VISSER'S
Reclameberichten.
de hoofdbestuursleden en de gasten ten
stadhuize door het Gemeentebestuur van
Hulst feestelijk ontvangen. De burge
meester, de heer F. van Waesberghe
heette in hartelijke bewoordingen allen
welkom, in 't bijzonder Mr. Dijckmeester
de Commissaris der Koningin, die als
gast tegenwoordig was. Zijn woorden
werden beantwoord door even hartelijke
van Mr. P. Dieleman, den Voorzitter van
de Z. L. M. en door den heer Commis
saris.
Na afloop van deze officieele plechtig
heid kwam om half acht het Hoofdbe
stuur in een der zalen van het Grand
Hotel de Lozanne bijeen. Mr. Dijck
meester was daar ook aanwezig, evenals
de heeren J. A. van Rompu, namens het
college van Gedeputeerde Staten. I. G.
J. Kakebeeke, algemeen inspecteur van
de afdeeling landbouw aan het departe
ment en Jhr. van Vredenburgh, oud
voorzitter en eere-lid der Vereeniging.
Na verschillende toespraken ging men
over tot behandeling van de agenda.
Meegedeeld werd allereerst dat H. M.
de Koningin 2 medailles voor de ten
toonstelling beschikbaar had gesteld, en
dat, hoewel zij niet komen, Zij toch
onverflauwde belangstelling bezit voor
den Zeeuwschen landbouw in bet alge
meen en die van Zeeuwsch-Vlaanderen in
het bijzonden Dat hierop een spontaan
„Leve de Koningin" volgde, spreekt van
zelf. Ook Prins Hendrik had een groo-
te zilveren medaille beschikbaar gesteld.
Van,den Minister van Landbouw was
bericht ingekomen, dat hij door de Ka
merzitting verhinderd was op de land
bouwdagen tegenwoordig te zijn.
Hierna kwamen de meer zakelijke
kwesties aan de orde, waarvan we het
allervoornaamste even zullen aanstippen.
Tegen dubbel tarief.
Rheumatiek Olie.
Het eenigste middel tegen Rheu
matiek, Spit, Ischias Spierverrek-
kingen, welke beslist afdoende is.
Probeer dit éénmaal gij Rheu-
matieklijders en U kunt de heil
zame werking ondervinden.
Prijs f 1.45. Bij alle Drogisten
verkrijgbaar, of tegen inzending
bedrag.
P. VISSER,
Fabr. Emmer Erfsch.veen Dr.)
Verkrijgbaar te Middelburg bij
PAUL v. SLUJS. Vlasmarkt.
Het voorstel van het Dag. Bestuur,
orn aan den Kring Hulst voor deze ten
toonstelling een crediet van f600 te ver-
leenen werd met algemcene stemmen
aangenomen.
Uitvoerig werd gediscussieerd over het
rapport van de Pachtcommissie der Z.
L. M. betreffende het eerste deel van
liet rapport der Staatscommissie voor
het Pachtvraagstuk.
De meening van het Dag. Bestuur
uitvoerig toegelicht door den Voorzitter
was, dat het uilloven van premies,
enz. bij verkoopiugen en verpachtingen
verboden dient te worden. Ook voor de
betaling der kosten dient men een andere
regeling te treffen, deze moeten voor
rekening der verkoopers en verpachters
gebracht worden. Ten opzichte van de
notarissen is een billijk, uniform tarief
noodig.
Nadat er heel wat over was gepraat,
kon de vergadering zich toch wel bij de
meening van het Dag. Bestuur neerleg
gen en kwam in behandeling de het vol
gende jaar te Middelburg in September
te houden Provinciale landbouwtentoon
stelling. Met genoegen vernam de ver
gadering dat de Minister van Landbouw
voor deze tentoonstelling op de begroo
ting een post van f 50.000 als subsidie
zal voorstellen.
Nog eenige benoemingen o.a. van Mr.
Dieleman tot bestuurslid van het Konin
klijk Nederlandsch Landbouw-Comité, en
de agenda was afgewerkt, waarna een
souper plaats had - in het Grand Hotel
de Lozanne.
En daarmee was de eerste dag ge
ëindigd.
Den tweeden, Woensdag, ving, na een
bezoek aan een vlasserij in de omgeving
van Hulst, om half tien do algemeene
vergadering aan in „Het Wapen van
Zeeland" te Hulst.
De Voorzitter, Mr. P. Dieleman riep
den Commissaris der Koningin, liet Ge
meentebestuur van Hulst, Dr. H. Mol-
huijsen, Secretaris van het Kon. Ned.
Landbouw Comité te 's Gravenhage, Jhr.
Satidberg, Directeur van het Informatie
bureau der Ned. Vereen. „Landverhui
zing" en de andere aanwezigen een
hartelijk welkom toe.
De iieer Hombach, Voorzitter der afd.
Hulst bracht den dank van zijn afdeeling
over voor de eer Hulst aangedaan. Wij
hebben ons, aldus spr. steeds vastge
klampt aan den Oranjeboom, in den top,
waarvan de W, de eerste letter van
Wilhelmina, het symbool van do edele
vrouw, die steeds voor en met ons is.
We zullen vereenigd blijven en nooit los
gescfleurd worden. (Daverend applaus)
Na een mededeeling van Mr. Zaaijer,
den rechtskundigen adviseur der Mij.
over het niet-meer zegels plakken van
inwonende kinderen, bracht de Commissie
belast roet het nazien der rekening ver
slag uit. Alles was in uitstekende orde
bevonden, de ontvangsten bedroegen
f 137.328.71!/a en de uitgaven f 121.302.48,
zoodat er een batig saldo is van
f 16.026.23Va- Hartelijk dank werd ge
bracht aan den heer Kielstra, voor zijn
accuraat beheer, waarbij de Voorzitter
zich gaarne aansloot.
Hierna was het woord aan Mr. Diele
man om het jaaroverzicht uit te brengen,
hetgeen hij deed met het uitspreken van
de volgende rede
Het is geen gemakkelijke taak om in
dezen moeilijken tijd als Voorzitter Uwer
maatschappij mede leiding te geven op
wetenschappelijk, cultureel en econo
misch gebied. Gelukkig weet ik mij om
ringd van mannen, die hun sporen op
landbouwkundig en economisch terrein
hebben verdiend. Dat doet mij, naast
de onverwoestbare liefde voor ons schoon
gewest en onze arbeidzame energieke
bevolking, mijn taak met opgewektheid
aanvaarden.
Allereerst ben ik dan geroepen U ver
slag te doen over het vorig jaar. For
meel is thans tusschen de meeste lan
den de vrede geteekend, doch vrede in
de diepe beteekenis van het woord is
het nergens, zelfs niet in de zgn. neu
trale landen.
Nu is er vanzelf geen vooruitgang mo
gelijk zonder beweging en zonder strijd,
doch waar dit vroeger geleidelijk plaats
had, gaat het thans met geweldige schok
ken, totaal onberekenbaar vaak in haar
gevolgen. Het zijn de wilde sprongen
van Gösta Berlings cavalieren, doch niet
temin zijn ze ook vaak uiting van een
diep geschokt gevoel, van krachtigen
dorst naar vooruitgang en tegen beper
king. Beperking, waardoor dikwijls een
warboel komt in eiken kring, moet dan
ook plaats maken voor eenheid. Een
rijk in zichzelf verdeeld, gaat ten gron
de. Men kan het aan onze Republiek
in het laatst der 18e eeuw zien.
Er zij daarom een gezonde opvatting
Ieder heeft zijn belijdenis, zijn geloof en
gelijkgezinden vereenigen zich op gees
telijken basis in geestelijke gemeenschap
pen ten einde elkaar te steunen, te troos
ten en te steiken, maar men verlieze
niet de eenheid des volks en van stand-
ot vakgenooten uit het oog. Alle hin
derpalen voor samenwerking moeten uit
den weg, omdat dat dit noodzakelijk is
in het maatschappelijk leven.
Het denkbeeld van afzonderlijke mark
ten voor de verschillende gezindten is
een utopie. Ieder gevoelt dat dit te ver
zou gaan. Zoodoende moet, ook op land
bouwgebied, de splitsing niet verder gaan
dan noodzakelijk is. Gebeurde dit wel,
dan zou een verarmen van het leven
daarvan het gevolg zijn. In het begin
merkt men dit nog niet zoo snel, doch
later komt het en ontwaart men tot zijn
schrik, dat de leiding niet meer in eigen
doch iu vreemde handen berust.
Wanneer de.hoeren onderliug verdeeld
gaan worden en in aparte technische
organisaties hun kracht zoeken, zullen
over de boerenbeiangen niet zij beslissen,
doch politici, die langs hun ruggen om
hoog streven, of handel en industrie,
waardoor dan de landbouw in het ge
drang komt.
Het is een groot voorrecht, dat wij
wonen in een land, waar bij het bestaan
van allerlei godsdienstige en politieke
meeuingsverschillen, over het algemeen
onderling vertrouwen en maatschappelijke
samenwerking mogelijk zijn, met volle
eerbiediging en erkenning van ieders
vrijheid. Met name in onze streek is dit
geiukkig het geval.
Hecht en trouw moeten wij in de
branding onzer tijden zoo samen staan.
Nuchterheid van oordeel en practische
zin moeten den landbouwer altijd ken
merken, vooral ook tegenover grauwe
theoretici of in een bepaalde richting
geleide jongelieden. Het is Uw taak een
revolutionair ten onderste boven gooien
van de oude, beproefde, deugdelijke be
ginselen zooveel mogelijk te beperken
Behoudt de oud vaderlandsche deugden
van godsvrucht en arbeidzaamheid, eer
lijkheid en trouw, die een volk groot en
innerlijk sterk doen zijn.
Evenwel is er bij de jonge cavaliers
ook dikwijls een ernstig willen om de
Maatschappij beter in te richten, men
lette bijv. op de eischen eeuer goede
democratie, ook in den landbouw. De
organisatie der toekomst moet zich dan
ook richten op verandering en verjonging
van sommige onzer staatsinstellingen,
men raadplege in den arbeid ook met
den arbeider.
Er is nog groot gemis aan kennis en
daarom moet zoowel het landbouw- als
het landhuishoudkundig onderwijs met
ernst ter hand worden genomen. Met
blijdschap constateer ik de aanvankelijke
beweging hiervoor in Hulst, Axel en
Oostburg.
Naast benoodigde stabieler en solieder
organisatie onzer boerenleenbanken en
credietinstellingen vraagt de meerdere
behoefte aan arbeidskracht ten platten
lande onze aandacht. De duurder wor
dende arbeid moet men niet verhalen op
de loonen, maar de vermindering dei-
bedrijfskosten moet worden gezocht in
de uitbreiding der techniek. Oeconomie
in de techniek
Op besparing van arbeids- en bedrijfs
kosten zal dus de landbouwer in de
naaste toekomst het meest moeten be
dacht zijn. Coöperatie op gebied van
inkoop bv. zaaizaden, plantgoed en kunst
meststoffen, kan hier gunstig werken.
Ook moet hij bedenken, dat eenheid en
samenwerking eveneens noodig is om de
hoogst mogelijke prijzen voor zijn pro
duct te verkrijgen.
Naast deze kwesties noem ik het ge
mis aan orde in 't bedrijf. Behalve door
samenspreking en vergelijking kan men
die verkrijgen door vakopleiding en stu
die, waarbij vooral ook de landbouwboek
houding niet vergeten mag worden. Heeft
iemand orde in zijn bedrijf, dan leert hij
ook tijd en arbeid behoorlijk verdeelen.
Er zijn nog meer vraagstukken, bijv.
dat over gemis aan ruimte, die om op
lossing roepon en al onze energie moeten
doen samenspannen. En wat zien wij
Inplaats van de benoodigde eenheid zoekt
men vaak de veelheid. Moet dan eerst
het geheele en ook bet Nederlandsche
maatschappelijke leven kapot Moet er
nog veel meer geld verspild on kracht
verbrokkeld Ziet gij dan niet van alle
zijden de crisis dreigen tot Uw groote
schade
Tal van nieuwe dingen roepen onze
aandacht: nieuwe bedrijfsvormen, coöpe
raties en N. V., vraagstukken van ar
beidsduur en duurte van arbeid, alsmede
belangrijke vragen ten opzichte van de
belasting. Is Iret geen tijd om de grond
belasting af te schaffen, alsmede vele
andere Moet niet een algemeene „in-
cometax" worden geheven De wereld
is niet rijker geworden, maar armer.
Immers, wat vernield is aan goederen
en menschen, wat verschoten is in de
lucht keert niet terug.
Tegen die vernieling moeten yvij nu
zooveel mogelijk produceeren. Wij staan
in het teeken der zoo hoog mogelijke
productie. Hiermee in verband staan de
prijzen, de koopsommen, de jiachten,
waarbij weer tal van vragen opkomen,
over vele waarvan wij nog moeten na
denken.
Met een en ander schetste ik U iu
zeer algemeene trekken wat de toekomst
van ons eischt en wat gelet op het heden
ons te doen staat. Wij mogen niet te
pessimistisch zijn, het jaaroverzicht over
1919 geeft daarvan blijk.
Tengevolge van ruimeren aanvoer van
overzee begon de binnenlandsche voedsel
voorziening een gunstiger wending te
nemen, waardoor in den loop van 1918
en 1919 tal van crisismaatregelen inge
trokken konden worden. Het glanspunt
te dienaangaande was wel het verdwijnen
van de teeltregeling. Sommige maat
regelen moesten nog wel gehandhaafd
blijven, doch zij konden zeer ten gunste
van den landbouwer gewijzigd worden,
bijv. die voor granen, aardappelen, suiker
en de kuustmestdistributie. Feitelijk
hebben we dus slechts nog te maken
met enkele uitvoerverboden en de in
vele opzicHten uitermate belemmerende
en ondeskundige N. U. M., alsmede het
passenstelsel en de vee-inventarisatie.
Pogingen door de Z. L. M herhaaldelijk
aangewend om deze maatregelen in te
trekken, leidden, vreemd genoeg, nog tot
geen resultaat, ofschoon Landbouw ze
niet meer noodig achtte.
Het financieel resultaat van den akker
bouw was over het algemeen goed te
noemen, hoewel niet die overvloedige
oogsten werden verkregen als in 1918.
De goede prijzen hebben echter veel
goed gemaakt. De granen kwamen goed
binnen de kwaliteit der haver had beter
kunnen zijn, erwten waren goed van
kwaliteit, bruine boonen minder. Aard
appelen werden meer gepoot, doch de
opbrengst was minder dan in 1918. De
opbrengst van suikerbieten bleef iets
beneden het middelmatige, het vlas was
té vroeg uitgebloeid, doch de prijzen
voor beide waren goed. Koolzaad liet
te wenschen over, doch paardeboonen
leverden over het algemeeu een goed
gepeuld gewas.
Van klaver was de 2e snede beter dan
de le. De kwaliteit van het hooi was
goedvan mangelwortels de opbrengst
middelmatig tot vrij goed.
De gewassenkeuring vanwege de Mij.
genoot in 1919 wederom een zeer groo
te belangstelling, meer en meer begint
men de groote beteekenis er van in te
zien.
Wegens de lage valuta's konden van
de te exporteeren producten niet die
ho< ge prijzen bedrongen worden, zooals
voorgaande jaren.
De _Mij. trad toe tot het Centraal Co
mité voor gewassenkeuring, dat ten doel
heeft uniformiteit in de Ned. keuringen
te velde en den goeden naam der Ne
derl. zaaizaden te bevorderen.
Wat onze tuinbouwproducten betreft,
vroege aardappelen waren matig en de
groente gewassen eveneens. Appelen en
peren echter overvloedig. De bessen
oogst was middelmatig. Is bij de boom
kweekerijen geleidelijke aanplanting, de
omzet der veilingen was minder. Po
gingen zijn aangewend om tot massa
veilingen te geraken.
Begin 1919 was het aanbod van losse
werkkrachten grooter dan de vraag, de
loorien stegen met 10—2Ü°/q. De koop
en pachtprijzen der landerijen zijn ook
nog gestegen, niettegenstaande daartegen
herhaaldelijk gewaarschuwd is.'
Voor de paardenfokkerij is dit gewest
in 1919 zeer gunstig geweest, het aantal
leden van de afdeeling Zeelaud steeg tot
2300. Opgenomen werden 67 hengsten
611 merrien, terwijl niet minder dan 3000
veulens ter inschrijving werden opgege
ven. Gedurende het eerste half jaar
1919 was de handel zeer gewillig, later
verminderde dit veel. Dit voorjaar is
echter weer veel verbeterd. De gezond
heidstoestand van dén paardenstapel
geeft geen reden tot bijzondere opmer
kingen, uitgezonderd een betrekkelijk
groot aantal sterftegevallen onder zeer
jonge veulens.
Met voldoening kan worden geconsta
teerd, dat steeds meer fokkers blijk
geven volgens een vooraf omlijnd plan
te werken, hoewel de fokkerij der eerste
klasse fokkers over 't algemeen nog in
haar eerste stadium is, vooral wat be
treft Walcheren.
De rundveehouderij was wat gezond
heidstoestand, voeding en productie be
treft, niet gunstig, op de groote bedrijven
ging het aantal melkkoeien nog achteruit.
In Zeeuwsch-Vlaanderen valt een sterk
groeiende belangstelling voor de ratio-
neele veeverbetering waar te nemen.
In geheel Zeeland werken 4 fokver
eenigingen, 28 stierenvereenigingen en
11 contrölevereenigingen.
De resultaten van schapenfokkerij en
•houderij waren door de liooge wclprijzeu
gunstig, hoewel aan rasverbetering weinig
werd gedaan. De grondslagen voor een
organisatie van schapenhouders en wol-
handel werdeu gelegd.
De resultaten van varkensfokken en
mesten waren zeer gunstig; het stam
boek voor het Vlaamsche landvarken
leefde weer op en heeft heel wat fok-
materiaal over de provincie verspreid.
Er kan echter nog heel wat verbeterd
worden.
De geitenfokkers waren georganiseerd
in 70 fokvereenigingen, die mooie sociale
resultaten opleverdeu.
Door opheffing van het zaaizaadbureau
Zeeland, liet Provinciaal Hoofdbureau
en het Bijkantoor voor vee en paarden
kon het personeel der Mij. belangrijk
worden ingekrompen en zijn thans op
het bureau, behalve de beide secreta
rissen, werkzaam 8 dames en heeren,
benevens 2 jongste bedienden.
De werkzaamheden der Mij. zijn echter
uitgebreid, wc denken hierbij bijv. aan
de groote deelname aan de gewassen
keuring, het verkoopbureau, de afdeeling
Zeeland van het Centraal Bureau, relaties
met autoriteiten en andere organisaties,
alsmede de verschillende ouderwerpen
die de Mij. in studie neemt en niet het
minst de talrijke gegeven inlichtingen.
Verschillende rapporten werden uit
gebracht, het vraagstuk van het onder
linge "credietwezen is in studie genomen.
Een Commissie, wier arbeid niet genoeg
te waardeeren valt, is die voor het
onderzoek der klachten inzake de aard-
appelafname. Het juiste oogenblik is
misschien gekomen om de coöperatieve
afzet van aardappelen onder oogen te
zien.
Over verschillende aangelegenheden
werd vanwege de Z. L. M. gcrequesteerd,
o.a. over de uitvoer van landbouw
producten, speciaal van Zeeuwsch Vlaan
deren, het opheffen van de beperkende
bepalingen aldaar en den uitvoer van
biggen uit Zeeuwsch-Vlaanderen.
Vanwege het secretariaat werden op
tal van afdeelingsvergaderingen onder
werpen ingeleid.
Van de verschillende punten, die thans
de aandacht van het Dagelijksch Bestuur
hebben noem ik in de eerste plaats de
leemten in de statuten der Mij. en de
contributieregeling. Hot is zorg, dat
verschillende groepen van leden tot. hun
recht komen Te betreuren is, dat een
enkele afdeeling zg.n. wegens te liooge
contributie onze Z. L. M. heeft verlaten.
Daar tegenover staat echter het stichten
van een nieuwe afdeeling te Wissekerke.
Als tweede punt wensch ik te noemen
de notaristarieven, waarbij het ons doel
is tot een redelijke oplossing te komen.
Voorts heeft het D. B. zich de vraag
gesteld wat het te doen staat inzake
bestrijding van het mond- en klauwzeer.
Een belangrijke zaak is, dat inspuitingen
bij jonge dieren tot gunstige resultaten
leidden. Verder onderzoek wordt ernstig
voortgezet.
Een volgend punt is het landbouw
onderwijs. Met de school in Goc.s gaat
het goed en ook van de cursussen in een
30 tal gemeenten, werd een behoorlijk
gebruik gemaakt. Landbouwhuishoudon-
derwijs wordt op een tweetal plaatsen
gegeven. Te loven valt ook de drang
naar meerdere landbouwwinterscholeh.
Zooveel zij vermag zal de Mij. de tot
standkoming daarvan helpen bevorderen.
Het orgaan der Maatschappij verschijnt
vanaf 1 Januari weer eenmaal per week.
Met voldoening vermelden wij, dat de
leden er ook een goed gebruik van maken.
De landarbeiders- en invaliditeitswet
hebben onze aandacht, alsmede de mid
delen, die worden aaugeweud om de
bedrijfsonkosten zoo laag mogelijk te
doeu zijn.
D# verstandhouding met de autoritei
ten is goed te noemen. Het vorige jaar
werd de Goesche tentoonstelling bezocht
door II. M. onze geëerbiedigde Koningin,
welke hooge waardeering wij ten zeerste
op prijs stellen. Deze tentoonstelling had
een gunstig verloop, we hebben een re
servefonds van f 5500.
Te betreuren is het dat het Koninkl.
Ned. Landbouw Comité verlaten werd
door de gezamenlijke Katholieke organi
saties. Het is te hopen, dat ons klein
gewest voor dergelijk schisma bewaard
blijft.
Vanzelf bepalen hier in Hulst onze ge
dachten zich ook bij België, vooral wat
de landbouwbelangen betreft. Onze land
bouw is op export aangewezen, zoo heeft
Zeeuwsch-Vlaanderen bijv. veel uitvoer
van aardappelen, suikerbieten en gerst.
Ook vee, vooral varkens en paarden,
werd steeds uitgevoerd. Hoe zal het nu
na den oorlog weer worden
Voor de wederopbouw van Europa is
allereerst een gezond geldwezen absoluyt
noodzakelijk, dat een zoo groote rol speelt
bij het internationale verkeer. In ver-
baud met dit laatste moeten we ook niet
vergeten, dat wij met patriotismc er niet
komen. Noord en Zuid Nederland zijn
op elkaar aangewezen, hebben elkander
noodig. Het huiskrakeel moet dan ook
spoedig ophouden. De politiek van de
baan, als liet gaat om de wezenlijke be
langen van een volk. België mist op 't
oogenblik zeer veel wat wij kunnen le
veren en mag niet rekenen op zijn groote
vrienden, die zelf uitgeput zijn. Zoeke
hij het liever bij zijn nuchteren kleinen
vriend en ouderen broeder. Dringende
grensbepalingen moeten dan echter op
geheven worden en nieuwe verkeers
wegen met het Zuiden gezocht en aan
gelegd. Gelukkig, dat men met name in
Zeeuwsch Vlaanderen men dit begrjjpt
en het Z.-Vl. land ook in de landbouw
streek te Rijssel zal vertegenwoordigd
zijn, speciaal wat zijn vlasindustrie be
treft, iets wat voor de ontwikkeling van
ons gewest van enorme beteekenis kan
worden. Ik breng bier dan ook het eere-
saluut aan den vooruitzienden blik onzer
Zeeuwsch-Vlaamsche mannen
Waar het „made in Germany" eenigs-
ziiis zijn aantrekkelijkheid heeft verloren
zal het Nederland niet moeilijk vallen
veel meer aan België te leveren. Waar
Je landbouw van zulke grdote nationale
beteekenis is voor ons volk en land moe
ten wij vereend staan om Nederland te
brengen tot den grootst mogelijken bloei.
Ook de Zeeuwsche Landbouw-Maatschap-
als groote Maatschappij in de grenspro
vincie die de korenschuur van Nederland
mag geuoemd worden, alleen in Zeeuwsch-
Vlaauderen word 1/6 van al de tarwe
die Nederland oplevert, verbouwt' heeft
hier een groote en grootsche roeping.
Zij zal dan ook met allen ernst en
aandacht zich wijden aan haar taak, ook
doen wat zij kan voor de internationale
betrekkingen.
Het is nu tijd om te toonen onder
hoogeren zegen onze energie en ons door
zicht, ons werk en organisatievermogen.
Ga er dan ook in onze dagen van uit
het voor Nederland in verren hoek ge
legen Hulst, uit het Zeeuwsch-Vlaam
sche land een krachtige roepstem uit tot
den Nederlandschen landbouw als bazuin-
geklank, klinkend tot verre over Zee-
lands grenzen.
Neen als de vroolijk klinkende fanfa
res in den vroegen morgen bij het klim
men van den schoonen dageraad, die
reeds aanlicht aan den horizon, wanneer
het veldleger uitruktlandbouwers aan
't werk met opgewekt en blij vertrou
wen, het oog omhoog in afhankelijkheid
van de Voorzienigheid, aan den arbeid
met bracht en energie om orde te scheji-
pen in de Maatschappij, U geschaard
rondom het beproefde vaandel der
Zeeuwsche Landbouw Maatschajipij, haar
vlag ten boudsteeken in top.
Herhaalde malen was onder het uit
spreken van deze rede geapplaudiseerd
en aan het eflid er van was dit schier
daverend.
Om des lijds wille gaf mr. Dieleman
nu dadelijk het woord aan den volgenden
spreker, Jhr. Sandberg, Directeur van
het Informatiebureau der Ned. Vereeni
ging „Landverhuizing", die inleidde het
onderwerp: „De kansen welke emigratie
voor den landbouwer biedt."
Thans zien velen, aldus spr., door
loonstijging en andere factoren den toe
stand in het landbouwbedrijf donker in.
En waar nu in uitgestrekte gebieden van
de andere werelddeelen nog gemakkelijk
land kosteloos of tegen lage prijzen te
krijgen is, richten velen hun oog naar
dio gebieden, omdat hun daar een kans
wordt geboden.
Welvaart is echter nog een heel andere
zaak en zij die denken in den vreemde
spoedig rijic te zijn, vergissen zich. Dit
is iets, dat meestal eerst voor hun
kinderen is weggelegd, omdat die zich
beter aan de nieuwe omgeving hebben
aangepast.
Zal iemand zich in den vreemde thuis
gevoelen, dan hangt dat in de eerste
plaats af van zijn karaktèr. Voorop
staat dan ook de eisch Hij die in eigen
land onder normale omstandigheden zijn
doel niet weet te bereiken, slaagt ook
in het buitenland niet.
Welke karaktereigenschappen zijn nu
benoodigd om kans van slagen te hebben
Allereerst aanpassingsvermogen om
zich te schikken naar de reden en de
gewoonten van de nieuwe omgeving.
Daarom moeten "mopperaars en zij die
fameliezwak zijn nooit emigreeren, ook
niet zij, die eigenwijs zijn en een afkeer
hebben van eenvoudigheid en hard
werken.
In de tweede plaats zijn wilskracht en
volharding noodig, alsook zelfvertrouwen
en opgewektheid. Het eerste jaar is
vaak het zwaarste, doch later wordt dit
wel weer beter.
Ook de bekwaamheden zijn voor den
emigrant van veel gewicht. Eenige
kennis van de taal van het land is zeer
gewenscht, vooral ook met het oog ojr
misleiding en afzetting, in- en vérkoop.
Van veel waarde ook is eenige kennis
van landbouwmachines en de hoeveelheid
geld, die men voorhanden heeft.
Zij, die geen kapitaal hebben, doen
het verstandigste eenige jaren als knecht
te werken en dan zeer zuinig te wezen.
In verband hiermee waarschuwde spr.