Uit het Binnenland. Over Twee Oceanen. Uit de Pers. is, dat het gebrek steeds afneemt. Juf frouw Touya is nooit ziek geweest, haar kinderen zijn allemaal dood op één zoon na, die timmerman is en 71 jaar oud. Onder de menschen. De brievengaarder van het eiland Lundy, gelegen in het Bristolkanaal, dicht bij de Engelsche kust, heeft na 24 jaren van afzondering op zijn eiland voor het eerst weer een bezoek aan het vasteland gebracht. Ik zou het nog niet eens gedaan heb ben, zeide hij als ik niet een dokter noodig gehad had, zoodat óf ik hem op zoeken moest óf hij bij mij komen. Door zijn eenzaam verblijf op het eilandje, dat op het oogenblik nog geen 20 inwoners telt heeft hij nog nooit een automobiel zien rijden, al heeft hij ze wel eens aan boord van een schip zien staan. Pientere lui. Het Japansche stoomschip Kifuku Maru zal een groote reis doen, ook naar Europa en Indië, met monsters aan boord van voortbrengselen van de Japansche nijverheid, ten einde die te kunnen too- nen om zoo propanganda te maken voor de Japansche industrie. Daar ei ook 200 kooplieden medegaan, zal het mogelijk zijn onmiddellijk orders te plaatsen. Opgepast. In Duitschland komt den laatsten tijd bij mannen veelvuldig een hoofduitslag voor, die zeer hardnekkig is en begint waar de rand- van den hoed op het hoofd drukt. Het is den goneesheeren geble ken, dat dit veroorzaakt wordt doordat voor den binnenrand der hoeden veelal een soort wasdoek in plaats van leder wordt gebruikt. Men zij derhalve bij het koopen van hoeden speciaal van Duitsch fabriekaat op zijn hoede. Goedkoope wraak. Op het marktplein van het stadje Calcar prijkt het standbeeld van den al daar geboren generaal von Seidlitz. De zer dagen prijkte de generaal met een krans van uitgeblazen ganzeneieren, die hem door spotvogels was omgehangen. De heer R. M. de Feijter Jz. te's Gra- venhage schrijft ons het volgende CHILISALPETER. In verband met de staking in de ha vens is bij vele landbouwers eenige on gerustheid te constateeren voor wat betreft de aflevering der hoogst noodige Chilisal peter. Hoewel er reeds in verschillende bla den op gewezen is dat hieromtrent geen ongerustheid behoeft te bestaan is het zeker niet overbodig hieromtrent het volgende nogmaals mede te deelen. In het begin van dit jaar beschikte de kunstmestcommissie over 27000 ton Chilisalpeter. Verder werd aangevoerd 56188 ton. Maakt met de 27000 ton voorraad dus 83181 ton. Deze hoeveelheden zijn ook reeds gedistribueerd. Na dien tijd heeft het s.s. „Soestdijk" nog 7600 ton aangevoerd. Op 24 Maart is te Rotterdam een schip binnengekomen met pl.m. 10000 ton en te Delfzijl het s.s. „Grange Park" met pl.m. 7000 ton, zoodat thans reeds 108,000 ton Chilisalpeter in ons land aanwezig is. Dezer dagen is te Vlissingen aange komen het Amerikaansche stoomschip „Caciqeu" eveneens met een lading Chi lisalpeter. Wanneer we in aanmerking nemen, dat in ons land ongeveer 100,000 ton Chilisalpeter noodig is, dan kunnen we daaruit afleiden, dat er op 't oogenblik in ruim voldoende mate Chilisalpeter in ons land aanwezig is, waarvan 83000 ton gedistribueerd, ongerekend de hoeveel heid door de landbouwers zelf uit de schepen gehaald. Hieruit blijkt dus dat de Chilisalpeter voorziening er gunstig voorstaat en er geen vrees voor gebrek aan deze on misbare meststof behoeft te bestaan. Door BLEU van Celebes. (Vervolg.) Alle straten en huizen vlagden, met ontelbare vlaggen der geallieerden, en het volk geleek dol. Het zong van „vrij heid en recht" van zegepraal en over winning. Het zocht de overwinning in de sterkte van het leger, het stelde de kracht op wageuen en paarden èn niet in de bin- nenkameren voor don Heere der Heir- scharen. En dit yolk verblind door de Engelsche veroveringspolitiek, had ik toe willen roepen 't Volk, gansch hulpeloos tot Hem [gevloden, Zal Hij ten redder zijn. San Francisco is door den oorlog een eerste rang haven geworden, vooral als in- en uitvoer-haven voor Indië is deze stad rijk geworden. De havens en dokken hebben een geweldige uitbreiding onder gaan. Die pieren en dokken zijn weer echt Amerikaansch ingedeeld, ingericht op vlug en gemakkelijk werken. Aan de eene zijde hebben alle dokken oneven- aan de andere zijde even nummers, zop- dat verdwalen onmogelijk is. Trouwens, geheel Amerika is ingericht op het spreekwoord: „Tijd is geld" Zoo DE TOEKOMSTIGE REGEERDERS? Lansink Junior zat met den hamer, als praeses. En Lansink Senior had het secretariaat. 't Was op de vergadering van het „Nas" 't congres van 't Nederl. Arbeids secretariaat, de „federatiemannen" dat deel der vakbeweging dat in de poli tiek bet houdt met Wijnkoop en Snee vliet of Rolthek met S. P. en C. P. De vuile wasch werd opgehangen. Dat hóórt zoo op eeu dergelijk Con gres. Net als dezer dagen op een Zondagsche bijeenkomst van Limburgsche, revolutio naire arbeiders, die „mot" kregen en el- kaars smokkel- en boevenstreken gingen uitbrengen, tot de voorzitter wanhopig uitriep „Luihoudt toch op Er blijft geen enkel fatsoenlijk mensch meer over 1" Arnhem had o.m. z'n schoonmaaksters- incident,. 't Draaide om de eerzame juffrouw Kist. Kits de t nu vóór de sdie zich verdienstelijk schijnt te hebben gemaakt in de Amsterdamsche stakers-steunbe weging, verweet aan Lansink, senior, den secretaris, dat deze toen de penning meester ziek was, de geldzaken verslofte en die aan de schoonmaakster overliet! Waf! Woef! Wau! kefte het Congres. Geen rugeind bleef op z'n stoelalles vloog overend drong naar 't podium 'n lawaai van je welste. Junior hamert als 'n smid. ,,'t Is gelogen roept Senior. „De schoonmaakster is er 1" schreeuwt Kits. Inderdaad. Juffrouw Kist blijkt tevens afgevaardigde te zijn van een der saam- werkende federaassies en beklimt nu 't podium, waar ze met nadruk verklaart van 't is wellis! De Lansinks wilden zich met geen steunlijsten en steungolden bemoeien ze zeiden sluit de deur maar en toen heb ik op eigen houtje dat zaakje maar opgeknapt, want ik kreeg den in druk dat Senior en Junior de heele steunbeweging saboteerden. „Gelogen 't Mensch liégt Senior krijscht van woede. Beukt met de vuist op tafel. Vloekt als een bezetene. Groot kabaal in de zaal. 't Podium lijkt een kokende zee, waar hooge golven van hartstocht fel opslaan. Vuisten worden gebald. Verwenschingen vliegen heen en weer Stilte is niet meer te krijgen. Tot, ten einde raad, de praeses de warhoofden naar huis stuurt, om te be koelen van zooveel opwinding, aldus de tweede Paasch-avond van de congres seerende revolutionaire arbeiders in Ne derland. Moge ons land bewaard blijven voor de regeering van dergelijke personen. „Uitkijk". REFERENDUM en VOLKSINITIATIEF. In het referendum, dat is de bevoegd heid van het volk om in sopimige ge vallen, rechtstreeks, buiten de Staten- Generaal om, door een generale stemming zijn goed- of afkeuring te hechten aan een voorstel der Regeering, zit zonder twijfel iets, dat ons, Anti-revolutionairen, toespreekt. Herhaaldelijk komt het in de parle mentaire gesclwedenis van elk land voor, dat de Regeering hoogst belangrijke vuorstellen doet en zelfs doen moet, waar aan bij de verkiezingen eenvoudig niet gedacht is. Voorts weet iedereen, dat de stembusuitslag zeer zeker van groote beteekenis kan geacht worden met be trekking tot de algemeene lijnen, die gevolgd moeten worden, doch dat speciale punten daarbij vaak op den achtergrond hebben gestaan en niet in de algemeene belangstelling hebben gedeeld. Wie herinnert zich niet levendig, hoe in 1913 het schier uitsluitend de aan hangige Tariefwet van Minister-Kolkman was, die op meetings en in de pers der linkerzijde ter sprake kwam. Een hoogst- belangrijke kwestie als het vrouwen kiesrecht werd bijna niet aangeroerd. Toch is kort daarop een Grondwetsher ziening tot stand gekomen, die in dit ge weet, de Amerikanen zijn echte za kenlui, business-man en weinig huiselijk. Moeder de vrouw zit veelal ook op kan toor, en kan dus niet veel aandacht aan den pot besteden. 'tMoet echter locli klaar staan als de man thuis komt. Maar daar is ook al in voorzien. Men vindt in de Markedstreet een reusachtig waren huis, waar men letterlijk alles kan koopen. Een dozijn spelden, een geranium of een kachel, kan men er evengoed bekomen als leen pak kleercn of eeu metworst. Zelfs kan men er groenten en aardappelen krijgen, die, even opgewarmd, direct voor het gebruik gereed zijn. Alles dusprac- tisch. Maar toch heb ik liever een flinke degelijke pot, klaargemaakt door een oud-Hollandsche keukenprinses. De brandweer is in Frisco schitterend geregeld, daar kunnen onze gemeenten een puntje aan zuigen. Ik was getuige van een brand in de Montgommerystreet, welke in de aller bovenste verdieping van een wolken krabber was uitgebroken. De groote roode brandauto die van 's morgens tot 's avonds de stad doorkruist, was direct ter plaatse, en gaf met twee slangen water. In mi nimum van tijd waren ettelijke spuiten ter plaatse, en was de brand gebluscht. De bewoners van het reuzenhuis ver trouwden zóó op de spuitgasten, dat ze niet eens hun woning hadden verlaten, maar nieuwsgierig uit de ramen hingen, gewichtig stuk een radicale verandering te weeg bracht. Indien destijds een refe rendum mogelijk ware geweest, zouden wij zeer gaarne de vraagvrouwenkies recht of niet aan het oordeel van het Nederlandsche volk onderworpen hebben. Soortgelijke vraagstukken zullen zon der twijfel ook in de toekomst soms plotseling aan de orde komen. Daarom gelooven wij, met de Grond- wets-Commissie, dat de mogelijkheid tot het invoeren van een referendum over eenvoudige vragen van zuiver politiek karakter, in de Grondwet dient geopend te worden. Dat daarnaast ook nog reden zou be staan om het recht van volksinitiatief te scheppen, zal wel niomand in onze partij staande houden. Voor liet nemen van initiatief is allereerst de Regeering aan gewezen. In een enkel geval kan het noodzakelijk zijn, dat de Staten-Generaal het doen. Maar daarbij dient het dan ook te blijven. Het volksinitiatief ligt in de richting der volkssouvereiniteit, het referendum niet. EXAMENDRESSUUR. Het was weer examendag. Een gekweekte en opgeleide jonge- lings en meisjesscliare ging „op" om proeven van bekwaamheid ai' te leggen in het onderwijzen der jeugd. Waartoe óók behoort het thuis zijn in allle mo gelijke en onmogelijke knepen eener in gewikkelde spellingsleer en het juist plaatsen van nooit gebruikte buigings uitgangen. Als graadmeter dient het dictee. Over een oud, onmogelijk „slot". Past nu op, jonge paedagogen „Forsche beukenstammen"j met sch, maar „grijze muren torsen vele eeu wen" met 'n swee uals ge ook hier 'n stomme ch bijvoegen durft En zeg mij, wat het moet zijn „Breidelooze" of „breidellooze" wild heid 'n enkele of 'n dubbele 1 De kranten-corrector van een onzer groot' ste dagbladen vond één genoeg maar gij En dan, denk aan de uitgangen „Den bezoekers (3e nv. meerv.) wien voor eene fooi aan dén kwaker, eenèn praatgragèn herbergier in de nabijheid Hier liggen voetangels en klemmen. Maar ge zijt er nog niet. Een „ouderwets ingericht gebouw" moet met 'n s, maar is iets „vergeefsch geweest", dan moet de ch er uit de letterkast bijgehaald worden En wat zult ge eindelijk maken van „de steenen massa met de overneigen- de muren" Gewoonlijk zou men zoo zeggen overhellende of scheefgezakte of zoo iets, maar ge snapt wel, niet waar nu moet ge weten of die muren „nijgen" uit beleefdheid of „neigen", nu jaom allerlei andere redenen, bijv. uit kwajongensachtigheid Als ge dit alles foutvrij opgeschreven hebt en zélfs de klip van den dubbelen sisklank in „verwoest,ingszucht" wist te ontgaan en dan nog 'n „lief" opstelletje maakt over een „Sneeuwlandschap of iets dergelijks, zoo zijt ge in staat om de vaderlandsche jeugd te leiden in de grazige weiden der Nederlandsche taal. UITKIJK. HET STANDPUNT DER CHRISTE LIJKE TRANSPORTARBEIDERS. „Het Volk" deelt het volgende mede Vrijdag heeft de afd. Amsterdam van den Christelijken Bond van Transport arbeiders een vergadering gehouden. Daar is de stand van zaken besproken en bleek, dat de leden zich geheel kon den vereenigen met het standpunt van het hoofdbestuur van den Bond, n.l. dat den leden niet eerder zal worden gead viseerd het werk te hervatten, dan voor dat de Scheepvaartvereenigingen het hoofdbestuur van den Bond hebben er kend en recht gedaan. Wat toch is het geval Toen de Scheepvaartvereenigingen des tijds besloten de hekkeu te sluiten, heeft het bestuur van den Bond de reeders- organisaties onder het oog bracht, dat de christelijke arbeiders, die niet gestaakt kijkend naar de vlammen boven hun hoofd. Wat me steeds verwonderde, het kleine aantal politieagenten. De meesten liepen echter in politiek, de ambtspenning on der den jas. Veel, omslag maken die lui niet, de dedectiven krijgen in Amerika gauw gelijk, men zit achter slot en gren del eer men 't weet. Eens zag ik door zoo'n „stillepakker" een dronken neger afrossen. Aan kleurlingen mogen in Amerika geen spirutalieën worden ver kocht, maar deze had er van gedronken, en goed ook. 't Gevolg was een flink pak slaag met de gummistok. Misschien was het voor de heeren Troelstra en Wijnkoop ook wel eens goed, een reisje naar „het land der Vrijheid" te maken, om met de knoet in aanraking te komen. Van spionnen wemelde het in Frisco, men moest op zijn woorden passen, vooral aan de dokken. En, schande voor onze Nederlandsche natie, veel Hollandsche matrozen, aangelokt door hoog handgeld, leenden zich voor dit onteerend werk. Hopen we, dat ze aan gindsche zijde van den oceaan blijven, in dezen woeligen tijd vooral, geen landverraders, die voor Judaspenningen hun eigen landgenooten verraden. Over 't algemeen waren de prijzen in Amerika niet hoog, hoewel de invloed van den oorlog zich toch ook reeds deed gelden. Toch kocht men voor 2 dollar hebben, maar wilden werken, recht had den op doorbetaling van hun loon. De scheepvaartorganisaties hebben hierop het, hoofdbestuur medegedeeld, dat deze zaak zou worden besproken en dat men er dan nader van zou hooren. Het hoofdbestuur van den Bond heeft echter nooit meer iets van de scheep vaartorganisaties gehoord, vandaar dit hun standpunt. Ter vergadering bleek voorts nog, dat de christelijke houtbewerkers in de haven werkzaam een schrijven van hun patroons hebben gehad, waarin hun gemeld wordt, dat zij hebben mede te deelen, of zij Maandag 12 April den arbeid zullen her vatten. Dien leden werd geadviseerd hun pa troons te antwoorden, dat deze zich moeten wenden tot, het hoofdbestuur van den Christelijken Bond. Terecht. VAKVEREENIGINGEN. Het ledental van de organisaties, aan gesloten bij het bureau voor de R.K. vakorganisatie, ging in 1919 zeer sterk vooruit. Op 1 Januari 1919 waren 84 bonden aangesloten met 97,618 leden, op 1 Januari j.l. 27 bonden met 148,981 leden. Een vooruitgang derhalve met 51,363 leden of 52.61 pet. Een vergelij king met de andere centrales doet zien, dat de groei van de katholieke vakbe weging relatief het sterkst was. Hier volgen de andere cijfers N.V.V. met op 1 Jan. j.l. 259,739 leden, groei in 1919 59,471 (39.70 pet.); Chr. vakvereenigiug met op 1 Jan. 70,262 leden, groei in 1919 22,519 (47.16 pc,t.); N.A.S. met op 1 Jan. j.l. 48,764 leden, groei in 1919 15,138 (45 pet.). Bij de beoordoeling van deze cijfers moet er rekening mee gehouden worden dat bij het Katholiek Verbond nog niet zijn aangesloten de organisaties van mijn werkers en van post- en telegraafperso neel waarvan bet, gezamenlijk ledental gerekend kan worden op 10Ó00. In de kringen van het R.K. Vakbureau rekent men er op, dat in 1920 het leden tal boven de 200.000 zal worden opge voerd. SOCIALISATIE EN SLAVERNIJ. In „de Gereformeerde Kerk" besprak Ignotus dit onderwerp. Hij erkende, dat er in sommige be drijven arbeidsverspilling voorkomt. Het zwakke punt bij de 'socialisatie achtte hij de prikkel tot arbeid. Tot dusver zijn de voorstanders in gebreke gebleven om aan te wijzen hoe bij vol komen socialisatie van alle bedrijven, bij uitschakeling dus van alle concurrentie, er een genoegzame prikkel tot arbeid zou kunnen gevonden worden. „Stads- zweet is duur" zegt het spreekwoord niet ten onrechte. Wat door verstandige regeling eenerzijds ware gewonnen, zou bij a i g e h e e 1 e socialisatie anderzijds door traagheid en lijntjestrekkerij ten eenenmale verloren gaan. Vermindering der productie zou dus zeker het gevolg zijn. Er valt echter ook nog op een geeste lijk bezwaar tegen algeheele socialisatie van bedrijven en productiemiddelen (fa brieken etc.) te wijzen. Het is dit. Hoe zal men, wanneer alle productie middelen en daarmede alle kapitaal gekomen is aan den Staat, nog andere kerken en scholen kunnen bouwen, dan die onder staatscontrole staan en die dus voor positieve Christenen in de meeste gevallen onbruikbaar zullen zijn Thans konden de Christenen, die zich met het staatsonderwijs niet tevreden konden stellen, uit hun privaatbezit eigen scholen bouwen. Doch indien dit privaatbezit nu vervalt of althans weinig meer bedraagt dan men voor z'n dage- lijksche uitgaven noodig heeft, hoe wil men dau genoeg geld bijeenbrengen om daarvan scholen te bouwen en onder wijzers te bezoldigen? Ieder gevoelt, dat dit onmogelijk wordt. En van de kerken geldt precies hetzelfde. Als de Staat alle productiemiddelen, d.i. alle kapitaal, tot zich trekt, trekt hij tegelijk alle macht tot zich. Tegen over zulk een Croesus-Staat is de enkeling geheel machteloos. Vroeger kon dus 5 Gld., een flink paar schoenen, in een tijd dat men voor dezelfde schoenen in Holland dertig betaalde. We zouden het immers nog eens over Voorhuis hebben Op een avond zou in eeu bioscoop worden vertoond „het Beest van Berlijn". Dat beest was na tuurlijk Keizer Wilhelm. Bij 't begin der voorstelling, kwam het levensgroote portret van den grooten Keizer op 't doek. Voorhuis, half-Duitscher die hij was, geraakte brj 't aanschouwen van dat portret in vuur, en riep geestdriftig uit „daar hebben we onzen schneidigen keizer Allen dachten we, dat hij door de massa een pak slaag zou hebben opge- loopen, doch niets van dat alles, niet eens notitie werd genomen van zijn uitroep. Toen werd voorgestelt, het rooven t-u plunderen der Duitsche troepen in België, werd het hem te machtig, en riep hij uit't zijn allemaal gemeene leugens!" We dachten nu zeker dat hij door de menigte zou afgerammeld wor den, doch ze lieten hem rustig. Hieruit bleek voldoende, dat het gros van 't Amerikaansche volk den oorlog niet wilde 't kon hun niets schelen. Toch moest Voorhuis voorzichtig wor den. Op 't laatste werd hij steeds door een paar spionnen nagegaan, en wanneer hij niet spoedig met hot s.s. „Rembrandt' was vertrokken, zou hij „den bak" inge- hij zich op zijn groofer of kleiner privaatbezit terugtrekken, doch dit heeft hij thans niet meer. Hij is dus geheel van den Staat afhankelijk. Hij is op de Staats-instellingen (zoowel op de Staatskerk als op de Staatsschool) aangewezen. Als de geest op deze instellingen d e geest des ongeloofs is (en dit is zeer te vreezen, daar de meerderheid wandelt „op den breeden weg" en staat tegenover het positieve Christendom), is er dus nergens een toevlucht meer. De gewetens vrijheid komt dus bij algeheele socialisatie volkomen in liet gedrang. WOORDEN EN DADEN. Het „Grafisch Weekblad" heeft het aan den stok met het orgaan van een anderen „modernen" vakbond, nl. „de Transportarbeider", waarin Brautigam minachtend schrijft over de arbeidsover eenkomst in het boekdrukkersbedrijf. Eergeuoemd orgaan geeft o.a. dit merk waardige bescheid „Misschien dat het ons euvel wordt geduid, de woorden „kapitalisten" en „proletariërs" niet zoo vaak te gebruiken dat wij niet genoog over „klassenstrijd" schrijven. Die woorden laten ons koud, wij han delen. Wij gelooven niet met groote woorden verder te komen, ons werken bewijst dat". (Graf. Weekblad, 28 Jan. 1920). Verstandige woorden, die in de socia listische vakbeweging wel overweging verdienen. Dat zij in dezen tijd geschre ven werden door een der leiders uit die beweging is zeer merkwaardig. Men schijnt ook aan die zijde tot inzicht te komen, dat groote woorden met hollen klank ons geen stap verder brengen. BEZITTERS VAN RUSSISCHE EFFECTEN VEREENIGT U Naar het Korrespondentiebureau ver neemt, zal in den loop der volgende week te Genève een semi-officieele konferentie worden gehouden van neutrale belang hebbenden bij vorderingen op Rusland, zoowel terzake van staatsfondsen als vorderingen uit den handel. Ter konfe rentie zullen de Scandinavische landen, Zwitserland en Nederland vertegenwoor digd zijn, terwijl ook de regeeringen der betrokken landen zich daar zullen laten vertegenwoordigen. Als vertegenwoordigers der Nederland sche Regeering zal ter konferentie aan wezig zijn mr. M. W. F. Treub, oud minister van financiën en lid der Tweede Kamer, die zich a.s. Diusdag daartoe naar Zwitserland zal begeven, met een kommissie van Nederlandsche belang hebbenden. In de Standaard lezen wij 't volgend» Waarheid of propaganda? Er zijn menschen die de sociaal-demo craten onderscheiden in fanantici, welke heel de wereld zouden willen opofferen aan hun waan, en bezadigde lieden, die, in sommige gevallen, ten minste de waar heid nog weten te stellen boven de eischen der partij-propaganda, welke over het algemeen op niet al te goeden voet staat met de waarheid. Tot die bezadigde lieden zou dan bijv. Van Kol belmoren. In hoeverre de faam verdiend is, mo ge blijken uit een propagandageschriftje, door den heer Van Kol geschreven, en dat inzonderheid bestemd schijnt voor verspreiding van Indië. In dit boekje wordt verhaald, dat toen het Inlandsche volk nog niet zelf kon strijden voor zijn vrijheid en welvaart, de sociaal-democraten rusteloos voor Indië op de bres stonden en vrijwel alleen tegenover een machtig en win zuchtig behoud den strijd voerden voor groote Indische levensbelangen. De korte geschiedenis van Indië is deze, dat het arme volk schrikkelijk werd uitgezogen; dat voor ons land heb zucht alleen de ware drijfveer was van al de bemoeienis met Indië. Niemand gaan zijn, want zijn mond dichthouden kon hij eenvoudig niet. Over den Stillen Oceaan. Reeds eenige dagen van te voren hadden we een kijkje wezen nemen naar het trotsche zeekasteel, dat ons zon voeren over den Stillen Oceaan naar het land der rijzende zon, Japan, en het Hemelsche Rijk, China. Rustig lag het stoomschip aan de touwen, bewust van de Titanische kracht die in haar sluimerde, maar over eenige dagen zou tevoorschijn komen. Een wa zige rookwalm golfde uit (1e twee groote, ovale pijpen, en kringelde over San Francisco. Eindelijk was 't afgedaan, 't afscheid nemen, 't koffers pakken, 't souvenirs koopen en beren betalen, en reden wo 8 Juli met de hotelauto naar dok 36, waar de Korea Maru gereed lag tot ver trekken. De koffers werden eerst weer eens goed nagezien, voor ze aan boord konden, en toen kwam ik aan de beurt, terwijl mijn vrouw hoffelijk aan boord werd gebracht door den Hoofddouane. Een angstig oogenblikje voor me, want de revolver met 50 kogels die de douane bij mij dacht te vinden had vrouwlief bij zich. Eindelijk waren we klaar, en kon den we onze hut in orde brengen. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1920 | | pagina 2