Uit de Provincie.
Gemeenteraad van Ter Neuzen.
leeghaalden, ik zag hoe zij uit een siga
renwinkel een karretje kistjes sigaren en
sigaretten requireerden, hoe 'n bakkers
winkel word leeggehaald, hoe van een
slager 'n pas schoon aan den haak ge
slagen koe werd opgeëischt, hoe een
confectiemagazijn eenvoudig geplunderd
werd.
Een bejaarde boer uit de omgeving
van Gelsenkirchen, -verhaalde mij-met
tranen in de oogeu, dat de Spartacisten
bij hem en bij zijn zoon alle vee en allo
koren hadden opgevorderd.
Al die requisities geschieden zooge
naamd ter bevoorrading van het roode
leger. Men betaalde zelfs. Maar hoe
Aan de beroofden werd een bewijs van
ontvangst gegeven. Het communistisch
bestuur zou daarvoor later wel geld uit
de gemeentekas geven
TER NEUZEN, 7 April 1920.
Zondagavond hield de Zendingsvereeni-
giug alhier een openbare vergadering in
de Gerei. Kerk, waarin de heer J. C.
Jansen optrad met het onderwerp „Zen
dingsijver en -liefde". Spreker wees er
op, dat we telkens een nieuwe opwek
king noodig hebben. Er wordt vaak te
weinig gebeden voor en gelezen over de
zending. Op school, vereenigingen enz.
moet aan zendingsstudie worden gedaan.
Een bidstond voor de zending is mede
zeer aan te bevelen. Er was eenige ge-
dachtenwisseling, na de korte maar mooie
rede van den heer Jansen. De vergade
ring was zeer slecht bezocht.
De Minister van Waterstaat heeft
tot buitengewoon opzichter bij de wer
ken aan het kanaal alhier benoemd J,
van Goor te Zutphen.
De heer H. Kieviet Jzn. te Veenen-
daal, heeft bedankt voor het beroep naar
de Geref. Gemeente alhier.
*Zaamslag. De burgerwacht hield
Maandagnamiddag op de schietbaan te
Ter Neuzen een schietwedstrijd. Er wa
ren 42 deelnemers. De 26 prijzen vie
len ten deel aan
1. L. de Pqtter, 2. C. Dieleman, 3.
Jan de Putter, 4. J. van Hermon, 5. H.
C. Moens, 6. A. P. Lefeber, 7. Joh. de
Beer, 8. C. de Vos, 9. F. Bakker, 10.
Jac. de Putter, 11. R. Dieleman, 12.Jac.
v. Drongelen, 13. Jan de Bruijne, 14.
D. R. Riemens, 15. C. Herrebout, 16.
C. Dees, 17. J. C. de Koning, 18. J. C.
de Vos. 19. J. Goossen, 20. Jac. v. Dron
gelen, 21. L. de Blaaij, 22. Jan Diele
man, 23. J. Cornelissen, 24. D. de Poo-
ter, 25. G. Hamelink, 26. W. Hamelink.
Maandag had de eerste wedstrijd
plaats van motorrijders in deze streek.
Tijden den rit door ods dorp was de
gissing niet te gewaagd, dat deze be
weging niet zonder ongelukken zou af-
loopen.
Eerst werd een fiets in elkaar gere
den. De berijder ervan kwam er zon
der kleerscheuren af
Kort daarop echter werd het 4 jarig
meisje van J. H. in de Terneuzensche
straat buiten het dorp door een zware
„Pope" gegrepen en weggeslingerd.
Met gescheurde, kleertjes en een ga
pende wonde in den schouder werd het
kind door de moeder opgenomen.
De door Burg. en Weth. van Axel
vastgestelde kiezerslijst voor 19201921
bevat 2537 kiezers voor de Tweede Ka
mer der Staten Generaal2524 kiezers
voor de Provinciale Staten en 2478 voor
den Gemeenteraad. Hieronder zijn ook
begrepen de vrouwelijke kiezers.
De heer L. J. vamVliet, onderwijzer
aan de Chr. school te Axel, is benoemd
tot onderwijzer aan de Chr. school te
Werkendam en aan eenzelfde school te
Sliedrecht. Hij heeft de benoeming te
Sliedrecht aangenomen.
In de bijvoegsels tot de „Staats.
Crt." van 30 Maart zijn.opgenomen de
statuten van de Coöp. vereen, tot aan
koop en beschikbaar stellen van dek
hengsten „Eigen Hulp" te Axel. Het aan-
deelen-kapitaal is f 50.000, in honderd
aandeden van f500. Oprichters waren
A. de Bruijne, Ter Neuzen J. de Feijter
Lz., AxelA. Beghijn, Ter Neuzen V.
Cortvriendt, Hoek en C. Haak Azn., Axel.
Als een groote bijzonderheid wordt
ons uit Boschkapelle gemeld, dat door
een paar jongens tusschen de palen
van de dijkglooiing aan het Hellegat een
verébden bruinvisch werd aangetroffen
van bijna een meter lang.
Zij sloegen het zware beest dood en
reden het toen op een kruiwagen naar
huis, waar er een groote hoeveelheid
vet werd uitgebraden.
Mr. P. Dieleman heeft zijn benoe
ming tot voorzitter der Z. L. M. aan
vaard.
Breskens. Als bijdrage in de kosten
van don aatdeg en exploitatie van een
tramlijn van hier naar Hoofdplaat, stelden
B. en W. aan den gemeenteraad voor
om aan de Z. VI. TV. Mij., gedurende
20 jaar een jaarlijksch subsidie te ver-
leeuen van f650.Met 4 tegen 3
stemmen werd het voorstel verworpen
en met 5 tegen 2 stemmen bepaald om
gedurende 10 jaar een subsidie te geven
van f400.per jaar.
Zitting op 1 April 1920.
Voorzitterde edelachtbare heer J.
Huizinga.
Afwezig de ledenR. Nolson en G.
de Ridder.
1. Na opening worden de notulen van
4 Maart, behoudens een kleine wijziging
op verzoek van de heer Hamelink aan
gebracht, vastgesteld.
2. Ingekomen stukkon.
a. Koninklijke goedkeuring van het
raadsbesluit van 9 Oct. '19, betreffende
het heffen van opcenten op de personeele
belasting.
b. Goedkeuring wan Gedep. Staten
van het besluit tot uitgifte van grond
in erfpacht aan de woningbouwvereni
ging Werkmansbelang.".
c. Antwoord van burg. en weth. op
de vragen den 29 Januari j 1. door den
heer Hamelink aan den Voorzitter gedaan.
Hieruit blijkt, dat de bestuursvergade
ringen van „Voorzorg" op het gemeente
huis werden gehouden, en dat inschrijving
der werkloozen gebeurde door een ambte
naar van het distributiekantoor.
De heer Hamelink meent, dat „Voor
zorg" is voorgetrokken bij andere ver
eenigingen. Als ook andere vereenigingen
van het gemeentehuis gebruik mogen
maken is 't spr. goed. De controle had
echter door het bestuur van „Voorzorg"
moeten geschieden. Daarbij was een
groot belang voor de gemeente gemoeid,
't Is echter nu 1 April, 't is dus nu te
laat.
De Voorzitter zegt, dat toen de uit-
keering begon, hij er geen bezwaar tegen
had, dat de besturen van de Centrale
Transportarbeidersbond en de Roomsch-
Katholieke Transportarbeidersbond zelf
de controle hielden. Anders hadden ook
die werkloozen zich bij de Arboidsbeurs
moeten melden. Van „Voorzorg" bleef
het echter bii burg. en weth., die het
opdroegen aan een ambtenaar. Was die
controle voldoende P Hoewel het vrij goed
geschied is, was het beter geweest, dat
het bestuur van „Voorzorg" of een paar
Raadsleden de controle geoefend hadden.
Dat is nu echter gepasseerd.
d. Rapport van burg. en weth. be
treffende de al of niet noodzakelijkheid
van het verstrekken van schoolvoeding
en -kleeding.
In de raadsvergadering van 13 Novem
ber 1919 werd ter sprake gebracht het
verstrekken van schoolvoeding en -klce-
ding aan schoolgaande kinderen. Ons
college werd opgedragen een onderzoek
in te stellen dienaangaaude. Ten einde
ons hierover een oordeel te kunnen vor
men, en mede ter voldoening aan art.
3 van het koninklijk besluit van 19
November 1900, St. 202, hebben wij bij
de hoofden der openbare lagere scholen
en de schoolbesturen der bijzondere
scholen gevraagd ons ter zake hunne
meening te doen kennen.
Uit de aan uw college hierbij overge
legde stukken zal u blijken, dat van de
8 hoofden en besturen 5 zich verklaren
tegen schoolvoeding en -kleeding, omdat
er naar hun oordeel öf geen behoefte
aan bestaat, óf omdat ze principiëele be
zwaren hebben.
Niet een der hoofden of besturen ziet
de noodzakelijkheid in van schoolvoeding,
Terwijl wat schoolkleeding betreft, wij
uit de rapporten niet den indruk krijgen,
dat invoering van het verstrekken van
schoolkleeding zoo absoluut noodzakelijk
is.
In verband met het bovenstaande kun
nen wij dan ook geene termen vinden
om uwen raad voor te stellen van ge
meentewege over te gaan tot het ver
strekken van schoolvoeding of-kleeding.
Daar enkele hoofden evenwel aandrin
gen op het verstrekken van kleeding zijn
wij niet ongenegen ter zake hulp te
bieden. Wij stellen ons dan ook voor,
om, wanneer een vereoniging zich de
zaak der schoolkleeding aantrekt, en
ons van de noodzakelijkheid daarvan kan
overtuigen, uw college voor te stellen
aan die vereeniging een jaarlijksche
subsidie tot dat doel te verleenen.
De heer de Jager zegt, dat de toestand
naar uit de rapporten blijkt niet zoo erg
is, als zekere fractie hier heeft beweerd.
Spr. is uit principe tegen schoolvoeding
en -kleeditfg.
Mevr. Duiker meent, dat niet gebleken
is, dat het onuoodig is. Een onderwijzeres
kocht van haar eigen armoe nog onder-
kleertjes voor een kind. Uit het conser
vatief verslag van De Groot blijkt, dat
als er scheuren in de bovenkleereu
zitten, men vaak 't bloote vel kan zien.
Verstrekken van onderkleeren acht spr.
ten zeerste noodig. Ook schoolvoeding
is noodig. Eerst goede voeding, alvorens
de opvoeding begint, 't Is hier in Neuzen
wel noodig. Spr. kent een gezin waar
't oudste kind acht jaar is, en nu het
achtste wordt verwacht. Er zijn twee
in elkaar gegroeide stuinperds bij. Hoe
wel de vader niet drinkt, en de moeder
niet slordig is, heersebt er bittere armoe.
De kinderen slapen in erwtenstroo.
Spr. meent, dat de gemeenschap ver
plicht is voor voeding en kleeding te
zorgen, als daaraan gebrek is. Studenten
kosten den Staat 400 tot 3000 gld., de
kinderen der Lagere School maar 28 gld.
Er kan fhis best wat bij voor kleeding
en voeding. Het komt trouwens de
gemeenschap zelf weer ten goede.
De heer Scheele is ook van meening
dat er wel gebrek heerscht in sommige
gezinnen. Die moeten geholpen worden,
dat spreekt vanzelf. Maar spr. heeft er
beswaar tegen dat men de gezinnen uit
elkaar rukt, door wel 't schoolgaande
kind te voeden en te kleeden en de
andere aan hun lot over te laten. Dat
is niet de juiste weg. Zoo'n heele gezin
moet geholpen worden. Door middel
van de ouders, die den plicht hebben
voor hun kinderen te zorgen, helpen we
dan ook het schoolgaande kind.
De heer Colsen zegt, dat uit de rap
porten blijkt, dat het gebrek het grootst
is op de openhar-e school, en dat daar
ook de meeste havelooze kinderen gaan.
Dit pleit voor het bijzonder onderwijs,
en voor de voorstanders daarvan. Die
betrachten barmhartigheid.
De heer Geelhoedt protesteert hierte
gen. De voorstanders van het bijzonder
onderwijs hebben niet het monopolie van
voeding en kleediug van het schoolkind.
De voorstanders van het openbaar on
derwijs willen ook wel helpen.
De heer Hamelink is het ook niet eens
met den heer Colsen. Spreker kan zich
indenken, dat men uit principe is tegen
schoolvoeding en -kleeding. De ouders
moeten zorgen voor hun kinderen. Zeker,
maar ze kunnen dit niet altijd. Hier in
Ter Neuzen zijn veel ongeschoolde werk-,
lui, en daardoor is hier vaak werkloos
heid. Laten dan echter de tegenstauders
van schoolvoeding en -kleeding meehel
pen de economische toestand te verbe
teren. De nood is thans zoo groot, dat
geholpen moet worden. Dat de hoofden
er niet voor zijn, komt, omdat ze bang
zijn voor de moeite en drukte die't voor
hen meebrengt. Spr. meent, dat voor
hands vooral schoolkleeding noodig zal
zijn. Vooral onderkleeding. Voorts klom
pen en schoolpantoffels. Spr. is er tegen,
dat een vereeniging het werk doet. 't
Liefst de gemeente, en anders de afdee
ling van den Bond van Nederlandsche
Onderwijzers.
De heer Scheele is tegen schoolklee
ding. Spr. wil echter opmerken, dat de
diaconiën veel goeds doen. Ze worden
daarbij geholpen door de meisjesvereeni-
gingen, die kleeding enz. vervaardigen,
welke onder de armen wordt uitgedeeld.
Heeft men bij „Volksonderwijs" ook zoo
iets Neen Dan is men daarin althans
ver achter bij rechts.
Mevr. Duiker zegt, dat ieder vrij moet
zijn, zich al dan niet aan te sluiten bij
een kerk. Als echter menschcn die tot
geen kerk behooren, gebrek lijden, waar
moeten die dan heen Naar liet Burger
lijk Armbestuur.
Spr. vvil er nog op wijzen, dat de
reactionair de Groot, die ais onderwijzer
aan de Normaallessen te Axel bazelt
over schoolbaden enz., nu zulk een
rapport geeft. Spr. meent, dat de heeren
die deze maatschappij in stand willen
houden, voor schoolvoeding en -kleeding
moeten zijn. Vruchtbaar onderwijs
en dat is alleen mogelijk bij voldoende
voeding en kleeding is 'nuttig voor
de maatschappij. De gemeente moet
hier echter het doen. Spr. is er tegen,
dat een particuliere vereeniging de filan
troop uithangt met centen van de ge
meente.
De Voorzitter zegt, dat het principe
al is uitgevochten bij de leerplichtwet.
De Raad heeft met de priucipiëele
kwestie van het vraagstuk niets meer
noodig. Wel met de vraag, hoe zullen
we het doen. En dan meent spr., dat
als het gebeuren moet, een corporatie
het moet doen.
Mevr. Duiker zegt, dat de maatschappij
plichten heeft ten opzichte van het kind,
omdat dit kind later ten bate van de
gemeenschap komt. Maar dan moet ze
het ook billijken dat de maatschappij
offers brengt, om dokters, advocaten,
predikanten enz. te krijgen, waar die
later óók de gemeenschap ten goede
komen.
De heer Hamelink meende dat steun
door de diaconie afhankelijkheid mee
brengt. Dat is niet waar. Was het wel
zoo, dan zou dit ook gelden voor degenen
die door hel"" Burgerlijk Armbestuur
worden gesteund. Spr. meent echter, dat
diaconie en Burg. Armb. zorgen voor het
gezin. Indien noodig, moet het school
kind dus geholpen door een andere cor
poratie.
De heer Colsen meende, dat er op de
openbare school meer arme kinderen
gaan dan op de bijzondere. Spr. betwij
felt dat. Wel is het waar, dat wie vast
houdt aan de beloften uit de Heilige
Schrift, rekenen kan op een behoorlijk
goed leven. Lateu we die beloften los,
dan komen de gevolgen daarvan voor
onze rekening. En moeten we die dragen.
Echter moeten we dergelijke menschen
helpen. Waar armoe is, moet gesteund
worden. Waar het ook zij, en wie het
ook gelde. Nu zijn er ouders die hun
kinderen niet behoorlijk kunnen voeden.
Een corporatie moet daar helpen. Indien
noodig, met steun der gemeente. Door
zoo'n vereeniging geholpen te worden
is geen schande. Wij allen vragen op
z'n tijd wel eens van deze of geene een
gunst.
De heer Hamelink zegt het met 's
Voorzitters rede, die ten slotte in een
theologisch dispuut verliep, niet eens te
zijn. Wie de H. S. loslaat wordt niet
altijd arm.
De Voorz.: Dat heb ik ook niet gezegd.
De heer Hamelink Zoo begreep ik
het. Op de openbare school gaan niet
alleen kinderen van ongeloovigen. En
't zijn niet allen ongeloovigen, die niet
naar de diaconie willen. Het Burg. Arm
bestuur bestaat ook grootendeels uit
personen, die diaken zijn. In het Burg.
Armb. speelt de kerk nog een groote
rol. Een Armenraad was beter.
De heer de Meijer meent, dat school
voeding en -kleeding best bij het Burg.
Armbestuur kan worden ondergebracht.
Het Burg. Armb. moet de geziunen helpen
Er moet geen verschil worden gemaakt
schoolgaande en andere kinderen uit
één gezin.'
Do Voorz. zegt, dat Hainelink teu on
rechte uit het door hem gesprokene af
leidde, dat spr. meende, dat alle gods
dienstige menschen gelukkig zouden zijn.
Spr. had het over arme menschen. En
voor die armen, die vasthouden aan de
beloften der H. S. is een behoorlijk leven
gewaarborgd. Spr. denkt hier aan de
tekst„Ik ben jong geweest en ik ben
oud geworden, maar heb nog nooit gezien
den rechtvaardige hongerende, noch zijn
kinderen bedelende om brood." En zulke
uitspraken staan er in den Bijbel zoovele.
Een Armenraad zou best werken. Dan
zou er meer regelmatige armenverzorging
zijn en zouden toestanden als straks door
mevr. Duiker geschetst niet voorkomen.
Overleg en voeling houden tusschen de
verschillende diaconiën en het Burg.
Armb. zou zeer goed werken. School
voeding en -kleeding behoort niet tot
de taak van het Burg. Armb. Een aparte
vereeniging daarvoor is beter.
De conclusie van B. en W. wordt
hierop met algemeene stemmen goedge
keurd.
e. Een schrijven van C. Ribbens, dat
hij de voorwaarden aanvaardt, waarop
de Raad hem vergunde twee erkers en
twee balcons boven gemeentegrond te
bouwen.
f. Idem van Gedep. Staten, dat zij
hun goedkeuring onthouden tot het aan
gaan van een geldleening van f3000,
voor het uitbetalen van een maand ex
tra-salaris aan de ambtenaren.
g. Een schrijven van gedeputeerde
staten van Zeeland, dd. 12 Maart 1920,
waarbij zij doen toekomen 3 afschriften
van hun besluit van 13 Februari 1920,
tot nadere vaststelling van do aanvangs
jaarwedden van de daarin genoemde
ambtenaren, waarbij
lo. de aanvangsjaarwedde van den
burgemeester dezer gemeente met in
gang van 1 Januari 1919 wordt vastge
steld op f3500, en die van den secreta
ris met ingang van 1 Januari 1920 op
f 3400
2o. met ingang van die datums den
pensioensgrondslag van den burgemees
ter wordt bepaald op f3900 en die van
den secretaris opf3400.
h. Idem waarbij
als tijdelijke verhooging van jaarwed
de over het jaar 1919 een tq^siag op
zijn bezoldiging wordt toegekend aan
I). Tholens, ontvanger der gemeente
ad f 137,50
aan A. P. de Vos en J. J. de Jager,
ambtenaren van den burgelijken stand
der gemeente respectievelijk f26,25 on
f 2,9U/S.
i. Idem, waarbij goed gekeurd wordt
het Raadsbesluit betreffende de heffing
van een keurloon van vee, vleesch en
visch.
j. Idem van den heer Harmsen, waar
bij deze zijn benoeming tot lid van de
Commissio van Toezicht op het Onder
wijs aanneemt.
k. Idem van M. Eijke, waarbij deze
zijn dank betuigt, voor h«t noemen van
een straat naar hem.
3. Een wijziging wordt gemaakt in
de voorwaarden voor het verleenen van
een voorschot aan de woningbouwvereni
ging-
4. De voorwaarden middenstands-
woningen worden even'eens gewijzigd.
5. Het grasgewas van bastion I van
de voormalige vesting wordt onderhands
van J. P. Vercouteren verpacht voor
35 gld. 'sjaars, onder voorwaarde, dat
er niet gegraasd mag worden.
6. Wijziging heffingsverordening hoof-
delijken omslag. B. en W. stellen voor
Het bedrag dat voor aftrek in aanmer
king komt, gaat f800,— niet te boven.
Zulks in verband met een schrijven van
Gedep. Staten.
De heer Hamelink zegt dat in de
zitting van 29 Januari besloten is 600
gld. voor gehuwden plus 50 gld. voor
ieder kind als aftrek toe te laten. En
wel tot een onbeperkt aantal. Al de
leden waren 't daarmee eens. Spr. wil
daarom doorgaan naar de Kroon. Hij
meent, dat de minister niet met de
meening van Gedep. Staten zal instem
men. De bedoeling van de heeren de
Jager en Scheele was ook aftrek toe te
laten voor een onbeperkt aantal.
•De heer Scheele is 't hiermee eens.
In dezen duren tijd is een aftrek van
600 gld. voor noodzakelijk levensonder
houd plus 50 gld. voor ieder kind niets
te veel. Als er kans is dat een beroep
op de Kroon ons iets geeft, is spr. er
voor.
De Voorzitter zegt dat voor Vlissingen
geen hoogor aftrek dan 800 gld. in totaal
is toegestaan. Nu leiden Gedep. Staten
daaruit af, dat voor geen enkele gemeente
een hoogere aftrek toegelaten is. Burg.
en weth. stellen daarom voor aan 't
verlangen van Gedep. Staten te voldoen.
Temeer, waar de belangen van slechts
weinigen er bij betrokken zijn. Van de
ruim 2200 aanslagen zijn er maar 121
van meer dan 4 kinderen.
De heer Hamelink Juist die 121 ge
zinnen hebben 't hardst noodig.
De heer Scheele Al waren 't er maar
21, dan nog moeten we als 't kan hen
helpen. Spr. is er voor om bij de Kroon
in beroep te gaan.
B. en W. trekken daarop hun voorstel
in, en dientengevolge wordt 't schrijven
van Gedep. Staten voor kennisgeving
aangenomen, 't Woord is dus nu aan dé
Kroon.
7. Voorstel tot intrekking van het be
sluit tot het instellen van hooger beroep
bij de Kroon inzake jaarwedderegeling
der onderwijzers.
Dit beroep is te laat (niet binnen 30
dagen) ingesteld en bovendien worden
de jaarwedden der onderwijzers niet meer
bij gemeentelijke verordening, maar door
de wet vastgesteld.
Het voorstel wordt aangenomen.
8. Verhooging jaarwedde van den leider
van het broodbureau.
B. en W. stellen voor het salaris van
D. v. Wijck op 1600 gld, te bepalen.
De heer de Jager vraagt, hoe of 't
met de werkzaamheden op 't bureau zit.
De Voorz. zegt, dat v. Wijck een vrij
lange dag noodig heeft. Alleen bij de
uitreiking der kaarten wprdt er een losse
man bijgenomen. Vorige jareu werd het
jaarverslag door eenige daarvoor extra
betaalde personen opgesteld. Dat kostte
dan zoo'n 450 gld. Die toestand was
ongezond. Nu zal van Wijck het doen.
De heer de Jager hoopt, dat deze
voorstelling van zaken werkelijkheid zal
worden. Dan heeft hij niets tegen de
verhoogiug.
Het voorstel wordt daarop aangeno
men.
9. Wijziging begrooting dienstjaar 1920.
De heer de Jager zegt dat de inkom
sten met 23104.783 verhoogd worden.
Dat komt bij den Hoofdelijken Omslag.
En er zal in den loop van het jaar nog
wel een 15 a 20000 gld. bijkomen. Spr.
is huiverig voor deze punten. Toen de
Ambachtsschool gebouwd zou worden,
werd 1600 gld. gevraagd. Nu is 't ge
bouw nog niet eens klaar, en vraagt
men al 7500 gld, Waar is zoo 't eind?
Men richt maar vereenigingen op en
sticht maar corporaties en steunt dan
maar op de gemeentekas. Zonder eerst
eens een juiste kostenberekening tema
ken. Spr. hoopt, dat goed verstand mo
ge voorzitten in de toekomst bij de be
stuurders der gemeente. Anders loopt
't spaak. Vroeger wilde do heer v. Has
selt steeds door beperkende bepalingen
de loonen vastleggen voor langere tijd.
Nu als wethouder is hij voor elke ver
hooging. De heeren Geelhoedt en de
Ridder klagen in particuliere gesprekken
steen en been over de steeds klimmende
uitgaven. In den Raad durven ze zich
er echter niet tegen verzetten. Dat is
spr. een raadsel. Hoe zit het toch met
begrip van zaken doen, bi] dergelijke
menschen
De heer de Meijer is 't hier grooten
deels mee eens. Hij is voor goede be
looning, maar hier staat op elke agenda
loonsverhooging. De financieele toekomst
van Ter Neuzen baart hem zorg. Tegen
de verbazend hooge subsidie van 75()0
gld. voor de Ambachtsschool zal spr.
stemmen.
De heer Hamelink zegt, dat het par
ticulier initiatief hier. de gemeente strop
pen bereidt. De H. B. School heeft ons
ook op kosten gejaagd.
De heer de MeijerDe ervaring leert,
dat de voorstanders van het particulier
initiatief juist niet bij de overheid om
steun komen. Hier is 't een heel ander
geval.
De heer Geelhoedt zegt, dat burg. en
weth. ook het ernstige van den toestand
wel inzien. Ze moeten echter. Er is niets
aan te doen.
De heer de Jager is het met de Meijer
eens. Onze stichtingen van barmhartig
heid, scholen enz., bewijzen, waartoe het
particulier initiatief in staat is. Hier is
't geheel iets anders. Men is overhaast
te werk gegaan. Hoe nuttig zoo'n inrich
ting ook is, men moet eerst met voor
zichtigheid de kosten en de mogelijkheid
berekenen.
De Voorzitter meent, dat Neuzen er
gunstig voor staat. Als we iets vragen
in Den Haag worden we afgewezen,
omdat ons beheer zoo goed is, en de
toestand rooskleurig. Dank zij de mede
werking van de heeren de Jager e a.
Sinds 1912 is onze H. Omslag met slechts
100 toegenomen, dus ongeveer net zoo
veel, als alles duurder is geworden. Wat
betreft 't particulier initiatief is spr. 't
niet eens met den heer Hamelink. Par
ticulieren werken goedkooper en hebben
ook bijdragen, die de gemeente niet
heeft. In de Financieele Commissie i»
de heer do Meijer met deze voorstellen
meegegaan, 't Verwondert spr. daarom,
dat hij nu met de heer de Jager het
eens is. Er moet 23000 gld. bij den
Hoofd. Omslag. Maar dit is niet juist,
er kan 6000 gld. af voor een post die
we niet mogen gebruiken dit jaar. Met
goocheltoeren als bij de administratie
gebruikelijk, hadden we wel een andere
voorstelling kunnen gevern Maar burg.
en weth. hebben klare wijn willen schen
ken. De draagkracht van het publiek
is groot genoeg, om op te brengen wat
noodig is. De belastingbetaler is 2 dagen
in 'tjaar nijdig: als hij 't biljet ontvangt
en als hij 't geld betaalt. De overige
dagen denkt hij er niet aan.
De heer dé Jager: U sprak van
goocheltoeren en van zien achter de
schermen. Wie zich aan een ander
spiegelt, spiegelt zich zacht. Aan goochel
toeren hebben we niets, en schermen
waarachter iets gebeurt, zijn bij een goed
beleid niet gewenscht.
De heer de Meijer zegt, dat de Voor
zitter wél beweert, dat 't in Maastricht,
Delft, Schiedam en Gouda nog erger is
dan hier, maar dat helpt ons niet. Boven-