Orgaan ter verspreiding der Christelijke Beginselen in Zeeuwseh-Vlaanderen. "buitenland. No. 257. 'Woensdag 7 Juli 1920. 3e Jaargang. "~B Ï¥n"e N L A N D. Uitgave van de Christelijke Persvereeniging „Zeeuwseh-Vlaanderen" te Ter Neuzen. Alle stukken, de redactie en administratie van dit blad betreffende, moeten worden gezonden aan den redacteur, J. HOMMES, Lange Kerkstraat o, Ier Neuzen. ABONNEMENT: Bij bezorging 1,15 per drie maanden. Franco per post voor Nederland/1.25. ADVERTENTIËNVan 1—4 regels /0.60. Elke regel meer ƒ0.15. Abonnementen per contract. Crisistoeslag 15%. Inzending van advertentiën tot 12 uur 's middags op de verschijndagen bij den drukker D. H. LITTOOIJ Az. te Ter Neuzen, 'telefoon Nr. 20. V Te donker ingezien Naar aanleiding van het artikel over „Communistisch Militairisme" gewerd ons van enkele zijden de opmerking, dat daarin de toestand wel wat te donker werd ingezien, dat het m. a. w. niet zoo'n vaart zou loopen. In verband daarmee werd op een drie tal verblijdende omstandigheden gewezen nl. op de groote Oranje betoogingen in November 1918, burgerwacht en vrijwil- ligen landstorm, de vuurwapenwet en eindelijk op de wet van min. Heemskerk tegen de revolutionaire woelingen. We noemden dit zelf reeds verblijden de omstandigheden, en zijn ook mee van de eersten om een en ander toe te juichen. Zonder in breedo beschouwingen te treden, meenen we echter toch daarover nog een en ander te moeten zeggen, op dat blijke, of de toestand in het reeds genoemde artikel werkelijk te donker is ingezien. Allereerst dan wat aangaat de Oranje- betoogingen in November 1918, toen de staatsgreep van Troelstra mislukte. Er was toen toch een groote kern, die van den leider der S.D.A.P. en van de revolutie in 't geheel niets wilde weten, en die zich vol geestdrift en uit volle overtuiging achter Vorstin en Vaderland schaarde Aan die geestdrift en overtuiging wil len we niets afdoen 't was een heer lijk historisch moment in onze geschie denis doch wel blijft de vraag: Was die kern in werkelijkheid wel zoo groot en bestaat die nu nog Zou, wanneer de staatsgreep 'an de uiterste linkerzijde was gelukt, ook aan Troelstra, Wijnkoop, of wie dan ook de voornaamste in den lande was geworden, geen ovatie zijn gebracht? We willen in 't geheel de liefde voor het ons van God geschonken Oranjehuis niet wegcijferen, doch kunnen onmogelijk vertrouwen, vast vertrouwen stellen in de groote zgn. middenmassa, die den eenen dag zoo is en een volgenden weer juist andersom. Dezulken kan men niet tot de kern rekenen, en bij niet meere- kening er van is het groote van die kern wel heel wat minder groot gewor den. Ook zullen evenmin burgerwacht en vrijwillige landstorm alleen in staat zijn een mogelijken revolutiestroom te keeren. We zeggen dit niet om ze te kleinee ren, want niet genoeg is het te waar- deeren, dat ze, in den nood der tijden geboren, zich tot zulke krachtige en flinke organisaties hebben ontwikkelk. Die krachtige ontwikkeling heeft ech ter ook een gevaar meegebracht, en wel dat van zorgeloosheid. Velen denken, dat nu burgerwacht en vrijwillige land storm beteekenis hebben gekregen, we voor communistische en socialistische pogingen tot omkeering van het gezag niet behoeven te vreezeu. Laat dezulken echter de onlangs plaats gehad hebbende gebeurtenissen in het Roergebied tot leering zijn. Op menige plaats werd de burger wacht ontwapend, voor ze iets had kun nen do.en. Laat het hun eveneens tot leering zijn dat in- verschillende overwegend roode gemeenten en districten in ons land de burgerwacht en vrijwillige landstorm een zeer klein getal leden tellen. Dat zich veel meer personen er bij kunnen aansluiten, dan tot nu toe het geval is. Eveneens is de vuurwapenwet wel van beteekenis, doch ook deze moet men niet overschatten. Zouden heuscli de menschen van de revolutie niet zorgen en gezorgd hebben, bij een mogelijke omwenteling goed voorzien te zijn van de benoodigde wapens Tenslotte dan de vierde bewering, waaraan do rustig onbezorgden zich mee nen te kunnen vastklemmen: dcanti- revolutiewet van Minister Heemskerk. De heftigheid, waarmee al wat socia list en communist is, van Troelstra tot Wijnkoop, zich er tegen heeft verzet, bewijst wel, dat deze wet diep ingrijpt in het revolutionaire woelen. Doch zal zij de propaganda en het werken van de uiterste linkerzijde geheel den nekslag toebrengen Men verwachte het niet, en make zich niet al te groote illusies. I)e wet kan veel, doch niet alles. En waar maar eenigszins een leemte is, geloof het, er zal gebruik van worden gemaakt. Alles dus nog eens kort resumeereude, blijkt het, dat een eu ander wel veel te beteekenen heeft, doch niet ons in zorgeloosheid mag doen neerzitten. De toestand is en blijft gevaarlijk, zoodat we niet kunnen toegeven, die te donker te hebben ingezien. De vijand woelt en blijft woelen, zal niet aflaten om te trachten zijn ideaal te bereiken. Laten we hem niet onderschatten en geve bovenal onze God ons de kracht om hem te weerstaan. Plaatsvervangende burge meesters. De vorige week heeft de Eerste Ka mer de ontwerpen tot. wijziging van Art. 77 der Gemeentewet en Art. 35 der Provinciale wet behandeld. Voorgesteld werd bij deze artikelen, aan den Commissaris der Koningin de bevoegdheid te geven een ander dan don wethouder of het oudste raadslid te mo gen aanwijzen als plaatsvervangend bur gemeester. Hoewel dit heelemaal niet het geval was, zochten de socialisten achter dit ontwerp politieke doeleinden. Enfin, ze zijn zeker door do anti-revolutiewet nog een weinigje in de war en zien overal spoken. De eerste van hun woordvoerders was de heer Vliegen, die sprak van spelde- prikjes/ zooals hij en de zijnen er iri den laatsten tijd meer krijgen van de Regeering. De tweede socialist, de advocaat Men- dels tapte uit hetzelfde vaatje. Ook hij had hinder van die speldeprikken gehad. Arme menschen toch 1 De Re geering komt, volgens hem, in de ge meenteraden meer en meer te staan te genover groeiende minderheden, die haar onwelgevallig zijn. En nu wenschtzete zorgen, dat ze ten allen tijde de men schen, wier politieke richting haar niet bevalt, opzij kan zetten, om de mannetjes naar voren te schuiven, die precies den ken zooals zij denkt. Je moet toch maar durven met ver onderstellingen De Christelijk-Historische heer De Gijselaar klopte den voortvarenden jon gen advocaat op den schouder en zei lieel gemoedelijk tegen hem „De Re geering is miet zoo ergdenkend als U." Voorts merkte deze rechtsche Senator op en zeer terecht dat de bestrij ders deze mug hadden opgeblazen tot een olifant. Krachtig werd hij bijgestaan door den liberalen lieer Bergsma, die er aan her innerde, dat hijzelf reeds voor jaren op een wijziging als deze heeft aanhedron- gen. Hiermee was het argument van de speldeprikken voelende socialisten, dat het Ontwerp een politiek karakter draagt en door den geest van de laatste dagen is ingegeven, totaal van de baan.- De heer Bergsma was echter nog niet uitgepraat en wees er verder op, dat er toch inderdaad tegenwoordig partijen in den lande zijn, wier woordvoerders in raden en staten het openlijk uitspreken dat zij daar komen om 's lands zaken in de war te sturen. Aan dezulken kan toch moeilijk, wel 't allerminst in troebe le tijden, de handhaving van het gezag worden opgedragen. Aannemen, hoeren 1 Grappig, maar voor de socialisten in 't geheel niet aangenaam, merkte hij ten slotte op, dat ook zij dit ontwerp toch eigenlijk moesten toejuichen. Of kunnen zij het wenschelijk achten, dat bij stakingeii b.v. de fabrikant, bij wien de staking is uitgebroken, automa- tisch als waarnemend burgemeester eu als hoofd der politie zou moeten fun- geeren Is het niet juist in zulke tijden wenschelijk, dat hij, die het gezag draagt volkomen onpartijdig zij? Dat op zijn positie tegenover het conflict zelfs niet de schijn van eenige verdenking kan rusten Was het wonder dat de heeren Vlie gen en Mendels daarmee een weinigje verlegen zaten en den lieer Bergsma er niet voldoende- op konden antwoorden Ook minister Ruys ontkende ten sterk ste. dat dit ontwerp er een met spelde prikken was en diende om een of meer politieke partijen buiten het algemeene recht te plaatsen. Het was voorgesteld omdat de plaatsvervanger van den bur gemeester, die in de gemeente voor een zeer belangrijk deel ook orgaan is van het centraal gezag, niet geheel en al onafhankelijk van de Regeeririg mag zijn. Zooals te voorzien was, mopperden de socialisten wat. Maar steekhoudende argumenten, neen hoor, die hadden ze niet. Het ontwerp werd dan tenslotte ook door de Eerste Kamer goedgekeurd. En de socialisten hebben weer eens duidelijk laten uitkomen, hoe groote spo kenvrees ze toch wel bezitten. Toch droevig, dat de rust van deze anders zoo groote helden op zoo wreede manier telkens wordt versto.ord. Men zou ze haast gaan beklagen 1 We schreven in ons laatste nummer over Victor Kopp, den gevaarlijken Rus- sischen sovjet-vertegenwoordiger in Duitschland, en noemden, van woge de gelijkenis in naam, ook Kapp, den man van den militairen putsch in het Ger- maansche Rijk. Men zal weten, dat hij indertijd, na de mislukking van de contra-revolutie, naar Zweden is gevlucht en daar ont dekt werd, omdat hij, onder liet genot van een glaasje punch, te loslippig was, en zich zoo terloops woorden liet ont vallen dié hem verrieden. Hij werd toen dus ontdekt, en was bang uitgeleverd te worden. En dat zou hem dan zijn hoofd wel kosten. 'n Heele tijd hoorde men echter niets meer, en menigeen vroeg zich af„Zou Kapp nog leven?" Men wist het niet. Doch daar komt nu ineens „Politiken" het Zweedsche Communistische orgaan zooiets als bij ons dus de „Tribune" met de mededoeling, dat het heeft ontdekt, dat meneer Kapp zich thans schuil houdt in het kleine Zweedsche stadje Stragnds waar hij zich met we- tenscliappeÜjken arbeid bezig houdt, daar hij, indien hij zich opnieuw op politiek terrein beweegt, vermoedelijk zal wor den uitgeleverd. Poiiiiken schrijft, dat Kapp er zeer goed uitziet, ten gevolge van het gebruik van de vette Zweed sche landbouwproducten en van de Zweedsche punch. Toen men hem vroeg hoe hij het maakte, antwoordde Kapp uitstekend. Hij spreekt al vrij goed Zweedsch. Ziezoo, nu weet men het dus weer in Duitschland, waar Kapp gezocht moet worden. Hij zal wel zoo verstandig wezen, om voorloopig nog maar niet naar zijn „Vaterland" terug te keeren. Wat ook maar 't beste is. De Conferenties van de geallieer den loopen nog al eens uit op oneenig- heid. Geen wonder ook, waar zooveel hete rogene elementen bij elkaar zijn, en 't spreekwoord niet tevergeefs zegt „Zooveel hoofden zooveel zinnen." Zeer terecht teekent de „N. R. Ct." de plaats gehad hebbende Conferentie te Brussel als volgt Hoe dichter de geallieerden bij Spa komen hoe minder eenstemmigheid er onder hen lieerscht over het percentage dat zij uit den Duitschen boedel willen ontvangen'. Te Hyllie, in Engeland, was er wrijving tusschen Lloyd George en Millerand over de verhouding van 55 tot 25te Boulogne kwam Italië met een eisch van 20 pet. waarmee de hon derd percent al vol waren en er voor de kleine naties niets overbleef. De tien percent, die oorspronkelijk aan Bel gië toegedacht waren, konden er niet af en nu is men te Brussel bezig geweest om alles weer zoo in elkaar te passen, dat er voor België nog 5 pet. overbleef, maar België weigert nog uit de hand te eten, die liet een restje linzen biedt. In de koele Marmeren Zaal van het Brus- selsche Paleis der Akademiën zijn de hoofden der ouderhandelaars toch nog verhit geworden en de minister-president Delacroix, voorzitter en gastheer van de conferentie, beiden, is ten slotte kwaad uit de vergadering weggeloopen. Toen Lloyd George te Brussel aankwam, juich te men zijn vriendelijk gelaat met de lange grijze haren geestdriftig toe. Gis# teren leerde men een anderen Lloyd George kennen, die erop aandrong, dat minister Delacroix zijn aanspraken zou halveeren, omdat de arme groote bond- genooten samen geen vijf percent méér aan België konden afstaan. Italië heeft ter staving van zijn aanspraken zijn lan ge rij van dooden opgeroepen. Debout les mortsdus ook bij de boedel verdee- ling. 's Avonds hebben alle vertegenwoordi gers nog bij den Koning gegeten, en aan tafel heeft een van de Belgische minis ters in vertrouwelijk gesprek met zijn tafelbuurman verklaard, dat niet Itali3, maar „zoowat de heelo wereld" zich te gen de Belgische aanspraken te weer stelde. De schoone dagen, waarin men het Belgische volk als kleine helden-natie bewierookte en het alles beloofde wat het maar wilde, lijken tot een ver ver leden te beliooren. En hoe zal het nu in Spa nog worden Zeker, in de kunst van lijmen en lap pen heeft de Entente liet ver gebracht, maar als het rommeltje dan eenmaal be gint te scheuren, nou, nou I Richten we in de derde plaats den blik nog even op de Poolsch Russische gevechten Als men de berichten van het front goed beschouwt, blijkt er uit, dat de toestand van de Polen met den dag on gunstiger wordt, dat hun leger door de bolsjewiki ten Zuiden van de Pripet over een breed front teruggedrongen wordt. Het roode leger staat niet ver meer ten Oosten van Rovno, dat een belangrijk kruispunt van spoorwegen naar het Noorden, Zuiden, Oosten en West.eii is. De Polen zeggen, dat zij een gedeelte van dit district, dat aan Oost-Galicië grenst, hebben ontruimd Wegens het dreigende gevaar, heeft de Poolsche regeering zich opgelost in een raad van nationale verdediging, waarin behalve vijf ministers, vijf vertegenwoor digers van het leger benoemd door maarschalk Pilsoedski, en tien afgevaar digden, aangewezen door den Landdag, zitting hebben. De besluiten van den raad zullen wetskracht hebben en het hoofd van den staat is voorzitter van den raad. De Landdag zelf gaat nu op zomerreces. Of dat reces echter erg aangenaam zal zijn, nou, dat betwijfelen we. Zeker, Polen is nog niet verloren, maar do toestand begint steeds beden kelijker te worden. 't Land is in, groot gevaar 1 DE LOONEN VAN HET SPOORWEGPERSONEEL. Mochten de resultaten van het spoor- wegbedrijt zich gunstig blijven ontwik kelen, zooals in Mei het geval was, dan is de directie der Ned. spoorwegen be reid een verhooging van inkomsten overeenkomstig een advies van den loou- raad aan het personeel toe te ken nen met terugwerkende kracht tot 1 Juni. ERGERLIJK. Te Schellingwoiide over het IJ, ligt een uitgestrekt graanveld, groot 53 H A. dat voor bouwterrein bestemd is. Thans is men bezig dien grond op te spuiten, zoodat het geheele gewas, dat meer dan f15 000 had kunnen opbrengen, vóór den oogsttijd vernietigd wordt. DE VOLKSTELLING. De Minister van Binnenlandsche Zaken deelt mede, dat de adviezen van de Commissarissen der Koningin inzake een volkstelling op enkele uitzonderingen na vóór uitstel luiden. Na het oordeel der Centrale Commis sie voor de Statistiek zal over uitstel beslist worden. LAAT NIETS IN DEN TREIN ACHTER, Door de Directies der Noderlandsclie Spoorwegen is bepaald, dat voor voor werpen op den weg. in of bij de stations of in de rijtuigen achtergelaten, die niet binnen drie dagen zijn opgevraagd, en door de zorg van den spoorwegdienst worden bewaard, een bewaarlooii zal worden gelieven van f0.25 voor elk colli ongeacht den duur der bewaring. BRUTALE TREIN ROOF. Een zeer brutaal stukje heeft zich dezer dagen afgespeeld in den trein van ongeveer 9 uur EsschonRoosendaal. Éen Zwitser, horlogemaker van beroep, had te Esschon in een compartiment IIIc klas plaats genomen, toen twee ongure kerels binnenstapten. Deze spraken tot elkaar een vreemde taal. Halverwege Roosendaal vroeg een der kerels vuur. De Zwitser wilde dit geven, doch kreeg een geweldigen slag op het achterhoofd en een steek met een mes in den hals. In de nu volgende vechtpartij kreeg hij nogmaals een verwonding in de linkerzij waarop hij bewusteloos ineen zeeg. De kerels vatten hem nu aan en smeten hem buiten. Hier bleef de ongelukkige tegen den* spoordijk liggen. Na eenige uren kwam hij tot bewust zijn doordat hij in de verte een toren klok hoorde luiden. Hij strompelde in die richting en belandde in Nispen on der Roosendaal. Direct werd geneeskun dige hulp ingeroepen, terwijl de justitie met de berooving op de hoogte werd gesteld. De man vermiste een portefeuille met 800 fis., horlogo met ketting en vingerringen, dasspeld en valies met kleeding. Aanstonds stelde de marechaussee van Roosendaal bijgestaan door eenige re chercheurs oen uitgebreid onderzoek in. Men vermoedt dat da daders, welke Russen moeten zijn, Holland ingevlucht zijn. De Zwitser is per auto naar het R.-K. Gasthuis Chnritas, te Roosendaal over gebracht. (Hld.) Landbouwdagen te Huist. (Vervolg). Dr. Mollmijzen begon met te zeggen, dat in deze tijden van ellende en van economi sche verwarring alsgevolg van den wereld oorlog de raenschheid langs nieuwe banen tot maatschappelijke verbetering en tot herstel van de ontredderde wereldorde tracht te geraken. Van vele zijden heeft men gemeend, dat do oorlog en de daar door veroorzaakte gevolgen hun oorzaak vinden in de inrichting van de maat schappij. Zonder op deze inrichting in te gaan, zonder mij partij te stellen voor een nieuwen opbouw van de maatschappij zeide Spr. en ook zonder een kritiek te willen uitoefenen op die partijen, die zich opwerpen als de brengers van de nieuwe gedachte, wil Spr. beginnen met een algemeene beschouwing te geven over een van de voornaamste vraag stukken van den nieuwen tijd, die ook voor den landbouw van ontzaggelijk groot belang is en wel over de sociali satie, omdat deze in haar wezen de voortbrenging raakt, waarbij de landbouw een zeer groote plaats inneemt. Spr. gaat daarop na door welke krachten de voortbrenging wordt geleid, wat voor deze voortbrenging noodig is en welke persuneu aan de voortbrenging deel nemen. Deze personen hebben recht op een deel van de opbrengst van de voort gebrachte producten en men krijgt een strijd van belangen om zich een gedeelte van de productie te verwerven. Spr. lichtte daarop toe waarom de prijszetting de regulateur is van de voortbrenging. Hij wees er op, dat eenerzijds meermalen bezwaren tegen de productie als zoodanig zijn ingebracht en anderzijds een groote strijd wordt gevoerd ten aanzien van de verdeeling der voordeelen, die uit de productie voortvloeien. In dit verband wordt de socialisatie voorgehouden als de leuze, die hierin verandering zal brengen, als het middel, waardoor de gemeenschap grootere macht over de voortbrengingswijze zal verkrij gen. Het ligt voor de hand, aldus Spr., dat in de genoemden belangenstrijd de groote klasse der arbeiders deze leuze heeft aangezien als het middel om een grooter deel van de productie in handen te krijgen. In den beginne werd deze strijd ge voerd als een loonstrijd teneinde een verhooging van het loon voor den ver richten arbeid te verkrijgen. Is echter eenmaal de maximale grens van het loon in het kader der tegenwoordige voort brengingswijze bereikt, dan zal dit leiden tot een kringloop, waarin de maatschappij dan ronddraait. Verhoogiug van loon geeft verhoogde prijzen der producten, zoodat voor het meerdere loon toch niet meur goederen, dijs ook levensbehoeften, te verkrijgen zijn. De toestand blijft dan gelijk. De nieuwe weg, die zal leiden tot eene betere positie van de srbeidende klasse wordt gezocht in de socialisatie. Dit is de leuze, die door de arbeiderspartij wordt beschouwd als de opkomende zon van de toekomst. Wat is socialisatie Door de socialis tische partij wordt naar voren gebracht, dat door socialisatie de gemeenschap oen grootere macht over de voortbrenging zal verkrijgen, het is dus een nieuwe voortbrengingswijze. In socialisatie ligt dus iets van gemeenschapsmacht. Daarbij kan niet ontkend worden, dat er een wantrouwen in ligt in het eigenbelang van den producent en een tegenzin in individueele eigendom als kapitaal en grond, dus een tegenzin in de voor naamste drijfveer in de voortbrengings wijze, dit is de winzucht. Socialisatie zal zijn een beter stelsel van voortbrenging en distributie dan tot dusverre bestoud en dat zich, hierop zij •"N

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1920 | | pagina 1