Oraaan ter verspreiding der Christelijke Beginselen in Zeeuwseh-Vlaanderen. nnrbï'iTTi'Fbx. No. 238. Woensdag 28 April 1920. 3e Jaargang. 't Oude voik. lUiiteiiiamlscli Overzicht. Uit het Buitenland. Uit het li in lie ui and. JAN WAANDERS. U ABONNEMENT: Bij bezorging 1,15 per drie maanden. Franco per post voor Nederland f 1.25. Uitgave van de Christelijke Persvereeniging „Zeeuwseh-Vlaanderen" te Ter Neuzen ADVERTENTIËNVan 1 4 regels ƒ0.60. Elke regel meer ƒ0.15. Abonnementen per contract - Crisistoeslag 15%. Inzending van advertentiën tot 12 uur s middags op de vm'sdiijndagen bij den drukker D. II. LITTOOIJ Az. te Ter Neuzen. Telefoon Nr. 20. DE ALGENOEGZAME Als Gij maar nabij moogt zijn, Is de grootste smart vergeten, Is gestild de wreedste pijn, Wijkt de vrees van't bang geweten, Daalt er vrede, oneindig zoet, In 't onrustige gemoed Als uw hand mij maar geleidt, Ben ik veilig op mijn wegen Zie ik hulpe mij bereid, Vloeit alleen een stroom van zegen Daalt, na elkon duist'ren nacht, 't Licht des heils met groote pracht. Als ik u maar heb, o Heer Laat dan vrij dit vleesch bezwijken. Wat ik minde, lang en teêr. Voor iniju brekende oogen wijken; 't Beste, waar ik m' op verliet, Scheidt van mijne ziele niet Wees mijn psalm en zegezang In de donkere doodsvalleien Doe m' alle eeuwigheden lang Palmen voor uw voeten spreien, Met het jubelend feestgeschal Jezus is het een en al E. E. GEWIN. „Zij hebben (zegge Israël) van ouds mij gekweld, benauwd van der jeugd'aan, geploegd als een veld." Aan deze woor den van Da Costa herinneren ons de Jodenvervolgingen in Rusland, die hier en daar weer beginnen. Ook in Duitschland en Hongarije wor den op sommige plaatsen de Joden be dreigd. Verrassend is daarom het bericht, dat do groote pers ons meldt, n.l. dat vooral in Hongarije een groote opwekking onder 'toude volk des Heeren gekomen is. „Vele Hongnarsehe Joden, geen troost meer vindend in de synagoge, zijn dien gaan zoeken in het Christendom. Zelfs zouden 60,000 Joden godsdienstonder richt ontvangen, om straks in de Fro- testantsche Kerk opgenomen te worden". We weten uiteraard niet, of de vrees voor het opkomend anti semitisme (Jo denvervolging) hier al dan niet in het spel IS. Indien niet, dan zou het een verheu gend bericht zijn. Als 't Joodschc volk belijdt „Wij zijn strafschuldig, zwaar misdadig maar Gij, o Heer! Gij zijt genadig! Gij hebt ontferming toegezeid, o Koning der gerechtigheid", dan is er ook voor Israël nog een dageraad. Dan zal 'toude volk straks kunnen jubelen „Jezus Christus door Zijn bloed, Bracht ons liefde, bracht ons vrede" Moge de Heere, voor Wien alle dingen mogelijk zijn, velen uit Israël brengen tot Zijn wonderbaar en heerlijk licht! Opdat ook onder 't volk der Joden klinke 't schoone woord van den dichter „O hoor de stem van ons verlangen, Kom met den scepter en de kroon Wij wachten u met jubelzangen; Ja, Jezus, kom Gij Koningszoon Over de Fransche spoorwegstaking zijn de gegevens nog te scliaarsch om er een beschouwing over te geven. Het 60) ZELAND1A. Ze was er den heelen dag mee bezig. Heelemaal verzoend voelde ze er zich toch niet mee. 't Was toch eigenlijk be drog misleiding. Maar ze kon de ver lokking naar het geheim genot niet weer staan. Ze wad' nu al zoo lang gebonden geweest; ze moest nu ook eens, al was het maar voor enkele uren, weer vrij zijn. Maar ze moest oppassen met Gerrit. Dien was het met al zijn jool, toch maar om geld te doen. Ze was zoo slim geweest, hem niet alles te vertellenze moest hem wat kort houden. En natuurlijk zo deed dat nu eens voor één keer, zoo es 'n glippertje je mocht wel eens wat hebben. Gerrit behoefde niet te deuken, dat-ie haar geregeld mee zou krijgen of dat zij hem geregeld van geld zou voor zien. Ze zou immers bovendien niet valt wel op, dat de meerderheid die tot deze staking besloot, niet zeer groot is. Tegenstemmen en onthoudingen bereik ten de 160,000 samen, terwijl 171,000 stemmen vóór de staking werden uitge bracht. Het schijnt wel. dat deze staking verband houdt met die welke eenigen tijd geleden op de Zuidelijke spoorlijnen uitbrak, doch na een kortstondig bestaan moest worden opgeheven, want drie van de vier eischen betreffen gelijke kwesties als waar het toon om ging. De eerste eisch is echter de nationalisatie der der spoorwegen. Hoewel niet een speci fiek radicale eisch, waar het een ver keersmiddel betreft, wekt deze in de huidige omstandigheden toch het ver moeden, dat het extremisme opnieuw over de spoorwegmannen van de Repu bliek vaardig geworden is. Deze staking komt voorts op een zeer ongelegen tijdstip, nu Millerand het te San Remo druk heeft met de behartiging van Frankrijk's belangen tegenover die zijner bondgenooten. Dat de Fransche politiek en vooral zijn geheime plannen ten opzichte van Duitschland daar een gevoeligen knak zal krijgen, lijkt nu reeds boven twijfel. Lloyd George heeft aan journalisten vertelt, dat hij heelemaal niet bang is voor Duitschland en het ook niet meer wantrouwt, nadat het de Kapp-revolutie zoo unaniem heeft onderdrukt. Ilij heeft zelfs uitgelaten, dat er niet alleen van een militairen opmarsch in Duitschland niets zal komen, maar de economische dwangmiddelen, welke Engeland heette te prefereeren boven (le miiitaire, even tueel slechts met groote voorzichtigheid en dan nog slechts voor de grondstoffen, niet voor de levensmiddelen, zullen wor den toegepast, wat met andere woorden wil zeggen, dat er van heel dien dwang wel niets zal komen als Duitschland zich niet bepaald uitgesproken kwaad willig gedraagt, hetgeen ons toeschijnt uitgesloten te ziju. Voegt men hierbij, dat Millerand en in 'i algemeen de Fransche regeering zich den laatsten tijd opvallend geneigd toont tot economische samenwerking met Duitschland en dat de Duitsche gezant te Rome op verzoek naar San Remo gekomen is om zooge naamd „inlichtingen te verstrekken" dan behoeft men niet in twijfel te verkeeren over den aard van de eenstemmigheid waartoe Frankrijk en Engeland te San Remo heeten te'zijn gekomen. Het laatste bericht is, dat Millerand aan Lloyd George heeft toegezegd een openlijke verklaring, dat Frankrijk elke gedachte aan annexatie (van het Rijnland) van zich afwijst. Dit is een nieuw duide lijk blijk van de onderwerping van Frankrijk's poltiek aan de Engelsche Spoorwegstaking in Frankrijk. DARIJS, 25 April. Het nationaal congres van de Fransche spoorwegarbei ders heeft tot de afkondiging van de onmiddellijke staking op de spoorwegen besloten. De spoorwegarbeiders eischen le. Nationalisatie der spoorwegen 2e. Onmiddellijke indienstneming van de ontslagen spoorwegarbeiders; 3e. Intrekking van de gerechtelijke vervolging 4e. Érkenning van het vakvereenigings- recht. weten, hoe ze er aan zou moeten komen, 't Lièp jvast eerstdaags weer spaak met de financiën. Dat zou wel weer een scène geven ze moest er zich maar alvast op voorbereiden. Maar ondertusschen kon ze dit pleziertje toch nog eens waar uemen Licht, dat ze wat hader was sagrijn genoeg op de wereld. Ze kon boos worden op zich zelf, dat ze zoo d'r best gedaan had, Jan te krijgen. Dwaas was ze geweestgek I Had ze hem maar aan die zedige Jo Vlietstra gegund. Wat, lmd haar toch bezield! Dwaze jalouzie, anders niet. Wat had ze nu Jan, met. ziju stijve ideeën och, ze harmonieerdeu feitelijk heelemaal niet. Waarom had ze niet beter uit d'r oogen gekeken. Ze had toch wel iemand anders kunnen krijgen. En nou was het thuis ook zoo ongelukkig gelöopen ze waren heelemaal aan lager wal geraakt. Had ze maar intijds een goede partij gezocht. Er waren er toch wel meer geweest, dan Jan Waandors, die ten slotte toch ook maar van oen traktement je moest leven... Nou, maar vanavond wou ze zich dan eens verzetten wat was er tegen Ze De motie, waarbij tot staking^werd besloten, werd aangenomen met 171,000 stemmen tegen 147,000 en 13,000 ont houdingen. De algemeene raad van den bondjvan spoorwegarbeiders za! binnen enkele vagen den datum en de bijzonderheden dan de beweging vastoteKen. Een bloedige revolutie episode. Tot een der vreeselijkste gruweldaden, die de spartacistische troepen bi-j hun intocht in Essen bedreven hebben, be hoort ongetwijfeld de massamoord op den watertoren. De toren werd door on geveer 50 man met machinegeweren ver dedigd. Toen in den middag de stad was in genomen, vocht de dappere bezetting door, daar zij door nog niet opgehelderde oorzaken van de overgave der stad niets afwist. Vier uur na de overgave der stad verscheen Beigeordneter Ruzerius bij den toren, om de manschappen mede te dee- len. dat de stad was overgegeven. Ter wijl over de overgave van den toren beraadslaagd werd, drongen de revolu tionaire troepen plotseling naar voren eu bestormden den toren. Do verraste bezetting had reeds do wapenen neergelegd, en toen de roode gardisten kwamen binnengestormd, kwa men de bezettingsmanschappen hen zon der wapenen tegemoet. Nu begon een ware moordpartij. Als wilde dieren wier pen de spartacisten zich op de weerlooze lieden, staken met messen en dolken op hen tn en sloegen ze met geweerkolven neer. Zelfs de op den grond liggende, zwaar gewonden ..en lijken werden met geweerkolven bewerkt en geschopt. Van verscheidene slachtoffers was de schedel gespleten of het hoofd onherken baar verminkt. Jongens wierpen hun ge weren weg, trokken dolken en messen en staken als waanzinnigen er op los. Onder hen was zelfs e<yi knaap van 17 jaar. Onderwijl dit verschrikkelijk tooneel zich afspeelde, waren de vensters van de tegenover liggende huizen dicht met toeschouwers bezet, die met ontzetting toezagen. In nauwelijks tien minuten lag de geheele bezetting vermoord aan den ingang van den toren. Slechts drie man schappen wisten te ontsnappen, o.w. een Feldwebel, die vier jaar aan het West- front was geweest. Hij verklaarde echter zoo iets ontzet tends zelfs in den oorlog niet te hebben meegemaakt. Bolsjewisten-moed. Dit hoort bij het historische „glaasje water", waarom op een gedenkwaardigen avoud in 't laatst van '18 Wijnkoop moet hebben gevraagd. 't Was 30 October van datzelfde jaar, In Berlijn bereidde men de revolutie voor. Liebknecht, de dolleman, drong er op aan, dat men zich in optocht, gewapend, ep straat vertoonen zou. Barth, de gematigde, raadde liet af. „Éérst moet de tijd rijp zijn Nü reeds gaan demonstreeren, is een misdaad de Regeering is nog te- sterk wij mógen het leven onzer mannen niet roekeloos op 't spel zetten." Maar Liebknecht was niet te over tuigen. Velen sleepte zijn dweepzucht mee. „Goed 1" borst tenslotte Barth uit, „jij zult je zin hebbenmaar op één voorwaardeAls de optocht gehouden wordt, dan gaan jij en ik, elk een brow ning in de hand voorop „Barth!" riep Liebknecht, „je bent gek 1" „Neen, amiceik ben slechts kor.se- kwent. Wij gaau aan 't hoofd en, als de politie komt, daneen, twee, drie, Pief-paf!" „Barth, je bent volslagen krankzinnig „Ben ik niét!" hield Barth vol. Liebknecht zag lijkwit, van angst en toorn. Maar van een optocht kwam niets Aldus Barth zelf, in een boek, dat hij pas over de vóórgeschiedenis der revolutie, verschijnen deed. Moord in een kerk. Bij den Zondagochtenddienst in St. George's Episcopal Church te New York is dr. James Markoe, een bekend chirurg, door eon krankzinnige doodgeschoten, die enkele dagen te voren uit een gesticht was ontvlucht. Een tweede chirurg, dr. George Brewer, werd bij een worsteling met den dader, die aan gehouden werd, niet ernstig in de dij gewond. De aangehoudene deelde mee, dat hij zijn slachtoffer niet kende, maar plotse ling een aandrang had gevoeld om te dooden. Een chirurg sterft onder een operatie. Dr. Sidney F. Wilcox, een zeer bekende chirurg, is te New-York, tengevolge van een hartverlamming overleden, terwijl hij bezig was een operatie in het Thrall hospitaal te verrichten. DE „VRIENDEN" DER OPENBARE SCHOOL. Och, ja! dat „arme schoolkind".... Het heeft geen beter beschermheeren dan de openbare onderwijzers. Niemand beter dan zij verstaan de kunst om voor dat kind geld te kloppenuit ander mans zak. Zoo komen zo nu weer met 'n adres bij den Amsterdamschen Raad, om gelden af te zonderen waarvoor met alle school kinderen bóven 't derde leerjaar „school reisjes" kunnen worden gemaakt Ze gunnen 't die kinderen zoo. Als de stad het maar betaalt Maar tegelijk is hun felle agitatie in vollen gang, om de kweek- en normaal scholen zooveel mogelijk te ontvolken, dat het „arme schoolkind" binnen korten tijd geen meester of juffrouw meer heeft, die het onderwijzen kan. Zóó lief hebben zij dat kind. Uitkijk. ONDERWIJZERSSALARISSEN. De Tweede Kamer heeft Vrijdag de molie-Ossendorp, om de salarissen der onderwijzers op te nemen in staat A van het Bezoldigingsbesluit, met 45 tegen 35 stemmen verworpen. Tegenstemden de geheele Rechterzijde en de heer Braat. LEERPLICHT. De Tweede Kamer heeft Vrijdag de motie Ketelaar, de wenschelijkheid uit sprekende van een 8-jarigen leerplicht, met 47- tegen 34 stemmen verworpen. Tegen stemden de geheele Rechterzijde, de Vrij Liberalen en de heer Braat. OOK EEN GELUKWENSCH In een geanimeerd Kamerdebat noemde Troelstra onlangs den heer Marchant „de klown der reaktie" Eén der telegrammen, die Troelstra op zijn 60en verjaardag ontving en waarvan voorlezing werd gedaan, luidde aldus „De klown der reaktie biedt u op dezen dag zijn hartelijke gelukwenschen aan. Marchant." ZE DELES. Ilet is van ouds niet vreemd gezeid Let op een mênsch wanneer hij vleit, Let op een mond, die zoetjes laclit, Meer dan hij van té voren placht. En daarom zeg ik lieden nog In schoone woorden ligt bedrog. DE DUITSCHE KOLENLEVERING IN GEVAAR? De comniissie van herstel te Essen zal, zoolang de kolenleveranties aan Frank rijk niet den omvang hebben bereikt welke bij het vredesverdrag vereiseht wordt, geen toestemming geven tot het afsluiten van leveringsverdragen met neutrale stalen. Volgens andere berichten is deze kwestie nog in bespreking. Bovendien zou Frankrijk zich zelf in de vingers snijden, daar de voedselvoorziening in het kolengebied dan zou stopgezet wor den en de kolenproductie eveneens zou verminderen. INVOER VAN TARWE. Het vervoer en de invoer van tarwe zullen resp. mot 15 Aug. en 15 Sept. weder vrij zijn. LOONEN IN HET LANDBOUW BEDRIJF. Men meldt uit Haarlemmermeer De afdeeling Haarlemmermeer van den Christelijker! Boeren- en Tuindersbond heeft voor 1920 aan de arbeiders de na volgende loonvoorstellen gedaan gedu rende 5 maanden 45 cent5 maanden 50 cent en 2 maanden 55 cent per uur. In den oogsttijd eu tijdens de bieten campagne zullen de tarieven bij aange-' nomen werk onderling worden geregeld, echter onder garantie van de minimum- loonen. DEN MORIAAN GEWASSEN Met de gemeente-vvasscherij te Amster dam, zooals met meer gemeentelijke in stellingen, is het misère en nogeens misère. Ilet was het beste maar, dat ze het ding opdoekten, doch terwille van liet socialisatie-dogma houdt wethouder Rodriguez de Miranda deze „grootsche schepping" maar in stand. We vinden in het „Hbl." het volgende puntdichtje, (lat den toestand zeer juist weergeeft Vast gaat straks de Gemeente-wasscherij Om zeep: een ton reeds moest er bij! En 't helpt niét of men nog een ton er [bij wil passen, Het is den moriaan gewasschen ALS IN DEN TIJD DER CAESARS. De „Tel." deelt een en ander mede over een kunstmatig meer op de Veluwe, zooals ten tijde der Romeinscho keizers weieens werd aangelegd. Aan dit meer ligt het jachtslot, dat de heer Kröller te Hoenderioo laat bouwen. Het kunstmatig meer is circa 25.000 M3. groot. Er is eenige jaren aan gewerkt, om het water dicht te krijgen, doch desondanks is de eigenaardigheid van het meer gebleven, dat het water er uit wegzakt. Om tóch ging met d'r broerJan hoefde er niets van te weten. Ze deed er volstrekt geen kwaad mee ze was vroeger zoo dikwijls naar zoo iets heen geweest. „Mag ik mee moe vleide Herm, toen ze zich tegen zevenen gereed maakte, heen te [gaan. Hij was al zoet gemaakt met lekkers en lieve woordjes, maarjtoen moe aanstalten maakte om te vertrekken werden alle beloften vergeten en wou hij mee. Een oogenblik was het haar, alsof ze op heeterdaad betrapt werd bij het plegen van een misdrijf. Die eenvoudige, zoo natuurlijke woorden leken haar een aan klacht. Ilij wou mee! En ze voelde heel aven liet schrijnen van die natuurlijke begeerte van haar kind tegen haarjeigen ongeoorloofd hunkeren. Maar ook slechts een oogenblik.! Herm werd met nieuwe beloften en gaven gepaaid. Ze kleedde zich, bekeek zich in den spiegel. Ja, ze kon nog best meedoen Was zij een vrouw om nu al haar leven te verkniezen Herm werd genachtzoend. Ze vertrok. Eerst moest ze nu even naar oom Kees maar héél, héél even. Want om acht uur zou ze op den hoek van de Hoogstraat wezen daar zonden Gerrit en een paar van zijn vrienden haar opwachten. Oom Kees woonde in een niet al te deftige buurt. En vast had ze geen voet er gezet, als ze er nu niet half en half toe genoodzaakt was. 't Waren daar zulke „ordinaire" luifoei. Maar je kon nooit weteu, 't mocht later zoo es op de praat komen, en bleek 't dan, dat ze er in 't geheel niet was geweest nee, dat was te gevaarlijk. Maar een cadeau, ze dacht er niet over. Ze zou wel wijzer zijn. Ze belde aan. Hoorde voor de deur al het pretgerucht. 'n Harmonica jankte door het luide lachen en praten van de blijk baar nog al talrijke bezoekers heen. Ze moest nog es trekken, eer haar openge daan werd. De dranklucht kwam haar op de trap al tegen. Ze trad binnen. Aan het einde der tafel zat het zilveren bruidspaar. Oom Kees en tante. In het rond, dicht op eengetast, de gasten ouden en jonge ren, mannen en vrouwen. Een taart pi ijkte in het midden der tafel. Eenige karaffen met cognac en likeur schitterden in het gaslicht. De oudste dochter des huizes had het druk met bedienen. Toen Truus binnenkwam, moesten|eerst enkele gasten opstaan, om haar in staat te stellen, het bruidspaar te naderen. „Wel goeie gerustigheid, azze me daar Trui niet hebbe zeg, moeder, kaik nou er es, daar heb-ie waarentig Trui van Toon, zeg zou jai ze nog kenne riep oom Kees met dubbelslaande tong. Truus had zich een weg gebaand tus- sclien stoelen en banken door. Het hinderde haar vreeselijk, zoo fa- miljaar toegesproken te worden. En dan dat Trui kan hij minstens geen Truus zeggen? Maar ze moest nu maar niets laten merken en zich er doorslaan. „Dag, oom Kees! dag tante. Wel ge feliciteerd hoor met dezen dag. Ik dacht, ik loop ook es even an. 'k Heb wel niet veel tijd'k kan moeilijk weg van huis, maar" (Wordt vervolgd). TT I 1 J J-rPy-T»T M n n 7 O n 1 r A 4 Alt-> DOOR

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1920 | | pagina 1