Orgaan ter verspreiding der Christelijke Beginselen in Zeeuwseh-Vlaanderen.
No. 249.
Woensdag 9 Juni 1920.
3e Jaargang.
De Partijdag te Goes.
Uitgave van de Christelijke Persvereeniging „Zeeuwsch-Vlaanderen" te Ter Neuzen.
Alle stukken, de redactie en administratie van dit blad betreffende, moeten worden gezonden
aan den redacteur, J, HOMMES, Lange Kerkstraat 5, Ier Neuzen.
ABONNEMENT: Bij bezorging 1,15 per drie maanden. Franco per post voor Nederland f 1.25.
ADVERTENTIËNVan 1—4 regels f0.60. Elke regel meer f 0.15. Abonnementen per
contract. Crisistoeslag 15%. Inzending van advertentiën tot 12 uur 's middags op
de verschijndagen bij den drukker D. H. LÏTTOOIJ Az. te Ter Neuzen. Telefoon Nr. 20.
Het BESTUUR der CHRISTE
LIJKE PERS VEREENIG INC bericht,
dat geene betalingen geldig geacht
worden te zijn dan tegen afgifte van
kwitantie, ondertcekeud door den Admini
strateur of Penningmeester.
Adres van redactie en administratie
is: LANGE KERKSTRAAT No. 5.
V Afscheid.
Nu ik als redacteur van „Zeeuwsch-
Vlaanderen" af moest treden, omdat
arbeid aan de Christelijke pers elders
mij riep, kan ik niet nalaten een woord
van afscheid tot mijn vroegere lezers te
richten.
't Is méér dan een vorm, als ik zeg,
dat het moeilijk viel de vple banden in
Zeeuwsch-Vlaanderen los te maken.
Eerst toen bekend werd, dat ik naar
Friesland terug zou keeren, heb ik ge
voeld, hoe sterk die banden waren.
Slechts ruim anderhalf jaar heb ik
in Zeeuwsch-Vlaanderen gewoond. Toen
ik er heenging, zei menigeen„kerel,
hoe kom j: er bij? Jij past niet bij de
Zeeuwen. Én dan je mooie betrekking,
die je prijs geeft voor iets, dat in de
lucht hangt".
Der uitkomst heeft bewezen, dat een
Fries wél kan passen bij de Zeeuwen.
Hoeveel vrienden heb ik niet gevonden
in 't land ten Zuiden der Schelde Vrien
delijkheid en hulpvaardigheid vond ik
allerwegen. Gulheid is een trek der
Zeeuwen. Ik en mijn gezin, we hebben
't ondervonden. In de stad zoowel als
op 'tland, waar gezellig pratend achter
de huiskachel de altijd volle ihee- of
koffiepot immer klaar stond.
De uitkomst heeft ook bewezen, dat
ons blad een goede toekomst had. Het
aantal abonné's is van't begin tot't eind.
steeds klimmend gebleven met de ad
vertenties ging het in één woord prachtig.
En evenmin als voor t blad, was er
voor mij persoonlijk reden tot klagen,
'k Was zóó vlug en zóó goed ingeburgerd,
dat 't karretje als op een zandweg reed.
Met 't bestuur der persvereeniging heb
ik steeds prettig samengewerkt. Vooral
aan den Voorzitter, die onvermoeid en
met rijke ervaring en zakenkennis mij
altijd gaarne ter zijde stond, wil ik hiér
een woord van oprechten dank brengen.
Werd gedurende den tijd dat ik in
Zeeland was, nooit een wanklank ge
hoord in de verhouding tusschen het
bestuur der Persvereeniging en den re
dacteur, even genoeglijk was de verhou
ding niet de commissie van redactie.
De heeren zijn nooit in actie geweest,
dan alleen, als de redacteur met. vacantie
was. Dat zegt genoeg
Wél mocht ik ook van hen persoonlijk
steeds alle medewerking en vriendschap
ondervinden.
Ook de medewerkers, agenten en cor
respondenten zeg ik dank voor hun
aangename medewerking en hun arbeid
voor ons blad.
Ik hoop van harte, dat de heer Hommes
op even prettigewijze met bestuur, comm.
vau redactie, medewerkers, agenten en
correspondenten mag samenwerken en
hun medewerking in dezelfde mate mag
ondervindei als mij te beurt viel. Dan
zal hij, als straks voor hem 't klokje van
scheiden slaat, met evenveel genoegen
op zijn verblijf in Zeeuwsch-Vlaanderen
terug zien als ik dat doe en zal blijven
doen.
'kWensch het bestuur, redacteur,comm.
van redactie en allen, die aan den bloei
van „Zeeuwsch-Vlaanderen" arbeiden
den zegen des Heeren toe, opdat liet
blad moge toenemen in beteekenis en
de propaganda voor 't Christelijk beginsel
in Zeelands Zuidhoek vruchtbaar moge
zijn. Onwankelbare trouw aan 't beginsel
is daarvoor noodig. Zonder aanzien des
persoons moet steeds het principe voorop
gesteld. In gezonde democratische rich
ting gestuurd. En als dan allen zich
inspannen, om 't lezcrstal omhoog te
voeren en de advertentie-rubriek uit te
breiden, zal het zeker goed gaan.
Zeer duidelijk hebben de Zeeuwsch-
Vlaamsche Anti-revolutionairen het den
laatsten tijd uitgesproken.: „Zeeuwsch-
Vlaanderen moet blijven bestaan. Wel
nu, dat kan.
Het Antirevolutionair element isgansch
niet onbeteekend in 't Over-Scheldesche
is bovendien bemiddeld.
Daardoor was het mogelijk, dat in
betrekkelijk korten tijd een N. V. Druk
kerij kon worden opgericht. Vereende
kracht was ook hier macht.
Zal op den duur het blad blijven be
staan, dan is het absoluut noodig, dat
deze drukkerij, binderij en boekhandel
bloeit.
In dezen duren tijd kan geen klein
blad bestaan, als men niet beschikt over
een eigen drukkerij enz.
Laten onze Antirevolutionairen en
allen die Voelen voor de Christelijke
persactie in Zeeuwsch-Vlaanderen daar
om denken. Er hun druk- en bindwerk
brengen en er hun inkoopen doen.
Anders moet ons blad verdwijnen.
En dat wil men immers niet?
Waar ik van een zeer 'groot aantal
vereenigingen (goedgeteld meen ik dat,
het er 17 zijn) bestuurslid of gewoon
lid was, zullen deze zeker mij wel willen
schrappen 't Is nog niet „de gebruike
lijke weg", 't Zij zoo. Misschien wordt
het straks wel „de meer en meer ge
bruikelijke weg" om per advertentie te
bedanken voor het lidmaatschap der
verschillende vereenigingen als men uit
een plaats vertrekt. Dan mag een re
dacteur het stellig wel op deze wijze doen.
De maanden in Ter Neuzen doorge
bracht zijn voor mij en mijn vrouvy on
vergetelijke.
Zeeuwsch Vlaanderen is een goed land.
'k Heb er veel geleerd en ben blij er
geweest te zijn.
'k Hoop, dat het de vele vrienden, dat
het „Zeeuwsch Vlaanderen" wél moge
gaan onder den zegen des Heeren.
Sneek. VAN HOUTEN.
P.S. Door omstandigheden eerst heden
geplaatst.
V Christelijk landbouwonder
wijs.
Het is mede naar aanleiding van een
advertentie in dit en het voorgaande
nummer, dat we over bovenstaand
onderwerp thans iets wenschen te schrij
ven.
Zooals men uit die advertenties, en
ten overvloede ook nog uit een inge
zonden stuk in het nummer van Vrijdag
j.l. zal hebben gezien, hoopt Prof. Mr.
P. A. Diepenhorst, Voorzitter van den
Chr. Boeren- en Tuindersbond hier
morgen Woensdag een rede te
houden, om het belang van Christelijk
landbouwonderwijs ook voor Zeeuwsch-
Vlaanderen aan te toonen.
Laten we vooral die twee woorden
„Christelijk" en „landbouwonderwijs"
goed in het geheugen houden.
De schrijver van het ingezonden stuk
heeft speciaal de nuttigheid van land
bouwonderwijs in het algemeen aange
toond. We gelooven, dat het wel noodig
is, daarop nog eens de aandacht te
vestigen.
Voor de verschillende takken van
bedrijf voelt men veel voor een goede
opleiding eri wordt daaraan ook veel
gedaan. Men denke slechts aan de
ambachtsscholen en het veel jongere
nijverheidsonderwijs.
Het landbouwonderwijs heeft echter
nog steeds met groote moeilijkheden te
kampen geliad. Gelukkig begint daarin
langzamerhand ook verandering te komen
en neemt de beteekenis er van meer en
meer toe.
Men begrijpt steeds duidelijker van hoe
groot belang een- goede opleiding ook
voor onze boeren is. Men voelt het nut
van het onderwijs, dat zich richt op
landbouw én veeteelt en kennis bijbrengt
over bemestingsleer, grondbewerking,
scheikunde, de landbouwboekhouding en
meer andere gewenschte onderwerpen.
Dat er dus steeds dringender stemmen
opgaan voor goed landbouwonderwijs
veeteelt daaronder natuurlijk begrepen
behoeft niet te verwonderen en kan ook
niet anders dan toejuiching verdienen.
Echter, men zij in dit opzicht voor
zichtig. En hiermee komen we terug op
het „Christelijk."
Voor een oogenblik hebben we deze
woorden gescheiden, doch voor ons
hooren ze bij elkaar.
Zoo lang het landbouwonderwijs aan
enkele cursussen, bv. in de winteravon
den, gegeven werd en het daar beperkt
bleef tot het leeren van enkele tech
nische dingen, den landbouw betreffende,
werd de behoefte aan die bijvoeging
„Christelijk'' door velen dikwijls minder
sterk gevoeld.
W aar nu echter op verschillende
plaatsen pogingen worden aangewend om
te komen tot Landbouwscholen, dringt
zich meer en meer de vraag op, of men
de jeugd maar steeds zal overgeven aan
neutrale leiding.
Op de onlangs gehouden algemeene
vergadering van den Chr. Boeren- en
Tuindersbond is deze kwestie besproken
door den heer Woldendorp van Veendam.
Op krachtige en overtuigende wijze
heeft hij daar gepleit voor Christelijk
landbouwonderwijs en toonde hij -zeer
terecht aan, dat het beginsel wel terdege
bij elk wak ter sprake kwam en zijn
invloed deed gelden, zelfs daar, waar
bijna niemand het zou vermoeden.
Zoo is daar bijv. de belangrijke kwestie
of alles vrucht is van evolutie, ontwik
keling of van de schepping en onder
houding Gods.
Hoe zal men nu op een neutrale
inrichting kunnen verwachten, dat er
gesproten zal worden var) 's Heeren
groote wonderwerken
En juist daarom is de toevoeging van
het woord „Christelijk" dringend nood
zakelijk en is het ons een zoo groot
genoegen, dat Prof. Diepenhorst ook hier
daarover wenscht te spreken, en naar
we vei trouwen, evenals de heer Wolden
dorp, krachtig en overtuigend het pleit
zal voeren voor het Christelijk landbouw
onderwijs.
We willen dan ook niet nalaten allen
nog eens op te wekken, deze belangrijke
vergadering te gaan bijwonen.
En spreker èn onderwerp waarborgen
een belangrijke en leerzame vergadering!
V Onze Boerenbond.
In verband met het Christelijk land
bouwonderwijs ook nog een en ander
over onzen Chr. Boerenbond'.
Zonder iemand te willen beschuldigen,
moeten we toch opmerken, dat het nog
niet zooveel jaren geleden is, dat bij
velen van onze Christelijke boeren nog
niet de noodzakelijkheid van een Christe
lijken. Boerenbond werd ingezien.
Dit was niet, omdat ze het kwaad van
de neutraliteit niet zagen, doch omdat
volgens hen neutrale organisaties op
landbouwgebied onmisbaar waren. Boven
dien kon de samenwerking met anders
denkenden heel goed zijn, want revolu
tionaire theoriën, zooals die onder de
arbeiders werden gepredikt, kwamen in
de patroonsorganisaties niet voor.
En zoo trachtten onze boeren zich dan
gerust te stellen. In den laatsten tijd
ging dat echter niet meer zoo goed, het
was vooral do telkens terugkeerende
sociale strijd, die daarop van grooten
invloed werd en onze Christelijke land-
wers tot de overtuiging bracht, dat ook
het organisatieleven in het landbouw
bedrijf niet tot het neutrale kan beperkt
blijven, doch dat het beginsel in alles
leiding dient te geven.
Het gevolg hiervan was de oprichting
van den Christelijken Boeren- en Tuin
dersbond, waarvan, zooals gezegd, Prof.
Mr. P. A. Diepenhorst voorzitter is.
Wel moet men niet denken, dat nu
alles in orde is onze groep is nog
maar klein doch menigmaal heeft
God ook juist door het geripge en zwakke
in ernstige tijden groote dingen tot stand
willen brengen.
Laat dit ons tot troost zijn ook in deze
dagen van soms groote vrees. Dat wij
ons niet laten meesleepen door „groote"
leuzen, doch pal staan en de wacht
houden bij ons beginsel.
De socialisten schreeuwen om sociali
satie, doch dit waanbegrip zal aan den
landbouw niet ten goede komen. Talrijke
voorbeelden uit de practijk leeren ons,
waartoe een en ander leidt. De boer
verliest zijn grond, omdat deze hem
„voor de gemeenschap" wordt onteigend
en de arbeider wordt slaaf, ook voor die
„gemeenschap."
Zal dan de landbouw bloeien, of zal
ohs land dan een tijdperk van ongekende
armoede en ellende tegemoet gaan
Ongetwijfeld het laatste.
En juist daarom is het zoo gewenscht,
dat onze Christelijke boeren zich ver
eenigen in een Christelijke organisatie,
die ze nu hebben in den Christelijken
Boerenbond, waar ze kunnen uitkomen
voor hun beginselenkunnen belijden,
dat alleen een leven naar Gods ordinan
tiën het maatschappelijk leven kan be
waren voor den ondergang, die zich soms
reeds zoo dreigend afteekent.
Noodig is dan echter ook, dat alle
Christelijke landbouwers lid worden van
onzen Boerenbond, dat ze ook in dezen
mogen verstaan wat plicht en roeping is.
V Het Alcoholgevaar.
Verschillende gevaren zijn er, die ons
volksbestaan bedreigen. Een dezer ge
varen, en juist een mee van de grootste
is het gevaar van den alcohol, want
speciaal hier heeft de Satan een machts
middel bjj uitnemendheid tot zijn be
schikking.
In de zoo talloos afgeloopen jaren
werd een onmetelijke stroom van jammer
en ellende, ontstaan door den drank,
over de volkeren, ook over het onze,
uitgestort. Dikwijls werd de kiem vau
het nieuwe leven aangetast en kwam
zoodoende een geslacht ter werold, reeds
vanaf de geboorte vatbaar voor zoowel
lichamelijk als ook geestelijk lijden.
Onzedelijkheid en allerlei misdaden,
het zoodoende met den strafrechter in
aanraking komen, namen hand over hand
toe. Met de heiligste ordinantiën Gods
is en wordt nog voortdurend gespot.
Wel kwam hier en daar de hoop, dat
door den nood en de rantsoeneering
gedurende den oorlog deze zeer kwade
volksgewoonte heel wat beperkt zou
worden en blijven, doch hoe heeft men
misgerekend en zich vergist.
Het gebruik, of laten we maar zeggen
het misbruik van den drank neemt weer
gaandeweg toe.
Op allerlei w ij zen kan men dit merken,
uit het vermeerderde dronkemansge-
schreeuw op de straten, tijdens kermissen
en feesten en uit de inkomsten in
de schatkist.
De zucht naar vermaak wordt telkens
grooter en door de algemeen meerdere
verdiensten, wordt zoodoende gemakkelijk
de weg tot den ondehgang gebaand.
Met dit alles zoo duidelijk voor oogen
bomt dan ook de vraag op Moet daaraan
niet iets worden gedaan En dient dit
niet met alle kracht te geschieden
Een ieder, die het wel meent met land
en volk kan o. i. daarop niet anders dan
volmondig toestemmend antwoorden. En
vandaar, dat we ons verheugen over het
voorstel Rutgers c.s. betreffende Plaat
selijke Keuze, waaraan onze Raad in
zijn laatst gehouden zitting ook besloot
adhaesie te betuigen, niettegenstaande
enkele liberale heeren schermden met
de oude argumenten betreffende de per
soonlijke vrijheid.
De strjjd tegen het drank kwaad is
onder Gods hulp nog wel vol te houden,'
doch krachtige middelen er tegen zijn
noodig.
Dat ook de meerderheid van onzen
Raad dit inziet, doet ons zoo goed.
V Het schandaal in de Kamer.
Men weet, dat vandaag de anti-
revolutiewet in de Tweede Kamer aan
de orde is gekomen.
De roode heeren hebben daartegen óp
vreeslijke manier geageerd en er zich
tegen verzet,
't Kan niet anders gezegd worden, dan
dat het er een „ouderwetsche bende"
was, met Duys als hoofdfiguur van de
geheele herrie.
De anti-revolutionaire heer Duymaer
van Twist, die voor het eerst na het
auto-ongeval weer in de Kamer kwam,
werd door de roode heeren met gejoel
eir hoongelach ontvangen.
Van den liberalen heer Rappard werd
gezegd, dat hij afstamde van de „roof
ridders".
Onder „daverend gelach" en „ten top
gestegen vroolijkheid" zei Duys van de
Regeering: „Wjj hebben hier een van
God gegeven regeering, die ons konin
klijke boodschappen zendt, waarin ze ons
„in Godes bescherming" aanbeveelt
Nu die kunnen we gebruiken, als dezelfde
regeering ons straks met do anti-revolu-
tiewet in de bak stoppen wil maar
voorloopig zullen we toch maar eerst op
onze eigen kracht vertrouwen."
Met dit drietal voorbeelden genoeg er
van. Onwaardig is deze manier van
obstructie-voeren, uit nijdigheid, dat de
behandeling van minister Ileemskerk's
wet nu toch aan de orde is gekomen
Dat echter Regeering en Kamer zich
niet laten afschrikken door dit onwaar
dige kabaal.
Uit den weg te gaan voor deze herrie,
door bijv. over te gaan tot Kamer
ontbinding, zou een bewijs zijn van
zwakheid.
Hier past alleen een onverzettelijk pal
staan.
J.l. Vrijdag, 4 Juni, werd te Goes in
„de Prins van Oranje" een buitengewone
vergadering van het Prov. Comité van
Anti revolutionaire Kiesvereenigingen in
Zeeland gehouden.
De voormiddagvergadering was alleen
toegankelijk voor leden der aangesloten
Kiesvereenigingen en droeg dus meer
een huishoudelijk karakter. Toch was
de Pers vertegenwoordigd, die op be
scheiden wijze eenige publiciteit aan het
verhandelde mocht geven.
Het weer was guur, de zaal donker
en kil, de opkomst niet bijster groot,
liet was duidelijk merkbaar, dat wij niet
voor de verkiezingen staan en dat ons
anti-revolutionair volk, ondanks de ob
structie der revolutiemannen in de Kamer,
nog niet bevreesd is voor Kamerontbin
ding.
Maar toen de Voorzitter, Mr. A. A.
de Veer, na het lezen van 1 Joh. 5 en
gebed, zijn kernachtig openingswoord
sprak over evenredige vertegenwoordi
ging, gevaarlijke rust, vrouwenkiesrecht,
propaganda, socialisatie enz., om aan het
slot, het oude vaandel te verheffen met
de bezielende leuze „Tegen de revolutie
het Evangelietoen begon er de
warme stemming te bomen.
De lezing der notulen werd wijselijk
uitgesteld, want ieder verlangde naar het
verslag van den ijverigen Secretaris, den
heer Laernoes, waarmede hij de sprekers
uit hun tent wist te lokken.
De heer Brants van Goes, als altijd
paraat, informeerde naar de mentaliteit
der mannelijke kiezers tegenover de vrou
welijke, vroeg hoe het stond met de
samenwerking met de Chr. Hist, partij
en het verband met de Pers.
De heer Basmeijer van Goes vertolkte
zijn warme sympathie voor Zierikzee, dat
helaas, als behoorende tot de provinciale
peripherie niet tegenwoordig kon zijn,
terwijl de heer Willemsem van Ierseke
optrad als paladijn voor de plaats zijner
inwoning.
De heer Oosterbaan van Goes nam
een misverstand weg betreffende de vrou
wenbonden, de heer Haverkoek (Krab-
bendijke) handelde over contributie en
de heer Boom, van Vlissingen miste de
arbeiders en hengelde voor Patrimonium.
Een poging van den Voorzitter om de
bespreking van het vrouwenkiesrecht
naar de middagvergadering te verschui
ven mocht niet baten. Waar 't hart vol
van is, dat perst naar de keel en de
heer Brants had het dadelijk naar voren
gebracht.
Een schoone gelegenheid voor de
heeren Koelmans van Ter Neuzen en
Ds. Van Dijk van Heinkenszand om hun
meening duidelijk te zeggen en klaren
wijn te schenken.
De Voorzitter deed goed, eer hij de
vele sprekers beantwoordde, voor te stel
len, om een telegram aan Dr. A.Kuyper
te zenden, waarmee de vergadering door
warm applaus haar instemming te ken
nen gaf.
En daarna werd punt na punt van het
debat nog eens door den Voorzitter be
licht, waarbij we mede deelingen verna
men die ons verbaasden.
Die Voorzitter is een man van de klok.
We kregen slechts een half uur voor
de koffie. Maar men gaat nu eenmaal
niet naar een landdag om te maaltijden
Precies om 2 uur -waren we weer pre
sent.
Het weer was nog kouder geworden,
het regende nu en dan, en de zaal was
even somber. Maar ze was thans voor
een groot deel gevuld, ook met vele
dames en vrouwen in typische Zeeuw-
sche kleedij. Geen wonder ook. Daar
vóór stond Prof. Mr. P. A. Diepenhorst
en hij zou spreken over„De nieuwe
politieke taak der Vrouw."
Krachtig klonk Ps. 119 3. Weer dat
korte, gespierde openingswoord van den
Voorzitter en toen, onder geestdriftig
applaus der vergadering, trad Prof. Die
penhorst naar den lessenaar.
Achtereenvolgens gaf de Professor on
der ademlooze stilte: lo. Eene histo
rische schets; 2o. Een waarschuwing
om de nieuwe taak der vrouw niet te
overschatten3o. Een uiteenzetting,
hoe de A. R Kiesvereenigingen zich te
genover die nieuwe taak hebben te stel
len.
Met eenige verwondering iioorden ve
len, dat vóór de grondwetsherziening
van 1887 de vrouw reeds verkiesbaar
was, al heeft het Dr. Aletta Jacobs niet
mogen gelukken het stembiljet in han
den te krijgen.
Integendeel, bij de herziening van '87
ging de grendel op de deur voor al wat
vrouwelijk was. Zelfs de flinke, kloeke
en dus maunelijke vrouw moest buiten
blijven.
Ook de menschelijkerwijze volmaakte
kieswet van Van Houten in 1895 ont-
~T