Uit de Provincie. Gemeenteraad van Ier Neuzen. mijding van alle reactionair zedelijkheids- gefemel, ware kuischheid bloeien. In Duitschland kwam de vrijheid. Toen de revolutie losbrak. Iloe hooggestemd waren de grootsche verwachtingen De „Vorwarts" vangt aldus het artikel aan „Een verademing ging 12 Novem ber 1918 door de rijen der vrij-denken- den, toen de wet de censuur ophief, Vrij van iederen band, vrij van alle amb telijke voogdij, zouden kunst, literatuur cn pers als de phoenix uit de asch ver rijzen en, de gouden vrijheidszon tegen- wenkend, komen op een hoogte, die elk naar cultuur dorstige als ideaal voor oogen zweefde". Zoo ging men de toekomst tegemoet. Anders liep het in de werkelijkheid. Hoort weer de „Vorwarts „Kras ego isme, brutale uitbuiting en teugellooze speculatie op de laagste menschelijke hartstochten hebben ten gevolge van den oorlog op de vrijheidsontwikkeling hun stempel gedrukt. En nergens heeft de ze ontwikkeling slechter vormen aange nomen dan in de film". „Om het maar eerlijk te zeggen, het was schrikbarend te zien welk eene massa vuil op zulk eene beeldvertooning kan worden saamgebracht. De gedachte, dat een deel van deze misproducten aan on rijpe en nog niet ontwikkelde menschen werd voorgezet, moet menigmaal het bloed van schaamte naar het hoofd doen stijgen. Een ergere vergiftiging van de ziel, als door deze beelden wordt verwekt, is eenvoudig niet te bedenken". Zoo uit de „Vorwarts" zich letterlijk en het blad verontschuldigt zich verder, dat men noch zodeprediker, noch moraal leeraar behoeft te zijn, zonder dat men zwijnerijentoelaat. „In welke zedelijke verwildering" vraagt het blad verder „moeten de menschen verkeereu, die naar dergelijke voorstellingen tijgen". En dan wordt verder met ernst be toogd, dat zonder censuur niet mag wor den voortgegaan en de Overheid als rechter moet optreden. Wij wilden wel, dat „Het Volk" ten onzent dit geruchtmakende artikel eens in zijn geheel overnam. Ook in Nederland worden zedelooze stukken in film en schouwburgzaal be nauwend veel vertoond. Maar al te velen, onder de miaste geestverwanten van „Vorwarts" en „Volk" zijn bevreesd dat zij door het oefenen van keur de heilige vrijheid aan randen. Het klemmend opstel van de „Vor warts" kan hen van die vrees radicaal 'genezen. („Rotterd."). TER NEUZEN, 3 Februari 1920. Vrijdagavond trad namens het Comité voor Winterlezingen in de Geref. Kerk op Dr. Bouma van Haarlemmermeer, met liet onderwerp: „De Ziener van het wereldrijk". In onzen tijd, aldus de spreker treedt de idee van de macht op den voorgrond. De wereldoorlog is dan ook afgebroken, niet volstreden. We zullen banger dagen nog beleven, zooals Gods Woord ons voorspelt. Vooral Daniël spreekt er van. Spraken Jeremia en Ezechiël vooral tot het volk, Daniël predikte 70 jaar aan 't hof van machtige koningen het: „God regeert. Hij heeft alle macht." Daniël is ook de ziener van bet wereld rijk. Vooral hoofdstuk 2 en 7 zijn merk waardig. Vier maal zien we er in ge- teekend een grijpen naar de wereldmacht. Ook in hoofdst. 7. Uit de kokende en woedende (volkeren-)zee, komen op de gevleugelde leeuw, de sterke beer, de vlugge panter en een gruwelijk monster, dat alles vertreedt. Een engel legt uit, dat hier geteekend wordt een viervoudige poging om de wereldmacht te veroveren. De stuw kracht, waardoor de 4 diereu opkomen, is het streden des duivels naar de wereld heerschappij. Drie keer zal dit streven mislukken de vierde maal zal het ge lukken. Het wereldrijk komt dus. Geen volkerenbond zal dat zijn, maar een eenheidsstaat met één heerscher aan 't hoofd. Heel de wereldhistorie wordt be- heerscht, door dat pogen de wereldmacht te grijpen. Van beneden werkt de kracht des duivels, van boven werkt God de toekomst van Zijn vrederijk. Dit is niet toevallig zoo. Het ligt in de scheppingsordinantie. Allen moegten zich buigen voor één Koningvoor God. Toen kwam de zonde. Dat is de revo lutie, verzet tegen Gods Koningschap. Sindsdien is de duivel bezig de wereld macht te grijpen. En zijn kans scheen schoon. Maar God gaf reeds aanstonds de moederbelofte, kondigde strijd aan. Tegen het zaad der slang, het zaad der vrouw. Zóó zag ook Daniël het. Somber was zijn tijd. Jeruzalem verwoest, het volk des Heeren in ballingschap. En tóch zag Daniël Gods wereldrijk komen. Onze tijd is ook een bange. Ongeloof, zonde, revolutie vieren hoogtij. Alles kookt en bruist. De toekomst vau Gods rijk schijnt onmogelijk. Maar laat ons daarom Daniëls boek veel lezen. Het Babylonisch rijk ging voorbij. Het Perzische en Grieksche eveneens. Het vierde was niet dat der Romeinen, 't moet nog komen. In onze dagen is het vierde dier, het monster bezig op te klimmen uit de volkerenzee. De teekenen zijn duidelijk. Het dier draagt 10 hoornen. Eenheid is er ook nu nog nieter zijn nog verschillende groote mogendheden. Maar tusschen de 10 komt één kleine hoorn op. Zinnebeeld van macht. Deze verdringt de groote hoornen. Zoo zal het ook straks gaan. Als de groote mogendheden elkaar ver nielen, zal een kleine staat opkomen, machtiger worden, allen overwinnen, de wereld beheerschen. Welk land dit zal zijn? De Bijbel zegt het ons niet. Wel weten we, dat het geen der groote mogendheden zal zijn. Integendeel, zal het een der kleine staten wezen. Dat dit best mogelijk is, bewijst het voorbeeld van Japan. Voor 50 jaar niet meetellend, heeft het gebruik ge maakt van den oorlog, en is een der wereldmachten geworden. Wie de koning zal zijn Niet de duivel. De kleine hoorn heeft menschenoogen, en spreekt groote en godslasterlijke dingen. Een mensch, de zoon des ver- derfs (2 Thess. 2) zal de beheerscher van het wereldrijk worden. De Anti- Christ, een genie, de oppermeusch. De komst van dezen mensch der zonde, dezen wereldbeheerscher wordt voorbe reid door twee middelen. Door groeiende macht. En gaat thans niet de eenling onder. Trekken volkerenbond, trusts, coöperaties en organisaties niet veel macht aan zich De idee van de wereld macht groeit. Groeiende goddeloosheid is het tweede middel, waardoor de komst van den Anti-Christ wordt voorbereid. De droom van Nebukadnezar voorspelde dat reeds. Na het gouden rijk kwam dat van zilver, daarna dat van koper, eindelijk dat van ijzer. Dit wijst niet op afnemende macht, maar wel op toenemende zonde en zede lijk verval. De koning zal drie middelen tot zijn dienst hebben om z'n macht te grond vesten en te handhaven. (Daniël 11). De oorlog, zal worden gediend als een God schatten en menschen zullen hem ten offer worden gebracht. Het intellect (vernuft), uitvindingen, alle kennen en kunnen zal hem ten dienste staan. Be- denaarskunst, de scharen meesleepend en verleidend door godslasterlijke taal. Die toekomst gaan we tegen, en toch, ziende op Gods beloften, zingen we wel gemoed Psalm 89 8. Hoe zal het in dien dag met 's Heeren gemeente zijn Dit zegt ons Daniël 8, 9 en 11. 'tis met Daniëls visioenen als met een man, die door een verrekijker ziet. Eerst ziet hij 't geheel, de groote lijnen. Maar als de hand tot rust .komt en het oog vast ziet, dan schouwt hij de deelen. In hoofdstuk 8 ziet Daniël een ram met 2 hoornen. (Het Perzische Rijk). Daarna komt er een bok, (het Grieksche Rijk), die de ram vernield. Maar zijn hoorn breekt af. Er komen er echter vier voor in de plaats, 't Grieksche Rijk viel in 4 deelen uiteen. Maar een kleine hoorn verdringt de vier. Dat is Antiochus Epifanes, de wreede onderdrukker van Gods volk, de ontheiliger van den tempel. Echter hebben we ook hier weer 't beeld van den Anti-Christ. Zijn rijk zal zijn eon rijk vau leugen. De waarheid wordt ter aarde geworpen. Op de begeerte der vrouwen zal hij geen acht geven. Alle liefde zal worden ge bannen. Het egoïsme zal ten top stijgen. De koning zal groot zijn tegen de sterren des hemels (do geloovigen). Do leeraars zullen vallen, gedood worden. De geloo vigen verdrukt; de godsdienst belem merd. Wie het teeken van het beest niet heeft, zal niet mogen koopen en ver- koopen. Het beest zal dronken woiden van het bloed der heiligen, 't Zal een ontzettende tijd zijn. Hoe lang dat zal duren Daniël zegt 70 weken, hier periodes. Zeven weken tot de komst van Christus; 62 tot de Kerk gebouwd is en 't Woord overal ge bracht en daarna de laatste week van den Anti-Christ. Hii zal dan een sterk verbond maken. Een tijd, en twee tijden en een halve tijd zal het duren. Dus een halve week (periode). Als hij tot 't top punt van z'n kracht is gekomen, zal voor zijn rijk uit is, God hem plotseling ver breken. Als de geloovigen uit den drang huns harten zingen „Geeft 't wild gediert, dat niets in ['t woen ontziet, De ziele van uw tortelduif niet over", dan zal het einde zijn. Daniël heeft 70 jaar aan het hof der koningen, die meendeD, dat zij de wereld macht hadden gewonnen, gepredikt, dat God rechter en heerscher is. Ook in onze dagen wordt de komst van Gods koninkrijk voorbereid. Hemel- sche machten werken daaraan. In Daniël 10 lezen we dat Daniël 3 weken vastte om te bidden voor zijn volk. Toen kwam een engel bij hem en zegt tegen Daniël, dat hij reeds vanaf den eersten dag van Daniëls vasten, gestreden heeft tegen den vorst van Perzië. Drie weken heeft do engel in de Raadszaal van den koning van Perzië gestreden tegen den vorst van Perzië. Deze vorst van Perzië is een der machtigste duivelen, die de helsche belangen moet behartigen tegenover Gods volk, dat in Perzië verdrukt werd. 't Ging in de raadszaal des konings voor of tegen de vrijlating. De vorst van Perzië spoorde de tegenstanders aan, de engel gaf de voorstanders van Israëls vrijlating argu menten. Tenslotte kwam Michaël de strijd beslissen. Zoo blijkt uit dit hoofdstuk van Daniël, dat de engelen strijden voor Gods volk en voor Zijn rijk, Daniël heeft ook den einddag gezien. In de wolken zag hij een troon met vuur omringd. De rollen werden geopend het beest verdelgd, 't Gericht, vaagt de chaos weg, stilt de beroering. Op de troon klimt het Lam. Immanuel heerscht als wereldkoning voor al zijn oriderdaden. Dan trekt, de Middelaar met zijn volk, het fel-geprangde, gesarde en benauwde, maar nu verloste volk de stad der paarlen poorten binnen. Dan wordt de strijdhelm verwisselt voor de gloriekroon liet reis kleed voor het feestkleed het zwaard voor de harp. Dan schalt het lied van Mozes en het Lam als een stem van vele wateren. Dat is de schoone toekomst van Gods volk. Gods engelenschaar, Im manuel worstelt voor ons. En Hem is de toekomst. Geve dat ons moed en betrou wen. Deze keurige rede werd door een zeer talrijk publiek met stille aandacht aan gehoord. De tweede lezing is zeer ge slaagd. Ter voorkoming van mogelijke mis verstanden wijst het bestuur van het Ter Neuzensch Comité er nog eens na drukkelijk op, dat de kindoren reeds in Weenen hun bestemming krijgen, dus niet door het Ter Neuzensch Comité worden toegewezen. Zoomin als de aan staande pleegouders weet het Comité van te voren voor wie kindereu zullen aankomen. Het kan daarnaar slechts gissen in verband met de volgorde, waarin de aanvragen zijn gedaan. Verder diene men in 't oog te houden, dat in Weenen meerdere Comité's zich met de uitzending van kinderen belasten en dat ouders hun kinderen bij ver schillende Comités laten inschrijven. Zoo kan het voorkomen dat op de datum van vertrek van een groep kinderen naar Nederland, blijkt dat een of meer der kinderen reeds door 'n ander Comité uitgezonden zijn. Het bestuur verzoekt pleegouders, die eenigszins lastig zitten met de kleeding van het hun toegewezen kind, hiervan kennis te geven aan een der onderstaande dames: Mej. de Smidt, Mevr. v. d. Moer, Mevr. Manikus en Mevr, v. Dalen, die de kinderen van tijd tot lijd zullen be zoeken. Tenslotte 'spreekt het bestuur zijn hartelijken dank uit aan do doctoren, dames en padvinders, voor hun zeer gewaardeerde hulp. De bij-bouw en verbouwing aan de Chr. school, Jozinastraat, alhier, is ge gund voor f 26980,— aan de heeren Leunis, Oosldijk, Van Duijse, Verlinde, Iloebé en Kool van Sluiskil, dus over de 5 perceelen verdeeld. "Zaamslag. Maandag hield de heer Pontier, ambtenaar bij deu Raad van Arbeid te Middelburg in het hotel van den heer Do Reg.t, des middags voor werkgevers en des avonds voor werkne mers een lezing over de Invaliditeits-en Ouderdomswet. Van de gelegenheid om vragen te stel len maakten verschillende personen ge bruik. Uit de besprekingen bleek, dat het wenschelijk is te handelen, zooals de wet eischt, om processen te voorko men. Vast staat nu reeds, dat belang rijke wijzigingen aanslaande zijn. Maandagavond is hier de eerste vergadering gehouden, om te komen tot het oprichten van een afdeeling van den Vrij willigen Landstorm. Omtrent den diefstal van een par tij afgewerkt vlas bij den handelaar C. II. kan worden meegedeeld, dat men een paar personen van Sluiskil op het spoor is. „Niet be roepbaa r". Do classis Axel der Geref. Kerken heeft besloten „in het vervolg voor het praeparatoir examen geen buitengewone vergadering te houden wanneer de can- didaat zich toch voorloopig niet beroep baar stelt." We vermoeden, dat de scriba het classis-besluit niet woordelijk zal hebben weergegeven. Want de uitdrukking is niet geheel juist, 't Is niet de candidaat die zich al dan niet beroepbaar stelt. De classis kan hem beroepbaar stellen en de candidaat kan dan besluiten voor loopig geen beroep in overweging te nemen. Met ingang van 1 Febr. a.s. is be noemd tot hoofd der R. K. school ie Axel de heer P. de Kort, thans onder wijzer aan die school. Woensdag werd te Axel een heng- stenkeuring gehouden, die door vele vreemdelingen werd bijgewoond. Er wa ren vele prachtexemplaren bij. Voorge bracht werden 53 hengsten, waarvan er slechts 20 werden goedgekeurd. Woensdagavond waren te Axel om zeven uur alle winkels gesloten, aange zien in den gemeenteraad erop aange drongen was de verordening op de win kelsluiting beter na te leven én de politie was aangezegd, nauwkeurig na te gaan of er geen overtredingen plaats hadden. Tot heden werd er niet op gelet, of de winkels na dien tijd nog verlicht waren. Hontenisse. In deze gemeente begint de Spaanscho griep weer op ernstige wijze te heerschen. Er zijn huisgezinnen, waar man, vrouw en alle kinderen te bed liggen. Een landbouwer te Boschkapelle trof op een zijner akkers twee hem on bekende personen aan, die met behulp van een hondje aan het, mollenvangen waren. Toen zij een paar dezer thans waarde volle diertjes hadden bemachtigd, gingen zij naar hunne fietsen, op een waarvan een mandje was het deksel ervan werd opgelicht, men gaf een klein teeken, hondje sprong er in, het deksel viel dicht, en men reed weg. Onze pelsjagers waren twee heusche Friezen, die in Zeeland een goed jacht veld dachten te vinden. Zitting van 29 Jan. 1920. VoorzitterDe edelachtbare heer J. Iluizinga. Aanwezig alle leden, behalve de heeren de Meijer en Geensen. 1. De Voorz. wenscht op deze eerste vergadering in het nieuwe jaar den leden geluk en voorspoed, zoowel voor hun particulier en gezinsleven als in hun taak als raadslid. De toestand in onze gemeente vertoont, wat betreft de binnenscheepvaart eenige opleving. Toch is het nog verre van rooskleuring. De landbouw, die jaren van bloei achter zich heeft, wordt door een crisis bedreigd. Overleg met de regeering betreffende uitvoer van producten zal noodig zijn. Overigens heerscht er in Ter Neuzen betrekkelijke welvaart. Als Raad wacht ons een belangrijke taak. Veel is reeds in voorbereiding, dat u straks zal worden voorgelegd. Als we eensgezind werken, zal er onder Gods zegen vruchtbaar werken mogelijk zijn. 2. De notulen worden vastgesteld. De heer Nolson maakt burg. en weth. een complimentje over de stukken. Hij hoopt, dat het zoo mag blijven. De Voorz. zegt, dat het voorloopig als proef wordt gedaan. Dan kunnen de leden na opgave der kosten, beslissen of ze het drukken der stukken willen be stendigen. 3. Ingekomen stukken. a. Bericht van Gedep. Staten, waarbij het aantal voor subsidie geldende uren voor herhalingsonderwijs wordt vastge steld op 1536 in het jaar. b. Bericht van A. van Aerde, te Sluiskil, P. vau Cadsand, F. Dieieman, M. Riemens, P. M. C. van Sprang en G. B. DuikerBlekkink te Ter Neuzen, dat zij hun benoeming als lid van het Burg. Armbestuur aannemen. c. Idem van G. F. Kohier, dat hij zijn benoeming tot leider van het handelshér- halingsouderwijs aanneemt. d. Dankbetuiging van J. v. d. Hagen Nijssen voor verhoogiug barer jaarwedde. e. Goedkeuring van Gedep. Staten van de vastgestelde huurwaarde der vrije woningen van de hoofden der O. L. Scholen. f. Idem van het raadsbesluit tot aan koop 3 N. W. S. groot f2100, g. Verklaring N. V. Nationale Bank- vereeniging, dat zij de voorwaarden onder welke een luifel en koekoek mogén worden gemaakt aan haar gebouw in de Nieuwstraat, aanvaardt. h. Een adres van wed. G. J. Goethals O 119 te Driewegen, om op Nieuwjaars dag en de Pinksterdagen haar alleen verlof te geven op Driewegen en Zwaantje dansmuziek te geven. Al deze ingekomen stukken worden voor kennisgeving ingetrokken. i Een motie der gemeente Smallinger- land, waarbij de wenschelijkheid wordt uitgesproken, dat het Rijk minstens 50 van het bedrag der bezoldigingen van burgemeester en secretaris betaalt. De heer Scheole voelt hier niet veel voor. Hij ziet er slechts in een verleg ging van de belasting van de gemeente naar bet, Rijk. Als het Rijk in dezen zin handelt, verwacht spreker, dat de salarissen wel zooveel zullen klimmen, dat de gemeente toch nog evenveel betaalt. Spr. ziet er voor de gemeente geen financieel belang in. Besloten wordt instemming met de motie te betuigen. j. Verzoek van J. F. de Cooker, om ontslag als controleur bij het levens middelen bureau ingaande 1 Febr. 1920. De heer de Jager: Er tVordt nu zeker geen nieuwe titularis benoemd De Voorzitter. Neen, misschien bij het uitreiken van de broodkaarten, een tijde lijke een paar dagen. De heer SchedeBij ontslag werd aan de distributie ambtenaren drie mud. salaris gegeven. Geldt dat hier ook? De Voorz.: Neen, de Cooker gaat over in een gemceutebetrekking, en .wordt dus niet werkeloos. De heer Hamelink is het hiermee eens. De Cocker vraagt zelf ontslag. k. Bericht van Gedep. Staten, dat de beslissing betreffende de begrooting wordt verdaagd tot 1 April 1920. De lieer Hamelink |/egt, dat de aan slagbiljetten, die met Mei moeten worden betaald, nog niet zijn uitgereikt. Dat is een renteverlies voor de gemeente. En de menschen kunnen over 't algemeen 's zomers beter betalen. Omdat we geen invloed op Ged. Staten kunnen oefenen, zou spr., waar hij 't volgend jaar weer 't zelfde voorziet, voorloopige aanslag biljetten willen. De Voorz. zegt, dat er dit jaar niets meer aan te doen is. B. en W. willen 't wel overwegen voor de toekomst. De heer Nolson is niet voor voorloo pige biljetten. Dat geeft verwarring. Wel voelt hij voor betaling in meerdere termijnen. De heer HamelinkEr zou op het voorloopig biljet b.v. 3/4 van de vorige aanslag kunnen staan. Daarop zijn geen reclames mogelijk. En voor de gemeente, die nu altijd moet leenen en kasgeld opnemen, is 't voordeeliger. De Voorz. zegt overweging toe. I. Aaugehouden, wegens afwezigheid van den heer v. Hasselt. m. Goedkeuring door Ged. Staten van de uitgifte van grond in erfpacht aan A. J. Bliek. n. Idem aan C. L. Verhage en G. Dung. o. Verslag der Commissie tot Wering van schoolverzuim. Mevr. Duiker zect, dat hieruit blijkt, dat er kinderleed wordt geleden. Voor ziening is urgent. Kan in de volgende vergadering worden gehandeld over schoolvoeding en kleeding? De Voorz.Niet in de eerstvolgende dan krijgen we de rapporten betreffende de Centrale. De daaraanvolgende zullen we het op de agenda zetten. p. Bericht van Gedep. Staten, dat alleen ambtenaren die minder dan f3000 verdienen, voor uitkeering van een maand extra salaris in aanmerking kunnen ko men. Burgemeester en secretaris vallen er dus buiten. Voor kennisgeving aange nomen. q. Adres van M. P. van Eerdenburgh, echlgonoote van P. H. Wicckhorst, café- j houdster te Ter Neuzen, om weer verlof tot het maken vair muziek te mogen hebben. Aangenomen voor kennisgeving. 4. Onteigenen van domeingrond in het belang der volkshuisvesting. Aange nomen. 5. Voorstel lot het in opstal aanvaar den van te onteigenen domeingrond. Aangenomen. 6. Voorstel lot het aanvaarden uit 's Rijkskas en te verleenen aan de ver- eeniging „Werkmansbelang" van een voorschot en bijdrage voor den bouw van 32 arbeiderswoningen. De heer Nolson dringt aan op streng toezicht bij de bouw. Do vorige maal liet dat te wenschen over. Als de archi-1 tecten het te druk hebben, laten burg. en weth. dan zorgen voor toezicht. De heer Flamelink zou in de bestek ken willen hebben, dat de plaatselijk geldende loonen moeten worden betaald en dat art. 1638 c en d niet uitgescha keld mogen worden. We voorkomen daar door werkeloosheid. En behoeven dan minder uitkeering te geven. Voor de aannemers is het ook beter die kunnen dan concurreeren met lui van buiten. De heer Colsen is het met Hamelink eens. Hij had het ook ter sprake willen brengen. Hij zon willen, dat in het be stek stond, dat voor alle -niet-vakwer.lt bewoners van Ter Neuzen moeten wor den genomen. De Voorzitter zegt, dat het Bestuur der Voreeniging met de opzichters over eengekomen is, dat deze op bepaalde tijden op het werk moeten zijn. Ook zal toezicht worden gehouden op de be reiding van de grondstoffen. Zoo hopen we gewrijwaard te blijven voor verkeerde dingen. YVat betreft het te werk stellen van inwoners van Neuzen, zal spr. het Be stuur met de geopperde wenschen in kennis stellen. Er is echter veel werk op bouwgebied, en dan zijn de geschoolde krachten vaak schaarse!). Raad en Bestuur der Vereeniging kunnen aan nakoming van art. 1638een d weinig doen, als de arbeiders zelf niet meewerken. Soms leekeuen deze afwij kende verklaringen en missen daardoor alle voordeelen. Wel wil het bestuur letten op de belangen der arbeiders. De organisaties moeten echter vooral op deze dingen letten. De heer Hamelink is niet bevredigd. De Voorz. geeft wel de noodzakelijkheid toe. Arbeiders, die geen werk hebben, doeg soms veel om dat te krijgen. Dat is wel verkeerd, maar te begrijpen. Laten burg. en weth. nu bepalen, dat afwijking van art. 1638 niet geoorloofd is, ook al zouden de arbeiders het wenschen. Even eons wenscht spr. dat bepaald worde, dat niet beneden de plaatselijke loon- standaard gegaan mag worden. De lieer Nolson wil dit niet vastleggen in het bestek. Laten burg. en weth. j algemeene voorwaarden vaststellen, wim op werken door de gemeente aanbesteed of*, door gesubsidieerde Vereenigingen, uitgevoerd moeten worden. De Voorzitter is het hiermee eens. Dat geldt dan voor allo gevallen. Bij deze aanbesteding kan er reeds mee gerekend worden. De heer Hamelink is tegen uitstel. Er zijn telkens misstanden. De Voorz. zegt toe, er mee te willen rekenen. 7. Voorstel tot het verleenen eencr bijdrage voor het bouwen van midden standswoningen en liet aanvragen van een subsidie uit 's Rijkskas ten behoeve der Woningbouw vereeniging. De heer de Jager zegt, dat er per advertentie gegadigden worden opgeroe pen. Officieel was er dus blijkbaar van woninggebrek niets gebleken. Nu heb ben zich enkele opgegeven, 't Valt blijk baar niet mee. In de vorige vergadering is jin beginsel besloten tot bouw. Nu blijkt, dat er 6 °/o rente moet betaald worden. De rekening is dus niet zuiver meer. Daar komt bij dat we niet weten, hoe het maatschappelijk leven zich zal

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1920 | | pagina 2