedaan dat rechtstreeksche onderhandelingen met Polen tot het sluiten van een vrede zoowel de belangen van het Russische als Poolsche volk zouden dienen. De Russische Sovjet-regeering verklaart op nieuw dat zij vastbesloten is Polen's vrijheid en zelfstandigheid te erkennen, en bereid is den" Poolschen staat uitge breider grenzen toe te kennen, dan die, welke door den Oppersten Raad waren aangeduid en in diens nota van 20 Juli waren vermeld. Het lijkt zoo dus nog al vrij aardig. Maar o, die Russen zijn zoo slim, zoo handig. Want wij gelooven vast en zeker, dat dit er alleen oui is, teneinde Frankrijk en Engeland zand in de oogen te strooien, en ondertusschen de rest van de Poolsche legerscharen om dat zoo maar eens uit te drukken kort en klein te slaan. Daarvan zijn zelfs de socialisten in Polen doordrongen, want hun te War schau verschijnend blad „Robotnik" richt zich aldus tot de socialisten in West- Europa „De opgedrongen revolutie staat gelijk met de slavernij. De leugenachtige draadlooze telegrammen, waarmede de Sovjet-regeering den opmarsch in Polen begeleidt, kunnen het feit niet wegnemen, dat zij tracht den oorlog te verlengen, Polen binnen te dringen en den vrede te dicteeren. Denkt aan uw positie bij den inval der DuitschersLaat den moord op Polen in naam van het socia lisme niet toe! Wendt al uw invloed aan, opdat uw regeeringen het Poolsch- Russische conflict op onpartijdige wijze behandelen." Men ziet dus, hoe ernstig do toestand is. Zelfs spreken de bladen van even ernstige momenten als in Juli en Au gustus 1914, bij het uitbreken van den grooten wereldoorlog. En werkelijk, het kan niet ontkend worden, de toestand is ernstig. Zal het bolsjewisme, toch meester wor den van Polen en zoo een brug leggen naar het verdere Europa? Zal het aan de menschen nog eenmaal de gruwelijke dictatuur van het prole tariaat brengen - Wij weten het niet, alleen God weet het. Zij er echter veel gebed tot Hem in deze dagen. Be toestand in Ierland. Uit officieele berichten blijkt, dat er in Ierland drie-en-twintig gerechtsge bouwen verwoest, tien beschadigd, acht vruchteloos aangevallen en vier bezet zijn. Verder zijn 10L niet gebruikte politie-kazernes verwoest en zijn tien invallen gedaan in kustwachtstations en negen-en vijftig in andere regeerings- gebouwen. Er zijn 77 aanvallen op post wagens gedaan en tal van andere wan daden begaan, o.a. 145 brandstichtingen en honderden vreesaanjagingen. Schrikkelijke ontaarding. Een gasontploffing heeft te Ohligs in Duitschland een huis geheel vernield. Van het gezin dat er woonde zijn de vader en 5 kinderen, benevens een En- gelsch soldaat, die er ingekwartierd was, gedood. Gebleken is, dat de vader, die al lang met zelfmoordplannen rondliep, in zijn kamer de gasleiding had geopend en toen het vertrek vol gas stond, er de vlam in had gestoken. Te Beinighausen, in Duitschland, heeft een 22-jarige arbeider zijn moeder ZEEUWSCH-VLAANDEREN

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1920 | | pagina 1