BIJVOEGSEL Geme&nteraaü van Ter Neuzen. „ZEEUWSCH-VLAANOEREN." VAN No 204. Woensdag 24 December 1910 2e Jig. Zitting op 16 Dec. '19. (S 1 o t). Voorzitterde edelachtbare heer J. Huizinga. Aanwezigalle leden. De heer Hamelink zegt, dat nu de afd. van den Ned. Bond van Onderwijzers een gratificatie vraagt voor de Zeeuw. Deze afd. is niet socialistisch. Spr. hoopt, dat de heereu nu aan het verzoek willen voldoen, 't Gaat niet om 't betrekkelijk kleine bedrag, maar om 't recht. Er is geparasiteerd op het stelsel van volon tairs. Voorts hebben v. d. Peijl en Geen- sen wèl een gratificatie gehad, de Zeeuw niet. Als" de Zeeuw niet gewerkt had, Jiad de Raad een ander moeten benoe men. Ook mocht de Zeeuw niet in alle klassen werken, zooals dit voor een volontair wensclielijk is, maar hij was '.--'fsi- udig in ée.j bepaalde klas werkzaam. Mevr. Duiker zegt, dat de Zeeuw een moreel recht heeft op vergoeding. B. en W. hebben onlangs op spr. vragen ge antwoord, dat er een leerkracht te kort was. AJ/elnu het werk van die leerkracht, is door de Zeeuw verricht. Ook van Dixhoorn adviseerde wel een gratificatie te geven. De heer Nolson Is het waar, dat v. d. Peijl en Geensen tvèl in dezelfde omstan digheden een gratificatie gekregen heb ben De heer Geensen Over de Zeeuw zal ik niets zeggen, maai Geensen heeft ook nog 'niéts onvangen. De Voorz. weet dat niet. De heer Geensen Maar ik wel. De VoOrz.'t Zal onderzocht worden. Mevr. Duiker: Kon de Zeeuw gemist worden, óók als mej. v. d. Lubbe op 't kantoor te Rotterdam gebleven was? De Voorz. is verbaasd dat Hamelink niet aan de Zeeuw gezegd heeft, dat deze de paarden achter den wagen spant. De Zeeuw bad zich eerst op zijn vakver- eeniging moeten beroepen als dat niet hielp, dan pas op den Raad. Nu doet hij net andersom. Bij overleg tusschen vak- vereeniging en en W. was de zaak misschien al lang opgelost geweest. De Zeeuw heeft geen wettelijk recht, 't Is nu een zuivere rechtskwestie. De Zeeuw heeft een gratificatie gehad. In April, toen hij tijdelijk onderwijzer afweid, kwam lui als volontair bij v. Dixhoorn terug. B. en W. wisten daarvan, niets. Van Dixhoorn nam hem maar terug, om dat de Zeeuw verklaarde Ik word er voor betaald Toch was de Zeeuw toen overbodig. Als de Raad dus gratificatie geeft aan de Zeeuw, moet ook mej. v. d. Lubbe er een hebben. De Zeeuw is eigener beweging weer in school gekomen, zonder medeweten van B. en W. en in strijd met het plan van v. Dixhoorn. Er is dus geen rechtsgrond voor uitkeering. Mevr. Duiker Als v. Dixhoorn werke lijk een plan gehad had, zou hij dat door gezet hebben. De Zeeuw was onbezoldigd volontair aan school A. Toen vroeg Waalkes hem, of hij aan school B wilde helpen. Hij moest dan in één klas. De Zeeuw wilde dit doen, als hij salaris kreeg. Waalkes zegde dat toen toe. Toen werd mej. Jansen ziek. De Zeeuw kreeg toen de titel tijdelijk onderwijzer, om aan de wet te voldoen. Zijn werk bleef gelijk. Hij stond 8 maanden in die klas. Daarna werd hij „tijdelijke" af. Hij dacht, dat toen de vroegere toestand van betaald volontair weer intrad. Hij hield trouwens dezelfde klas. Van Dixhoorn nam daar genoegen mee. Die kon toch ook de laat ste maand van de cursus geen reorgani satie invoeren De Voorzitter zegt: als de Raad aan de Zeeuw iets geeft, moeten de anderen dat ook hebben. Dit is niet juist. Het adres van de Zeeuw was al tegelijk met Geensen in den Raad. De heer de Bruijne wees er toen nog op, dat 't vreemd was, dat de een wel, de ander niet een gratificatie kreeg. De Zeeuw heeft een moreel recht op vergoeding, 't Is waar, dat adressant zich eerst tot de vak- vereeniging had moeten wenden. Hij is echter nog een jong vakvereenigingsman, en erkent zijn ongelijk. Dit is echter geen motief, om hem de gratificatie te onthouden. De Voorzitter: De Zeeuw heeft zich 1 April zelf aangesteld als volontair, v. Dixhoorn wilde het personeel inkrim pen. De heer HamelinkBurg. en weth. hebben hem nooit opgezegd. Heeft de Zeeuw een fout begaan, dan burg. en weth. ook. Bij een procedure zou de gemeente het pleit verliezen. De bur gemeester zou als plaatsvervangend kantonrechter, zoo'n vonnis moeten wijzen. De Voorzitterv. Dixhoorn wilde in krimpen. De heer HamelinkNiet met April, met Mei. De Voorzitter stemt toe, dat het fout was van burg. en weth. niet aan de Zeouw te berichten, dat zijn diensten niet meer noodig waren. Daaruit volgde echter niet, dat ue Zeeuw kon blijven. Dit is dus ook geen aanleiding tot een gratificatie. De heer D. Scheele is niet overtuigd. Hij zal voor het voorstel burg. en weth. stemmen. Dit wordt daarop aangenomen met 10 tegen 3 stemmen. 11. Stratenplan voor Sluiskil. Omtrent het adres der woningbouw- vereeniging „Sluiskil" te Sluiskil, d.d. 18 October 1919, tot goedkeuring van een stratenplan, voor het daaraan bouwen van woningen door genoemde vereeniging, is thans een nader schetsontwerp inge zonden voor stratenaanleg te Sluiskil. Blijkens de bijbehoorende beschrijving is het oorspronkelijk ontwerp zoodanig gewijzigd, dat thans bij eventueele uit breiding van Sluiskil aan de ontworpen straat de noodige dwarsstraten zonder bezwaar kunnen worden aangelegd. De eigenaar van den grond waarop de straat zal worden aangelegd en de wonin gen zullen worden gebouwd, heeft zich verbonden ten allen tiijde aan de ver eeniging, indien zulks noodig blijkt, meerderen grond te verkoopen, totdat deze straat aansluit aan den bestaanden grintweg in den PiersSenspolder. Verder is het voornemen der vereeni ging de straat ongeveer 15 M. verder aan te leggen dan er woningen zullen worden gebouwd, teneinde de voertuigen daarop te kunuen doen draaien. De straat is geprojecteerd op eene breedte van 8 M., doch met het voor nemen de woningen 1 M. binnen de rooilijn te bouwen om daarover de buiten luiken te kunnen doen draaien, zoodat de breedte tusschen de voorgevels 10 M. zal bedragen. Voorts is ingezonden een schrijven van het bestuur der woningbouwvereeniging „Sluiskil", dd. 5 Dec. 11., waarin wordt te kennen gegeven, dat dit gewijzigde ontwerp wordt ingezonden naar aanlei ding van met dé commissie van (fabricage) gehouden besprekingen, met beleefd verzoek, thans aan het request van 18 October 1). medewerking te willen ver- leenen. Ilct perceel waarop de straten zullen worden aangelegd, is kadastraal bekend sectie G no. 1601, en gelegen in den Pierssenspolder. De diepte der bouw terreinen zal pl.m. 26 M. bedragen, de breedte der dwarsstraten 10 M., terwijl de huizen 1 M. binnen de rooilijn zullen worden gebouwd en de vrije ruimte tusschen de huizen dus 12 M. zal be dragen. De uitloop der rioleu zal na filtreering in de rijkswaterleiding geschieden. Burg. en weth. stellen voor, het inge diende stratenplan goed te keuren. De heer NolsonWie betaalt straten en riolen De heer v. HasseltDe Vereeniging. De Voorz.De Vereeniging vraagt een voorschot voor woningen en stratenplan. De heer Scheele In Ter Neuzen was er goedkoope grond, met riolen enz. Dit zal heel wat duurder worden, maar 't is absoluut noodig. Hoe komt het met ver lof en vergunning Spr. zou er geen herbergen willen hebben. De Voorz.: Daar kunnen we straks over spreken. De heer Colsen De uitwatering komt in orde. Als 't niet op 't kanaal kan, dan op dezelfde sloot als nu. Spr. is verkoo- per van den grond, en verkoopt zoo, dat cr geen café's komen. Het plan wordt goedgekeurd. 12. Aan de Nationale Bank wordt toegestaan een luifel en koekoek boven gemeentegrond te bouwen. 13. De pensioensgrondslagen der ge meente-ambtenaren worden vastgesteld. 14. Tot leider der handelsherhalings school wordt benoemd C. F. Köhler, hoofd van school A. 15. Tot onbezoldigde ambtenaren van den Burgerlijke Stand worden benoemd, B. I. Zonnevijlle en B. F. S. von Brücken Fock. 16. Benoeming leden Burgeilijk Arm bestuur. De heer Cojsen zegt, dat de Katholie ken niet achteruit gezet mogen worden. Voor Sluiskil worden echter 2 protestan ten aanbevolen. Voorts wil spr. geen pastoors, domino's of godsdienstonder wijzers er iir hebben. De menschen die 't drukst naar de kerk loopen krijgen dan misschien 't meeste. De heeren be grijpen het zoo wel. De VoorzitterEr staat een katholiek op, al woont die nu niet juist te Sluis kil. Maar de heeren zijn ook vrij om te kiezen wie zo willen. De heer Ilamelink zegt, dat het af tredend Armbestuur bij het opstellen van de voordracht niet met spr. groep heeft gerekend. De S. D. A. P. is echter meer dan 1/6 der bevolking zooals de katholieken. Spr. beveelt de Pauw en mevr. Duiker aan. Mevr. Duiker is het hier mee eens. Menschen boven de 60 jaar, die steeds lid der jvakvereeniging zijn geweest, kunnen niet van de werkloozenverzeke- ring profiteeren en komen noodgedwon gen, als ze geen werk hebben bij het Armbestuur terecht. Daarom moét dit democratisch zijn samengesteld. De heer de Riddc* is er voor, dat er ook een S. D. A. P.er in komt. De heer Colsen zou graag twee leden op Sluiskil willen hebben. Die konden dan samen handelend optreden. De menschen moeten nu naar Neuzen. De heer de Ridder is hier tegen. Dan kunnen alle buurten wel komen. De Voorz. zegt, dat ook anderen dan arbeiders kunnen zorgen voor de armen. Nu is armenzorg echter geen speciaal belang voor de' S. D. A. P. Een arrpenraad kan niet. De diaconien zouden er dan een moeten instellen. In 1913 heeft spr. dat geprobeerd, 'tls echter mislukt. Verkiezing Vacature van Sprang. Deze wordt|mei|ll stemmen herkozen. Op Millenaar zifn 2 stemmen uitgebracht. Vacature R. Scheele. Gekozen wordt M. Rietnens met 7 stemmen. Op A. de Pauw zijn 4, op, mevr. Duiker 3 stemmen uitgebracht. Vacature Mo,es. Gekozen wordt bij 2de vrije stemming P. Dieleman met 7 stemmen. Op de Pauw zijn weer 4, op mevr. Duiker 2 stemmen uitgebracht. Vacature Kooman. Gekozen wordt A. van Aerde met 7 stemmen. Op L. Dek zijn 4, op J. Nijssen 1 en op mevr. Duiker 1 stem uitgebracht. Vacature de Clerck. Gekozen wordt mevr. Duiker met 6 stemmen. Op,.P. Gallo zijn 4, op P. de Bakker 1 stem uitgebracht. Voorts 1 blanco en 1 vtn onwaarde. Vacature Mtj^gré. Gekozen P. .ran Cadsand met 7 stem mer Op P. alle zijn 5 en op G. de Ridder 1 stem uitgebracht. 17. Benoeming Raadscommissie inzake geneeskundige aangelegenheden-te Sluis kil, overeenkomstig het genomen Raads besluit. Bij eerste stemming worden gekozen Colsen met 11 en Nolsou met 9 stemmen. Bij herstemming van Cadsand met 6 stemmen. Mevr. Duiker had 5 stemmen. De vergadering wordt geschorst tot 2 uur. Na heropening zegt de Voorzitter, dat Geensen inderdaad nog niet betaald is. Dat komt nu in orde. Ook voor de Zeeuw kan iets gedaan worden. Als de Raad wil ver klaren, dat hij ook na 1 April tijdelijk onderwijzer was, dan kan hem van het rijk het volle salaris als tijdelijke leer kracht worden gegeven. De heer Scheele begrijpt hier niets vah. Hebben burg. en weth. vergaderd Komen ze met voorstellen, om alles wat van morgen besloten is, weer in te trekken De heer v. d. Ouden uit eveneens zijn verbazing. De Voorzitter: De Zeeuw had geen aanstelling. Daarom ook geen salaris. Als we nu zeggen, dat hij tijdelijk ouder wijzer was, dan betaalt' liet Rijk hem. De heer Scheele Dat wist u toch van morgen ook Do heer de Jager: Dat is geen serieus werken. Mevr. Duiker juicht het toe, dat. de Zeeuw iets krijgt. De heer Nolson zal voorstemmen. Er schuilt Lij burg. en weth. een fout. Zij erkennen dat nu. De heer van Cadsand De Voorzitter heeft vanmorgen krachtig gepleit voor niet toestaan van een 'vergoeding. De Raad ging er mee accoord. Dat was om 11 uur. Nu is 't twee uur, en nu zijn burg. en weth. al geheel gedraaid. De Voorzitter: Het Rijk betaalt het. De Zeeuw heeft toch ook diensten gedaan. De heer ScheeleOngevraagde, opge drongen diensten heeft u vanmorgen gezegd. Nu het Rijk maar laten opdokken, vindt spreker geen verhouding. Mevr. Duiker B. en W. geven nu toe, dat er een kracht te kort was. Dat de Zeeuw dus recht heeft op vergoeding Spr. vindt 't eigenaardig, dat toen de gemeente het betalen moest, B. en W. verklaarden, dat de Zeeuw geen rechts grond kon doen gelden, terwijl nu 't Rijk betalen moet, dat recht er in eens wel is. De Zeeuw krijgt nu echter vergoeding. Daar gaat 't om. De nu werkzaam zijn- den, kunnen 't dus óók krijgen. Het voorstel van B. en W. wordt aan genomen met 9 tegen 3 stemmen. Tegen de Jager, Scheele en v. d. Ouden. De Meijer verwijdert zich en wil niet mee stemmen. 18. Middeustandswoningen. De heer Scheele is voor 't bouwen van werkmanswoningen. Daar is groot gebrek aan. Als 't de gemeente niet zooveel kostte, {had spr. ook niets tegen het bouwen van middonstaiidswoningen. |l)it is feitelijk een toeslag op woninghuur voor inkomens tot 3500 gld. Daar heeft spr. geen. 15.000 gld. voor over. Mevr. Duiker juicht het plan toe. 't Kost wel iets, maar er moeten midden- standswoningen komen. De heer de Jager: In het bestuur der Woningbouwvereeniging is het besproken. De nood dwingt echter. Al keurt spr. persoonlijk het geven van toeslag op woninghuur voor menschen met 3 a 4000 gld inkomen af, als armenzorg aan beter gesitueerden. De minister dringt aan op 't eischen van volle huur, ook van arbei ders. De eerste jaren moet daarvan ont heffing worden verleend. Voorziening is echter noodig. De lieer Nolson: Er moeten midden standswoningen komen, 't Is niets erg, dat de gemeente helpt. Dat is geen armenzorg, zooals Scheele heeft gezegd. De heer ScheeleDat heb ik niet gezegd. De heer Nolson Vroeger is er oppo sitie geweest tegen 't bouwen van ar beiderswoningen, dat heeft de gemeente een paar ton gekost. Zoo gaat't nu weer, als we niet aanpakken. te aan» De heer Hamelink dringt er op aan, dat bij het opmaken van het bestek gelet wordt op goede arbeidsvoorwaarden Er wordt misbruik gemaakt van onge schoolde krachten. Als in 't bestek goede arbeidsvoorwaarden zijn opgenomen is dat zoowel in 't voordeel van werkne mers als werkgevers. Deze laatste heb ben dan geen oneerlijke conpurrentie te vreezen van buitenstaanders. Bij ver zuimen wegens regen enz. moet niet het loon worden ingehouden. De Voorz.: Moet u straks voorstellen. De heer IlamelinkU had het over het opmaken van het bestek. De Voorz.Ja, dat is waar. Nu, de Vereeniging zal wel met uw wenk willen rekenen, 't Gaat thans om 't principe van al of niet steunen. Als particulieren een der huizen koopen, komt de subsidie terug. De Vereeniging zal woningen ter beschikking stellen voor leeraren R. II. B. S., Ambachtsschool, Belastingen enz. Daarvoor wordt geen gemeentetoe- slag betaald. Het bedrag zal dus mee vallen. 't Wordt geen. 15000 gld. Na 15 jaar ziju de huizen eigendom der Ver eeniging, in casu der gemeente. De rijks subsidie is dns dan aan de gemeente ten goede gekomen. B. en W. bevelen het ten zeerste aanj Eveneens het bouwen van nog beiderswoningen. 19. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan de vereeniging „Voorzorg" een subsidie te verleenen. Naar aanleiding van het ingekomen verzoek van de vereeniging „Voorzorg", welke zich onder meer ten doel stelt de leden tegen werkloosheid te verzekeren, geven Burgemeester mi Wethouders het volgende te kennen Een en andermaal werd door of namens ons college de verzorging der werkloozen behandeld, tot dat, naar wij oordeelden, het juiste middel was gevonden, n.l. dat de werkloozen door hunne vereenigingen konden worden gesteund. Helaas, een deel der werkloozen bleef onverzorgd. Overeenkomstig liet bepaalde bij cir culaire 212 van 21 October 1919, is een regeling ontworpen en hadden wij goede verwachting, dat degenen, die niet vereenigd waren, verzorgd zouden kun nen worden door de vereeniging „Voor zorg". De statuten der genoemde vereenigiug werden ter goedkeuring ingezonden en de aanvraag om toegelaten te worden overeenkomstig het „Werkloozenbesluit 1917", werd ingediend. Daarna ontvingen wij een circulaire 218 van 3 November 1919 van den Minis ter, met de mededeeling, dat werkloozen die niet konden worden geholpen door een organisatie, voorloopig dienden te worden geholpen overeenkomstig de re gelen van het plaatselijk steuncomité. De Voorzitter van ons college heeft daarop een onderhoud gehad met den lieer directeur der werkloozenverzekering den heer Folmer, om met dezenjte over wegen, wat in ons geval gedaan moet worden. Bij dit onderhoud is het volgende vastgesteld 1. Do minister meende vast te moeten houden aan den eisch, dat alleen ver eenigingen met koninklijk goedgekeurde statuten voor toelating in aanmerking kunnen komen en men daarvan 26 wekeD lid moet zijn, alvorens eene uitkeering kan volgen 2. dat de werkloozen die op geenerlei wijze geholpen kunnen worden door eene werkloozen uitkeering, gesteund kunnen worden overeenkomstig het bepaalde in circulaire 218, waarvoor door het rijk zoo noodig eene bijdrage wordt ver leend van 75 o/0. 3. Er is geen bezwaar dat de vereeni ging „Voorzorg" wordt aangewezen om deze steunregeling ter hand te nemen, waarbij de leden hunne contributie be talen, opdat zij in staat worden gesteld hunne volle rechten te doen gelden na 1 Mei 1920, en nu reeds worden opge voed lot behoorlijke behartiging van hunne eigen belangen. In verband met dit rapport door onzen voorzitter uitgebracht, hebben burge meester en wethouders geen bezwaar om eene steunregeling in te voeren. Maar daarmede is dan tevens vastge steld, dat het verzoek van de vereeni ging „Voorzorg", zooals dit in het aan gehaald adres luidt, moet worden afge wezen. Wat evenwel de zakelijke kwestie aangaat, is ons College van oordeel, dat toch moet worden voorzien in den nood welke in de gezinnen der werkeloozen bestaat. In verband hiermede stellen burg. en weth. voor a. De vereeniging „Voorzorg" uit te noodigen, de leiding op zich te nemen van de steunverleening aan werkloozen, die niet met eene werkloozenuitkeering worden gesteund, wanneer het rijk daar voor eene bijdrage toekent van 75 der uitkeering b. de norm der uitkeering te bepalen op den voet van de uitkeering van 1918/19 c. eene bijdrage aan de vereeniging „Voorzorg" te geven tot een maximum van f 1500 voor 1919 en idem van f 2000 voor de drie eerste maanden van 1920. De uitkeering over de maand November bedroeg f 1200, waarvan, naar wij denken de gemeente f 100 zal moeten bijdragen. Wij nemen aan, dat voor de maand December f2400 zal noodig zijn, waarvan het aandeel der gemeente f800 zal be dragen, waardoor slechts f 1200 noodig is. Door den raad is vroeger f600 toege staan hetgeen in mindering komt van de gevraagde f1500. De lieer Hamelink: Voldoet „Voor zorg" aan de verplichtingen van een Werkloozenkas Spr. gelooft liet niet. Tenminste worden er ouderen dan 60 jaar geholpen door „Voorzorg." Het op treden van „Voorzorg" houdt de men schen uit de organisaties. Dat werkt verkeerd. Kan nu straks „Voorzorg" niet meer fungeeren, dan moeten die menschen weer een wachttijd van 26 weken doormaken. Ze moeten opgevoed voor organisatie. Er moet scherpe con trole wezen. En kan iedere vakveree- niging geen steun krijgen, om de eigen leden boven de 60 jaar te helpen. De heer de JagerDe ongeorgani seerden krijgen nu een voorsprong boven de georganiseerden. Dat is verkeerd. Bovendien moet de gemeente het al weer doen. De 75 zullen we wel niet terug krijgen. De Voorzitter zegt, dat „Voorzorg" slechts tijdelijk voor dit doel moet dienen, 't Is feitelijk een organisatie voor onge organiseerden. Bovendien tijdelijk een toevlucht voor onbehuisden, n.l. voor leden van vereenigingen, die nog geen eigen werkloosheidsverzekering hadden. „Voorzorg" voldoet aan de verplichtingen, alsa. statuten zijn goedgekeurd, b. de vereeniging is toegelaten volgens besluit '17, c. de contributie verhoogd is. Zoodra de vereeniging is goedgekeurd moet de contributie omhoog. Het regle ment moet dan herzien worden. Spr. kon dit niet voorzien. De minister heeft de 75 °/0 toegezegd. Die krijgen we dus. Van „Recht en Plicht" vinden er 14 ouderen dan 60 jaar onderdak bij „Voor zorg". Die zouden anders naar 't Arm bestuur moeten. Ook ongeorganiseerden. Die wennen nu echter aan contributie- betalen, Spr. wil moe opvoeden tot organisatie. „Voorzorg" likwideert niet met 1 Mei, als er nog leden zijn. De heer ScheeleNeen Voorzorg" blijlt bestaan. De menschen moeten toch geholpen. Het voorstel van B. en W. wordt aangenomen. Rondvraag. De heer Hamelink zegt, dat er op Sluiskil geen bevroren vleesch is te krij gen. Hoe komt dat Is 't stop gezet De VoorzitterMorgen is er weer. We hebben het de slagers laten ver koopen. Er kwam echter gekibbel over de prijs. Toen 3 prijsverhoogingeu. De gemeente verkoopt het nu tegen den ouden prijs. De heer Colsen De voorlaatste keer kreeg ik een half beest, van 174 K.G. Er is nu nog 30 K.G. van over. Dus is er geen belangstelling voor Hamelink kan gerust komen kijken. Spr. eet heele dagen bevroren vleesch, om 't toch maar op te krijgen. De lieer Hamelink vraagt, wanneer het politiecorps nu wordt uitgebreid. Anders hebben de agenten alleen een goede re geling op papier. De Voorz.De oproeping komt spoedig. De heer Colsen verzoekt zijn medele den eens eeu kijkje te nemen in den Spierssenspolder. Die weg is erg slecht. Ze mogen wel waterlaarzen aantrekken. De heer Hamelink Per auto. De lieer Colsen Het bestuur van de polder wil het onderhoud overgeven aan de gemeente. Iugrijpen is noodig. Anders doet spr. een beroep op de Gezondheids commissie. Het polderbestuur wil een som per jaar geven. Kunnen B. en W. niet eens overleggen met het polderbe stuur De Voorz.De Commissie van Bijstand kan dat doen. De lieer Nolson Het polderbestuur moet de weg goed onderhouden. We kunnen niet het onderhoud overnemen van jwegen, die door de eigenaars wor den verwaarloosd. De heer Scheele't Komt door de af watering, niet door slecht onderhoud van den weg. Er moet rioleering komen. De heer Colsen heeft gezien dat in sommige nieuwe woningen op Java winkel wordt gehouden. Spr. vindt dat niet goed. Dat is een concurrentie voor den middenstand in woningen, waarop de gemeente huurtoeslag geeft. De Voorz.'t Geschiedt met toestem ming van het bestuur der Vereeniging. 't Zijn twee gevallen. Een weduwe en een door zijn patroon ontslagen werkman. Daar is toch niets tegen, 't Is ook geeli gevaar voor den middenstand. De lieer Colsen zegt, dat de werkloozen van Sluiskil eiken dag naar Ter Neuzen moeten ter controleering. Er zijn oude menschen bij van om en bij de 60 jaar. Kan dat niet bij iemand op Sluiskil, b.v. bij den veldwachter De Voorz.Als 't kan zullen B. en W. er rekening mee houden. Scherpe con trole- is noodig. De heer de Ridder vraagt, wanneer de directeur van de Arbeidsbeurs be noemd wordt. De Voorz. zegt, dat B. en W. die be noemen. De Raad stelt de instructie vast. Daarna wordt de vergadering gesloten

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1919 | | pagina 5