VISSER'S Reclameberichten. de hoofdbestuursleden en de gasten ten stadhuize door het Gemeentebestuur van Hulst feestelijk ontvangen. De burge meester, de heer F. van Waesberghe heette in hartelijke bewoordingen allen welkom, in 't bijzonder Mr. Dijckmeester de Commissaris der Koningin, die als gast tegenwoordig was. Zijn woorden werden beantwoord door even hartelijke van Mr. P. Dieleman, den Voorzitter van de Z. L. M. en door den heer Commis saris. Na afloop van deze officieele plechtig heid kwam om half acht het Hoofdbe stuur in een der zalen van het Grand Hotel de Lozanne bijeen. Mr. Dijck meester was daar ook aanwezig, evenals de heeren J. A. van Rompu, namens het college van Gedeputeerde Staten. I. G. J. Kakebeeke, algemeen inspecteur van de afdeeling landbouw aan het departe ment en Jhr. van Vredenburgh, oud voorzitter en eere-lid der Vereeniging. Na verschillende toespraken ging men over tot behandeling van de agenda. Meegedeeld werd allereerst dat H. M. de Koningin 2 medailles voor de ten toonstelling beschikbaar had gesteld, en dat, hoewel zij niet komen, Zij toch onverflauwde belangstelling bezit voor den Zeeuwschen landbouw in bet alge meen en die van Zeeuwsch-Vlaanderen in het bijzonden Dat hierop een spontaan „Leve de Koningin" volgde, spreekt van zelf. Ook Prins Hendrik had een groo- te zilveren medaille beschikbaar gesteld. Van,den Minister van Landbouw was bericht ingekomen, dat hij door de Ka merzitting verhinderd was op de land bouwdagen tegenwoordig te zijn. Hierna kwamen de meer zakelijke kwesties aan de orde, waarvan we het allervoornaamste even zullen aanstippen. Tegen dubbel tarief. Rheumatiek Olie. Het eenigste middel tegen Rheu matiek, Spit, Ischias Spierverrek- kingen, welke beslist afdoende is. Probeer dit éénmaal gij Rheu- matieklijders en U kunt de heil zame werking ondervinden. Prijs f 1.45. Bij alle Drogisten verkrijgbaar, of tegen inzending bedrag. P. VISSER, Fabr. Emmer Erfsch.veen Dr.) Verkrijgbaar te Middelburg bij PAUL v. SLUJS. Vlasmarkt. Het voorstel van het Dag. Bestuur, orn aan den Kring Hulst voor deze ten toonstelling een crediet van f600 te ver- leenen werd met algemcene stemmen aangenomen. Uitvoerig werd gediscussieerd over het rapport van de Pachtcommissie der Z. L. M. betreffende het eerste deel van liet rapport der Staatscommissie voor het Pachtvraagstuk. De meening van het Dag. Bestuur uitvoerig toegelicht door den Voorzitter was, dat het uilloven van premies, enz. bij verkoopiugen en verpachtingen verboden dient te worden. Ook voor de betaling der kosten dient men een andere regeling te treffen, deze moeten voor rekening der verkoopers en verpachters gebracht worden. Ten opzichte van de notarissen is een billijk, uniform tarief noodig. Nadat er heel wat over was gepraat, kon de vergadering zich toch wel bij de meening van het Dag. Bestuur neerleg gen en kwam in behandeling de het vol gende jaar te Middelburg in September te houden Provinciale landbouwtentoon stelling. Met genoegen vernam de ver gadering dat de Minister van Landbouw voor deze tentoonstelling op de begroo ting een post van f 50.000 als subsidie zal voorstellen. Nog eenige benoemingen o.a. van Mr. Dieleman tot bestuurslid van het Konin klijk Nederlandsch Landbouw-Comité, en de agenda was afgewerkt, waarna een souper plaats had - in het Grand Hotel de Lozanne. En daarmee was de eerste dag ge ëindigd. Den tweeden, Woensdag, ving, na een bezoek aan een vlasserij in de omgeving van Hulst, om half tien do algemeene vergadering aan in „Het Wapen van Zeeland" te Hulst. De Voorzitter, Mr. P. Dieleman riep den Commissaris der Koningin, liet Ge meentebestuur van Hulst, Dr. H. Mol- huijsen, Secretaris van het Kon. Ned. Landbouw Comité te 's Gravenhage, Jhr. Satidberg, Directeur van het Informatie bureau der Ned. Vereen. „Landverhui zing" en de andere aanwezigen een hartelijk welkom toe. De iieer Hombach, Voorzitter der afd. Hulst bracht den dank van zijn afdeeling over voor de eer Hulst aangedaan. Wij hebben ons, aldus spr. steeds vastge klampt aan den Oranjeboom, in den top, waarvan de W, de eerste letter van Wilhelmina, het symbool van do edele vrouw, die steeds voor en met ons is. We zullen vereenigd blijven en nooit los gescfleurd worden. (Daverend applaus) Na een mededeeling van Mr. Zaaijer, den rechtskundigen adviseur der Mij. over het niet-meer zegels plakken van inwonende kinderen, bracht de Commissie belast roet het nazien der rekening ver slag uit. Alles was in uitstekende orde bevonden, de ontvangsten bedroegen f 137.328.71!/a en de uitgaven f 121.302.48, zoodat er een batig saldo is van f 16.026.23Va- Hartelijk dank werd ge bracht aan den heer Kielstra, voor zijn accuraat beheer, waarbij de Voorzitter zich gaarne aansloot. Hierna was het woord aan Mr. Diele man om het jaaroverzicht uit te brengen, hetgeen hij deed met het uitspreken van de volgende rede Het is geen gemakkelijke taak om in dezen moeilijken tijd als Voorzitter Uwer maatschappij mede leiding te geven op wetenschappelijk, cultureel en econo misch gebied. Gelukkig weet ik mij om ringd van mannen, die hun sporen op landbouwkundig en economisch terrein hebben verdiend. Dat doet mij, naast de onverwoestbare liefde voor ons schoon gewest en onze arbeidzame energieke bevolking, mijn taak met opgewektheid aanvaarden. Allereerst ben ik dan geroepen U ver slag te doen over het vorig jaar. For meel is thans tusschen de meeste lan den de vrede geteekend, doch vrede in de diepe beteekenis van het woord is het nergens, zelfs niet in de zgn. neu trale landen. Nu is er vanzelf geen vooruitgang mo gelijk zonder beweging en zonder strijd, doch waar dit vroeger geleidelijk plaats had, gaat het thans met geweldige schok ken, totaal onberekenbaar vaak in haar gevolgen. Het zijn de wilde sprongen van Gösta Berlings cavalieren, doch niet temin zijn ze ook vaak uiting van een diep geschokt gevoel, van krachtigen dorst naar vooruitgang en tegen beper king. Beperking, waardoor dikwijls een warboel komt in eiken kring, moet dan ook plaats maken voor eenheid. Een rijk in zichzelf verdeeld, gaat ten gron de. Men kan het aan onze Republiek in het laatst der 18e eeuw zien. Er zij daarom een gezonde opvatting Ieder heeft zijn belijdenis, zijn geloof en gelijkgezinden vereenigen zich op gees telijken basis in geestelijke gemeenschap pen ten einde elkaar te steunen, te troos ten en te steiken, maar men verlieze niet de eenheid des volks en van stand- ot vakgenooten uit het oog. Alle hin derpalen voor samenwerking moeten uit den weg, omdat dat dit noodzakelijk is in het maatschappelijk leven. Het denkbeeld van afzonderlijke mark ten voor de verschillende gezindten is een utopie. Ieder gevoelt dat dit te ver zou gaan. Zoodoende moet, ook op land bouwgebied, de splitsing niet verder gaan dan noodzakelijk is. Gebeurde dit wel, dan zou een verarmen van het leven daarvan het gevolg zijn. In het begin merkt men dit nog niet zoo snel, doch later komt het en ontwaart men tot zijn schrik, dat de leiding niet meer in eigen doch iu vreemde handen berust. Wanneer de.hoeren onderliug verdeeld gaan worden en in aparte technische organisaties hun kracht zoeken, zullen over de boerenbeiangen niet zij beslissen, doch politici, die langs hun ruggen om hoog streven, of handel en industrie, waardoor dan de landbouw in het ge drang komt. Het is een groot voorrecht, dat wij wonen in een land, waar bij het bestaan van allerlei godsdienstige en politieke meeuingsverschillen, over het algemeen onderling vertrouwen en maatschappelijke samenwerking mogelijk zijn, met volle eerbiediging en erkenning van ieders vrijheid. Met name in onze streek is dit geiukkig het geval. Hecht en trouw moeten wij in de branding onzer tijden zoo samen staan. Nuchterheid van oordeel en practische zin moeten den landbouwer altijd ken merken, vooral ook tegenover grauwe theoretici of in een bepaalde richting geleide jongelieden. Het is Uw taak een revolutionair ten onderste boven gooien van de oude, beproefde, deugdelijke be ginselen zooveel mogelijk te beperken Behoudt de oud vaderlandsche deugden van godsvrucht en arbeidzaamheid, eer lijkheid en trouw, die een volk groot en innerlijk sterk doen zijn. Evenwel is er bij de jonge cavaliers ook dikwijls een ernstig willen om de Maatschappij beter in te richten, men lette bijv. op de eischen eeuer goede democratie, ook in den landbouw. De organisatie der toekomst moet zich dan ook richten op verandering en verjonging van sommige onzer staatsinstellingen, men raadplege in den arbeid ook met den arbeider. Er is nog groot gemis aan kennis en daarom moet zoowel het landbouw- als het landhuishoudkundig onderwijs met ernst ter hand worden genomen. Met blijdschap constateer ik de aanvankelijke beweging hiervoor in Hulst, Axel en Oostburg. Naast benoodigde stabieler en solieder organisatie onzer boerenleenbanken en credietinstellingen vraagt de meerdere behoefte aan arbeidskracht ten platten lande onze aandacht. De duurder wor dende arbeid moet men niet verhalen op de loonen, maar de vermindering dei- bedrijfskosten moet worden gezocht in de uitbreiding der techniek. Oeconomie in de techniek Op besparing van arbeids- en bedrijfs kosten zal dus de landbouwer in de naaste toekomst het meest moeten be dacht zijn. Coöperatie op gebied van inkoop bv. zaaizaden, plantgoed en kunst meststoffen, kan hier gunstig werken. Ook moet hij bedenken, dat eenheid en samenwerking eveneens noodig is om de hoogst mogelijke prijzen voor zijn pro duct te verkrijgen. Naast deze kwesties noem ik het ge mis aan orde in 't bedrijf. Behalve door samenspreking en vergelijking kan men die verkrijgen door vakopleiding en stu die, waarbij vooral ook de landbouwboek houding niet vergeten mag worden. Heeft iemand orde in zijn bedrijf, dan leert hij ook tijd en arbeid behoorlijk verdeelen. Er zijn nog meer vraagstukken, bijv. dat over gemis aan ruimte, die om op lossing roepon en al onze energie moeten doen samenspannen. En wat zien wij Inplaats van de benoodigde eenheid zoekt men vaak de veelheid. Moet dan eerst het geheele en ook bet Nederlandsche maatschappelijke leven kapot Moet er nog veel meer geld verspild on kracht verbrokkeld Ziet gij dan niet van alle zijden de crisis dreigen tot Uw groote schade Tal van nieuwe dingen roepen onze aandacht: nieuwe bedrijfsvormen, coöpe raties en N. V., vraagstukken van ar beidsduur en duurte van arbeid, alsmede belangrijke vragen ten opzichte van de belasting. Is Iret geen tijd om de grond belasting af te schaffen, alsmede vele andere Moet niet een algemeene „in- cometax" worden geheven De wereld is niet rijker geworden, maar armer. Immers, wat vernield is aan goederen en menschen, wat verschoten is in de lucht keert niet terug. Tegen die vernieling moeten yvij nu zooveel mogelijk produceeren. Wij staan in het teeken der zoo hoog mogelijke productie. Hiermee in verband staan de prijzen, de koopsommen, de jiachten, waarbij weer tal van vragen opkomen, over vele waarvan wij nog moeten na denken. Met een en ander schetste ik U iu zeer algemeene trekken wat de toekomst van ons eischt en wat gelet op het heden ons te doen staat. Wij mogen niet te pessimistisch zijn, het jaaroverzicht over 1919 geeft daarvan blijk. Tengevolge van ruimeren aanvoer van overzee begon de binnenlandsche voedsel voorziening een gunstiger wending te nemen, waardoor in den loop van 1918 en 1919 tal van crisismaatregelen inge trokken konden worden. Het glanspunt te dienaangaande was wel het verdwijnen van de teeltregeling. Sommige maat regelen moesten nog wel gehandhaafd blijven, doch zij konden zeer ten gunste van den landbouwer gewijzigd worden, bijv. die voor granen, aardappelen, suiker en de kuustmestdistributie. Feitelijk hebben we dus slechts nog te maken met enkele uitvoerverboden en de in vele opzicHten uitermate belemmerende en ondeskundige N. U. M., alsmede het passenstelsel en de vee-inventarisatie. Pogingen door de Z. L. M herhaaldelijk aangewend om deze maatregelen in te trekken, leidden, vreemd genoeg, nog tot geen resultaat, ofschoon Landbouw ze niet meer noodig achtte. Het financieel resultaat van den akker bouw was over het algemeen goed te noemen, hoewel niet die overvloedige oogsten werden verkregen als in 1918. De goede prijzen hebben echter veel goed gemaakt. De granen kwamen goed binnen de kwaliteit der haver had beter kunnen zijn, erwten waren goed van kwaliteit, bruine boonen minder. Aard appelen werden meer gepoot, doch de opbrengst was minder dan in 1918. De opbrengst van suikerbieten bleef iets beneden het middelmatige, het vlas was té vroeg uitgebloeid, doch de prijzen voor beide waren goed. Koolzaad liet te wenschen over, doch paardeboonen leverden over het algemeeu een goed gepeuld gewas. Van klaver was de 2e snede beter dan de le. De kwaliteit van het hooi was goedvan mangelwortels de opbrengst middelmatig tot vrij goed. De gewassenkeuring vanwege de Mij. genoot in 1919 wederom een zeer groo te belangstelling, meer en meer begint men de groote beteekenis er van in te zien. Wegens de lage valuta's konden van de te exporteeren producten niet die ho< ge prijzen bedrongen worden, zooals voorgaande jaren. De _Mij. trad toe tot het Centraal Co mité voor gewassenkeuring, dat ten doel heeft uniformiteit in de Ned. keuringen te velde en den goeden naam der Ne derl. zaaizaden te bevorderen. Wat onze tuinbouwproducten betreft, vroege aardappelen waren matig en de groente gewassen eveneens. Appelen en peren echter overvloedig. De bessen oogst was middelmatig. Is bij de boom kweekerijen geleidelijke aanplanting, de omzet der veilingen was minder. Po gingen zijn aangewend om tot massa veilingen te geraken. Begin 1919 was het aanbod van losse werkkrachten grooter dan de vraag, de loorien stegen met 10—2Ü°/q. De koop en pachtprijzen der landerijen zijn ook nog gestegen, niettegenstaande daartegen herhaaldelijk gewaarschuwd is.' Voor de paardenfokkerij is dit gewest in 1919 zeer gunstig geweest, het aantal leden van de afdeeling Zeelaud steeg tot 2300. Opgenomen werden 67 hengsten 611 merrien, terwijl niet minder dan 3000 veulens ter inschrijving werden opgege ven. Gedurende het eerste half jaar 1919 was de handel zeer gewillig, later verminderde dit veel. Dit voorjaar is echter weer veel verbeterd. De gezond heidstoestand van dén paardenstapel geeft geen reden tot bijzondere opmer kingen, uitgezonderd een betrekkelijk groot aantal sterftegevallen onder zeer jonge veulens. Met voldoening kan worden geconsta teerd, dat steeds meer fokkers blijk geven volgens een vooraf omlijnd plan te werken, hoewel de fokkerij der eerste klasse fokkers over 't algemeen nog in haar eerste stadium is, vooral wat be treft Walcheren. De rundveehouderij was wat gezond heidstoestand, voeding en productie be treft, niet gunstig, op de groote bedrijven ging het aantal melkkoeien nog achteruit. In Zeeuwsch-Vlaanderen valt een sterk groeiende belangstelling voor de ratio- neele veeverbetering waar te nemen. In geheel Zeeland werken 4 fokver eenigingen, 28 stierenvereenigingen en 11 contrölevereenigingen. De resultaten van schapenfokkerij en •houderij waren door de liooge wclprijzeu gunstig, hoewel aan rasverbetering weinig werd gedaan. De grondslagen voor een organisatie van schapenhouders en wol- handel werdeu gelegd. De resultaten van varkensfokken en mesten waren zeer gunstig; het stam boek voor het Vlaamsche landvarken leefde weer op en heeft heel wat fok- materiaal over de provincie verspreid. Er kan echter nog heel wat verbeterd worden. De geitenfokkers waren georganiseerd in 70 fokvereenigingen, die mooie sociale resultaten opleverdeu. Door opheffing van het zaaizaadbureau Zeeland, liet Provinciaal Hoofdbureau en het Bijkantoor voor vee en paarden kon het personeel der Mij. belangrijk worden ingekrompen en zijn thans op het bureau, behalve de beide secreta rissen, werkzaam 8 dames en heeren, benevens 2 jongste bedienden. De werkzaamheden der Mij. zijn echter uitgebreid, wc denken hierbij bijv. aan de groote deelname aan de gewassen keuring, het verkoopbureau, de afdeeling Zeeland van het Centraal Bureau, relaties met autoriteiten en andere organisaties, alsmede de verschillende ouderwerpen die de Mij. in studie neemt en niet het minst de talrijke gegeven inlichtingen. Verschillende rapporten werden uit gebracht, het vraagstuk van het onder linge "credietwezen is in studie genomen. Een Commissie, wier arbeid niet genoeg te waardeeren valt, is die voor het onderzoek der klachten inzake de aard- appelafname. Het juiste oogenblik is misschien gekomen om de coöperatieve afzet van aardappelen onder oogen te zien. Over verschillende aangelegenheden werd vanwege de Z. L. M. gcrequesteerd, o.a. over de uitvoer van landbouw producten, speciaal van Zeeuwsch Vlaan deren, het opheffen van de beperkende bepalingen aldaar en den uitvoer van biggen uit Zeeuwsch-Vlaanderen. Vanwege het secretariaat werden op tal van afdeelingsvergaderingen onder werpen ingeleid. Van de verschillende punten, die thans de aandacht van het Dagelijksch Bestuur hebben noem ik in de eerste plaats de leemten in de statuten der Mij. en de contributieregeling. Hot is zorg, dat verschillende groepen van leden tot. hun recht komen Te betreuren is, dat een enkele afdeeling zg.n. wegens te liooge contributie onze Z. L. M. heeft verlaten. Daar tegenover staat echter het stichten van een nieuwe afdeeling te Wissekerke. Als tweede punt wensch ik te noemen de notaristarieven, waarbij het ons doel is tot een redelijke oplossing te komen. Voorts heeft het D. B. zich de vraag gesteld wat het te doen staat inzake bestrijding van het mond- en klauwzeer. Een belangrijke zaak is, dat inspuitingen bij jonge dieren tot gunstige resultaten leidden. Verder onderzoek wordt ernstig voortgezet. Een volgend punt is het landbouw onderwijs. Met de school in Goc.s gaat het goed en ook van de cursussen in een 30 tal gemeenten, werd een behoorlijk gebruik gemaakt. Landbouwhuishoudon- derwijs wordt op een tweetal plaatsen gegeven. Te loven valt ook de drang naar meerdere landbouwwinterscholeh. Zooveel zij vermag zal de Mij. de tot standkoming daarvan helpen bevorderen. Het orgaan der Maatschappij verschijnt vanaf 1 Januari weer eenmaal per week. Met voldoening vermelden wij, dat de leden er ook een goed gebruik van maken. De landarbeiders- en invaliditeitswet hebben onze aandacht, alsmede de mid delen, die worden aaugeweud om de bedrijfsonkosten zoo laag mogelijk te doeu zijn. D# verstandhouding met de autoritei ten is goed te noemen. Het vorige jaar werd de Goesche tentoonstelling bezocht door II. M. onze geëerbiedigde Koningin, welke hooge waardeering wij ten zeerste op prijs stellen. Deze tentoonstelling had een gunstig verloop, we hebben een re servefonds van f 5500. Te betreuren is het dat het Koninkl. Ned. Landbouw Comité verlaten werd door de gezamenlijke Katholieke organi saties. Het is te hopen, dat ons klein gewest voor dergelijk schisma bewaard blijft. Vanzelf bepalen hier in Hulst onze ge dachten zich ook bij België, vooral wat de landbouwbelangen betreft. Onze land bouw is op export aangewezen, zoo heeft Zeeuwsch-Vlaanderen bijv. veel uitvoer van aardappelen, suikerbieten en gerst. Ook vee, vooral varkens en paarden, werd steeds uitgevoerd. Hoe zal het nu na den oorlog weer worden Voor de wederopbouw van Europa is allereerst een gezond geldwezen absoluyt noodzakelijk, dat een zoo groote rol speelt bij het internationale verkeer. In ver- baud met dit laatste moeten we ook niet vergeten, dat wij met patriotismc er niet komen. Noord en Zuid Nederland zijn op elkaar aangewezen, hebben elkander noodig. Het huiskrakeel moet dan ook spoedig ophouden. De politiek van de baan, als liet gaat om de wezenlijke be langen van een volk. België mist op 't oogenblik zeer veel wat wij kunnen le veren en mag niet rekenen op zijn groote vrienden, die zelf uitgeput zijn. Zoeke hij het liever bij zijn nuchteren kleinen vriend en ouderen broeder. Dringende grensbepalingen moeten dan echter op geheven worden en nieuwe verkeers wegen met het Zuiden gezocht en aan gelegd. Gelukkig, dat men met name in Zeeuwsch Vlaanderen men dit begrjjpt en het Z.-Vl. land ook in de landbouw streek te Rijssel zal vertegenwoordigd zijn, speciaal wat zijn vlasindustrie be treft, iets wat voor de ontwikkeling van ons gewest van enorme beteekenis kan worden. Ik breng bier dan ook het eere- saluut aan den vooruitzienden blik onzer Zeeuwsch-Vlaamsche mannen Waar het „made in Germany" eenigs- ziiis zijn aantrekkelijkheid heeft verloren zal het Nederland niet moeilijk vallen veel meer aan België te leveren. Waar Je landbouw van zulke grdote nationale beteekenis is voor ons volk en land moe ten wij vereend staan om Nederland te brengen tot den grootst mogelijken bloei. Ook de Zeeuwsche Landbouw-Maatschap- als groote Maatschappij in de grenspro vincie die de korenschuur van Nederland mag geuoemd worden, alleen in Zeeuwsch- Vlaauderen word 1/6 van al de tarwe die Nederland oplevert, verbouwt' heeft hier een groote en grootsche roeping. Zij zal dan ook met allen ernst en aandacht zich wijden aan haar taak, ook doen wat zij kan voor de internationale betrekkingen. Het is nu tijd om te toonen onder hoogeren zegen onze energie en ons door zicht, ons werk en organisatievermogen. Ga er dan ook in onze dagen van uit het voor Nederland in verren hoek ge legen Hulst, uit het Zeeuwsch-Vlaam sche land een krachtige roepstem uit tot den Nederlandschen landbouw als bazuin- geklank, klinkend tot verre over Zee- lands grenzen. Neen als de vroolijk klinkende fanfa res in den vroegen morgen bij het klim men van den schoonen dageraad, die reeds aanlicht aan den horizon, wanneer het veldleger uitruktlandbouwers aan 't werk met opgewekt en blij vertrou wen, het oog omhoog in afhankelijkheid van de Voorzienigheid, aan den arbeid met bracht en energie om orde te scheji- pen in de Maatschappij, U geschaard rondom het beproefde vaandel der Zeeuwsche Landbouw Maatschajipij, haar vlag ten boudsteeken in top. Herhaalde malen was onder het uit spreken van deze rede geapplaudiseerd en aan het eflid er van was dit schier daverend. Om des lijds wille gaf mr. Dieleman nu dadelijk het woord aan den volgenden spreker, Jhr. Sandberg, Directeur van het Informatiebureau der Ned. Vereeni ging „Landverhuizing", die inleidde het onderwerp: „De kansen welke emigratie voor den landbouwer biedt." Thans zien velen, aldus spr., door loonstijging en andere factoren den toe stand in het landbouwbedrijf donker in. En waar nu in uitgestrekte gebieden van de andere werelddeelen nog gemakkelijk land kosteloos of tegen lage prijzen te krijgen is, richten velen hun oog naar dio gebieden, omdat hun daar een kans wordt geboden. Welvaart is echter nog een heel andere zaak en zij die denken in den vreemde spoedig rijic te zijn, vergissen zich. Dit is iets, dat meestal eerst voor hun kinderen is weggelegd, omdat die zich beter aan de nieuwe omgeving hebben aangepast. Zal iemand zich in den vreemde thuis gevoelen, dan hangt dat in de eerste plaats af van zijn karaktèr. Voorop staat dan ook de eisch Hij die in eigen land onder normale omstandigheden zijn doel niet weet te bereiken, slaagt ook in het buitenland niet. Welke karaktereigenschappen zijn nu benoodigd om kans van slagen te hebben Allereerst aanpassingsvermogen om zich te schikken naar de reden en de gewoonten van de nieuwe omgeving. Daarom moeten "mopperaars en zij die fameliezwak zijn nooit emigreeren, ook niet zij, die eigenwijs zijn en een afkeer hebben van eenvoudigheid en hard werken. In de tweede plaats zijn wilskracht en volharding noodig, alsook zelfvertrouwen en opgewektheid. Het eerste jaar is vaak het zwaarste, doch later wordt dit wel weer beter. Ook de bekwaamheden zijn voor den emigrant van veel gewicht. Eenige kennis van de taal van het land is zeer gewenscht, vooral ook met het oog ojr misleiding en afzetting, in- en vérkoop. Van veel waarde ook is eenige kennis van landbouwmachines en de hoeveelheid geld, die men voorhanden heeft. Zij, die geen kapitaal hebben, doen het verstandigste eenige jaren als knecht te werken en dan zeer zuinig te wezen. In verband hiermee waarschuwde spr.

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1920 | | pagina 2