Uit het Buitenland.
Uit het Binnenland.
Uit <le Pers.
Uit de Provincie.
„Mijn verblijf te Jeruzalem".
Gemeenteraad van Ter Neuzen.
Twee- driemaal zoo duur
De min. van Landb., Handel en Finan
ciën in Frankrijk stellen voor den prijs
van liet brood te verdubbelen, in afwach
ting van een nieuwe verhöoging, die de
prijs driemaal zoo hoog zal maken als
hij thans is. Zij zijn tegenstanders van
hot weder invoeren van de broodkaart.
Waar 't op die manier heen moet
Of 't helpen zal P
De nieuwe Fransche min. van volks
gezondheid heeft Maandag den kort ge
leden in het leven geroepen „hoogen
raad van geboorte" geopend. Hij ver
klaarde, dat de ontvolking van Frankrijk
een van de voornaamste redenen van
den wereldoorlog geweest wasindien
de Fransche bevolking toegenomen was,
gelijk de Duitsche zou Duitschland nooit
den oorlog hebben durven ontketenen.
M. W.-ERS.
Wat '11 O.W.er is weet nu iedereen.
Ik weet nu ook wat een M.Wer is.
U niet? Dat is iemand, die Mest-
Winst maakt, wat nog eenige honderden
procenten hóóger afzetterij beteekent,
dan Oorlogswinst.
Ik las van 't „proefstation" „Maas
tricht"
„Een monster „grosntenmest" bleek
nagenoeg waardeloos prijs f 8 100 K.G.
Een monster Peru guano bevatte aan
de grondstof vreemde bestanddeelen
men vroeg er voor f22. „Witmeel";
een mooie naam geschikt zoowel voor
voeder als voor meststof bevatte alleen
koolzure kalk, en hoegenaamd geen stik
stof, phosphorzuur en kali. De koop
man liet zich betalen met f40 terwijl
het nog niet het 40ste deel er van waard
was. Een ander monster, onder den
algemeeuen naam kunstmest aangebo
den, bleek ook slechts een enkelvoudige
meststof te zijn en alweer k. kalk. Prijs
f 10, met drie stuivers zou het betaald
zijn geweest. Vorenstaande achten
wij voldoende om in het licht te stellen
dat de handel in meststoffen nog wel
eenige verbetering eischt. „Kaliasch"
en „bacteriënmest" werden in den han
del gebracht door de „Ned. Kaliasch-
maatschappij", tegen welke Maatschappij
het proefstation bij herhaling waarschuw
de."
Reken 't nu zelf maar in procenten.
't Is de vraag, of men een solieden
boer, die z'n zaakjes wéét, op deze wij
ze bij den neus nemen kan.
Toch schijnen zulke zaakjes te gaan.
Anders hield men er wel mee op.
't Wordt toch tijd, dat de Regeering
tegen dergelijke praktijken krachtig op
treedt (Friesch Dagblad).
WAT MEN EET.
Wat lekker is en wat niet, wat voor
menschelijk voedsel geschikt is en wat
ongeschikt, is in vele gevallen een quaes-
tie vau smaak en gewoonte.
De Chineezen hebben, naar onze be
grippen, toch een raren smaak als het
op lekkernijen aankomt. Voor mollen-
soep laat een Chinees alles staan, verder
is hij zeer gesteld op een gerecht dat
„millii" heet en voornamelijk bestaat uit
pasgeboren muizen in honing gedoopt.
Andere Chineesche delicatessen zijn
sprinkhanen en vooral de larven van zijde
wormen. Op Formosa is het duurste
en het fijnste een hondenpoot, op Java
en in CochinChina houdt men van
vogelnesten. De Japanners eten chry
santhemums, zoowel rauw als gekookt
kaffers eten mieren en Sarah Bernhardt
deed haar maal eens met de gestoofde
hand van een orang-oetang en verklaarde
dat ze nog nooit zoo heerlijk gegeten had.
AFSCHAFFING DER BROOD
KAARTEN
De gemeente Amsterdam jdrong aan
op afschaffing der broodkaarten, waar
voor de Minister van Landbouw veel
schijnt te gevoelen.
DE INTERNATIONALEFINANCIËELE
TOESTAND.
In verband met de tot hem gerichte
vragen heeft de Minister van Financiën
in de Eerste Kamer meegedeeld, dat de
Regeering gaarne bereid is deel te nemen
aan de besprekingen betreffende den
internationalen financieelen toestand,
doch dat het initiatief dient uit te gaan
van een der grootc mogendheden.
BETALING der OORLOGSONKOSTEN.
De Minister van Financiën heeft mee
gedeeld, dat van de algemeene oorlogs
kosten door de verschillende belastingeen
37 pCt. is betaald.
EEN ÉÉNVOUDIG MIDDEL TEGEN
HIKZIEKTE.
Naar aanleiding van de berichten over
het voorkomen van hikziekte in ons land,
zendt een onzer lezers een brief,(waarin
hij het volgende mededeelt
,,Ik heb zelf .die ziekte ongeveer twee
weken geleden gehad en het was zoo
verschrikkelijk, dat ik geen tien kon
tellen of uk' had de hik. Dat duurde in
den regel twee a drie uren en was dan
weer een half uur weg. Ik heb mij onder
doktersbehandeling gesteld, maar vond
geen baat. De dokter raadde mij aan
mijn pinken in de ooren te steken en
mij dan door een ander een glas water
te laten uitdrinken, dan zou het over
gaan. Het gaf echter niets.
„Het radicaal en dadelijk werkend
middel is dit:
„Men neme twee a drie schepjes suiker
en daarna een slokje water en de hik
is dadelijk over. Komt hij terug, dan
herhaalt men dit eenvoudige middeltje
en men is genezen.
Ik schrijf u dit, opdat er misschien
velen hun geld in den zak kunnen houden.
Ik durf dit met zekerheid te schrijven,
aangezien ik zelf do genezing er door
gevopden heb, waarvoor ik zeer dankbaar
ben want de hik ontnam mij zelfs de
nachtrust."
Gehoorzaamheid aan 't gezag.
Gehoorzaamheid aan het wettig gezag
moet berusten op zedelijke gebondenheid
en niet op vrees. De Christen gehoor
zaamt, omdat hij zich in zijn consciëntie
gebonden acht. Hij gevoelt zich-gebonden
niet slechts als de bevolen maatregel
strookt met zijn eigen gevoelen, of met
eigen belang, wat dikwijls het geval is,
maar inzonderheid als, wat de regeering
gebiedt, ingaat tegen eigen zin en wil.
Er zijn heel veel menschen, die op hun
gehoorzaamheid roemen en anderer on
gehoorzaamheid ten strengste afkeuren,
als het volgen van het bevel der Over
heid in hun voordeel is. Zij kunnen zich
dan de ongehoorzaamheid van anderen
niet verklaren. Men moet toch het gezag
eerbiedigen.
Maar als er een bevel komt van de
Overheid, dat zij zelf onaangenaam ach
ten, dan ziet men soms, dat zij op allerlei
wijze aan de gehoorzaamheid trachten te
ontkomen. Dan berust de eerbied voor
het gezag waarlijk niet op gebondenheid
in de consciëntie.
Zoo gaat het ook in veler geestelijk
leven. Men verklaart zich eensgezind met
Gods weg, zoolang die weg ongeveer
overeenkomt met den eigen verkozen
weg. Maar als Gods wil daartegen ingaat,
dan begint het te stormen in het eerst
zoo tevreden hart en dan komt menig
maal verzet boven.
En waar de ineusch zich niet ontziet
zoo tegenover zijn God te staan, zou hij
het dan niet durven tegenover het
aardsch gezag
Wij moeten ook hier altijd waakzaam
zijn tegenover ons zelf.
De Heilige Schrift vraagt onze gehoor
zaamheid aan de Overheden, niet slechts
wat de goede, maar uok_wat de kwade
aangaat.
Zelfs in geval wij onrecht meenen te
lijden.
Want dit onrecht te ondergaan en toch
volkomen den wille Gods te volgen, zie,
dat is genade bij God.
Onze loyauteit wordt op de proef ge
steld, als de wil van de Overheid niet
strookt met onzen wil.
Dan moet uitkomen, of ons buigen
voor het gezag van den echten stempel
was.
Een Anti-revolutionair moet dit te allen
tijde verstaan.
Maar toch is het in onzen revolutio
nairen lijd niet overbodig, dat wij deze
waarheden elkander voorhouden.
Ook wij ondergaan menigmaal, zonder
dat wij het weten, den invloed van den
geest des tijds.
Laat ons daartegen op onze hoede zijn.
Wat ons leven noodig heeft, is buigen
voor het gezag, en de gewilligheid daar
toe om Gods wil komt niet uit, als wij
uit onszelf reeds geneigd waren te buigen,
omdat het woord van de Overheid ons
aangenaam was, maar als het tegen eigen
meaning ingaat, als het een offer vraagt.
Dat is anti-rqvolutionair. (Stand.).
De Vrouw en de Stembus.
Ds. J. J. Knap beantwoordt in „Oude
Paden" een inzendster, die zich bezwaard
voelt om ter stembus te gaan. Ds. Knap
geeft toe, dat het „op zijde schuiven"
van den man door de vrouw „bij den
persoonlijken gang naar de stembus" een
„afwijken" is „van de gezonde beginselen
der Schrift". „Het zelfverwijt der vrouw,
die stemt", aldus de schrijver, „richt zich
ï^et hierop, dat zij grijpt naar politieken
invloed, die haar niet zou toekomen,
doch hierop, dat zij persoonlijk doet wat
haar man mede in haar plaats als hoofd
des gezins had behooren te doen".
„Volgt hieruit nu", vraagt ds. Knap,
„dat zij zich dus te onthouden heeft?
Dit is natuurlijk één weg om de cons
ciëntie te bevrijden. Ofschoon wij dezen
weg niet kunnen aaubevelen, kunnen wij
een dergelijk besluit toch begrijpen. De
vrouwen, die er toe overgaan, zullen
echter wèl doen ernstig te bedenken,
dat, wanneer zij niet stemmen, zij inder
daad wèl stemmen. Maar dan niet voor
Rechts, doch voor Links, daar elke stem,
die uit onze groep gemist wordt, aan de
overzijde ten goede komt. Onze vrouwen
kunnen er dus met den besten wil niet
buiten blijven, zij leggen in elk geval
een gewicht in de schaal. Onthouding
wil zooveel zeggen als dat zij op de tegen
partij stemmen. Zij steunen daarmede
een politiek, die geen rekening met Gods
Woord hoegenaamd wenscht te houden,
en wijken daarmede nog veel verder vau
de Schriftuurlijke lijn af, dan wanneer
zij persoonlijk gaan stemmen. Zij zijn
dus verplicht een keus tusschen twee
kwaden te doen het ééne kwaad is, dat
zij in de bevoegdheden van het gezins
hoofd treden, het andere dat zij land en
volk aan een staatkunde overleveren, die
in haar geheel met Gods openbaring
gebroken heeft. En dan dunkt ons de
keuze niet moeilijk van twee kwaden
kiezen wij altoos het minste.
Temeer zullen onze vrouwen tot deze
beslissing komen, omdat het treden in
de bevoegdheden van het gezinshoofd
zeer wel te ondervangen is. De publieke
stemming is geheim. Maar wat zou dit
voor een gezin zijn, waarin man en vrouw
ook die geheimdoererij toepasten in den
familiekring. Men moet elkaar in alle
dingen raden en steunen. Een Christelijke
vrouw zal in zulke gewichtige aangele
genheden, waarbij het landsbelang en de
eer van Gods Naam op publiek terrein
betrokken is, vooraf over de stemming
spreken. Blijkt er verschil van opinie te
bestaan, wat in ouze kringen wel zeldsn
zal voorkomen, dan zal zij zich als een
gehoorzame huisvrouw aan het oordeel
van het gezinshoofd onderwerpen, en
zelfs den schijn vermijden, alsof zij hem
uit zijn van God aangewezen positie wil
de verdringen".
Rede van Dr. J. de Groot, gehouden in
de Ned. Ilcrv. Kerk te Zaamslag,
5 Febr. 1920.
Na 't zingen van Ps. 122 1 en openings
woord van Ds. Vair Dis, begint Dr. De
Groot zijne lezing over zijn verblijf te
Jeruzalem.
Jeruzalem is thans een vuile, kleine,
oude, Oostersche bergstad met vervallen
huizen en verweerde muren.
Oudtijds zong de Israëliet met vreugde
in 't hartonze voeten staan in uwe
poorten, o Jeruzalem Ook heden ten
dage nog gaat er van de stad een be-
tooverende geheimzinnigheid uit. Daar
knielen de twijfelaars, de geleerden en
de ongeleerden.
Het kan niet worden ontkend, dat
men in Jeruzalem anders is, want bij
het aanschouwen van huizen en poorten
en torens: het herinnert u aan vreugde
en smart, roem en eer, maar ook aan
vervallen grootheid.
Stel u voor, dat we in den vroegen
morgen staan op den 814 M. hoogen
Olijfberg. Een grauw waas hangt over
heel de omgeving; in de ravijnen schijnt
het een paarse mist. Daar in 't Oosten
ziet ge blinken den waterspiegel van
de Doode Zee met daarachter het een
zame plateau van Moab en Amnion.
Noordelijk en Zuidelijk liggen in morgen
dauw de gelige heuvelen van Bethel en
Bethlehem, terwijl in 't Westen daar als
't ware aan de lucht hangt het oude
Jeruzalem, maar toch rustend op vasten
rotsbodem.
Tusschen koepels en minaretten, een
enkelen vierkanten toren, ziet ge zoo
hier en daar een eenzame cypres. Voor
u ligt daar de tempelplaats.
De opkomende oostersche zon, die de
bergen van Moab overgiet met haar
gqudglansen, raakt reeds de toppen der
torens en koepels van Jeruzalem. Weldra
ritselt het goud over daken en muren
en langzamerhand brandt het alles in de
felle zon.
Hier op den Olijfberg hebben we alleen
oog voor het machtig natuurtafereel.
We willen nu de stad bezoeken met
zijne vele en veelsoortige gebouwen
Joodsche synagogen, moskeeën, christe
lijke kerken. I11 dat middelpunt der
aarde is geschreven een stuk van uw
aller geschiedenis.
Vooraf wandelen we naar het oudste
Jeruzalem, de stad Davids, thans gelegen
teu zuiden van het tegenwoordige, maar
20 tot 30 M. onder den beganen grond.
Dat van Jezus' dagen ligt 8 tot 18 M.
onder den bodem.
Langs een moeilijk begaanbaar, steen
achtig pad gaan we naar beneden. Hier
links door dat kleine poortje ziet ge in
den hof van Gethsemané met ziju twee
oude oliifboomen. We zijn thans in het
Kedrondal met zijn vele graven, zoowel
van Joden als Mahomedanen.
Waarom hier zoovele graven? Het
houdt verband met de voorstelling van
het eindoordeel.
Volgens Mahomedaansche opvatting zal
God dan plaats neinen op Zijnen troon,
gefundeerd op de rots, waar eenmaal
het groote altaar van Salomo stond. Hij
zal vanuit één der steenen van Jeruza-
lems muur een draad spannen naar den
top van den Olijfberg. Hierover zullen
allen moeten wandelen. De Christenhon
den zullen na een paar treden storten
in het Kedrondal, den ingang van de
hel. De Mahomedaan daarentegen zal aan
weerszijden worden gesteund door een
Engel en zal weldra bei eiken den top
van den Olijfberg, den ingang van den
hemel.
De Jood wil hier begraven worden,
om, bij het uitspreken van het eindoor
deel ééu der eersten te zijn om te wor
den zalig gesproken.
We komen al voortgaande op de plek,
waar eenmaal de stad Davids lag, d.w.z.
ongeveer 20 M. onder onze voeten. Bij
de opgravingen wijst men u het graf vau
David, de oude muren uit den tijd van
Salomo, oude sarcophagen enz.
Er is uit dien tijd weinig bewaard.
Het meeste is verwoest, want Jeruzalem
is 37 maal belegerd geworden. Ook het
Jeruzalem uit Jezus' dagen stelt te leur.
't Ligt 10—20 M. onder den grond en
wat men u te aanschouwen geeft is moest
fantasie van de Roomsch-Katholieke
middeleeawsche overlevering.
We gaan nu door de Stephanuspoort
de stad binnen. Wat een armelijke in
druk krijgt ge. Vuile, vochtige straten,
smal en glibberig, zonder rioleering. 'tls
alles even doodsch. De vensters der
huizen zien uit op den binnenhof. Een
deur aan de straat geeft toegang.
Men onderscheidt in do stad vier
wijken de Mahommedaansche, de Jood
sche, de Armenische en de Frankische
of Christelijke wijk.
In de Mahommedaansche wijk behoort
tot de heilige plaatsen een groot plein,
300 X 500 M., door hooge muren om
geven, vroeger voor Christenen toegan
kelijk. Hier hebt ge u voorzichtig te
gedragen. Sinds het heilige land in 638
werd ingenomen, is alles Mahomedaansch.
In 't midden op een hoog terras ver
heft zich de bewonderenswaardige, blau
we Omarmoskee, een achthoekig betoo-
verend paleis, waaraan marmer en fay-
encewerk niet is gespaard, en waarboven
een matgrauwe koepel uitsteekt.
Bij 't betreden van deze Mahomedaan
sche kerk krijgt ge andero schoenen aan
de voeten. Wat een wonderlijke bouw
en wat geheimzinnige stemming heerscht
hier. Het schemerlicht valt door 48 veel
kleurige vensters. Ge gevoelt u als be
too verd. In 't midden ziet ge een rots
(18 X M.) door ijzeren traliewerk
omgeven. Op deze rots rustte eens het
brandofferaltaar van" Salomo. Dit is
het groote heiligdom.
Geen Europeaan mag dezp ruimte be
treden, (hoewel het driemaal door sluw
heid is gelukt). Eenmaal per jaar is de
burgemeester van Jeruzalem gerechtigd
met de aller heiligste schoenen aan de
rots te betreden en het stof aldaar te
verzamelen wat dienstig is voor het ge
nezen van oogziekten. Deze heilige rots
is de middelaar tusschen God en mensch
Zingen Ps. 68 8 en 10.
We verlaten de tempelplaats en ko
men op den Via dolorosa (dejlijdensweg
van Christus), die zich thans in de stad
bevindt. Hier ontmoet ge scharen van
Russische pelgrims, die in gruwelijk bij
geloof de steenen kussen, op den grond
gebeden prevelen, geld geven aan vage
bonden, die allerlei voorwerpen toonen
uit Jezus tijd, alles weerzinwekkend be
drog.
Door vuile, bochtige straten gaan we
naar de Grafkerk, een groot complex
van gebouwen en gebouwtjes, dat van
binnen erg tegenvalt, 'tls een doolhof
van gebouwen, waarin men steeds met
kaarsen voor verlichting rondloopt.
In deze kerk, die ontstaan is door in
den loop der eeuwen gebouwen en
kapellen bij te bouwen, wijst men u den
top van Golgotha (in Jezus' dagen lag
Jeruzalem veel zuidelijker) en. op 40 pas
afstand daarvan een apart gebouwtje in
den vorm van een kubus, 't ls afschuwe
lijk versierd met schilderijen, kaarsen,
marmer, goud en zilver.
In deze kapel is interessant te zien
het werkelijke(?) graf van Christus
't Is een z.g.n. bankgraf (2 X 0>64) in
de rots uitgehouwen, waarboven een
marmeren relief van den opgestanen
Heiland.
Deze plaats wordt ontheiligd door het
wolider van het heilige vuur. Op den
grooten sabbat komen duizenden pelgrims
hier samen. Nadat de vertegenwoordiger
van den Griekschen Patriarch de kapel
is binnengegaan en deze weer heeft
verlaten, wordt de kapel verzegeld. Een
indrukwekkende processie door de kerk
volgt, waarop de menigte zich weer
verzameld rond de kapel. De Patriarch
is binnengegaan en alles is weer gesloten.
Na lang toeven gaat een luikje open en
de Patriarch toont een groote brandende
kaars, die doqr vuur, uit den hemei
neergedaald, is ontstoken. De omstan
ders, allen in 't bezit van een kaars,
steken die aan door voorbij het luikje
te gaan, aan de bovengenoemde kaars.
Velen plaatsen die in een lantaarn en
nemen die mee naar huis om steeds,
door vernieuwing van kaarsen, heilig
vuur in huis te hebben. Anderen laten
ze branden tegen het sterven nadert.
Met ontzetting neemt ge kennis van
dit bijgeloof.
We wenden ons nu naar de Joodsche
wijk, waar 55,000 Joden wonen (Jeruza
lem 80,000 zielen). Hoewel dio het tal
rijkst zijn, geven toch de Mahomedanen
den toon aan. Zij zijn welvarend en bru
taal, terwijl de Joden zeer arm zijn. In
hun wijk schijnt het toppunt van vuilheid
bereikt. Op de straten liggen overal doode
honden, katten enz.zelfs een doode
ezel versperde onzen weg. 't Is alles even
ellendig en beklagenswaardig.
Het eenig belangrijke is in deze wijk
de joude klaagmuur, waar arme, ver
vuilde Joden hunne klaagliederen doen
hooren over het verval van stad en
tempel.
Zal Jeruzalem worden een specifiek
Joodsche stad? Sommige profetieën wij
zen er wel op en door de Zionistische
beweging komt ,er onder de Joden wel
weer een verlangen naar Jeiuzalem, niet
het minst ook door de uitlatingen van
den Engelschen minister Balfour over
het Joodsche vaderland, maar in de
naaste toekomst zal daar weinig van
worden verwezenlijkt. Jeruzalem is een
Mahomedaansche, eeq Arabische stad.
Engeland zal nooit toestaan, dat het den
Mahomedanen wordt ontnomen en den
Joden gegeven.
Het Zionisme, als politiek-cconomische
beweging, zonder religieus gevoel in
aanmerking te nemen, wil den Jood een
vaderland geven, waar hij, in politiek
opzicht, vrij zal zijn en veilig.
Maar de toekomst is in Gods hand.
Moge door het besprokene de kennis
van Jeruzalem zijn vermeerderd en daar
door de liefde aangewakkerd.
'tls een stad van vuilheid en ellende,
maar ook van wondere kleuren, 011 ook
wij zeggen met den IsraëlietEer ver
geet mijn rechterhand zichzolve, dan dat
ik Jeruzalem vergete.
Na een slotwoord van Ds. Van Dis,
het zingen van Ps. 72 11, ging Dr. De
Groot in dankzegging voor.
TER NEUZEN, 10 Februari 1920.
Do Collecte bij gelegenheid van de
preekbeurt door den heer Lauwers ge
houden in de Geref. Kerk op Zondag S
Februari bedroeg f387 en 70 fr. 85
Nagift f 10 114 fr. 50
f 10 100 fr.
f418 en 2S5 fr. 35.
Er waren ruim 1200 menschen in de
kerk.
Sedert de vorige opgave is bij den
Penningmeester van het, Ter Neuzensch
comité tot leniging van den nood te
Weonen ingekomen een bedrag van vijf
tig gulden van Martin Gilde Jr. en J.
C. Gilde te Yakima, Washington, U.S.A.
Naar „Zei." meldt wordt met de
Belgische postadminstratie overleg ge
pleegd omtrent do heropening van het
postvervoer op de lijn Mecheien—Ter
Neuzen, zoodat vermoedelijk binnenkort
de directe correspondent tusschen eeni
ge Nederlandsche en Belgische kantoren
over deze lijn weer zal worden hersteld.
*Zaams!ay. Zaterdagavond hield de
Gereformeerde Schoolvereen. hare jaar
vergadering, die door 90 leden was
bezocht.
Na de gewone werkzaamheden lever
den penningmeester en secretaris hunne
jaarverslagen.
De aftredende bestuursleden J. P,
Geelhoedt, J. Riemens, W. Dekker en
K. de Koeijer werden herkozen, terwijl
in de vacature, ontstaan door het over
lijden van C. Herrebout wordt gekozen
C. Missu.
Men besloot nog een ouderavond te
organiseeren.
Vreemde Woorden. Verleden
week las een vrouw in een krant, dat
een Russisch pelgrim de reis naar Jeru
zalem te voet had afgelegd, zonder van
vehikels gebruik te maken.
In een gesprek tegen haar man verteldo
ze, dat de pelgrim op zijn lange reis
heelemaaal niet gegeten had.
(Hij had zijn broodkaart zeker verge
ten.)
De Gereform. Jongedocht. Vereen,
alhier heeft zich bereid verklaard tot
en zal deze week beginnen met het
maken van onderkleeding voordeWeen-
sclie kinderen, die men binnen enkele
weken hier verwacht.
Voor het comité van winterlezingen
zal D. V. op 17 Maart nog optreden Ds.
Berkhof van Utrecht met het onderwerp
„Het socialisme een volksmisleiding".
Hulst. Naar we vernemen zullen op 1
September a.s. te Hulst worden geopend
een R.K. Hoogere Burgerschool met
vijfjarigen cursus
een R.K. Middelbare Landbouwschool
en
een R.K. Middelbare Handelsdagschool.
Oostburg. Alhier is in de Gereformeerde
Kerk beroepen als herder en leeraar,
de heer B. Hagenaar, Theol. Cand. te
Arnhem.
Goes. Er is te Bergen op Zoom een
geval van slaapziekte geconstateerd bij
de 21 jarige bruid van den heer K. alhier.
Reeds Smeer dan een week slaapt de
paliente- en wordt kunstmatig gevoed.
(De Zeeuw).
Zitting van 29 Jan. 1920.
(Vervolg).
Voorzitter De edelachtbare heer J.
Iluizinga.
Aanwezig alle leden, behalve de heeren
de Meijer en Geensen.
De heer Scheele betuigt er zijn spijt
over dat nu weer een belangrijke uitgave
is gedaan, zonder dat de middelen voor
dekking zijn aangewezen. Waarom is
de Financieele Commissie genegeerd
Spr. ziet hierin aanleiding to bedanken
als lid dier Commissie.
De Voorzitter zegt, dat het de bedoe
ling niet geweest is, de Commissie te
passeerea. We moeten echter een nieuwe
ambtenaar hebben, en zal dat lukken,
dan moeten we tegen verhoogd salaris
kunnen oproepen. Overigens stellen burg.
en weth. de voorlichting der Commissie
op hoogen prijs, hetgeen blijkt uit de
vele vergaderingen in zake den II.Omslag.
De heer Scheele: Juist, mijnheer de
Voorzitter Toen het er 0111 te doen was
zooveel mogelijk uit, de zakken der inge
zetenen te kloppen.
De VoorzitterDaaraan moeten we
toch allen meewerken
De heer Scheele Maar als 't er om
gaat de centen uit te geven, dan hebben
burg. en weth. de voorlichting der
Commissie niet noodig.
De VoorzitterBlijft u bij uw- voor
nemen tot bedanken
Du heer Scheele: Ja!
9. Voorstel van burg. en weth. om
de jaarwedden van burgemeester en
secretaris te verheugen.