Orqaan ter verspreiding der Christelijke Beginselen in Zeeuwseh-Vlaanderen. No. 212. Woensdag 28 Januari 1920. 3e Jaargang. "f E U I L L E T 0 N. Uit het Buitenland. JAN WAANDERS. j ABONNEMENT Bij bezorging f 1,15 per drie maanden. Franco per post voor Nederland f 1.25. Uitgave vau de Christelijke Persvereeniging „Zeeuwsch-Vlaanderen" te Ter Neuzen. Alle stukken, dc redactie en administratie van dit blad betreffende moeten worden gezonden aan den redacteur, H. S. v. HOUTEN, Vlooswgkstraat 62, Ter Neuzen. Telefoon No. 169. ADVERTENTIËNVan 1—4 regels /'0.60. Elke regel meerj ƒ0.15. Abonnementen per contract. - Crisistoeslag 15%. Inzending van advertentiën tot 12 uur 's middags op de verschijndagen bij den drukker D. H. LITTOOIJ Az. te Ter Neuzen. Telefoon Nr. 20. V De Watersnood. Onze oudé erfvijand, het water, heeft weer de vaderlaudsche erve besprongen. Reeds eeuwen streden onze voorouders tegen het water. Ze kregen er zelfs eenige vermaardheid door. En toch, hoeveel ervaring in den loop der tijden ook is opgedaau, welke mid delen ook worden toegepast, telkens blijkt opnieuw, dat het water een niet te beteugelen, een onberekenbare vijand is. Zijn taktiek is verraderlijk, zijn aanval overweldigend, zijn kracht onweerstaan baar. Tegen de elementen vermag de mensch tenslotte niets met al zijn macht van kennen en kunnen. Eén stormnacht, en dijken breken door, huizen worden weggesleurd, landerijen in poelen veranderd. Soms ook is plotselinge was hoogerop der rivier de oorzaak. Als een tijger sluipt de oude erfvijand dan nader. En de bewoners onzer rivier oevers worden uit hun stille nachtrust gewekt, door 't angstig geklep vau de noodklok. Zóó ging het thans in Overijsel en Gelderland. Een ramp bracht het water daar te weeg. Wel werden geen grazende kudden, geen bloeiende weiden of den landman overvloed belovende oogsten vernield, maar toch is er een enorme schade aangericht. De steenfabricage, in dezen tijd van zooveel belang, bij de heerschende woningnood van zoo onschatbare waarde, is grootendeels voor langen tijd lamge slagen. De aanval van den ouden erfvijand leert ons weer opnieuw onze afhankelijk heid van Hem, die 'tal bestuurt. Wien ook de wateren onderworpen zijn. De Rijksmiddelen. December heeft zich kranig gehouden. Deze maand heeft maar even 10 mil- lioen meer opgebracht, dan December 1918. Jammer is het, dat tot deze mooie uit komsten de accijns op het gedistilleerd zoo sterke invloed geoefend heeft. Aan belasting op sterke dranken werd in December 1919 niet minder dan 5.126.000 gulden ontvangen De invoerrechten brachten bijna 3 millioen meer op. Een heel wat gezonder stijging 1 Ook de suikeraccijns steeg, en wel met U/a millioen. De buitengewone belastingen hielden zich minder goed. Ze brachten 4 millioen minder op dan in December 1918. Dit komt vooral door de oorlogswinst belasting, die thans 7]/2 millioen opbracht, tegen 11 millioen in December des vori- gen jaars. In 't totaal genomen, was December echter een goede maand voor de schat kist. Rekenen we 't heele jaar 1919, dan is de uitkomst bepaald schitterend. Dat blijkt uit 't volgend lijstje van be lastingen 48) ZELANDI A. ,,'k Wou zoo graag es 'n oogcnblikje met je alleen wezen, zei hij eenvoudig. Is morgen de dag alwe hebben de laatste dagen zoo weinig tijd gehad om es saampjes te praten Begreep ze hejn niet Of wóu ze hem niet begrijpen „Kom, malle jongen, we hebben al zoo dikwijls saampjes gepraat en als we ge trouwd zijn", lachte ze, „kunnen we 't nog zoo dikwijls doen. Wat moeten we nou langs die dooie singels gaan doen Lachend trok ze hem mee, de avond drukte van de lichte winkelstraten in. Hij voelde, ondanks haar lachen, een kilheid over zich komen. Had zij er dan heelemaal geen behoefte aan, nog eens, voor 't laatst nu als verloofden, vlak vóór ze den gewichtigen stap zouden doen, in stille ernst saam te wezen, eens tot zich zelf te komen, eens eenige oogen- l>likken al het uiterlijke, het bijkomstige op zij te zetten In 1910 ruim 156 millioen. 1911 163 1912 167 1913 176 1914 174 1915 169 1916 198 1917 235 1918 249 1919 328 Jammer, dat de uitgaven zóó overwel digend zijn, dat deze kolossale inkomsten totaal onvoldoende zijn. De buitengewone belastingen brachten in 1919 op bijna 226 millioen, tegen ruim 218 millioen in 1918. In totaal is er dus het vorig jaar 328 -j- 226 554 millioen aan belasting betaald. Cijfers om van te duizelen 1 Meer dan een half milliard. In 1918 bedroeg het totaal 507 millioen. In één jaar dus een vermeerdering van 47 millioen. Wat baat het echter, als de uitgaven nóg sneller en sterker stijgen? Er is nog steeds te kort, hoezeer de inkomsten ook stegen. Wanneer zal daaraan eens een einde komen Er kan tooli niet eindeloos wor den geleend. Als een staat steeds de tering boven de nering zet, dan is tenslotte het bankroet onvermijdelijk. Een boos debatertje. Naar aanleiding van het verslag van de rede van Dr. Beumer te Axel, en liet debat van den heer 't Gilde, ont vingen we van laatstgenoemd heer een zeer booze briefkaart. Nu had de heer Bram 't Gilde kunnen begrijpen, dat bedoeld verslag niet door den redacteur van „Zeeuwsch-Vlaande ren", maar door den correspondent te Axel was opgemaakt. Niettemin gelooven we, dat het verslag nog eer te weinig dan teveel meedeelde van het smadelijk échec van het Axelsche roode kemphaantje. Althans, naar wat men ons meedeelde, moeten we dat wel aannemen. De lieer 't Gilde vraagt, om als de redacteur van „Zeeuwsch-Vlaanderen" eens weer in 't openbaar te Axel op treedt, gelijke tijd voor debatteeren als de sprekei voor zijn rede. Die eisch m niet bepaald bescheiden, maar als 't publiek er geduld voor heeft, om een zóó lange reeks van citaten aan te lictoren, hebben we er geen bezwaar tegen. We gelooven echter, dat 't voor de partij van den heer 't Gilde beter is, dat hij eerst nog maar eens enkele jaren studie van haar beginselen maakt, alvo rens weer in 't publiek op te treden. Eigenaardig is ook, dat, toen op def vergadering, waar Dr. Beumer optrad, de voorzitter 't Gilde meer tijd wilde geven, deze maar van 't woord afzag. Ook wil de heer 't Gilde wel een openbare debatavond houden. Mits hij 't een week van te voren weet. Is hij er heusch gerust op, dat hij, gezien de slechte postverbindingen, in zoo koiten tijd de noodige paperassen kan hebben Overigens zullen we nog maar even wachten met zoo'n debat-avond. De lieer 't Gilde moet eerst gelegenheid hebben, een beetje kalmer en besclieide- Hij ging, waar ze wilde. Als altijd nog. Maar haar lachen vond geen weerklank. Hij was stil. Zij merkte het amper. Ze had het zoo druk Tot het haar in eens opviel, dat hij niet of kort ant woordde. „Je bent toch niet boos, zeg vleide ze. „Boos, och nee, maar ik had nu zoo graag „Kom zeg, nou niet zoo sentimenteel, hoor, niet zoo poëtisch 1" Hij voelde haar woorden als een mis kenning, een min of meer bespottelijk maken van hem heilige gevoelens. Hij antwoordde nietmaar zij bemerkte den slechten indruk, dien haar zeggen op hem maakte. En ze begon te verzachten en te ver goelijken. Ze had het zoo druk gehad; ze was wat overstuur, 'n beetje zenuw achtig; hij moest denken, dat't allemaal op haAr neerkwam, want och, mama, daar liad je zoo weinig aan, die zouden boel nog maar in de war sturen, als je die moest laten begaanEn zoo praatte, praatte ze.... En zoo winkelde ze, en deed haar commissietje bij Vos. En Jan, ja, hij moest haar wel bijvallen. Ze had liet drnk, hij hoorde hetze was wat overstuur hij zag het wel. Het was immers toch ook anders niet te verklaren, ner te leeren wezen. Misschien is het debat met Dr. Beumer daartoe dienstig. Tenslotte merken we nog op, dat we 't bericht van onzen correspondent, dien we als volkomen, vertrouwbaar kennen, ten volle handhi >:.i. Het Bolsjewistisch gevaar. Het gevaar, dat van bolsjewistische zijde Europa bedreigt, heeft in Engeland een perscampagne doen ontstaan, die er met alle kracht op aandringt, dat snel gehandeld zal worden om het mon ster, 't welk de beschaving van Europa dreigt te vernietigen, totaal te verplet teren. Ook de „Daily Mail" komt weer met een aansporing, en wel in den krachtig- sten vorm. De jongste berichten uit Rusland, zegt genoemd blad, en de gedetailleerde op somming van de toestanden aldaar too- uen aan, dat de Geallieerden voor een nieuwe crisis staan. Deze hebben ge poogd zich van Rusland afzijdig te hou den, maar daarmede hadden zij met den Moscovistischen beer niet afgerekend. Geweldige bolsjewistische troepenmach ten, die geheel ter beschikking van Le nin en Trotzki staan, zijn gereed om hun wilde razernij buiten Rusland bot te vieren' zoodra de binnonlandsche te genstand gebroken zal zijn. De Geallieerden moeten, aldus het blad, een vaste politiek kiezen om Polen en de Ballische staten, die door de Bols- jewiki ernstig bedreigd worden en zeker een of anderen dag zullen aangevallen worden, te helpen, indien tenminste de vrede van Versailles iets meer dan een flauwe grap is. De eenige onvergeeflijke wijze van steun zou zijn, indien toegegeven werd aan den aandrang der financiers, die den geallieerden regeeringen vragen Duitsch- land toe te staan, Rusland binnen te rukken en de Bolsjewiki te verslaan te gen de belofte, dat het de geallieerde oorlogsschulden zal betalen met de win sten van de exploitatie van Rusland. Die politiek zou Duitschland meester van de wereld en overwinnaar in den oorlog maken. Maar als de Geallieerden niets doen om Rusland en de Randstaten te red den, zullen de bedreigde volkeren Duitsch- lands hulp inroepen. En niemand kan er aan twijfelen, dat deze te verkiezen is boven de gruwelijke tirannie der Bol sjewiki. De „Manchester Guardian" blijft, ge trouw aan haar traditie, niet inmenging in de Russische binnenlandsche aange legenheden prediken. Elke inmenging zou volgens het blad een uien we vorm van buitenlandsche invasie van Engeland zijn. De „Times" verklaart, dat Lenin, niet tevreden met zijn biunenlandsche succes sen, de oogen op West-Europa heeft gericht. Daarbij heeft hij zijn aandacht vooral op Engeland gevestigd, dat hij als zijn grootsten vijand beschouwt, dien hij in Indië diep zou kunnen treffen. Het onmiddelijk gevaar is, volgens de „Times." echter voor Polen en de Bal- tisclie provincies veel grooter. In War- dat ze zoo kon wezen. Had ze niet altijd getoond, anders te zijn. Nee ongevoelig was ze niet. Die woorden van daar even waren haar in haar zenuwachtigheid maar ontvallen Zij, ongevoelig Met haar waardeering en haar liefdevoorde kunst, haar zacht, ontvankelijk gemoed.... Hij was onbillijk geweest; hij had beter moeten begrijpen Het huwelijk werd met praal genoeg voltrokken. Gedost in witte zij troonde ze naast hem in 't elegante coupétje op gummi banden. „o Tante, kijk es, hoe mooi 1" Dolf rukte zich bijna los van tante Jo's hand. Ze waren met hun beidjes juist even een boodschap wezen doeu en nu op den terugweg. Het was mooi winterweer. Een lust om 't huis eens uit te loopen, uit het altijd-bezige binnen kamers. Heerlijk frisch. Ja, mooi vond Dolf hetdie reeks van rijtuigen met fijne glimmende paardjes er voor, alle netjes opgetuigd en opge poetst. En die deftige koetsiers met de liooge hoeden. Hij liep naar den uitersten rand van 't trottoir tante Jo moést wel volgen. Kijk nu waren ze vlak bij, je kon in de schau verwacht men algemeen een groot bolsjewistisch offensief tegen de lente. De Polen streven daarom reeds nu naar een bondgenootschap met de Letten, de Esten en de Finnen om een gemeen schappelijk leger onder Poolsch comman do te vormen. Tegen de woekerwinsten. In Engeland is eenigen tijd geleden een commissie benoemd met opdracht, een onderzoek in te stellen naar de ge grondheid der beschuldigingen, die te gen zekere lakenfabrikanten waren in gebracht, en volgens welke deze heeren kolossale winsten zouden maken. Uit het ingestelde onderzoek is nu gebleken dat genoemde industr-ieelen winsten ma ken van 4ÜÜ a 3200 pCt., hetgeen Syd ney Webb, een der leden van de enqu ête commissie, deed zeggen, dat, wan neer het publiek de feiten zijn te weten komen, een vreeselijke verontwaardiging zich van hen zou meester maken. Wat den fabrikanten betreft, zij be weren, dat zij recht hebben deze win sten te maken en dat hetgeen in de la kenindustrie voorvalt ook in de metaal- en katoenindustrie geschiedt. Genoemde cijfers waren door de fabrikanten zelf verstrekt. Ook de regeering zelf zou groote winsten maken. Tegen den zes urigen arbeidsdag in den mijnbouw. Volgens de „Berliner Börsen-Courier" heeft de centrale organisatie van Duit- sche kolenhandelaars een telegram ge zonden aan het Rijksministerie van staatshuishouding, het Rijksministerie van arbeid, den Rijkskolenraad en de Vereeniging van Mijnbouwbelangen aan welk telegram hot volgende is ontleend De door de mijnwerkers geëischte zesurige arbeidsdag beteekeut de ineen storting van het Duitsche bedrijfsleven. Reeds thans is de kolensituatie meer dan wanhopig. Belangrijke industrieele bedrijven liggen wegens gebrek aan ko len stil, waaronder ook bedrijven die voor de materiaalvoorziening van den mijnbouw van belang zijn, zoodat de productie sedert maanden onder een ern stig gebrek aan bedrijfsmateriaal lijdt. Ook de huisbrandvoorziening zou gelioel spaak loopen. De verkorting van den arbeidstijd zou onhoudbare toestanden in het leven roepen en het aantal werke- loozen tot in het oneindige vergrooten. Wij eischen daarom met klem, van een verkorting van den arbeidstijd af te zien; hoopen integendeel, dat door invoering van het stukwerk en door een betere verzorging van de mijnwerkers met le vensmiddelen de productie opgevoerd zal worden. Hoe raad te schaffen. Het wordt gewoon 'n puzzle In Duitschland, waar men het porto reeds heeft opgevoerd tot 20 Pf. per brief, (zal de rijkspost dit jaar toch nog een aanzienlijk tekort hebben. Hoe dit te dekken? Wil men 't uit de „Post" halen, dan moet het briefporto van 20 tot 35 Pf. per brief worden verhoogd. Maar dat verbiedt zichzelf. Er worden heel wat brieven verzonden, die evengoed ongeschreven kunnen bl ij - rijtuigen zien. Onwillekeurig keek Jo ook met den kleinen man mee. Ineens voelde Dolf zich achteruit ruk ken, nog juist had hij kunnen zien, hoe- daar, mooi als in een sprookjes prenten boek een dame zat in 't wit, met een pracht igen ruiker op den schoot, en naast liaar een heer en 't. leek haast of die mooie fee in 't rijtuig naar lièrn ge keken had I Hij begreep niet, wat tante Jo hem zoo, bijna ruw, deed achteruitrukkenen keek haar verontwaardigd vragend aan. Ze zag wit, merkte hij in eensniet als anders, zoo wit alsmoeke dik wijls was. Zou tante. Ja, ze zag wil. Eén seconde had ze in 't rijtuig getuurddie ééne seconde had haar ontroerd, doen duizelen. Ze had gezien Naast lièrn, haar Jan nog immer, zat Truus 1 En in dit ééne oogenblik hadden vier oogen haar aangestaard, hadden die van Jan en Truus de hare ontmoet. Als een stekende pijn voelde ze gloeien door haar hartEn met drift had ze Dolf meegetrokkenwaarom Ja, waarom? Voorbij waren ze immers voorbij was alles Ze voelde de vraagoogen van Dolf haar vreemd aanstaren. ven zelfs het minnend paar zou zich bij 35 Pf. zekere zelfbeperking weten op te leggen en dan wordt bet doel: grooter ontvangst toch niet bereikt Een Nobel prijs voor wie déze puzzle vermag op te lossen. Het fooienstelsel. De revolutie in Duitschland schafte niet alleen de vorsten, maar ook jde fooien af. „Mensch-ónwaardig" heetten ze. Én ze zijn het ook, zoowel zouder als mét revolutie Zelfs de kellners eischteu afschaffing Zouden zij hun plicht doen om een fooi? Om zoo'n geldstukje extra, dat hun met licht minachtend, schuivend handgebaar gelaten wordt en waarvoor ze dan bij gebrek aan 'n hoofddeksel even aan hun haar trekken, óf niets doen als de fooi hun niet groot genoeg lijkt Do revolutie zou het menschdom ver lossen van de fooienplaag. Eu in de plaats daarvan kwam de 20 procent kellnergeld op elke vertering werd twintig procent gelegd, om 't loon des bedienaars op peil te brengen. Nu, na veertien maanden revolutie. Van de over straat gerolde kronen is er nog niet een opgeraapt, maar de fooi rolt weer, bóven de 20 procent, in des kellners hand die haar thans weer zéér menschwaardig acht en met „aannemen" en „bedienen" weer net zijn klanten aankijkt als voorheen. Zoo gaat de natuur boven de leer. Dwars door alle revolutie heen. Be Keizer comedie. Volgens een draadloos bericht ver neemt de „Temps" uit Londen Het proces tegen den Duitschen ex- keizer zal ook, nu Nederland niet geneigd is hem uit te leveren, in de laatste week van Februari te Londen beginnen. Het openbaar ministerie van het op perste gerechtshof te Londen is door de Entente met de opstelling van de aan klacht en de vervolging van den Keizer belast. Een verloren machinist. Uit de kolenmijn van Marihaye, te Flémalle-Haute in Frankdijk aldus lezen we in het „Ilbld." is een ma chinist gered, die er drie dagen lang had doorgebracht doordat men vergeten had hem mee naa p boven te nemen, toen de werklieden wegens de overstroo mingen de mijn verlaten hadden. II ij had in dien tijd geen voedsel gehad en geen middel om zich te doen hooren daar alle seinen en verbindingsmiddelen gestoord waren. Hij werd gered door een ploeg werklieden, die hem was gaan zoeken. Handelscorrespondentie. De chemische fabriek Paul van Zuy- len te Luik zond dezer dagen het vol gende schrijven aan de firma Schuchardt te Gorlitz (Duitschland) „Nu de internationale toestand het hervatten van den handel met uw land gedoogt, zal ik voortaan uw offerten weer aannemen, ofschoon dit mij ik moet het eerlijk zeggen weinig sym pathiek is in verband met het uiet te qualificeeren gedrag van uw militaire „Wilde jongen", beknorde ze, „je zou onder de paarden raken. Moet je zoo wild zijn Tante was boos, heel booshaar mooie oogen keken haast dreigend. Hij begreep het niet; was hij stout geweest. Hij zette een lip en begon te schreien. Het bracht haar tot bezinning. „Niet huilen, hoor Dolf", suste ze veegde met haar zakdoek zijn traantjes weg en aaide hem over de wangen. Hij liet zich graag troosten. „Is tante niet meer boos waagde hij. „Welnee", zei ze, „tante was niet boos op je hoor. Maar je mag niet zoo wild zijn, je zou onder de paarden kunnen raken". Nu keek tante Jo niet boos meer. -Hij klemde haar hand stevig vast. „Ik zal u wel goed vasthouden, hoor tante Jo ik zal niet wegloopen, heusch niet 1" En hij keek haar met zijn blauwe kij kers zoo trouwhartig aan. „'t. Is goed hoor, vent", prees ze. „Wat mooi hé tanfe? Wat gingen ze doen Als naar gewoonte was hij weer aan 't nabetrachten. (Wordt vervolgd). nwffrr.waaragj" ZEEUWSCH-VLAANDEREN DOOR

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1920 | | pagina 1