Qrnaan ter verspreidinq der Ghristelijke Beginselen in Zeeuwseh-W laand er en. Zaterdag 3 April 1920. 3e Jaargang. Uit de Schrift. Bolsjewisme. Uit liet Buitenland. Woensdagavond a.s. 4 Z) ABONNEMENTBij bezorging ƒ1,15 per drie malden. Franco per post voor Nederland 1.25. Uitgave van de Christelijke Persvereeniging „Zeeuwsch-Vlaanderen te Ier Neuzen. administratie van dit blad betreffende, moeten worden gezonden Alle stukken, de redactie en. Vlo08wijk8traat 62, Ter Neuzen. Telefoon No. 109. aan den redacteur, H. S. v. ABONNEMENT: Bij bezorging fl, 15 per drie maanden. Franco per post voor Nederland ƒ1.25. ADVERTENTIËN:Van 1-4 regels /Om Elkei regel D H. CItTOOU A, f Te, Ne„e„ Telefoon «r. 20. PAASCHFEEST. Hij is hier Biet, waut Ilij ïs opgestaan gelijk Hij gezegd heeft. Komt herwaarts, ziet de plaats waar deHeere gelegen heeft. MA.TTH. 28 6. ,,'t Graf is ledig! nadert! ziet! door trouw gedreven vrouwen 1 „Zoekt Hem hij de dooden niet! „Dien geen doodsgeweld kan houën „De Engel zelve kondt liet aan, „Dien gij zoekt is opgestaan Welk een blijden en onvergetelijke morgen, de morgen van Jezus' opstan ding. Welk een vreugdevolle tijding voor die zoekende vrouwenHij is op gestaan. En welk een stof tot vreugde zal dat zijn en blijven voor de gemeente das Heeren, te weten Hij die dood geweest is, is weder levend geworden, en Ilij leeft, tot in alle eeuwigheid Als het begon te lichten kwamen de vrouwen tot het graf in Jozefs hof, dragende de specerijen om het lichaam van Jezus te zalven. Van de bewaking en verzegeling van hat graf schijnen ze niet geweten te hebben. Eh hoe weinig vermoedden ze wat. de Ileere reeds heeft, gedaan. Dat op het verschijnen van dén Engel, de wachters zijn gevloden, touw en zegel aan flarden zijn gescheurd, de steen is afgewenteld en het graf open ligt. De hemelbode heeft zich neergezet op den steen, wachtende op de vrouwen, die hij weet dat komen zullen, om hein de blijde boodschap te brengen Hij is hier niet, want Hij is opgestaan. Er was bij de vrouwen meer liefde dan geloof. Het geloof met Jezus ervaren lag werkeloos ter neder, maar de liefde deed ben zich spoeden in den vroegen morgen naar het graf, om het lichaam des Heeren te zalven. De Heere ziet in gunst op hen neder. Ja, komt hunne bezwaren reeds voor. Opziende zagen zij, dat de steen was afgewenteld. Hetgraf ligt open en de Engel brengt de blijde Paaschboodschap. Hij is hier niet. Neen, lltj is niet hier waar de zonden Zijns volks Hem hebben gelegd, maar daar waar de Vader Hem stelt als de overwinnaar van dood en graf. De opstanding is het goddelijke „Amen op het „het is volbracht" aan het kruis uit geroepen. Het offer voor de zoude is aangenomen. De machten der duisternis zijn beschaamd. Satan heeft het voor eeuwig verloren. Eere zij God. Eere den verrezen Mid delaar. Jezus leeft, en alle die in Hem gelooven zullen leven net Ilern. Dat geopende graf roept het over de schuldige aarde „De schuld Uws volks hebt G'uit Uw [boek gedaan, „Ook ziet Gij geen van hunne zonden [aan. Bij dat geopende graf van Emmanuël staande mogen we als gezanten van Christus, de heilmare verkondigen God was in Christus de wereld met zichzelf verzoenende. Welk een rijke sprake gaat er uit van dat geopende graf. Hij is hier nietWie Jezus zoekt en Hcni begeert te vinden, moet Ilem niet zoeken in het graf. Niet onder de dooden, maar onder de levenden. Dat is het Paasch-evangelieJezus leeft. „Hij is hier niet, want Hij is opgestaan." Als overwinnaar treedt hij te voor schijn en zal de Zijnen het„wees ge groet" en het „vréde zij u" toeroepen. De dood moest Hem loslaten, omdat de gerechtigheid Gods den Borg losliet. Gij, die gevoelt dat van de opstanding van Christus uw gansche zaligheid af hangt, zie eens welk een licht die ge opende groeve verspreidt over den weg der verlossing. De straf, o zondaar, is ten volle ge dragen. Nu de gerechtigheid Gods den Borg loslaat, moet Satan al Gods kinderen loslaten. De dood, die intreedt in het paradijs, zal niet eenwiglijk triumpheeren. Neen, het leven zal zegepralen. Van de opstanding van Christus hangt alles af. Tndien Jezus niet opgestaan ware, had Satan het gewonnen. Dan zonk alles neer in den dood. Dat er geestelijk levende menschen zijn, opgewekten uit den geestelijken dood, is vrucht van Christus' opstanding. De teekenen bij de opstanding, de engel op den steen, de doeken in bet graf, en het ledige graf zelf, zijn bood schappers Gods. dat Jezus leeft. Maar elk geestelijk levend mensch in ons midden is een zichtbare prediking, dat Jezus leeft, aan hem is bewaarheid Ik leef en gij zult leven. Zijt ook gij reeds zulk een levende getuige van Jezus' opstanding „Komt herwaarts, ziet de plaats waai de Heere gelegen heeft", zoo noodigt de Engel de vrouwen uit zich te over tuigen. Zij zulleu het met eigen oogen zien, dat Jezus niet meer in het graf is. De engel zeide het zoo bemoedigend „Ik weet, dat gij zoekt Jezus, die ge kruisigd was." De roerselen des harten van hen die Jezus zoeken, zijn in den hemel bekend. Dat was spreken naar het hart dier Jezus-zoekende vrouwen. Zij die Jezus, den gekruisigde zoeken hebben niet te vreezen. Dat verstaan ze vaak niet; juist zi) zijn vol vreeze. Ze zoeken en vinden niet. omdat ze de levende zoeken onder de dooden. Zij zullen vinden, daar, waar -Jezus lien zoekt. Ook Jezus was zoekende naar de wat een nadruk van afkeer of van be wondering wordt liet gezegd, 't Is een van de machtwoorden geworden en dus waard nader het te leeren kennen. Om liet te verstaan lette men op Rus land, waar zijn oorsprong ligt. 't Beteekent een melig weg: „M e e r- d e r li e i d", maar de geschiedenis, aan dat woord verbonden, doet liet eerst recht voor ons leven. Het Russisch volk is een volk van boeren. Doch niet met den bloeienden boerenstand, dien wij in ons land ken nen. Integendeel: „boer is in het Rus- gelijkwaardig met: armoede lijden, met proletariër, vaak aan honger, steeds aan allerlei ontberingen, ook van het nood zakelijkste ten prooi. In dien toestand van ellende mokte er in het hart der boeren groote onte vredenheid op. Nu gingen ze in twee groote groepen uiteen. Sommigen onder hen wilden zoo maar in eens, radikaal, heel de maat schappij onderst boven werpen en een nieuwe inrichten op voet van volkomen vrijheid eh.volkomen gelijkheid. Ande ren echter, bedaarder van aanleg, wil den deze ontwikkeling langs lijnen van geleidelijkheid bereiken. Deze strijd is door do revolutionairen gewonnen. Ze kregen hulp. Da Costa. vrouwen. 1 Vers 9 zegt het onsEn als zij heen gingen om Zijne discipelen te bood schappen, zie, Jezus is haar ontmoet, zeggende: Wees gegroet! Met dat: Wees gegroet, openbaarde Jezus zich als de opgestane aan lien die naar Hem zochten. Dan plaats Hij zich in opstandings- hecrlijkheid voor ons en wij vallen neder Hem aanbiddende. Nu hebben ze Ilern gezien, gezien als de Levende, de Opgestane uit den dood. Nu hebben ze Ilem gezien als hun Heere en God. Dat gaf hun I'aaschvreugde, dat Jezus hen verschenen was en hetwees ge gegroet, had toegesproken. Hij is hier niet, want Hij is opgestaan, dat is het voornaamste uit het Paasch- evangelie, neen, meer, dat isdegausch© hoofd-inhoud uit den Bijbel. Neem het Hij is opgestaan, uit uwen Bijbel weg en hij is waardeloos. Indien Jezus niet ware opgestaan, ij dei ware onze prediking en ijdel ook ons geloof. Nu is er voor zondaren volkomen vrijspraak. Rust niet voor gij die Opgestane als uw Heere en Heiland hebt gevonden. Waar zoekt gij Hem Ouder de dooden of onder de levenden Neen, niet in de wereld niet in dat jagen naar schatten zult gij Jezus vinden. Daar is Ilij niet. Niet bij iiet vorm- en naam christen dom, dat wel een schijn van godsdienst heeft, maar de Christus der Schriften mist. Daar is Hij niet. Zoek Hem in Zijn weg, in Zijn Woord. Ven-heug u, gij, die bij bevinding weet, dat Jezus leeft', waar hij uw dood ver slond, aan Gods gerechtigheid voor u voldeed en u opwekte uit uw dood. Als dan straks de Paaschklokken luiden, de deuren onzer bedehuizen geopend worden en de feestvierende gemeente binnentreden zal, wekken we elkander op tot lof en dank, met den jubel Looft God, looft Zijn' naam alom, Looit Ilem in Zijn' heiligdom Looft des Heeren greote macht, ln den hemel Zijner kracht Looft Hem om Zijn mogendheden. Looft Hem naar zoo inenig blijk, Van Zijn heerlijk koninkrijk, Voor Zijn troon en hier beneden De Bruijne. Het volgend nummer verschijnt met het oog Paschen Weinig woorden zijn in zoo korten tijd zulk een algemeen eigendom geworden, als woord „Bolsjewism e". En met Omstreeks 1900 groeide naast den bóe ren stand op de groep van arbeiders in de groot industi ie. Vooral in de Rand staten verrezen reuzon-fahrieken bij bon. derdtallen. Het socialisme wist zich van deze werkers meester te maken, en ook onder hen kwam het verschil van de uiterste linker- en de meer behou dende rechterzijde op. Sociale maatregelen, meer loon, korter arbeidstijd werden door de radikalen kleingoed, lapwerk gevonden. Eerst dan wanneer de geworden toestand volsla gen tegen de vlakte geslagen werden, zou een nieuwe maatschappij van vrede voorspoed, heil en gerechtigheid, kun nen opbloeien. Toch bleven zo met de meer gematigden in één partijverband leven. Dit duurde tot 1903, toen op een congres de felle botsing kwam en de radicalen onder de fabrieksarbeiders ble ken de meerderheid te hebben. Zij wa ren dus de Bolsjewieken, de meerder- heidsmannen. Met de radicalen onder de boeren zochten en verkregen deze raddraaiers onder de fabrieksarbeiders toenadering. En nu meende men wel zoo sterk te staan, dat de leiding der zaken gegre pen kon worden. Al de Russen samengeteld, vormden deze felle radicalen een minderheid, te genover de groote meerderheid van ge matigden. Maar toch noemden ze zich bolsjewieken, meerderheidsmenschen. Eindelijk kwam de groote, de vreeso- lijke oorlog. En nu gelukte, waarop men reeds lang had gezind. Uit de boeren, de arbeiders en de soldaten werden raden gevormd. Deze noemden zich naar twee halve Russische woor den voor boeren viW arbeider Sov-jet, evenals later de Duitschers arbeider en soldaat samen afkorten en vereenigden tot arsol. Welnu 7 Nov. 1917 gelukte liet over bijna geheel Rusland een Sov jet regeering te vormen met Lenin aan liet hoofd en sinds dien tijd wordt er een reusachtige propaganda gevoerd over heel de wereld voor de idealen der Bolsjewieken. arbeid verricht binnen het Rijk enz. In dit artikel wordt dus nationali teit en woonplaats binnen of buiten het Rijk van geen invloed geacht. Artikel 11 omschrijft, wie in den zin der Wet werkgever is, en wel op de volgende wijze - „Onder werkgever wordt in deze Wet verstaan, ieder, in wiens dienst arbeid wordt verricht door een arbeider" ook hier dus geen beperking ten opzichte van nationaliteit of woonplaats. Ieder werkgever, die arbeiders in Nederland te vverk stelt, moet dus de verplichtin gen, door de Invaliditeitswet opgelegd, nakomen. Nu beroepen enkelen zicli op de arti kelen 46 en 48 der Invaliditeitswet, waarin zij bepalingen meenen te zien, die lien vrijstellen. Dit nu, is tifiet juist. Artikel 46 luidt„Niet verzekerings- phchtig zijn de bij algemeens maatregel van bestuur aangewezen arbeiders, die vreemdeling zijn,' en werkzaam in een niet hier te lande gevestigde onderne ming". enz. Hier is sprake van een algemeene maatregel van bestuur (Ko ninklijk Besluit), dat zal vaststellen, welke buitenlandsche arbeiders, die in Nederland werken voor een buitenland- sclie onderneming, niet verzekerings- plichtig zullen zijn. Daar zulk een Ko ninklijk Besluit nog niet bestaat, is er dus voor niemand vrijstelling- Artikel 48 zegt: „Niet verzekerings- plichtig is de arbeider, die vreemdeling is en buiten liet Rijkt woont, tenzij hij in een onderneming arbeid verricht, of de werkgever binnen het Rijk woont. Woont de werkgever binnen het Rijk, dan is hij dus (onverschillig zijne natio naliteit) gehouden aan artikei 11 (zie hiervoor) en vallen al zijne arbeiders, die in Nederland werken, onder de I.W Betreffende het eerste gedeelte van art. 48 het volgende: Ieder arbeider, die vreemdeling is en buiten het Rijk woont, maar in Nederland (in een onderneming onverschillig van welke nationaliteit) werkt, valt onder de I.W. In het kort le. Iedere werkgever, die in Neder- land arbeiders in het werk stelt, is (onverschillig woonplaats en nationali teit van hemzelf zoowel als van zijne arbeiders) verplicht de Nederlandsche Invaliditeitswet na te leven. 2e. Iedere arbeider, onverschillig van welke nationaliteit hij is, is gedurende den tijd dat hij in Nederland werkt, wettelijk verplicht zich te verzekeren. Ten slotte merken wij nog op, dat volgens art. -14 I.W., in geval een buitenlander een werk in Nederland uit voert, hij die ter plaatse waar de werk zaamheden hier te lande worden verricht, met de leiding daarvan is belast, als werkgever wordt beschouwd. op Nederlandsche of buitenland sche werkgevers met bui tenlandsche arbeiders in hun dienst. Herhaaldelijk komt het voor, dat Ne derlandsche, zoowel als Buitenlandsche werkgevers met buitenlandsch personeel, dat in Nederland arbeid verricht, in de meening verkeeren, dat zij geen rekening met de Invaliditeitswet behoeven te hou den, omdat zij in do Wet bepalingen meenen te vinden, die hen in dat geval vrijstellen van de verplichtingen. Naar aanleiding van deze verkeerde opvattingen wijzen wij op liet navol gende Artikel 4 der I.W. bepaalt, wie als arbeider in den zin der Wet moet wor den beschouwd, en formuleert dit aldus „Onder arbeider wordt in deze Wet verstaan, ieder die den leeftijd van 14 jaar heeft bereikt, niet in werkelijken militairen dienst is, en in loondienst De toestand van Europa. Senator Bérenger zegt in zijn blad Paris-Midi onder het opschriftEuropa's drama De tragedie van den Europeeschen toestand kan als volgt worden samenge vat. Het vasteland, waar de overwinnaar arm in arm gaat mpt den overwonnene in solidariteit, waarin haat is gemengd. De overwinnaars zijn overwinnend, maar kunnen het niet stellen zonder de over wonnenen, voor een gemeenschappelijke herleving. Ongetwijfeld zou, indien de V. S. het verdrag hadden geratificeeid en aan West-Europa de middelen voor die herleving verschaft, het oude vaste land niet in een crisis verkeeren. Bij gebreke van een volkenbond zouden wij dan een Atlantischen bond hebben ge had. Ongelukkigerwijze is dit groote plan slechts een droom. Wilson wilde to veel bereiken. Hij offerde de mogelijkheid op aan een droom. De Amerikanen keerden naar huis terug en sloten hun deureik Zoo is er geen Volkenbond, en geen Atlantische bond. Doch Europa moet door zich zelf leven en door zijn eigen middelen. Europa moet eten. Zulk een vreeselijk tooneel van overwinnaars, vast geketend aan overwonnenen, komt over een zooal niet. met dat der levenden ge ketend aan de dooden, dan toch met dat van passagiers van hetzelfde schip, die bedreigd worden door denzelfden hon gersnood en dezelfde schipbreuk. Jacht op spoorwegdieven. In den nacht van Vrijdag op Zaterdag j.l. bemerkten op het station Aubrais dienstdoende beambten 5 personen, die bezig waren een wagon open te breken. De beambten begaven zich naar den wagon, maar op hun geroep handen om hoog, werden zij met revolverschoten ontvangen. Eenige van hen werden ge dood. De beambten vuurden echter terug en wisten een der bandieten doodelijk te treffen. De inbrekers slaagden er on derwijl al vurend in, om voor hen gereed staaoile auto's te bereiken en de vlucht te neuien naar Parijs. De weg OrleansParijs loopt evenwel evenwijdig met den spoorweg en de stationchef beval daarom onmiddelliik een locomotief onder stoom te brengen en de dieven te achtervolgen. Nu begon een wedstrijd tussclien de locomotief en de auto's Eindelijk, nabij het station Artenay, wist de locomotief de auto's te passeeren. De bewakers en gendarmen stapten af en versperden den auto's den weg. Bij de ontmoeting ontstond een nieuw gevecht. Een der chauffers werd gewond, maar de drie andere bandieten wisten, gebruik makend van de duisternis, te ontkomen. De auto's werden in beslag genomen. Zij bleken revolvers, dolken, chloroform en vier fietsen te bevatten. De ontsnapten werden later eveneens gearresteerd. De politie had namelijk in stilte haar nasporingen voortgezet en trof hen den volgenden avond in een kleine herberg te Domainville, waar, na een nieuw gevecht, één der inbrekers werd gedood en de anderen in hechtenis werden genomen. Ook een revolutie. De nieuwste reden om te staken heb ben de arbeiders in do bekende Fiat- fabriek te Turijn uitgevonden. En wel om den zomertijd. Dat, is maar een bour- geois-uitvinding, om -de arbeiders een uur vroeger uit hun bed te doen komen. Goed, zoi de directie, jullie moogt dan een uur later beginneD, dan komt het op 't zelfde neer. Neen, antwoordden de arbeiders, de groote klok in de werkplaats moet een uur achteruit gezet worden. Dat werd den directeur te bar en hij weigerde beslist. Vijf mannen haalden een ladder en de klok werd toch achteruit gezet. De directeur maakte zich kwaad en wilde de oproerige arbeiders ontslaan. Dit was echter buiten den waard gere kend het werk werd stil gelegd een groot aantal arbeiders haalden wapens voor den dag en er werden twee roode vlaggen eti een zwarte op de fabriek ge- hesehen. De Sovjet was gesticht en den heelen dag werden er meetings gehouden in da fabriek 's avonds bleven 300 gewapende mannen achter om het pas verworven eigendom der arbeiders tegen mogelijke aanvallen der bourgeoisie te beschermen. Den volgenden dag had die aanval dan ook plaatsde gendarmen kwamen de fabriek belegeren en werd over en weer geschoten er vielen verscheidene gewon den en ook een doode. Naast de roode en zwarte vlag verscheen er toen ook een witte vlag. De arbeiders kregen be vel om zonder wapens op de binnenplaats der fabriek te verschijnen. Een 60 die toch nog wapens meenamen werden ge arresteerd, de anderen naar huis gezon den. Zóó eindigde de revolutie om do zomertijd Het Bolsjewistische offensief. De correspondent van de „Times" te Warschau heeft d.d. 27 Maart een onder houd gehad met generaal Henrys, den chef der Fransche militaire missie in Polen, over het offensief der Bolsjewiki. De generaal verklaarde, dat hij de beide laatste maanden het geheele anti- Bolsjewistische front bezocht had, in Galicië, in Podolië, in Wolhyniü en aan de Berezina. Hij was volkomen tevreden over hetgeen hij gezien had 't moreel is uitstekend, de kleeding van den sol daat veel beter sinds de zendingen van de Entente, ook de voeding is veel verbeterd. In veel partieele gevechten bleken de Poolsche troepen beter ge oefend en doortastender. Het Poolsche leger bevond zich dus in gunstigen toestand om den aanval van aanzienlijke Bolsjewistische strijd krachten het hoofd te bieden. Dezen aanval hebben de Bolsjewiki kunnen doen door de troepen te concentreeren, die vrijgekomen zijn door de verdwijning v*n het tooneel van do legers van Yoedeuitsj en Koltsjak. Over 120Ü K.M. is het front veel dichter bezetin som mige sectoren is het aantal troepen zelfs verdubbeld. De verovering van Mozyr UWSCH - VLAANDEREN

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1920 | | pagina 1