Oroaan ter verspreidinq der Christelijks Beginselen in Zeeuwseh-ïlaanderen. "feuilleton. No. 263. Woensdag 28 Juli 1920. 3e Jaargang. BUITENLAND. Uit de Pers. JAN WAANDERS. T *3 ABONNEMENT Bij bezorging fl,15'per drie maanden. Franco per post voor Nederland f 1.25. Uit»ave van de Christelijke Persvereeniging „Zeeuwsch-VIaanderen te T - - Alle stukken, de redactie en administrate van dit blad betreffende, moeten worden gezonden aan den redacteur, J. HOMMES, Lange Kerkstraat 5, Ter Neuzen. ADVERTENTIËN: Van 1-4 regels uSKSSStfi de"v^schijndagmi bij drukkêr D.RllWoOIJ AIe Ter Neuzen. Telefoon Hr. 20. De COUPONS No. 2 van de 4i/3 o/0 Leening der Chr. Pers vereeniging „ZEEUW SCH-VLAANDE REN", Serie A groot f 1500, zijn inwissel baar bij den redacteur, den heer J. HOMMES, Lange Kerkstraat 5, Ter Neuzen, op Zaterdag 31 luli a s. des namiddags van 46 uur. V Tekort aan onderwijzers. De onderwijsbladen, zoowel van het openbaar als van het bijzonder onderwas, staan vol met -advertenties, waarin on derwijzers of onderwijzeressen worden gevraagd. Nu heeft men dit elk voorjaar zoo te gen en voor de maand Mei. Immers, vergeefs is deze maand als die van verhuizen niet spreekwoordelijk geworden. i Doch daarbij moeten we niet vergeten, nu reeds Juli te schrijven zoodat de re den van verhuizing moeilijk meer kan gel dwijst dit dus reeds op een tekort, een tweede feit is er, dat nog veel meer spreekt. We bedoelen de examens. Zoo voor dien tijd is het regel, dat veel wordt geadverteerd. Doch zijn een paar maanden sindsdien verloopen, dan zijn do vacatures vervuld en houdt van zelf meteen het adverteeren op. Daarvan is nu echter geen sprake, hetgeen dus een bewijs is, dat hot aan tal vacatures, ook door de pasgeslaagd on, nog niet is vervuld. Wie lieeft nu daarvan de schuld t Naar het ons voorkomt, berust die voor een niet gering tieel bij <!e ondei- wijzers grootendeels openbare maar nok zelfs wel Christelijk? die het heb ben aangedurfd tot stopzetting der oplei ding aan te raden, en daartoe zelfs gi 00- te advertenties in de bladen plaatsten. Ze hebben zoodoende door hun eenzij dige voorlichting verschillende ouders zoo- x ver gekregen, dat deze menschen lnin kin deren niet voor onderwijzer of onderwij zeres lieten studeeren, hoewel ze liet an ders wel van plan waren geweest. Dat de schuld voor een groot deel mee li-t aau de in meerdere of mindere ma te slechte salarissen, dat gelooven we niet. Het is trouwens ook niet een zoozeer spontane uiting der publieke meening, dit stopzetten der opleiding, als wel een zooals een onzer bladen liet terecht noem de, tactisch en strategisch goed in elkaar gezette actie van de directbelanghebben- dende onderwijzers, met name der openbare school, die grootendeels ge schoold in den „rooden" hoek eenvou dig nooit tevreden zullen zijn. En juist daarom past 011s en onze Christelijke onderwijzers voorzichtig heid en waakzaamheid. Vooral ook met het oog op de toe komst. Nu hebben wc zoo iets wel eens moer beleefd. Dan eens was er overvloed, konden üe schoolbesturen volop uitkiezen en een paar jaar later kreeg een onderwijzer soms aanzoek van vier of vijf besturen tegelijk. Had dan dus ue onderwijzer maar uit te zoeker. 't Schommelde telkens hoen cn v\eer en eigenlijk dreigend stond het nooit, 't Kwam als het ware telkens vanzell weer terecht. Doch nu schijnt liet eenigszins anders te gaan. Een viertal oorzaken Worden genoemd, welke zorg doen komen voor de toekomst. 3 Zoo is daar allereerst het feit, dat de normaalscholen steeds minder onderwij zers afleveren, en zelfs veel van die scholen worden opgeheven. I11 de tweede plaats vervult het met zorg, dat de aanvangsklassen van veel kweekscholen zoo slecht zijn bezet, zoo dat noodzakelijkerwijze dit over eenige jaren aanleiding zal zijn, dat het tekort met geen mogelijkheid ineer zal kunnen worden weggenomen. Een derde oorzaak is de straks lan gere duur van de opleiding, wat ook stagnatie in de „aflevering geeft. En eindelijk in de vierde plaats, de wet van Minister De V isser zal dooi het zevende leerjaar meerleerkrachten vooi de school vragen, dan vroeger het geval Dit, alles saamgenomen, behoeft het niet te verwonderen, dat menig voorstan der van het onderwijs, hetzij dan lid van het schoolbestuur, ouder, onderwijzer of ander belangstellende, zich de vraag steltMaar is aan dat dreigend bekort dan niet iets te doen Tekort in de toekomst. We schreven over het tekort aan on derwijzers dat meer en meer dreigend nabij schijnt te komen. 69) Z ELAND IA. 't Liep tegen den tijd, dien Van Rensen bescheiden bad. Zenuwachtig liep ze heen en weer. Marie, het dagmeisje, maakte al aanstalten om te vertrekken. Wat had mevrouw toch? Iruus bader nog met geen woord over gesproken, dat ze heen wou. kunnen eg „Marie, zou je nog een uurtje kuni blijven, 'k Moet noodzakelijk even w_0. 'k Ben gauw terug, 'k Zal liet wel goed niet je maken." Marie keek verwonderd. „Nou Mevrouw „Ja, da's tocli wel es meer gebeurd. Is dat 'k-Bedoel, nou Ilerm zoo ziek is." Truus voelde den steek wel. Maar een hooghartig antwoord, dat haar op de lippen brandde, hield ze toch binnen. Ze moest in elk geval vvèg zien te komen. „Ja, maar 't is maar even. En 'k kan onmogelijk uitstellen. Doe je 't?" „Ja, maar kan ik er op rekenen, dat u gauw terug ben, want ik wou ook V Middelen er tegen. Is aao het dreigend tekort -vanonder wijzers in de toekomst dan niet iets te doen We zagen het, flat flit een vraag is, die menig belangstellende in den goeden gang van zaken inzake ons onderwijs 7jch stelt» En daar het een vraag van groot ge wicht, als 'liet ware een levensvraag in zekeren zin is voor ons Christelijk onder wijs, willen we die dan ook nog kort even onder de oogen zien. Voorop staat dan natuurlijk, dat we ons met alle kracht schrap dienen te zetten, tegen iedere poging tot propagan da om de opleiding stop te zetten. En in verband daarmee is liet wel ge wenscht dat vele, ook van onze Christelijke onderwijzers, zich eens meer dan tot nu toe afvragen: „Wat is mijn eigenlijke taak en roeping?" Zonder de stoffelijke, sociale belangen van onze onderwijzers te minachten en deze op den achtergrond te willen diin- gen, lijkt hen ons toe, dat door liet tel kens en telkens roepen om salarisver- hooging de voornaamste, de geestelijke belangen en behoeften wel eens te veel vergeten worden. Door een onzer groote staatslieden is het eens zoo schoon gezegd, dat de on derwijzers en onderwijzeressen een heer lijke taak hebben de kinderen te bren gen aan de voeten van liet Kruis. Zij bij hen en bij ons het gebed, dat graag niet zoo laat thuis zijn." Zoo'n brutaal ding. Eu dat moest ze zich laten welgevallen zich voorwaarden laten stellen door dat nest. Maar er schoot haar nu niets anders over, dan kalm te blijven en toe te geven. „Je kunt er vast op aan." „Ja, gaat u dan maar", stond Marie toe. Truus kleedde zich. Wat maakte haar toch zoo gejaagd. Ze begreep zich zelve niet. Dwaas toch, waarom stolde ze zich zoo aan Ze wierp nog een blik oji Herm, die af en toe kreunde. '11 Harde koorts matte hem af. Ze voelde een oogenblik dat kreunen als een sterk verwijt. Even legde ze haar hand op zijn hoofd heet was het, heetPlotseling beving haar een vreemde ontroering o, als Herm eensstierf Ze drukte een kus op zijn voorhoofd. Wat was zij voor een moeder die uit ging, nu haar kind pijn-kreunde En om welke redenÉen oogenblik nam haar beter ik de overhand een oogen blik slechts. Ze moéstze zou door zetten. „Je past wel goed op Herm", ver- maatide ze Marie, toen ze met den knop der deur in de hand stond. zo daarvan toch niet moede worden, dat ze toch steeds de kinderen wijzen op Hem, onzen Heiland en Verlosser, Die het heeft gezegd „Laat de kinderkens tot Mij komen, en verhindert ze niet, want dorzulken is het koninkrijk der Hemelen." Als ze-»daarvan dom '.rongen zijn, zul len ze ook nooit kunnen meewerken aan die verderfelijke propaganda, waarin de ouders worden aangeraden hun kinderen toch niet aan hot onderwijs te geven. In de tweede plaats is daar de steun, die onze Kweek- en Normaalscholen zoo 1100de kunnen ontberen. Ook daaraan be staat dikwijls maar al tc veel behoefte. Dat dan ook de begunstigers van die in richtingen, waar onze jonge menschen worden opgeleid tot onderwijzer of on derwijzeres zich niet onbetuigd laten. In nauw verband hiermee staat ook het geven van beurzen en toelagen, waardoor on- en minvermogende leerlin gen in staat worden gesteld de anders nog al dure studie te volgen. We weten wel, dat dit een kiesclie 'en teere zaak is, doch kunnen toch niet nalaten cr nog eens even de aandacht op te vestigen, daar dit o.i. soms wel te weinig is gebeurd. Er zijn zoovelen die zoo gaarne hun krachten vvenschen te geven aan het onderwijs, doch dooi allerlei oorzaken verhinderd zijn te komen tot volvoering hunner plannen. Waarom dan geen pogingen aange wend 0111 die hinderpalen uit den weg te ruimen-? In de derde plaats is er het middel, om tot billijke vorhoomng der salarissen over te gaan cn in de vierde plaats is er bij groot gebrek nog de mogelijk beid, de bepalingen van de wet van Minister De Visser, die een vermeerdering van het aantal onderwijlers met zich mee brengen, zoolang Inn en werking testel len, totdat üe toestand weer normaal is geworden. Men ziet dus. dat de toestand niet ho peloos is, al laat hij zich ook wel drei gend en donker inzien. Het is goed, het gevaar onder de oogen to zien, om wakende en biddende te zijn. Geve onze God dan ook, dat er een krachtig gebed voor het welzijn en den bloei van ons Christelijk onderwijs in ons aller harten moge zijn en blijven gevolg is een verarming van het leven, terwijl verrijking ervan zoo noodig is. „Wanneer de boeren onderling ver deeld geraken cn in allerlei aparte or ganisaties hun kracht gaan zoeken ik bedoel natuurlijk organisaties op vak gebied cu dus niet samenwerken, maar elkaar in onderlinge rivaliteit gaan bestrijden, dan zullen over de boerenbe- langen niet de boeren tenzij in schijn beslissen maar blijven deze of geheel braak liggen, of wordt er over beslist door politici, die langs de boerenruggen omboog streven, of overheerscht worden door de belangen van den handel of industrie. Dan komt de landbouw in liet, gedrang". Wij hopen niet. dat dit. advies van onzen anti revolutionairen Gedeputeerde in Zeeland in breeden kring zal worden opgevolgd. Aan onze arbeiders stellen zij den eiscli dat zij zich orgauiseeren in Christelijke vakvereenigingen. Maar niet evenveel klem moet deze eisch ook worden gesteld aan de Chris telijke middenstanders en boeren. Geen meten niet twee maten. Het anti-revolutionaire vaandel moet omhoog op elk gebied. Onze tijd met zijne ingewikkelde pro blernen eisclit dat wij partij kiezen. Alleen dan kunnen wij kracht ontwik kolen en de beteekenis van onze begin selen ook voor liet maatschappelijk leven in bet licht stellen. Samenwerking is goed. Uitstekend. Maar dan langs organisatorische!) weg. Met behoud van onze eigen zelfstan digheid. Daarom, boeren en bouwers en tuinders, naar uwe Christelijke organisation Christelijk georganiseerd. Wij lezen in de „Nieuwe Leidsclie Courant" (A.-R.) De nieuwe voorzitter der Zeeuwsche Landbouwmaatschappij, Mr.P. Dieleman, zegt de „Telegraaf", heeft op de alge- meene vergadering te Hulst rake dingen gezegd, die verdienen in ruimen kring bekend te worden. Het motto zijner rede is samenwerking en nog eens samen werking. Hij doet scherp uitkomen, hoe groote nadeelen zich in antithese geheel verlie zende politici, die alles in één kleur zien of willen zien, den landbouw in zijn ge heel kunnen berokkenen. Hun drijven brengt tweedracht en tegenwerking, in plaats van de zoo noodige eenheid. Het Marie keek haar even aan met een blik, waarvan ze de bedoeling raadde; en die haar voorhoofd purperde. En op het onuitgesproken verwijt, antwoordde ze „Ik kan onmogelijk anders, weet je ik moét „'k Zal wel voor hem zorgen," stelde Marie gerust, maar op een toon, die duidelijk zei: we kennen elkaar immers welspeel toch geen komedie Truus ging. Wat dreef haar een oogenblik later weer terug de trap op, die ze al halver- wegen was afgegaan Ze kon het zichzelf niet verklaren ze trachtte het ook niet tc doen: onweer staanbaar werd ze getrokken, naar het bed, waarop haar zieke kind lag. Eeu lange kus drukte ze op zijn gloeiend voorhoofd. Toen haastte ze zicli opnieuw, weg tc komen Ze voelde zich gejaagd, vond, dat ze vreemd had gedaanzich voor Marie dwaas had aangesteld. Ze zou maar blij zijn, als ze weer terug was; ze .ver- vveusebte Van Rensens indringerigheid Was ze maar nooit begonnen zich in zulke dwaze avonturen te steken HOOFDSTUK IX. 't Liep tegen den afgesproken tijd. Het is een wonderlijke wereld tegen woordig. Men hoort van oorlogen en geruchten van,oorlogen, van opstand en revolutie. De zoon staat op tegen den vader en het eene land tegen het andere. De mach tigen en grooten der aarde, keizers en koningen zijn van huu tronen verdreven en moeten een plaats voor hun voet zoe ken op vreemden grond. Gedurig leest men van aardbevingen, hongersnood en allerlei verschrikkelijke kwalen. Het cene wee is weggegaan, liet an dere is gekomen. Gaan we slechts den laatsten tijd na. Eerst de gruwelijke wereldoorlog, nog in dien tijd de ontzettende griepepidemie en nu straks misschien een bolsjewisten invasie Hensch, het zijn wel tijden, waarin we meer dan ooit bij het naderend einde der dagen worden bepaald. De voetstap pen des Heeren zijn hoorbaar op de ber gen. Zullen we liet verstaan Zullen we, want uasst bidden moeten we ook werken, ons wapenen in den misschien spoedig te komen wereldstrijd, waar het gaat zwart tegen rood en Chris ten tegen Anti-Christen O, geve God ons daartoe de kracht. De kracht, niet alleen om te strijden, De avonddrukte nam meer en meer toe. Zeeën van licht overstroomden de straten en pleinen winkels, in schitte rende uitmonstering van keurige uitstal ling lokten kijkers tot koojien, dreven tot gretig begeeren, of deden rustige wandelaars zich vermeien in streelende schakeering van kleuren en tinten, in een schier eindelooze verscheidenheid. Truus spoedde zich, in letterlijken zin, voort. Geen enkele uitstalling kon ook maar voor een oogenblik baar aandacht boeien zij, die anders cr, een innig behagen in kou scheppen, te „winkelen", had geen oog voor de fraaiste uitstalling, 't Scheen zelfs, dat de menschenvolte haar hinder lijk was; als vermeed ze liefst de groote drukte, als deden de helle lichtbundels haar pijnlijk aau, Er was iets, ze wist niet wat, of hoe, dat haar wrevelig maakte, ontevreden op zichzelf, spijtig, onvoldaan, angstig Angstig, ja....weer dat zelfde gevoel van dezen middag. Ze moest zich geweld aandoen, verder te gaanze voelde zich als een misdadigsterwaarom toch Wat maakte haar zoo kinderachtig, zoo melancholiek Daar, op den hoek van de Hoogstraat en het Kruisplein moest ze wezen. maar bovenal, om desnoods den strijd hier op aarde verliezende, getrouwe ge- tuigeu te zijn van Hem, Wiens kinderen wij zijn. Deze gedachten kwamen in ons bij het lezen van de berichten over den Poolsch-Riissische>i oorlog. Men zal weten uit liet vorig overzicht, dat de Entente in dezen strijd tussehen- beide vvenschte te komen en een wapen stilstand wilde. Noch de Polen, noch de Russische bolsjewisten waren daar van echter gediend. Later is evenwel de toestand gewijzigd. De Polen hebben geredeneerd „Beter een half ei dan een ledige dop" en ze zeiden tegen de Entente„O, ja, we nemen graag de voorwaarden voor een wapenstilstand aan." Daarbij lieten ze bet nog niet eer.s, doch deden ook aan de de Russen een voorstel 0111 tot het sluiten van een wa penstilstand te komen. Draadloos deel de nog later de Poolsche Regeering aan die te Moskou mede: We wachten het antwoord op ons voorstel van een on- verwijlden wapenstilstand af tot 25 Juli B ureu. De ontmoeting kan het boste geschieden op den grooten weg van Mos kou naar Warschou tusschen Baranowitsj en Brest Litofsk bij de kruising der gren- zen. In verband daarmee wordt thans uit Weeuen aan het Berliner Tageblatt ge seind, dat de Sovjetregeoring door be middeling van barer generalen staf door een draadloos telegram het Poolsche op; percommando hoeft laten weten, dat zij bereid is over een wapenstilstand te on derhandelen en het Poolsche oppercom mando verzoekt eene plaats aan te dui den, waar deze onderhandelingen kun nen worden gevoerd. Dit telegram is onderteekend door den chef van den ge neralen staf en door den volkscommis saris voor militaire zaken. In Londen ontvangen draadlooze be richten melden hetzelfde. 't Zal dus wel waar zijn, en menig ongeruste is nu weer gerust. Laten we dezulken echter opmerken, dat een wa penstilstand nog geen vrede is, en dat ook al komt er vrede tusschen Polen en Sovjet-Rusland de laatsten er toch nog steeds op uit zullen zijn om hun doel te bereiken, wat daarin bestaat, dat ze aan de geheele wereld de dictatuur van het proletariaat willen opdringen. Heusch, ze blijven werken en vandaar dat we in liet begin van dit overzicht spraken van de mogelijkheid van een bolsjewisten invasie. Zijn we daarom op onze hoede en ge dachtig aan de spreuk Ora et labora, hetgeen wil zeggen: „Bidt en Werkt". Bela Kun, de Hongaarsche bolsje wist doet ook weer van zich spreken. Zooals velen zich misschien nog zullen herinneren, was hij uit Hongarije naar Oostenrijk gevlucht en daar geïnterneerd. Nu is hij vandaar echter dezer dagen naar Rusland vervoerd, maar door ver schillende omstandigheden in Duitsch- land aangehouden, waardoor echter de Duitsche Regeering in een zeer moeilijk parket is gekomen. Aan den eeuen kant staat Hongarije, dat de uitlevering van Bela Kun ver langt, omdat hij verantwoordelijk wordt gesteld voor niet minder dan 337 moor- Stond daar Wds hij het Ze kon niet twjjfelen hij kwam al op haar toe. Hij zag er heel anders uit, dan ge woonlijk. Sjiek gekleed, in nagelnieuw costuum, een city bag in de linkerhand. Maar wat niét veranderd was, dut waren zijn oogen, die haar tegenschitterden met ziilk eeu gloed van onrein begeeren.dat ze eeu hevige walging voelde opkomen. Die oogen schenen haar geheele gestalte te omvatten zo voelde zich in die blikken omspannen, opgesloten, gevangen 't was haar, als zou het onmogelijk zijn, zich buiten dien kring te krijgen, dien zijn glinsterende oogen om haar heen trokken.. „Ben je daar? Eindelijk!" groette hij, zoo gemeenzaam mogelijk. „Goed, dat je gekomen beu, Truus ik heb haast kom, we hebben geen tijd te verliezen." Hij sprak gejaagd, onrustig. Ze begreep hein niet. Wat bedoelde hij Hoe kwam hij er toe, haar Truus te noemen? Neen, ze moest er maar zoo spoedig mogelijk een eind aan zien te maken. Het hem nu maar ronduit zeggen, dat ze van zijn familiariteiten niets gediend was.... (Wordt vervolgd.) v. TT^f-TT ii T - - WSCH-VLAANDE v n DOOR

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1920 | | pagina 1