Uit het Binnenland.
Over Twee Oceanen.
Uit de Pers.
is, dat het gebrek steeds afneemt. Juf
frouw Touya is nooit ziek geweest, haar
kinderen zijn allemaal dood op één zoon
na, die timmerman is en 71 jaar oud.
Onder de menschen.
De brievengaarder van het eiland
Lundy, gelegen in het Bristolkanaal, dicht
bij de Engelsche kust, heeft na 24 jaren
van afzondering op zijn eiland voor het
eerst weer een bezoek aan het vasteland
gebracht.
Ik zou het nog niet eens gedaan heb
ben, zeide hij als ik niet een dokter
noodig gehad had, zoodat óf ik hem op
zoeken moest óf hij bij mij komen. Door
zijn eenzaam verblijf op het eilandje, dat
op het oogenblik nog geen 20 inwoners
telt heeft hij nog nooit een automobiel
zien rijden, al heeft hij ze wel eens aan
boord van een schip zien staan.
Pientere lui.
Het Japansche stoomschip Kifuku
Maru zal een groote reis doen, ook naar
Europa en Indië, met monsters aan boord
van voortbrengselen van de Japansche
nijverheid, ten einde die te kunnen too-
nen om zoo propanganda te maken voor
de Japansche industrie. Daar ei ook 200
kooplieden medegaan, zal het mogelijk
zijn onmiddellijk orders te plaatsen.
Opgepast.
In Duitschland komt den laatsten tijd
bij mannen veelvuldig een hoofduitslag
voor, die zeer hardnekkig is en begint
waar de rand- van den hoed op het hoofd
drukt. Het is den goneesheeren geble
ken, dat dit veroorzaakt wordt doordat
voor den binnenrand der hoeden veelal
een soort wasdoek in plaats van leder
wordt gebruikt. Men zij derhalve bij
het koopen van hoeden speciaal van
Duitsch fabriekaat op zijn hoede.
Goedkoope wraak.
Op het marktplein van het stadje
Calcar prijkt het standbeeld van den al
daar geboren generaal von Seidlitz. De
zer dagen prijkte de generaal met een
krans van uitgeblazen ganzeneieren, die
hem door spotvogels was omgehangen.
De heer R. M. de Feijter Jz. te's Gra-
venhage schrijft ons het volgende
CHILISALPETER.
In verband met de staking in de ha
vens is bij vele landbouwers eenige on
gerustheid te constateeren voor wat
betreft de aflevering der hoogst noodige
Chilisal peter.
Hoewel er reeds in verschillende bla
den op gewezen is dat hieromtrent geen
ongerustheid behoeft te bestaan is het
zeker niet overbodig hieromtrent het
volgende nogmaals mede te deelen.
In het begin van dit jaar beschikte
de kunstmestcommissie over 27000 ton
Chilisalpeter. Verder werd aangevoerd
56188 ton. Maakt met de 27000 ton
voorraad dus 83181 ton.
Deze hoeveelheden zijn ook reeds
gedistribueerd.
Na dien tijd heeft het s.s. „Soestdijk"
nog 7600 ton aangevoerd.
Op 24 Maart is te Rotterdam een
schip binnengekomen met pl.m. 10000
ton en te Delfzijl het s.s. „Grange Park"
met pl.m. 7000 ton, zoodat thans reeds
108,000 ton Chilisalpeter in ons land
aanwezig is.
Dezer dagen is te Vlissingen aange
komen het Amerikaansche stoomschip
„Caciqeu" eveneens met een lading Chi
lisalpeter.
Wanneer we in aanmerking nemen,
dat in ons land ongeveer 100,000 ton
Chilisalpeter noodig is, dan kunnen we
daaruit afleiden, dat er op 't oogenblik
in ruim voldoende mate Chilisalpeter in
ons land aanwezig is, waarvan 83000 ton
gedistribueerd, ongerekend de hoeveel
heid door de landbouwers zelf uit de
schepen gehaald.
Hieruit blijkt dus dat de Chilisalpeter
voorziening er gunstig voorstaat en er
geen vrees voor gebrek aan deze on
misbare meststof behoeft te bestaan.
Door BLEU van Celebes.
(Vervolg.)
Alle straten en huizen vlagden, met
ontelbare vlaggen der geallieerden, en
het volk geleek dol. Het zong van „vrij
heid en recht" van zegepraal en over
winning.
Het zocht de overwinning in de sterkte
van het leger, het stelde de kracht op
wageuen en paarden èn niet in de bin-
nenkameren voor don Heere der Heir-
scharen.
En dit yolk verblind door de Engelsche
veroveringspolitiek, had ik toe willen
roepen
't Volk, gansch hulpeloos tot Hem
[gevloden,
Zal Hij ten redder zijn.
San Francisco is door den oorlog een
eerste rang haven geworden, vooral als
in- en uitvoer-haven voor Indië is deze
stad rijk geworden. De havens en dokken
hebben een geweldige uitbreiding onder
gaan. Die pieren en dokken zijn weer
echt Amerikaansch ingedeeld, ingericht
op vlug en gemakkelijk werken. Aan
de eene zijde hebben alle dokken oneven-
aan de andere zijde even nummers, zop-
dat verdwalen onmogelijk is.
Trouwens, geheel Amerika is ingericht
op het spreekwoord: „Tijd is geld" Zoo
DE TOEKOMSTIGE REGEERDERS?
Lansink Junior zat met den hamer, als
praeses.
En Lansink Senior had het secretariaat.
't Was op de vergadering van het
„Nas" 't congres van 't Nederl. Arbeids
secretariaat, de „federatiemannen"
dat deel der vakbeweging dat in de poli
tiek bet houdt met Wijnkoop en Snee
vliet of Rolthek met S. P. en C. P.
De vuile wasch werd opgehangen.
Dat hóórt zoo op eeu dergelijk Con
gres.
Net als dezer dagen op een Zondagsche
bijeenkomst van Limburgsche, revolutio
naire arbeiders, die „mot" kregen en el-
kaars smokkel- en boevenstreken gingen
uitbrengen, tot de voorzitter wanhopig
uitriep „Luihoudt toch op Er blijft
geen enkel fatsoenlijk mensch meer over 1"
Arnhem had o.m. z'n schoonmaaksters-
incident,.
't Draaide om de eerzame juffrouw
Kist.
Kits de t nu vóór de sdie zich
verdienstelijk schijnt te hebben gemaakt
in de Amsterdamsche stakers-steunbe
weging, verweet aan Lansink, senior, den
secretaris, dat deze toen de penning
meester ziek was, de geldzaken verslofte
en die aan de schoonmaakster overliet!
Waf! Woef! Wau! kefte het Congres.
Geen rugeind bleef op z'n stoelalles
vloog overend drong naar 't podium 'n
lawaai van je welste.
Junior hamert als 'n smid.
,,'t Is gelogen roept Senior.
„De schoonmaakster is er 1" schreeuwt
Kits.
Inderdaad. Juffrouw Kist blijkt tevens
afgevaardigde te zijn van een der saam-
werkende federaassies en beklimt nu 't
podium, waar ze met nadruk verklaart
van 't is wellis! De Lansinks wilden
zich met geen steunlijsten en steungolden
bemoeien ze zeiden sluit de deur maar
en toen heb ik op eigen houtje dat zaakje
maar opgeknapt, want ik kreeg den in
druk dat Senior en Junior de heele
steunbeweging saboteerden.
„Gelogen 't Mensch liégt
Senior krijscht van woede.
Beukt met de vuist op tafel.
Vloekt als een bezetene.
Groot kabaal in de zaal. 't Podium lijkt
een kokende zee, waar hooge golven van
hartstocht fel opslaan. Vuisten worden
gebald. Verwenschingen vliegen heen en
weer
Stilte is niet meer te krijgen.
Tot, ten einde raad, de praeses de
warhoofden naar huis stuurt, om te be
koelen van zooveel opwinding, aldus
de tweede Paasch-avond van de congres
seerende revolutionaire arbeiders in Ne
derland.
Moge ons land bewaard blijven voor de
regeering van dergelijke personen.
„Uitkijk".
REFERENDUM en VOLKSINITIATIEF.
In het referendum, dat is de bevoegd
heid van het volk om in sopimige ge
vallen, rechtstreeks, buiten de Staten-
Generaal om, door een generale stemming
zijn goed- of afkeuring te hechten aan
een voorstel der Regeering, zit zonder
twijfel iets, dat ons, Anti-revolutionairen,
toespreekt.
Herhaaldelijk komt het in de parle
mentaire gesclwedenis van elk land voor,
dat de Regeering hoogst belangrijke
vuorstellen doet en zelfs doen moet, waar
aan bij de verkiezingen eenvoudig niet
gedacht is. Voorts weet iedereen, dat de
stembusuitslag zeer zeker van groote
beteekenis kan geacht worden met be
trekking tot de algemeene lijnen, die
gevolgd moeten worden, doch dat speciale
punten daarbij vaak op den achtergrond
hebben gestaan en niet in de algemeene
belangstelling hebben gedeeld.
Wie herinnert zich niet levendig, hoe
in 1913 het schier uitsluitend de aan
hangige Tariefwet van Minister-Kolkman
was, die op meetings en in de pers der
linkerzijde ter sprake kwam. Een hoogst-
belangrijke kwestie als het vrouwen
kiesrecht werd bijna niet aangeroerd.
Toch is kort daarop een Grondwetsher
ziening tot stand gekomen, die in dit
ge weet, de Amerikanen zijn echte za
kenlui, business-man en weinig huiselijk.
Moeder de vrouw zit veelal ook op kan
toor, en kan dus niet veel aandacht aan
den pot besteden. 'tMoet echter locli
klaar staan als de man thuis komt. Maar
daar is ook al in voorzien. Men vindt
in de Markedstreet een reusachtig waren
huis, waar men letterlijk alles kan koopen.
Een dozijn spelden, een geranium of een
kachel, kan men er evengoed bekomen
als leen pak kleercn of eeu metworst.
Zelfs kan men er groenten en aardappelen
krijgen, die, even opgewarmd, direct voor
het gebruik gereed zijn. Alles dusprac-
tisch. Maar toch heb ik liever een flinke
degelijke pot, klaargemaakt door een
oud-Hollandsche keukenprinses.
De brandweer is in Frisco schitterend
geregeld, daar kunnen onze gemeenten
een puntje aan zuigen.
Ik was getuige van een brand in de
Montgommerystreet, welke in de aller
bovenste verdieping van een wolken
krabber was uitgebroken. De groote roode
brandauto die van 's morgens tot 's avonds
de stad doorkruist, was direct ter plaatse,
en gaf met twee slangen water. In mi
nimum van tijd waren ettelijke spuiten
ter plaatse, en was de brand gebluscht.
De bewoners van het reuzenhuis ver
trouwden zóó op de spuitgasten, dat ze
niet eens hun woning hadden verlaten,
maar nieuwsgierig uit de ramen hingen,
gewichtig stuk een radicale verandering
te weeg bracht. Indien destijds een refe
rendum mogelijk ware geweest, zouden
wij zeer gaarne de vraagvrouwenkies
recht of niet aan het oordeel van het
Nederlandsche volk onderworpen hebben.
Soortgelijke vraagstukken zullen zon
der twijfel ook in de toekomst soms
plotseling aan de orde komen.
Daarom gelooven wij, met de Grond-
wets-Commissie, dat de mogelijkheid tot
het invoeren van een referendum over
eenvoudige vragen van zuiver politiek
karakter, in de Grondwet dient geopend
te worden.
Dat daarnaast ook nog reden zou be
staan om het recht van volksinitiatief te
scheppen, zal wel niomand in onze partij
staande houden. Voor liet nemen van
initiatief is allereerst de Regeering aan
gewezen. In een enkel geval kan het
noodzakelijk zijn, dat de Staten-Generaal
het doen. Maar daarbij dient het dan
ook te blijven.
Het volksinitiatief ligt in de richting
der volkssouvereiniteit, het referendum
niet.
EXAMENDRESSUUR.
Het was weer examendag.
Een gekweekte en opgeleide jonge-
lings en meisjesscliare ging „op" om
proeven van bekwaamheid ai' te leggen
in het onderwijzen der jeugd. Waartoe
óók behoort het thuis zijn in allle mo
gelijke en onmogelijke knepen eener in
gewikkelde spellingsleer en het juist
plaatsen van nooit gebruikte buigings
uitgangen.
Als graadmeter dient het dictee.
Over een oud, onmogelijk „slot".
Past nu op, jonge paedagogen
„Forsche beukenstammen"j met sch,
maar „grijze muren torsen vele eeu
wen" met 'n swee uals ge ook hier
'n stomme ch bijvoegen durft
En zeg mij, wat het moet zijn
„Breidelooze" of „breidellooze" wild
heid 'n enkele of 'n dubbele 1 De
kranten-corrector van een onzer groot'
ste dagbladen vond één genoeg
maar gij
En dan, denk aan de uitgangen
„Den bezoekers (3e nv. meerv.) wien
voor eene fooi aan dén kwaker, eenèn
praatgragèn herbergier in de nabijheid
Hier liggen voetangels en klemmen.
Maar ge zijt er nog niet.
Een „ouderwets ingericht gebouw"
moet met 'n s, maar is iets „vergeefsch
geweest", dan moet de ch er uit de
letterkast bijgehaald worden
En wat zult ge eindelijk maken van
„de steenen massa met de overneigen-
de muren" Gewoonlijk zou men zoo
zeggen overhellende of scheefgezakte
of zoo iets, maar ge snapt wel, niet
waar nu moet ge weten of die muren
„nijgen" uit beleefdheid of „neigen", nu
jaom allerlei andere redenen, bijv. uit
kwajongensachtigheid
Als ge dit alles foutvrij opgeschreven
hebt en zélfs de klip van den dubbelen
sisklank in „verwoest,ingszucht" wist te
ontgaan en dan nog 'n „lief" opstelletje
maakt over een „Sneeuwlandschap of
iets dergelijks, zoo zijt ge in staat om
de vaderlandsche jeugd te leiden in de
grazige weiden der Nederlandsche taal.
UITKIJK.
HET STANDPUNT DER CHRISTE
LIJKE TRANSPORTARBEIDERS.
„Het Volk" deelt het volgende mede
Vrijdag heeft de afd. Amsterdam van
den Christelijken Bond van Transport
arbeiders een vergadering gehouden.
Daar is de stand van zaken besproken
en bleek, dat de leden zich geheel kon
den vereenigen met het standpunt van
het hoofdbestuur van den Bond, n.l. dat
den leden niet eerder zal worden gead
viseerd het werk te hervatten, dan voor
dat de Scheepvaartvereenigingen het
hoofdbestuur van den Bond hebben er
kend en recht gedaan.
Wat toch is het geval
Toen de Scheepvaartvereenigingen des
tijds besloten de hekkeu te sluiten, heeft
het bestuur van den Bond de reeders-
organisaties onder het oog bracht, dat
de christelijke arbeiders, die niet gestaakt
kijkend naar de vlammen boven hun
hoofd.
Wat me steeds verwonderde, het kleine
aantal politieagenten. De meesten liepen
echter in politiek, de ambtspenning on
der den jas. Veel, omslag maken die lui
niet, de dedectiven krijgen in Amerika
gauw gelijk, men zit achter slot en gren
del eer men 't weet. Eens zag ik door
zoo'n „stillepakker" een dronken neger
afrossen. Aan kleurlingen mogen in
Amerika geen spirutalieën worden ver
kocht, maar deze had er van gedronken,
en goed ook. 't Gevolg was een flink pak
slaag met de gummistok. Misschien was
het voor de heeren Troelstra en Wijnkoop
ook wel eens goed, een reisje naar „het
land der Vrijheid" te maken, om met
de knoet in aanraking te komen.
Van spionnen wemelde het in Frisco,
men moest op zijn woorden passen, vooral
aan de dokken. En, schande voor onze
Nederlandsche natie, veel Hollandsche
matrozen, aangelokt door hoog handgeld,
leenden zich voor dit onteerend werk.
Hopen we, dat ze aan gindsche zijde van
den oceaan blijven, in dezen woeligen
tijd vooral, geen landverraders, die voor
Judaspenningen hun eigen landgenooten
verraden.
Over 't algemeen waren de prijzen in
Amerika niet hoog, hoewel de invloed
van den oorlog zich toch ook reeds deed
gelden. Toch kocht men voor 2 dollar
hebben, maar wilden werken, recht had
den op doorbetaling van hun loon. De
scheepvaartorganisaties hebben hierop
het, hoofdbestuur medegedeeld, dat deze
zaak zou worden besproken en dat men
er dan nader van zou hooren.
Het hoofdbestuur van den Bond heeft
echter nooit meer iets van de scheep
vaartorganisaties gehoord, vandaar dit
hun standpunt.
Ter vergadering bleek voorts nog, dat
de christelijke houtbewerkers in de haven
werkzaam een schrijven van hun patroons
hebben gehad, waarin hun gemeld wordt,
dat zij hebben mede te deelen, of zij
Maandag 12 April den arbeid zullen her
vatten.
Dien leden werd geadviseerd hun pa
troons te antwoorden, dat deze zich
moeten wenden tot, het hoofdbestuur van
den Christelijken Bond. Terecht.
VAKVEREENIGINGEN.
Het ledental van de organisaties, aan
gesloten bij het bureau voor de R.K.
vakorganisatie, ging in 1919 zeer sterk
vooruit. Op 1 Januari 1919 waren 84
bonden aangesloten met 97,618 leden, op
1 Januari j.l. 27 bonden met 148,981
leden. Een vooruitgang derhalve met
51,363 leden of 52.61 pet. Een vergelij
king met de andere centrales doet zien,
dat de groei van de katholieke vakbe
weging relatief het sterkst was.
Hier volgen de andere cijfers
N.V.V. met op 1 Jan. j.l. 259,739 leden,
groei in 1919 59,471 (39.70 pet.); Chr.
vakvereenigiug met op 1 Jan. 70,262
leden, groei in 1919 22,519 (47.16 pc,t.);
N.A.S. met op 1 Jan. j.l. 48,764 leden,
groei in 1919 15,138 (45 pet.).
Bij de beoordoeling van deze cijfers
moet er rekening mee gehouden worden
dat bij het Katholiek Verbond nog niet
zijn aangesloten de organisaties van mijn
werkers en van post- en telegraafperso
neel waarvan bet, gezamenlijk ledental
gerekend kan worden op 10Ó00.
In de kringen van het R.K. Vakbureau
rekent men er op, dat in 1920 het leden
tal boven de 200.000 zal worden opge
voerd.
SOCIALISATIE EN SLAVERNIJ.
In „de Gereformeerde Kerk" besprak
Ignotus dit onderwerp.
Hij erkende, dat er in sommige be
drijven arbeidsverspilling voorkomt. Het
zwakke punt bij de 'socialisatie achtte
hij de prikkel tot arbeid. Tot
dusver zijn de voorstanders in gebreke
gebleven om aan te wijzen hoe bij vol
komen socialisatie van alle bedrijven, bij
uitschakeling dus van alle concurrentie,
er een genoegzame prikkel tot arbeid
zou kunnen gevonden worden. „Stads-
zweet is duur" zegt het spreekwoord
niet ten onrechte. Wat door verstandige
regeling eenerzijds ware gewonnen, zou
bij a i g e h e e 1 e socialisatie anderzijds
door traagheid en lijntjestrekkerij ten
eenenmale verloren gaan. Vermindering
der productie zou dus zeker het gevolg
zijn.
Er valt echter ook nog op een geeste
lijk bezwaar tegen algeheele socialisatie
van bedrijven en productiemiddelen (fa
brieken etc.) te wijzen. Het is dit.
Hoe zal men, wanneer alle productie
middelen en daarmede alle kapitaal
gekomen is aan den Staat, nog andere
kerken en scholen kunnen bouwen, dan
die onder staatscontrole staan en
die dus voor positieve Christenen in de
meeste gevallen onbruikbaar zullen zijn
Thans konden de Christenen, die zich
met het staatsonderwijs niet tevreden
konden stellen, uit hun privaatbezit
eigen scholen bouwen. Doch indien dit
privaatbezit nu vervalt of althans weinig
meer bedraagt dan men voor z'n dage-
lijksche uitgaven noodig heeft, hoe wil
men dau genoeg geld bijeenbrengen om
daarvan scholen te bouwen en onder
wijzers te bezoldigen? Ieder gevoelt,
dat dit onmogelijk wordt. En van de
kerken geldt precies hetzelfde.
Als de Staat alle productiemiddelen,
d.i. alle kapitaal, tot zich trekt, trekt
hij tegelijk alle macht tot zich. Tegen
over zulk een Croesus-Staat is de
enkeling geheel machteloos. Vroeger kon
dus 5 Gld., een flink paar schoenen, in
een tijd dat men voor dezelfde schoenen
in Holland dertig betaalde.
We zouden het immers nog eens over
Voorhuis hebben Op een avond zou
in eeu bioscoop worden vertoond „het
Beest van Berlijn". Dat beest was na
tuurlijk Keizer Wilhelm. Bij 't begin der
voorstelling, kwam het levensgroote
portret van den grooten Keizer op 't
doek. Voorhuis, half-Duitscher die hij
was, geraakte brj 't aanschouwen van dat
portret in vuur, en riep geestdriftig uit
„daar hebben we onzen schneidigen
keizer
Allen dachten we, dat hij door de
massa een pak slaag zou hebben opge-
loopen, doch niets van dat alles, niet eens
notitie werd genomen van zijn uitroep.
Toen werd voorgestelt, het rooven t-u
plunderen der Duitsche troepen in
België, werd het hem te machtig, en
riep hij uit't zijn allemaal gemeene
leugens!" We dachten nu zeker dat hij
door de menigte zou afgerammeld wor
den, doch ze lieten hem rustig. Hieruit
bleek voldoende, dat het gros van 't
Amerikaansche volk den oorlog niet
wilde 't kon hun niets schelen.
Toch moest Voorhuis voorzichtig wor
den. Op 't laatste werd hij steeds door
een paar spionnen nagegaan, en wanneer
hij niet spoedig met hot s.s. „Rembrandt'
was vertrokken, zou hij „den bak" inge-
hij zich op zijn groofer of kleiner
privaatbezit terugtrekken, doch dit
heeft hij thans niet meer. Hij is dus
geheel van den Staat afhankelijk. Hij
is op de Staats-instellingen
(zoowel op de Staatskerk als op de
Staatsschool) aangewezen. Als de
geest op deze instellingen d e geest des
ongeloofs is (en dit is zeer te vreezen,
daar de meerderheid wandelt „op den
breeden weg" en staat tegenover het
positieve Christendom), is er dus nergens
een toevlucht meer. De gewetens
vrijheid komt dus bij algeheele
socialisatie volkomen in liet gedrang.
WOORDEN EN DADEN.
Het „Grafisch Weekblad" heeft het
aan den stok met het orgaan van een
anderen „modernen" vakbond, nl. „de
Transportarbeider", waarin Brautigam
minachtend schrijft over de arbeidsover
eenkomst in het boekdrukkersbedrijf.
Eergeuoemd orgaan geeft o.a. dit merk
waardige bescheid
„Misschien dat het ons euvel wordt
geduid, de woorden „kapitalisten" en
„proletariërs" niet zoo vaak te gebruiken
dat wij niet genoog over „klassenstrijd"
schrijven.
Die woorden laten ons koud, wij han
delen. Wij gelooven niet met groote
woorden verder te komen, ons werken
bewijst dat". (Graf. Weekblad, 28 Jan.
1920).
Verstandige woorden, die in de socia
listische vakbeweging wel overweging
verdienen. Dat zij in dezen tijd geschre
ven werden door een der leiders uit die
beweging is zeer merkwaardig. Men
schijnt ook aan die zijde tot inzicht te
komen, dat groote woorden met hollen
klank ons geen stap verder brengen.
BEZITTERS VAN RUSSISCHE
EFFECTEN VEREENIGT U
Naar het Korrespondentiebureau ver
neemt, zal in den loop der volgende week
te Genève een semi-officieele konferentie
worden gehouden van neutrale belang
hebbenden bij vorderingen op Rusland,
zoowel terzake van staatsfondsen als
vorderingen uit den handel. Ter konfe
rentie zullen de Scandinavische landen,
Zwitserland en Nederland vertegenwoor
digd zijn, terwijl ook de regeeringen der
betrokken landen zich daar zullen laten
vertegenwoordigen.
Als vertegenwoordigers der Nederland
sche Regeering zal ter konferentie aan
wezig zijn mr. M. W. F. Treub, oud
minister van financiën en lid der Tweede
Kamer, die zich a.s. Diusdag daartoe
naar Zwitserland zal begeven, met een
kommissie van Nederlandsche belang
hebbenden.
In de Standaard lezen wij 't volgend»
Waarheid of propaganda?
Er zijn menschen die de sociaal-demo
craten onderscheiden in fanantici, welke
heel de wereld zouden willen opofferen
aan hun waan, en bezadigde lieden, die,
in sommige gevallen, ten minste de waar
heid nog weten te stellen boven de
eischen der partij-propaganda, welke
over het algemeen op niet al te goeden
voet staat met de waarheid.
Tot die bezadigde lieden zou dan bijv.
Van Kol belmoren.
In hoeverre de faam verdiend is, mo
ge blijken uit een propagandageschriftje,
door den heer Van Kol geschreven, en
dat inzonderheid bestemd schijnt voor
verspreiding van Indië.
In dit boekje wordt verhaald, dat toen
het Inlandsche volk nog niet zelf kon
strijden voor zijn vrijheid en welvaart,
de sociaal-democraten rusteloos voor
Indië op de bres stonden en vrijwel
alleen tegenover een machtig en win
zuchtig behoud den strijd voerden voor
groote Indische levensbelangen.
De korte geschiedenis van Indië is
deze, dat het arme volk schrikkelijk
werd uitgezogen; dat voor ons land heb
zucht alleen de ware drijfveer was van
al de bemoeienis met Indië. Niemand
gaan zijn, want zijn mond dichthouden
kon hij eenvoudig niet.
Over den Stillen Oceaan.
Reeds eenige dagen van te voren
hadden we een kijkje wezen nemen naar
het trotsche zeekasteel, dat ons zon
voeren over den Stillen Oceaan naar het
land der rijzende zon, Japan, en het
Hemelsche Rijk, China.
Rustig lag het stoomschip aan de
touwen, bewust van de Titanische kracht
die in haar sluimerde, maar over eenige
dagen zou tevoorschijn komen. Een wa
zige rookwalm golfde uit (1e twee groote,
ovale pijpen, en kringelde over San
Francisco.
Eindelijk was 't afgedaan, 't afscheid
nemen, 't koffers pakken, 't souvenirs
koopen en beren betalen, en reden wo
8 Juli met de hotelauto naar dok 36,
waar de Korea Maru gereed lag tot ver
trekken. De koffers werden eerst weer
eens goed nagezien, voor ze aan boord
konden, en toen kwam ik aan de beurt,
terwijl mijn vrouw hoffelijk aan boord
werd gebracht door den Hoofddouane.
Een angstig oogenblikje voor me, want
de revolver met 50 kogels die de douane
bij mij dacht te vinden had vrouwlief bij
zich. Eindelijk waren we klaar, en kon
den we onze hut in orde brengen.
(Wordt vervolgd).