Uit de Provincie.
Gemeenteraad van Ier Neuzen.
mijding van alle reactionair zedelijkheids-
gefemel, ware kuischheid bloeien.
In Duitschland kwam de vrijheid.
Toen de revolutie losbrak.
Iloe hooggestemd waren de grootsche
verwachtingen
De „Vorwarts" vangt aldus het artikel
aan „Een verademing ging 12 Novem
ber 1918 door de rijen der vrij-denken-
den, toen de wet de censuur ophief,
Vrij van iederen band, vrij van alle amb
telijke voogdij, zouden kunst, literatuur
cn pers als de phoenix uit de asch ver
rijzen en, de gouden vrijheidszon tegen-
wenkend, komen op een hoogte, die elk
naar cultuur dorstige als ideaal voor
oogen zweefde".
Zoo ging men de toekomst tegemoet.
Anders liep het in de werkelijkheid.
Hoort weer de „Vorwarts „Kras ego
isme, brutale uitbuiting en teugellooze
speculatie op de laagste menschelijke
hartstochten hebben ten gevolge van den
oorlog op de vrijheidsontwikkeling hun
stempel gedrukt. En nergens heeft de
ze ontwikkeling slechter vormen aange
nomen dan in de film".
„Om het maar eerlijk te zeggen, het
was schrikbarend te zien welk eene massa
vuil op zulk eene beeldvertooning kan
worden saamgebracht. De gedachte, dat
een deel van deze misproducten aan on
rijpe en nog niet ontwikkelde menschen
werd voorgezet, moet menigmaal het
bloed van schaamte naar het hoofd doen
stijgen. Een ergere vergiftiging van de
ziel, als door deze beelden wordt verwekt,
is eenvoudig niet te bedenken".
Zoo uit de „Vorwarts" zich letterlijk
en het blad verontschuldigt zich verder,
dat men noch zodeprediker, noch moraal
leeraar behoeft te zijn, zonder dat men
zwijnerijentoelaat.
„In welke zedelijke verwildering"
vraagt het blad verder „moeten de
menschen verkeereu, die naar dergelijke
voorstellingen tijgen".
En dan wordt verder met ernst be
toogd, dat zonder censuur niet mag wor
den voortgegaan en de Overheid als
rechter moet optreden.
Wij wilden wel, dat „Het Volk" ten
onzent dit geruchtmakende artikel eens
in zijn geheel overnam.
Ook in Nederland worden zedelooze
stukken in film en schouwburgzaal be
nauwend veel vertoond.
Maar al te velen, onder de miaste
geestverwanten van „Vorwarts" en
„Volk" zijn bevreesd dat zij door het
oefenen van keur de heilige vrijheid aan
randen.
Het klemmend opstel van de „Vor
warts" kan hen van die vrees radicaal
'genezen. („Rotterd.").
TER NEUZEN, 3 Februari 1920.
Vrijdagavond trad namens het Comité
voor Winterlezingen in de Geref. Kerk
op Dr. Bouma van Haarlemmermeer,
met liet onderwerp: „De Ziener van het
wereldrijk".
In onzen tijd, aldus de spreker
treedt de idee van de macht op den
voorgrond. De wereldoorlog is dan ook
afgebroken, niet volstreden. We zullen
banger dagen nog beleven, zooals Gods
Woord ons voorspelt. Vooral Daniël
spreekt er van. Spraken Jeremia en
Ezechiël vooral tot het volk, Daniël
predikte 70 jaar aan 't hof van machtige
koningen het: „God regeert. Hij heeft
alle macht."
Daniël is ook de ziener van bet wereld
rijk. Vooral hoofdstuk 2 en 7 zijn merk
waardig. Vier maal zien we er in ge-
teekend een grijpen naar de wereldmacht.
Ook in hoofdst. 7. Uit de kokende en
woedende (volkeren-)zee, komen op de
gevleugelde leeuw, de sterke beer, de
vlugge panter en een gruwelijk monster,
dat alles vertreedt.
Een engel legt uit, dat hier geteekend
wordt een viervoudige poging om de
wereldmacht te veroveren. De stuw
kracht, waardoor de 4 diereu opkomen,
is het streden des duivels naar de wereld
heerschappij. Drie keer zal dit streven
mislukken de vierde maal zal het ge
lukken. Het wereldrijk komt dus. Geen
volkerenbond zal dat zijn, maar een
eenheidsstaat met één heerscher aan 't
hoofd.
Heel de wereldhistorie wordt be-
heerscht, door dat pogen de wereldmacht
te grijpen. Van beneden werkt de kracht
des duivels, van boven werkt God de
toekomst van Zijn vrederijk.
Dit is niet toevallig zoo. Het ligt in
de scheppingsordinantie. Allen moegten
zich buigen voor één Koningvoor God.
Toen kwam de zonde. Dat is de revo
lutie, verzet tegen Gods Koningschap.
Sindsdien is de duivel bezig de wereld
macht te grijpen. En zijn kans scheen
schoon. Maar God gaf reeds aanstonds
de moederbelofte, kondigde strijd aan.
Tegen het zaad der slang, het zaad der
vrouw. Zóó zag ook Daniël het. Somber
was zijn tijd. Jeruzalem verwoest, het
volk des Heeren in ballingschap. En
tóch zag Daniël Gods wereldrijk komen.
Onze tijd is ook een bange. Ongeloof,
zonde, revolutie vieren hoogtij. Alles
kookt en bruist. De toekomst vau Gods
rijk schijnt onmogelijk. Maar laat ons
daarom Daniëls boek veel lezen.
Het Babylonisch rijk ging voorbij.
Het Perzische en Grieksche eveneens.
Het vierde was niet dat der Romeinen,
't moet nog komen. In onze dagen is
het vierde dier, het monster bezig op
te klimmen uit de volkerenzee. De
teekenen zijn duidelijk. Het dier draagt
10 hoornen. Eenheid is er ook nu nog
nieter zijn nog verschillende groote
mogendheden. Maar tusschen de 10
komt één kleine hoorn op. Zinnebeeld
van macht. Deze verdringt de groote
hoornen. Zoo zal het ook straks gaan.
Als de groote mogendheden elkaar ver
nielen, zal een kleine staat opkomen,
machtiger worden, allen overwinnen, de
wereld beheerschen.
Welk land dit zal zijn? De Bijbel zegt
het ons niet. Wel weten we, dat het
geen der groote mogendheden zal zijn.
Integendeel, zal het een der kleine staten
wezen. Dat dit best mogelijk is, bewijst
het voorbeeld van Japan. Voor 50 jaar
niet meetellend, heeft het gebruik ge
maakt van den oorlog, en is een der
wereldmachten geworden.
Wie de koning zal zijn Niet de duivel.
De kleine hoorn heeft menschenoogen,
en spreekt groote en godslasterlijke
dingen. Een mensch, de zoon des ver-
derfs (2 Thess. 2) zal de beheerscher
van het wereldrijk worden. De Anti-
Christ, een genie, de oppermeusch.
De komst van dezen mensch der zonde,
dezen wereldbeheerscher wordt voorbe
reid door twee middelen. Door groeiende
macht. En gaat thans niet de eenling
onder. Trekken volkerenbond, trusts,
coöperaties en organisaties niet veel
macht aan zich De idee van de wereld
macht groeit.
Groeiende goddeloosheid is het tweede
middel, waardoor de komst van den
Anti-Christ wordt voorbereid. De droom
van Nebukadnezar voorspelde dat reeds.
Na het gouden rijk kwam dat van zilver,
daarna dat van koper, eindelijk dat van
ijzer. Dit wijst niet op afnemende macht,
maar wel op toenemende zonde en zede
lijk verval.
De koning zal drie middelen tot zijn
dienst hebben om z'n macht te grond
vesten en te handhaven. (Daniël 11). De
oorlog, zal worden gediend als een God
schatten en menschen zullen hem ten
offer worden gebracht. Het intellect
(vernuft), uitvindingen, alle kennen en
kunnen zal hem ten dienste staan. Be-
denaarskunst, de scharen meesleepend
en verleidend door godslasterlijke taal.
Die toekomst gaan we tegen, en toch,
ziende op Gods beloften, zingen we wel
gemoed Psalm 89 8.
Hoe zal het in dien dag met 's Heeren
gemeente zijn Dit zegt ons Daniël 8,
9 en 11. 'tis met Daniëls visioenen als
met een man, die door een verrekijker
ziet. Eerst ziet hij 't geheel, de groote
lijnen. Maar als de hand tot rust .komt
en het oog vast ziet, dan schouwt hij de
deelen.
In hoofdstuk 8 ziet Daniël een ram
met 2 hoornen. (Het Perzische Rijk).
Daarna komt er een bok, (het Grieksche
Rijk), die de ram vernield. Maar zijn
hoorn breekt af. Er komen er echter
vier voor in de plaats, 't Grieksche Rijk
viel in 4 deelen uiteen. Maar een kleine
hoorn verdringt de vier. Dat is Antiochus
Epifanes, de wreede onderdrukker van
Gods volk, de ontheiliger van den tempel.
Echter hebben we ook hier weer 't
beeld van den Anti-Christ.
Zijn rijk zal zijn eon rijk vau leugen.
De waarheid wordt ter aarde geworpen.
Op de begeerte der vrouwen zal hij geen
acht geven. Alle liefde zal worden ge
bannen. Het egoïsme zal ten top stijgen.
De koning zal groot zijn tegen de sterren
des hemels (do geloovigen). Do leeraars
zullen vallen, gedood worden. De geloo
vigen verdrukt; de godsdienst belem
merd. Wie het teeken van het beest niet
heeft, zal niet mogen koopen en ver-
koopen. Het beest zal dronken woiden
van het bloed der heiligen, 't Zal een
ontzettende tijd zijn.
Hoe lang dat zal duren Daniël zegt
70 weken, hier periodes. Zeven weken
tot de komst van Christus; 62 tot de
Kerk gebouwd is en 't Woord overal ge
bracht en daarna de laatste week van
den Anti-Christ. Hii zal dan een sterk
verbond maken. Een tijd, en twee tijden
en een halve tijd zal het duren. Dus een
halve week (periode). Als hij tot 't top
punt van z'n kracht is gekomen, zal voor
zijn rijk uit is, God hem plotseling ver
breken. Als de geloovigen uit den drang
huns harten zingen
„Geeft 't wild gediert, dat niets in
['t woen ontziet,
De ziele van uw tortelduif niet over",
dan zal het einde zijn.
Daniël heeft 70 jaar aan het hof der
koningen, die meendeD, dat zij de wereld
macht hadden gewonnen, gepredikt, dat
God rechter en heerscher is.
Ook in onze dagen wordt de komst
van Gods koninkrijk voorbereid. Hemel-
sche machten werken daaraan. In Daniël
10 lezen we dat Daniël 3 weken vastte
om te bidden voor zijn volk. Toen kwam
een engel bij hem en zegt tegen Daniël,
dat hij reeds vanaf den eersten dag van
Daniëls vasten, gestreden heeft tegen den
vorst van Perzië. Drie weken heeft do
engel in de Raadszaal van den koning
van Perzië gestreden tegen den vorst
van Perzië. Deze vorst van Perzië is een
der machtigste duivelen, die de helsche
belangen moet behartigen tegenover Gods
volk, dat in Perzië verdrukt werd. 't Ging
in de raadszaal des konings voor of tegen
de vrijlating. De vorst van Perzië spoorde
de tegenstanders aan, de engel gaf de
voorstanders van Israëls vrijlating argu
menten. Tenslotte kwam Michaël de strijd
beslissen. Zoo blijkt uit dit hoofdstuk
van Daniël, dat de engelen strijden voor
Gods volk en voor Zijn rijk,
Daniël heeft ook den einddag gezien.
In de wolken zag hij een troon met vuur
omringd. De rollen werden geopend het
beest verdelgd, 't Gericht, vaagt de chaos
weg, stilt de beroering. Op de troon
klimt het Lam. Immanuel heerscht als
wereldkoning voor al zijn oriderdaden.
Dan trekt, de Middelaar met zijn volk,
het fel-geprangde, gesarde en benauwde,
maar nu verloste volk de stad der paarlen
poorten binnen. Dan wordt de strijdhelm
verwisselt voor de gloriekroon liet reis
kleed voor het feestkleed het zwaard
voor de harp. Dan schalt het lied van
Mozes en het Lam als een stem van
vele wateren. Dat is de schoone toekomst
van Gods volk. Gods engelenschaar, Im
manuel worstelt voor ons. En Hem is de
toekomst. Geve dat ons moed en betrou
wen.
Deze keurige rede werd door een zeer
talrijk publiek met stille aandacht aan
gehoord. De tweede lezing is zeer ge
slaagd.
Ter voorkoming van mogelijke mis
verstanden wijst het bestuur van het
Ter Neuzensch Comité er nog eens na
drukkelijk op, dat de kindoren reeds in
Weenen hun bestemming krijgen, dus
niet door het Ter Neuzensch Comité
worden toegewezen. Zoomin als de aan
staande pleegouders weet het Comité
van te voren voor wie kindereu zullen
aankomen. Het kan daarnaar slechts
gissen in verband met de volgorde,
waarin de aanvragen zijn gedaan.
Verder diene men in 't oog te houden,
dat in Weenen meerdere Comité's zich
met de uitzending van kinderen belasten
en dat ouders hun kinderen bij ver
schillende Comités laten inschrijven. Zoo
kan het voorkomen dat op de datum
van vertrek van een groep kinderen
naar Nederland, blijkt dat een of meer
der kinderen reeds door 'n ander Comité
uitgezonden zijn.
Het bestuur verzoekt pleegouders, die
eenigszins lastig zitten met de kleeding
van het hun toegewezen kind, hiervan
kennis te geven aan een der onderstaande
dames: Mej. de Smidt, Mevr. v. d. Moer,
Mevr. Manikus en Mevr, v. Dalen, die
de kinderen van tijd tot lijd zullen be
zoeken.
Tenslotte 'spreekt het bestuur zijn
hartelijken dank uit aan do doctoren,
dames en padvinders, voor hun zeer
gewaardeerde hulp.
De bij-bouw en verbouwing aan de
Chr. school, Jozinastraat, alhier, is ge
gund voor f 26980,— aan de heeren
Leunis, Oosldijk, Van Duijse, Verlinde,
Iloebé en Kool van Sluiskil, dus over
de 5 perceelen verdeeld.
"Zaamslag. Maandag hield de heer
Pontier, ambtenaar bij deu Raad van
Arbeid te Middelburg in het hotel van
den heer Do Reg.t, des middags voor
werkgevers en des avonds voor werkne
mers een lezing over de Invaliditeits-en
Ouderdomswet.
Van de gelegenheid om vragen te stel
len maakten verschillende personen ge
bruik. Uit de besprekingen bleek, dat
het wenschelijk is te handelen, zooals
de wet eischt, om processen te voorko
men. Vast staat nu reeds, dat belang
rijke wijzigingen aanslaande zijn.
Maandagavond is hier de eerste
vergadering gehouden, om te komen tot
het oprichten van een afdeeling van den
Vrij willigen Landstorm.
Omtrent den diefstal van een par
tij afgewerkt vlas bij den handelaar C.
II. kan worden meegedeeld, dat men
een paar personen van Sluiskil op het
spoor is.
„Niet be roepbaa r".
Do classis Axel der Geref. Kerken
heeft besloten „in het vervolg voor het
praeparatoir examen geen buitengewone
vergadering te houden wanneer de can-
didaat zich toch voorloopig niet beroep
baar stelt."
We vermoeden, dat de scriba het
classis-besluit niet woordelijk zal hebben
weergegeven. Want de uitdrukking is
niet geheel juist, 't Is niet de candidaat
die zich al dan niet beroepbaar stelt.
De classis kan hem beroepbaar stellen
en de candidaat kan dan besluiten voor
loopig geen beroep in overweging te
nemen.
Met ingang van 1 Febr. a.s. is be
noemd tot hoofd der R. K. school ie
Axel de heer P. de Kort, thans onder
wijzer aan die school.
Woensdag werd te Axel een heng-
stenkeuring gehouden, die door vele
vreemdelingen werd bijgewoond. Er wa
ren vele prachtexemplaren bij. Voorge
bracht werden 53 hengsten, waarvan er
slechts 20 werden goedgekeurd.
Woensdagavond waren te Axel om
zeven uur alle winkels gesloten, aange
zien in den gemeenteraad erop aange
drongen was de verordening op de win
kelsluiting beter na te leven én de politie
was aangezegd, nauwkeurig na te gaan
of er geen overtredingen plaats hadden.
Tot heden werd er niet op gelet, of de
winkels na dien tijd nog verlicht waren.
Hontenisse. In deze gemeente begint
de Spaanscho griep weer op ernstige
wijze te heerschen.
Er zijn huisgezinnen, waar man, vrouw
en alle kinderen te bed liggen.
Een landbouwer te Boschkapelle
trof op een zijner akkers twee hem on
bekende personen aan, die met behulp
van een hondje aan het, mollenvangen
waren.
Toen zij een paar dezer thans waarde
volle diertjes hadden bemachtigd, gingen
zij naar hunne fietsen, op een waarvan
een mandje was het deksel ervan werd
opgelicht, men gaf een klein teeken,
hondje sprong er in, het deksel viel
dicht, en men reed weg.
Onze pelsjagers waren twee heusche
Friezen, die in Zeeland een goed jacht
veld dachten te vinden.
Zitting van 29 Jan. 1920.
VoorzitterDe edelachtbare heer J.
Iluizinga.
Aanwezig alle leden, behalve de heeren
de Meijer en Geensen.
1. De Voorz. wenscht op deze eerste
vergadering in het nieuwe jaar den leden
geluk en voorspoed, zoowel voor hun
particulier en gezinsleven als in hun taak
als raadslid.
De toestand in onze gemeente vertoont,
wat betreft de binnenscheepvaart eenige
opleving. Toch is het nog verre van
rooskleuring. De landbouw, die jaren van
bloei achter zich heeft, wordt door een
crisis bedreigd. Overleg met de regeering
betreffende uitvoer van producten zal
noodig zijn. Overigens heerscht er in
Ter Neuzen betrekkelijke welvaart. Als
Raad wacht ons een belangrijke taak.
Veel is reeds in voorbereiding, dat u
straks zal worden voorgelegd. Als we
eensgezind werken, zal er onder Gods
zegen vruchtbaar werken mogelijk zijn.
2. De notulen worden vastgesteld.
De heer Nolson maakt burg. en weth.
een complimentje over de stukken. Hij
hoopt, dat het zoo mag blijven.
De Voorz. zegt, dat het voorloopig als
proef wordt gedaan. Dan kunnen de
leden na opgave der kosten, beslissen of
ze het drukken der stukken willen be
stendigen.
3. Ingekomen stukken.
a. Bericht van Gedep. Staten, waarbij
het aantal voor subsidie geldende uren
voor herhalingsonderwijs wordt vastge
steld op 1536 in het jaar.
b. Bericht van A. van Aerde, te
Sluiskil, P. vau Cadsand, F. Dieieman,
M. Riemens, P. M. C. van Sprang en G.
B. DuikerBlekkink te Ter Neuzen, dat
zij hun benoeming als lid van het Burg.
Armbestuur aannemen.
c. Idem van G. F. Kohier, dat hij zijn
benoeming tot leider van het handelshér-
halingsouderwijs aanneemt.
d. Dankbetuiging van J. v. d. Hagen
Nijssen voor verhoogiug barer jaarwedde.
e. Goedkeuring van Gedep. Staten
van de vastgestelde huurwaarde der
vrije woningen van de hoofden der O. L.
Scholen.
f. Idem van het raadsbesluit tot aan
koop 3 N. W. S. groot f2100,
g. Verklaring N. V. Nationale Bank-
vereeniging, dat zij de voorwaarden onder
welke een luifel en koekoek mogén
worden gemaakt aan haar gebouw in de
Nieuwstraat, aanvaardt.
h. Een adres van wed. G. J. Goethals
O 119 te Driewegen, om op Nieuwjaars
dag en de Pinksterdagen haar alleen
verlof te geven op Driewegen en Zwaantje
dansmuziek te geven.
Al deze ingekomen stukken worden
voor kennisgeving ingetrokken.
i Een motie der gemeente Smallinger-
land, waarbij de wenschelijkheid wordt
uitgesproken, dat het Rijk minstens
50 van het bedrag der bezoldigingen
van burgemeester en secretaris betaalt.
De heer Scheole voelt hier niet veel
voor. Hij ziet er slechts in een verleg
ging van de belasting van de gemeente
naar bet, Rijk. Als het Rijk in dezen
zin handelt, verwacht spreker, dat de
salarissen wel zooveel zullen klimmen,
dat de gemeente toch nog evenveel
betaalt. Spr. ziet er voor de gemeente
geen financieel belang in.
Besloten wordt instemming met de
motie te betuigen.
j. Verzoek van J. F. de Cooker, om
ontslag als controleur bij het levens
middelen bureau ingaande 1 Febr. 1920.
De heer de Jager: Er tVordt nu zeker
geen nieuwe titularis benoemd
De Voorzitter. Neen, misschien bij het
uitreiken van de broodkaarten, een tijde
lijke een paar dagen.
De heer SchedeBij ontslag werd
aan de distributie ambtenaren drie mud.
salaris gegeven. Geldt dat hier ook?
De Voorz.: Neen, de Cooker gaat over
in een gemceutebetrekking, en .wordt
dus niet werkeloos.
De heer Hamelink is het hiermee
eens. De Cocker vraagt zelf ontslag.
k. Bericht van Gedep. Staten, dat de
beslissing betreffende de begrooting wordt
verdaagd tot 1 April 1920.
De lieer Hamelink |/egt, dat de aan
slagbiljetten, die met Mei moeten worden
betaald, nog niet zijn uitgereikt. Dat is
een renteverlies voor de gemeente. En
de menschen kunnen over 't algemeen
's zomers beter betalen. Omdat we geen
invloed op Ged. Staten kunnen oefenen,
zou spr., waar hij 't volgend jaar weer
't zelfde voorziet, voorloopige aanslag
biljetten willen.
De Voorz. zegt, dat er dit jaar niets
meer aan te doen is. B. en W. willen
't wel overwegen voor de toekomst.
De heer Nolson is niet voor voorloo
pige biljetten. Dat geeft verwarring.
Wel voelt hij voor betaling in meerdere
termijnen.
De heer HamelinkEr zou op het
voorloopig biljet b.v. 3/4 van de vorige
aanslag kunnen staan. Daarop zijn geen
reclames mogelijk. En voor de gemeente,
die nu altijd moet leenen en kasgeld
opnemen, is 't voordeeliger.
De Voorz. zegt overweging toe.
I. Aaugehouden, wegens afwezigheid
van den heer v. Hasselt.
m. Goedkeuring door Ged. Staten
van de uitgifte van grond in erfpacht
aan A. J. Bliek.
n. Idem aan C. L. Verhage en G. Dung.
o. Verslag der Commissie tot Wering
van schoolverzuim.
Mevr. Duiker zect, dat hieruit blijkt,
dat er kinderleed wordt geleden. Voor
ziening is urgent. Kan in de volgende
vergadering worden gehandeld over
schoolvoeding en kleeding?
De Voorz.Niet in de eerstvolgende
dan krijgen we de rapporten betreffende
de Centrale. De daaraanvolgende zullen
we het op de agenda zetten.
p. Bericht van Gedep. Staten, dat
alleen ambtenaren die minder dan f3000
verdienen, voor uitkeering van een maand
extra salaris in aanmerking kunnen ko
men. Burgemeester en secretaris vallen
er dus buiten. Voor kennisgeving aange
nomen.
q. Adres van M. P. van Eerdenburgh,
echlgonoote van P. H. Wicckhorst, café- j
houdster te Ter Neuzen, om weer verlof
tot het maken vair muziek te mogen
hebben. Aangenomen voor kennisgeving.
4. Onteigenen van domeingrond in
het belang der volkshuisvesting. Aange
nomen.
5. Voorstel lot het in opstal aanvaar
den van te onteigenen domeingrond.
Aangenomen.
6. Voorstel lot het aanvaarden uit
's Rijkskas en te verleenen aan de ver-
eeniging „Werkmansbelang" van een
voorschot en bijdrage voor den bouw van
32 arbeiderswoningen.
De heer Nolson dringt aan op streng
toezicht bij de bouw. Do vorige maal
liet dat te wenschen over. Als de archi-1
tecten het te druk hebben, laten burg.
en weth. dan zorgen voor toezicht.
De heer Flamelink zou in de bestek
ken willen hebben, dat de plaatselijk
geldende loonen moeten worden betaald
en dat art. 1638 c en d niet uitgescha
keld mogen worden. We voorkomen daar
door werkeloosheid. En behoeven dan
minder uitkeering te geven. Voor de
aannemers is het ook beter die kunnen
dan concurreeren met lui van buiten.
De heer Colsen is het met Hamelink
eens. Hij had het ook ter sprake willen
brengen. Hij zon willen, dat in het be
stek stond, dat voor alle -niet-vakwer.lt
bewoners van Ter Neuzen moeten wor
den genomen.
De Voorzitter zegt, dat het Bestuur
der Voreeniging met de opzichters over
eengekomen is, dat deze op bepaalde
tijden op het werk moeten zijn. Ook
zal toezicht worden gehouden op de be
reiding van de grondstoffen. Zoo hopen
we gewrijwaard te blijven voor verkeerde
dingen.
YVat betreft het te werk stellen van
inwoners van Neuzen, zal spr. het Be
stuur met de geopperde wenschen in
kennis stellen. Er is echter veel werk
op bouwgebied, en dan zijn de geschoolde
krachten vaak schaarse!).
Raad en Bestuur der Vereeniging
kunnen aan nakoming van art. 1638een
d weinig doen, als de arbeiders zelf niet
meewerken. Soms leekeuen deze afwij
kende verklaringen en missen daardoor
alle voordeelen. Wel wil het bestuur
letten op de belangen der arbeiders.
De organisaties moeten echter vooral op
deze dingen letten.
De heer Hamelink is niet bevredigd.
De Voorz. geeft wel de noodzakelijkheid
toe. Arbeiders, die geen werk hebben,
doeg soms veel om dat te krijgen. Dat
is wel verkeerd, maar te begrijpen. Laten
burg. en weth. nu bepalen, dat afwijking
van art. 1638 niet geoorloofd is, ook al
zouden de arbeiders het wenschen. Even
eons wenscht spr. dat bepaald worde,
dat niet beneden de plaatselijke loon-
standaard gegaan mag worden.
De lieer Nolson wil dit niet vastleggen
in het bestek. Laten burg. en weth. j
algemeene voorwaarden vaststellen, wim
op werken door de gemeente aanbesteed
of*, door gesubsidieerde Vereenigingen,
uitgevoerd moeten worden.
De Voorzitter is het hiermee eens.
Dat geldt dan voor allo gevallen. Bij
deze aanbesteding kan er reeds mee
gerekend worden.
De heer Hamelink is tegen uitstel.
Er zijn telkens misstanden.
De Voorz. zegt toe, er mee te willen
rekenen.
7. Voorstel tot het verleenen eencr
bijdrage voor het bouwen van midden
standswoningen en liet aanvragen van
een subsidie uit 's Rijkskas ten behoeve
der Woningbouw vereeniging.
De heer de Jager zegt, dat er per
advertentie gegadigden worden opgeroe
pen. Officieel was er dus blijkbaar van
woninggebrek niets gebleken. Nu heb
ben zich enkele opgegeven, 't Valt blijk
baar niet mee. In de vorige vergadering
is jin beginsel besloten tot bouw. Nu
blijkt, dat er 6 °/o rente moet betaald
worden. De rekening is dus niet zuiver
meer. Daar komt bij dat we niet weten,
hoe het maatschappelijk leven zich zal