Orgaan ter verspreiding der ginseien in Zeeuwsch-Vlaanderen. T¥um^T(nr No. 210. Woensdag 21 Januari 1920. 3e Jaargang. Buiten laudsch Overzicht. Zendt uwe advertentiën vroeg Uit het Buitenland. JAN WAANDER5. in. ms m ¥.ii Uitgave van de Christelijke Persvereeniging „Zeeuwsch-Vlaanderen" te Ter Neuzen. Alle stukken, de redactie er» administratie van dit blad betreffende, moeten worden gezonden aan den redacteur, H. S. v. HOUTEN, V loos wijkstraat 62, Ter Neuzen. Telefoon No, 169. ABONNEMENT: Bij bezorging 1,15 per drie maanden. Franco per post voor Nederland f 1.25. ADVERTENTIËNVan 1—4 regels fO 60. Elke regel meerj1 ƒ0.15. Abonnementen per contract. Crisistoeslag 15%. Inzending van advertentiën tot 12 uur 's middags op de verschijndagen bij den drukker IJ. H. LITTOOIJ Az. te Ter Neuzen. Telefoon Nr. 20. V Kindertoeslag. Over bet voor en tegen van kinder toeslag »vordt heel wat geschreven. Over 't algemeen wint de idee, dat bij de bepaling van het loon rekening moet worden gehouden met het kinder aantal, veld. Toch is het vraagstuk zeer moeilijk op te lossen. Waar het arbeidsloon een steeds groo- ter deel der bedrijfsonkosten gaat jiit- maken, daar maakt de concurrentie het geven van een aanmerkelijken toeslag aan den kinderrijken arbeider, voor zijn patroon in zeer vele gevallen vrijwel onmogelijk. Dan zóu dus öf't bedrijf gaan kwijnen, óf er zou een ware wedijver ontstaan om zoo weinig mogelijk arbeiders met kinderen in dienst.te nemen of te houden. In beide gevallen zou dus do uitkomst voor den arbeider beteekenen géén of minder werk en derhalve minder ver dienste. Is het geven van kindertoeslag in het particulier bedrijf uiterst moeilijk, in publieken dienst gaat het beter. Daar is de concurrentie uitgeschakeld. Daar zijn voor een betrekking steeds liefhebbers bij de vleet. De voordeeion aan een betrekking bij* Rijk en Gemeente verbonden, lokken de gegadigden wel. En in den regel worden daar meest jonge menschen genomen. Welnu, dan kan men het beginloon gerust iets lager stellen dan in het par ticulier bedrijf. Er komen dan nog lief hebbers genoeg. Pensioen, zekerheid vair geregeld werk, ziekteregeling, vacantie enz. wegen daar wel op, tegen een iets lager loon, dan bij een particulieren patroon. Natuurlijk mag ook bij Gemeente en Rijk-het loon niet onredelijk 1 Aag zijn. Maar als het beginloon voor jonge men schen iets lager wordt gesteld, is er méér kans om aan vaders van groote gezinnen een beduidende toeslag te geven. Deze menschen moeten toch ook van het werk hunner handen leven kunnen. Dit komt ook zijn „dienst" weer ten goede, want een ondervoed en door bange zorg verteerd arbeider, kan niet de volle maat geven van zijn werkkracht. We voelen ook hier het bezwaar, dat vele jonge arbeiders bezwaar maken, om voor minder loon gelijke arbeid te ver richten als een vader-arbeider van een groot gezin. Maar in de eerste plaats hebben ze straks zelf de kans, te profïteeron van de gunstige regeling voor kinderrijke gezinnen. En in de tweede plaats mogen ze wel bedenken, dat afgunst al zeer onchris telijk is. Als een jong werkman zóóveel verdient, dat hij, de kinderlooze, een flink bestaan heeft, zelfs nog iets kan wegleggen voor den kwaden dag, waarom zou dan zijn oog boos moeten zijn, als de ander iets meer loon ontvangt, zoodat dig met zijn talrijk gezin net langs den rand van gebreklijden heenkomt 47) Z E L A N D I A. Trouwens, dat zag hij zelf ook wel. Mevrouw Breedveld w&s en blééf mevrouw Breedveld, dat wil zeggen, een onbeduidend, niet overbeschaafd, parve- nu-achtig meuseh, al bond ze zich, blijk baar op Ttuus' wenken, zooveel in, als ze vermocht. En Breedveld zelf? Zoo'n echte Kegge-achtige verschijning, snoe verig en pocherigoch, Jan Waanders kon het voor zich zelf niet verbloemen 't was zoo. En ja, ten slotte was het dan maar 't beste, niet langer uit te stel len. Nee, dat was toch geen edel motief. Moest hij waarlijk zulke overwegingen laten gelden. Was het niet om Truus zelf; zijn mooie, schitterende, sjieke 4 ruuswas het niet om haar, om haar alléén Moest nu waarlijk de klem van allerlei verstandelijke redeneeringen hem nopen tot een besluit, dat de heerlijke vervulling van zijn vurigste wenschen moest zijn? Maar dat was het immers ook Hij had haar toch lief; hij was Moet hij het zijn mede-werkman niet van harte gunnen En als hij 't niet doet, dan moet hij de eerste beginselen der ware solidari teit nog leeren, hoe veel hij er misschien ook over spreken moge. „Gelijk loon" beteekent in onze tijden moer dan ooit voor het groote gezin een gansch ongelijk leven, dat voor niet weinigen beneden peil wegzakt. Als een pas getrouwd paartje 20 gld. por week verdient en de vader van 7 of S kinderen verdient hetzelfde, zal dan niet in vergelijking met den laatste de eerste zich „in weelde baden". Juist de gezinnen, waarin één persoon voor 8 of 10 personen den kost moet vet dienen, zijn er het bangste aan toe. Worden de kinderen grooter, dan ver dienen ze iets, en wordt de nood straks vervangen door overvloed. Immers als straks 2 of 3 groote kinderen mee ver dienen, dan komen er sommen binnen, waarnaar een vader van talrijke kleine kinderen vruchteloos smacht. Nu zijn kinderen een zegen Gods. En behoeft het loon niet zóó te zijn, dat de vader van een groot gezin zich geen enkele beperking behoeft op te leggen. Dat zal voorloopig wel onmogelijk zijn. Is niet noodig ook. Eveneens weten we, dat God in weinig een grooten zegen kan leggen. Maar dit neemt niet weg, dat we ook lvier hebben te zoeken naar middelen, die den natuur lijken druk op een groot gpzin helpen verminderen. En dan gelooven we, dat er ook in het particulier bedrijf wel een oplossimr mogelijk is. Ongevallen, ziekte en werkloosheid worden bestreden door verzekering. Zoo kan ook op dit gebied hulpe worden gebracht. Als alle arbeiders in loondienst bij particulieren elke week eens 5 cent storten in een fonds, en als dan de pa troons er voor ieder ovenveel bijdpen, dan komt er jaarlijks een aardig som metje bij elkaar. Uit dat fonds zou dan aan iederen werkman een toeslag gegeven kunnen worden boven zijn gewone loon voor ieder kind boven een zeker getal. Het concurrentie-bezwaar, het zwaarstwegende in het particulier be drijf viel dan weg. Zouden de afdeelingen van den Christe- lijken Boeren- en Tuidersbond er niet eens met. de Christelijke Landarbeiders vereenigingeu over kunnen spreken? Veel leed en ellende voor de groote gezinnen een kostbaar bezit voor land en volk en bedrijf in onzen tijd van kin derbeperkingzou dan gelenigd kunnen worden. We tneonen^ dat de arbeiders zelve mee moeten betalen, zooalls dat ons beter had geleken, - bij heel de sociale verzekering. Staatszorg ontzenuwd. Passen do patroons mede iets bij, dan wordt door het instituut voor de kinder- toch geen huichelaar Zeker Truus had haar gebreken; wie had ze niét. Hij had ook'de zijne, En als zij zich niet altijd zoo enthousiast toonde voor wat hém in gloed kan brengen, welnu, dat was toch niet zoo vreemd ieder had zoo zijn eigen ideeën Ze gingen trouwon. De kaarten waren rondgezonden. Aan véle vrienden en kennissen. Eén had ook den weg gevonden naar Jo Vlietstra's adresmaar dat was een privé aange legenheid van Truus. Een laatste steek. Nu zou Jan haar, haar alleen behooren. En die fijne beschuit kon toekijken enzich ergeren. Ze verkneukelde er zich in. Waarom Waarom Ze wist er zich zelt niet ten volle rekenschap van te geren. Maar 't wak zóo. Soms verbeeldde ze zich, dat Jan haar, Jo, nog niet geheel vergeten wasdat hij niet geheel los van haar wasnooit liet hij zich vinden op baar te smalen, zelfs niet met een enkel woord en als ze hem er als 't ware toe wou uitlokken, bleef hij bot eu stug. Dit was dan nog een zoete wraak; dat gaf nog eenige voldoening. Even had Waanders Sr. nog een bal lonnetje opgelaten, om het huwelijk ook kerkelijk te doen inzegenen. Maar daar had Jan volstrekt niet in willen komen toeslag den band versterkt tussehen patroon en werkman, die door de staats verzekering steeds losser wordt. Welnu, laat men er dau bij wezen, vóór en aleer de Staat ook hier weer ingrijpt-.. De tijd ontwik I' U zich naar kinder toeslag. Het komt. Christenpatroons en werklieden neemt nu eens het initiatief. Overlegt, bespreekt deze" zaak eens samen. liet groote gezin, veelzins gesmaad en bemoeilijkt, heeft het zoo noodig. Naar de christelijke orga nisaties. Menig Cliristemvlerkman is helaas in dezen tijd van socialisme en maatschap pelijke verwarring, nog niet voldoende doordrom en van de noodzakelijkheid, zich te organiseeren in een christelijke werk- liedenvereeniging. Maar al te velen meenen, dat ze op maatschappelijk ge bied „neutraal" kunnen zijn. Alsof dat mogelijk ware 't Gaat immers in onzen lijd steeds scherper „Vóór of tegen den Christus." Ieder moet kiezen. Neutraal zijn kan een dood ding, geen levend mcnsch. Op héél 't terrein van het leven, óók op dat van den arbeid is partijkiezen, is kleur bekennen, noodzakelijk. Eensgezind belmoren allen, die in hun leven nog rekenen met God en Zijn Woord, zich te vereenigen in Christelij ke honden. Niemand behoeft zich te verbeelden, dat hij daardoor op eenigerlei wijze schade zou lijden. In geestelijk opzicht beteekent het voordeel. Immers kan in een christelijke veree- niging het christelijk beginsel vrijuit worden beleden en^beleefd. Materieel brengt het evenmin schade. De werkloozenverzekering, de ziektever zekering, de beschikbaarstelling van al lerlei regeeringsartikelen zal door de christelijke vereenigingeu evenzeer ter hand worden genomen en krachtig be hartigd, als door de zoogenaamde neu trale. Daarbij komt, dat de contributie er beduidend lager is. Iets dat elke week als voordeel terugkeert. Voor Rom. 131 (voorz. J. A. Meer- tens) bedraagt de contributie 6 cent per week. Voor do ziekenkas kan men 10 cent betalen, en beeft dan bij ziekte recht op 10 gld. uitkoering per week. Neemt men beide samen dan is het 15 cent per week. Als lid der Christelijk Nationale Werkmansbond (voorz. Leunis) betaalt men 12 cent per week. Voor" de Roomsch Katholieke Werk- liedenvereeniging 30 cent per week (10 cent voor de verecniging en 20 cent voor de vakvereeniging). Voorz. F. Krie- kaart, Nieuvvediep 47. De Christelijke Landarbeidersbond heft slechts 2% cent per week. (secre taris. P. Faas, te Driewegen). Laat ieder christenwerkman zich dus aansluiten bij zijn eigen christelijke werk lieden verecniging. Dit is voor hem in elk opzicht beter. eu Truus had er deu spot meegedreven. De bruidsdagen waren druk geweest, vermoeiend op den duur. liet was nu do dag, vóór dien, waarop liet huwelijk zou worden voltrokken. Jan stelde voor, nog eens samen een wandeling te maken, 't Was immers bij negenener zou nu wel niemand meer komenhij wou er nog wel graag eens uit. Hij had behoefte nog eens met haar te praten, alleen, zonder derden zonder dien feestelrjken omhaal „Nou nog?" deed ze verwonderd, en met een tikjo onwil. „En jo hebt nog niet eens mijn japon gezien voor morgen. Ze hebben 'em juist vanmiddag gebracht." Daar was ze vol van. Van haar bruids japon en van de gasten, die komen zouden en- van liet fijne diner, dat ze zouden geven en van het sjieke cou- peetje, waarin ze zouden rijden on van de cadeaux, die ze gekregen hadden en daarover praatte ze en weidde ze uit en was ze opgetogen Nu ja, dat sprak immers van zelf Was ze niet de bruid, zijn bruid Maar toch ja, hij had liet toch wel iets anders gewildiets meerGing ze er niet te véél in op „Nou ja, die kunnen we toch wel even bekijken njaar 'k wou óók nog es even er uit; dau kan toch wel?"... Regeerbeleid Met liet militair beleid onzer regeering gaat het niet goed. Eerst ontslaat men te Delft en aan de Hembrurg duizend arbeiders ineens. Dan, als er van alle kanten critiek komt, trekt „Oorlog" de maatregel grootendeeis weer in. Eerst wordt vrij vervoer en het menage- geld ingetrokken, 't Is te voorzien, dat' dit groote onrust onder den troep za! wekken. Dan, als die onrust zich inderdaad openbaart, trekt men de besluiten haas tig in, of belooft althans intrekking te zullen overwegen, om aan de gerezen bezwaren tegemoet te komen. Of dit de juiste methode is Ons dunkt dit do slechtst mogelijke wijze van doen. Dat men de zuinigheid betracht, best Er is bij „oorlog" en „marine" nog heel wat te bezuinigen. Maar of dit nu de rechte zuinigheid is Moeten er aan de militaire departe menten behalve gepaste zuinigheid, ook de wijsheid eu 't gezond verstand, schuil gaan Onvaster beleid, meer uitlokkend tot relletjes is wel niet denkbaar. Eerst na rijp overleg neme men maat regelen, maar dan passe men ze ook vastberaden toe. Voor elke roerige be weging uit den weg te gaan lokt nieuwe opstootjes uit. We hebben een minister noodig, die met vaste band durft ingrijpen, bet ver keerde uitroeien en het goede doorvoeren. Een man uit één stuk. Cleraenceau laat in de Hoinme I.ibre schrijven, dat bij nooit~candidaat voor het presidentschap is geweest, en Vrijdag bedankt heeft voor de candidatuur, die zijn vrienden hem hadden aangeboden. Met deze verklaring kan natuurlijk niet worden weggecijferd, dat Clemenceau voor de candidatuur eerst heeft bedankt, toen hij zag, dat zijn kans was verkeken, en dat hij zich eerst de candidatuur quasi liet aanleunen. Dit is een vorm van solliciteeren, die voor den candidaat eervol is, als hij wezenlijk gekozen wordt, maar pijnlijk wordt, zoodra blijkt, dat een ander meer kans beeft. Clemenceau heeft een nederlaag ge leden. Dat valt niet to ontkennen. „Hij beschouwde het als zijn plicht", zeet de Homine Libro, „het beroep te beantwoorden, dat „van alle zijden" tot hem kwam. De voorvergadering van Vrijdag ontsloeg hem van die verplich- ting." Natuurlijk, als bij gekozen was, zou bij gecoquetteerd hebben, en zich zuchtend en quasi zelfojiofferend de eer hebben laten welgevallen. Welk een nederlaag, dat deze vertooniug, zoo van te voren aangekondigd, hem niet wordt^gevraagd 1 In de betuigingen van tevredenheid over deze nederlaag doet Clemenceau zich ditmaal minder kennen als een tijger, dan wel als een vos, wien de druiven te zuur zijn. De voornaamste eigenschap van De- 116, wat stelde hij eigenlijk weinig belang in die dingen, die haar voor 't oogenblik 't meest interesseerden. En zoo koppig hield hij vast aan wat hij zich nu eenmaal in 't hoofd had gezet, 't Ontstemde haar wel eënigszins waar om kon hij nu niet haar zin eens doen bij merkte toch wel, dat ze er heelemaal geen lust in had Maar kom, zo moest uu maar toestemmen maar hij hoefde niet te denken, dat ze voortaan maar altijd naar zijn pijpen zou dansen. „Och ja, als je er nu zóó op staat," zei ze, met erg toeschietelijk. De japon werd bekeken, geprezen, bewonderd mama Breedveld verzekerde eenige nialeu, „dat-ic ook cente genoeg kostte, dat-ie heusch wel mooi mocht weze" en Jan was blij, toen hij met Truus de deur uitging. De laatste dagen, neen weken al, hadden ze zoo weinig gelegenheid gehad, eens alleen samen te zijn en eens te spreken. Eiken avond was liet wat anders geweestnu die, dan weer een andere kennis of familielid. En altijd laateven laatzoo weinig gelegenheid eens tot je zelf te komen, eens rustig te denkenen tussehen al de visite's in nu hier dan daar heen, om inkoopen te doen en alles te regelen hij verlangde schanel is voor het oogenblik alleen deze, dat hij een ander is dan Clemenceau. Positief heeft zijn benoeming niet veel beteekenis. Hij is, wat men noemt, een decoratieve-figuur. Een correct en glad persoon, die de kunst verstaat in alle omstandigheden juist datgene te doen of te laten, wat men van iemand in zijn positie jn die omstandigheden verwacht. Zulke lieden, ofschoon veelzijdig begaafd, zijn er ten slotte de mannen niet naar om hun stempel op hun tijd te drukken, ofschoon zij bij eerste steen leggingen en het uitreiken van medailles e. d. met hun gepolijste welsprekendheid ongetwij feld veel succes zullen hebben. Maar, als gezegd, de voornaamste be teekenis van de nederlaag van Clemen ceau ligt hierin, dat de man van de ijzeren vuist aan kant is gezet. Clemenceau was de belichaming van den baat. Zoolang hij een eerste rol speelde, was er van toenadering tussehen de vroegere vijanden geen sprake. Thans heeft hij afgedaan. Kamer en Senaat hebben hem met een loftuiting over z'n groote diensten voor het vaderland naar huis gestuurd. Het is wel merkwaardig, dat tegelijk met de eisch tot uitlevering van den ex-keizer, om die te vonnissen en te straffen, ook Clemenceau ten val wordt gebracht. Hij, de bitterste vijand van Duitschlaud. Inzenders van advertentiën die deze in het blad van den dag van uitgave wenschen opgenomen te zien, verzoeken wij dringend, deze zooveel mogelijk een werkdag vóór de verschijning der Courant, dus vóór Dinsdag of Vrijdag in te zenden. Hoewel wij steeds zullen trachten ook advertentiën te plaatsen die ons in den looji van den voormiddag van genoemde dagen worden toegezonden, kunnen wij dat, vooijil als het groote advertentiën betreft, niet meer verzekeren. Men zende dus de advertentiën zoo vroeg m o g e 1 ij k in. DE ADMINISTRATIE. De Fransche Kongreszitting. In een voor vergadering der leden van de Kamer van Afgevaardigden en van den Senaat de niet formeele maar toch beslissende bijeenkomst Vrijdag middag gehouden werd de volgende uit slag verkregen De sc ha mei 408 stemmen. C 1 e- m e n c e a u 389, terwijl op vier anderen, onder wien jnaarschalk Foch, nog 25 stemmen waren uitgebracht. Clemenceau heeft daarop onmid dellijk, zooals liet formeel heet, zijn kan didatuur ingetrokken, d w z. het besluit genomen zich niet nogmaals in de offi- cieele kongreszitting zooals men de vereenigde vergadering noemt der beide tenminste nu eens een uurtje rustig samen te wezen. Ze stonden buiten zij, nog met haar gedachten bij de bruidsjapon en de toe bereidselen voor den dag van morgen. Ze liepen de straat uit. „Hè, waar ga je nou naar toe viel ze opeens uit, toen ze merkte, dat Jan den weg insloeg naar de stille buiten singels van de stad. „Daar heb 'k nou niks geen zin in". En ze hield den pas in en gaf een rukje aan zijn arm om hem haar weer zin nog duidelijker te maken. llij begreep haar niet. Uit haar zwijg zaam naast hem voorstappen had hij op gemaakt, dat ook zij, als hij, er naar verlangde, eens eeu oogenblikje los te worden van het roezige jachten der laatste dagen Eu hij had er zich in verheugd Nu, opeens, die snibbige woorden Ilij begreep haar niet. „'k Dacht, dat we nog es heerlijk gin gen winkelen, de Hoogstraat over ;"'k had juist nog 'n commissietje bij Vos. Toe zeg, laten we daar nog even heen, doe j« 't?" Ineens was haar bitsheid weer ver dwenen. Zacht klonk haar stem en flu- weelig vleiden haar oogen. (Wordt vervolgd). 'üiS WiéSUmT- jmm Urtt DOOK

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1920 | | pagina 1