Orgaan ter verspreiding der Christelijke Beginselen in Zeeuwseh-Vlaancleren. No. 173. Zaterdag 6 September 1919. 2e Jaargang. Uit de Schrift. ONDER DE STREEP. De Smokkelaar. ABONNEMENTBij bezorging 1,15 per drie maanden. Franco per post voor Nederland 1.25. Uitgave van de Christelijke Persvereeniging „Zeeuwsch-Vlaanderen" t,e rI er Neuzen. Alle stukken, de redactie en administratie van dit blad betreffende, moeien worden ge len aan den redacteur, H. S. v. IIOUTEN, Vlooswijkstraat 62, Ter %uzen. zond ADVERTENTIËNVan 1 4 regels ƒ0.40. Elke regel meer ƒ0.10. Handelsadvertentiën over twee kolom 8 cent per regel. Abonnementen per contract. Crisistoeslag 15 Inzending van adverte.nt.iën tot 12 uur 's middags op de verschijndagen bij den drukker L>. H LITTOOIJ Az. te Ter Neuzen. Telefoon Nr. 20. TOCH GEEN MISKENNING! „Want Hij plaagt of „bedroeft des monschen- kinderen niet van harte". Klaagl. 3 33. De tijdsomstandigheden, die bijzonder de aandacht trekken, en de gedachten vermenigvuldigen, leiden van God, af, of dringen naar God en Zijn W oord henen. Onze tijd is vol plage, gekenmerkt door druk. Er is een zuchten, een morren, een rekenen, een brutaal verweer, een aandringen op vermeende rechten, een loopen voor zichzelf en eigen huis, een loslaten van God, een inspannen van eigen kracht en vermogen, een trachten er zichzelf door te slaan. We kunnen onzen tijd ook anders teekenen't Is een tijd zóó vol verwar ring, zoo onvast in zijn loop, zoo zonder orde, dat niets meer welkom zou moeten zijn dan een goede duidelijke wegwijzer, die ons den weg des levens aangeeft en de richting wijst, waarin we moeten gaan. Hier hebben we oen Goddelijk getui genis dat licht geeft. In onzen text is sprake van plagen en bedroeven. Twee woorden die aangeven de moei lijke levensomstandigheden, die als een last drukken op do schouders der men- schen, 't hart benauwen en zelfs kreten van smart afpersen van de lippen der vermetelsten. Plagen en bedroeven, daarvan is 't leven vol. „Moeite en verdriet", zoo noemde het Mozes. En toch is niet al de ellende der zonde ontketend, toch is de aarde nog geen hel. Toch doet God nog Zijn zon opgaan over boozen en goeden, toch zijn het de goedertieren heden des Heeren', dat wij niet vernield zijn, dat Zijne barmhartigheden geen einde hebben. Ze zijn allen morgen nieuw, Zijn trouw is groot. Er zijn bij onzen God nog gedachten des vredes, al is de vrede hier op aarde verstoord, de rust verbroken, en het geluk verwoest. Hoeveel genade en gunstbewijs, waar voor we Hem te weinig danken. Toch, wanneer we denken aan ziekten en kwalen, tegenspoeden in het maat schappelijk en huiselijk leven, dure tijden, een verijdeling van goede voornemens, een falen van de zuiverste berekeningen, een verbroken liggen van de schoonste idealen, het bedreigd worden van de fijnste plannen, de onrust des harten, 't machtig verwijt des gewetens, de vrees voor den dag des doods, 't boven voor den dag des oordeels, wanneer we eens even indenken de naakte werkelijkheid van het leven, 't. leven zooals het is. zooals wij het dóórmaken, zonder de bloemetjes en ontdaan van de vele strikjes on ver sierselen, wie moet dan niet zeggen't Is vol plage en droefenis 1 Hoe komt dat toch God plaagt en bedroeft des menschen kinderen. Hij laat het niet slechts toe, maar Hij bestelt en regelt al die plagen en droefenissen. De zedelijke en maatschappelijke ge varen, waaraan smokkelaars bloot staan, zijn ontzaglijk groot. Doch de lichamelijke eveneens. Telkens weer leest ge dan ook van het sneuvelen van smokkelaars bij hun bedrijf. Ëggink kon den lust ook niet weerstaan, om eens een poging te wegen. En liet lukte hem. Hij kende heg en steg in de omgeving en wist op een gdSchikt moment zijn slag te slaan. Om van de smokkelarij een bedrijf te maken, daaraan dacht hij in den beginne nog niet. Zoo'n enkelen keer om het evenwicht tusschen uitgaven en inkom sten te bewaren, dat was wel aardig maar verder wilde hij nog niet gaan. Menschen van zijn karakter en levens wandel zijn in den regel niet de stout- moedigsten. Doch met smokkelen gaat het net als met de loterij. Men kan het, eenmaal begonnen zijmie, niet laten. Het schijnt of een magische kracht den mensch mee sleept. Een enkele is het gelukt, om aan zich den onweerstaanbaren drang te ontwor stelen, door zich met een flink kapitaal ergens elders te vestigen en van de Uit Zijn mond ging uitDe aarde zij vervloektdoornen en distelen zal /ij voortbrengen. De man zal zweten onder zijn' arbeid cn de vrouw zal in smarten liggen om voort te brengen. Is er een kwaad in de stad dat de Hue re niet doet Alle plage en rampspoed is eene rechtvaardige bestelling van Gods Voor zienigheid. Want Hij plaagt of bedroeft, des menschenkiudaren. Velen maken dit los van eigen zonde en van de zonde. Velen noemen God wreed en hard, moeten van zulk een God niets hebben, haten Hem, v loeken Hem, steken gebalde vuisten ten hemel. Zij hebben iets anders verdiend. Zij willen wel kind zijn van den hemelschen Vader, maar deze mag nooit ben ver manen, nog veel minder bestraffen. 't, Kind mag doen waarin het. behagen of lust heeft, en wat Vader heeft te doen tegenover liet kind zullen zij wel zeggen, en zullen zij dau verder beoor- deelen. Hoe zouden we in 't dagelijksch leven zulk een vader noemen Wat zou van zulke kinderen terecht komen? Verwend en verdorven groeiden ze op voor de galg. God handelt anders, rechtvaardiger, wijzer, liefdevoller, gevoeliger. En Hij zegt dit in Zijn Woord, opdat wij het weten zouden en er mee rekenen. Hij plaagt en bedroeft. Laat men toch arbeiden om het arme, dolende, misleide en zichzelf misleidend hart anders te onderrichten. Inplaats van de rust des harten steunend op eigen voldaanheid, brenge het moeilijke leven steeds meer onrust in 't hart, door het te wijzen op een God „Die ten allen dage toornt", en op onszelf, zooals we behept zijn met onge rechtigheid en zonde. Het is één van de vele listen van Satan in de bezoekingen Gods juist datgene te verbergen, wat de ziel zoo noodig heeft op te merken, n.l. dat een rechtvaardig God geen wreed God is, en dat een God Die kastijdt, plaagt en bedroeft niet liefdeloos is. In onzen text staat dit er zelfs bij uitgedrukt: „Hij plaagt of bedroeft des menschenkinderen ndet van harte." Hij móet, Hij kan niet anders. Niet Zijn wreedheid, maar onze ongerechtig heden doen ons deze dingen aan." Och dat Gods bedoelingen in Zijne bezoekingen niet langer werden mis verstaan en miskend. Dat Zijne goede bedoelingen eens werden ingezien, zooals ze „na dezen zullen worden verstaan." „In al onze benauwdheden is Hij benauwd". Wanneer Hij ons slaat of plaagt, omdat Zijn heiligheid of recht vaardigheid of liefde het Hem gebieden, dan gaat het Hem zelf aan 't hart. Hij proeft mede de bitterheid van 't medicijn dat Hij ons klaarmaaktHij is mede benauwd, wanneer Hij in operatief werk ons vleesch opent en wegsnijdt wat levensgevaarlijk, ja doodelijk is Hoe ondankbaar van Zijne kinderen, dit smokkelarij voor goed af te ziende massa „verdient" en verbrast 't gewonnen geld in treurige afwisseling. Eggink deed goede zaken. Het liep hein mee. Hij maakte nachten van f 40 tot f 100 en was zuinig op zijn geld. Een zielkundig raadsel, waarover wie wil eens peinzen mag, maar overeenkom stig de werkelijkheid. Vervulde de geld zucht hem zoozeer, dat hij al het andere vergat en zelfs zijn vrouw en kinderen aan hun lot overliet? Hi] keek althans niet naar hen om. Op zekeren dag had hij de kapitale som bijeen van f 5000 Die had hij zuinig bijeengegaard, want liij had groote plan nen. Hij had er alles op gezet. En nu zou het gebeuren ook. Het plan was gemaakt. En tot de uit voering ging hij zonder verwijl over. Voor de f 5000 kocht hij radium. Hij kende deze stof wel niet, maar hij had het adres van een leverancier en hij vertrouwde het op aauradeu van anderen, het kwantum was niet grootradium is pepetduur. Nu lag de schat ergens verborgen. Het wachten was op een geschikte ge legenheid om de smokkelwaar over de grens te krijgen. Het was hem al zoo menigmaal gelukt. Het zou nu ook wel gaan. Maar hij was er toch vol van. Want immers, hij zette nu alles op één worp. niet op te merken, hieraan te twijfelen, ook maar een oogenblik te denkenHij heeft lust aan .plagen. Weet, ge niet, dat, dit Satanisch is? Hoe wordt Zijn liefde geminacht en gesmaad, Zijn wijsheid genegeerd, Zijn rechtvaardigheid verdacht. Hoe is de mensch in 't diepst van zijn bestaan een vijand Gods, vol verdenking en argwaan. Hoe moeilijk kan hij zich- zeiven brengen onder de leiding der waarheid en zijn hart onder de stilheid en vrede van liet kruis. Van argwaan des harten tot drieste uitlatingen zijn soms snelle overgangen, en boven dien fatalen weg staat ge schreven „Wie heeft zich tegen God verhard en vrede gehad Begin met u zelf te veroordeelen naar het heilig recht Gods, hebt een open oog voor de liefde Gods in Christus, Leer door de werking en 't getuigen des H. G. het Abbah, Vader, stamelen, en het „Gij zult mij leiden naar Uw Raad" breekt uit uw overtuigde hart kinderlijk door, Gij zult onder plage on in droefenis het zoet van Gods Vaderliefde smaken, van uw kindschap sterker worden overtuigd, uw hart stille zetten onder de bewer king van den hemelschen Medicijnmeester, en 't Woord zal aan u bevestigd worden „Welgelukzalig is de mensch, dien Gij tuchtigt, en leert uit Uwe wet." Er zij toch geen miskenning onder plage of kruis. Zaamsiag. De Walle. V Hoe zit dat? Een liberaal raadslid deelde ons per soonlijk mede, dat de socialisten het li berale program zonder meer hebben aan vaard. Over het socialistische gemeen teraadsprogram is op de conferentie zelfs niet gesproken. Bedoeld raadslid waarmee de soei's voortaan zullen sa menwerken kende het niet eens. Als dit waar is, en voorhands hebben we geen reden dit te betwijfelen heb ben de drie socialisten dus alleen uit fijnenhaat, uit afkeer tegen den gods dienst, zich verkocht aan de liberalen. Is dat soms het behartigen van de be langen der arbeiders? Zal liet voortaan nog gemakkelijk zijn die menschen dui delijk te maken waarom ze rood en niet liberaal moeten stemmen Is 't tenslot te niet hetzelfde, waar de socialisten heel broederlijk met de liberalen optrek ken, of men rood dan wel blauw is Zou De Baanbreker ons niet eens willen inlichten, waarom de socialisteu, zonder bij eerste stemming met een eigen candidaat uit te komen, zonder de liberalen hun program voor te leggen of zelfs maar er over te spreken, zoo eensgezind de liberale heeren op de wethouderszetel hebben gebracht Saul niet meer onder de profeten De verkiezing van wethouders te Zaamsiag is wel zeer wonderlijk geloopen. De heeren W. Scheele en A. de Feijter, die de vorige periode nog als en voor de liberalen zitting hadden, hingen zich voor de candidaat,stelling voor den ge meenteraad een Christelijk-Histoi ischen mantel om. Nu weten we natuurlijk niet, welke bewijzen de Christelijk-Historische Kiesvereeniging van de politieke bekee ring der beide heeren heeft gevraagd en verkregen. Niettemin was liet bijzonder onvoorzichtig dergelijke proselieten direct maar candidaat voor den Raad te stel len. Gemeenlijk draagt een partij niet haar officieele en publieke vertegenwoor diging op aan mannen, die pas een blau wen Maandag tot haar belmoren, maar kiest ze daarvoor personen die zich ver dienstelijk hebben gemaakt voor de partij. De Christelijk Historische partij te Zaam siag handelde niet aldus. Thans heeft ze daarvan de wrange gevolgen reeds ondervonden. Wat toch is eisch van gezond partij leven Zeker wel dit, dat over een belangrijke kwestie als de vvelhoudersverkiezing overleg wordt gepleegd door de eigen raadsleden onderling en van de fractie met de v< rwante partijen. In Zaamsiag hadden dus de heeren W. Scheele, A. de Feijter en C. Wisse gezamenlijk hun houding moeten bepalen Daarna hadden ze met de Anti-revolutionaire partij over leg moeten plegen. De heeren Scheele en de Feijter zijn echter aan 't, vrijbuiteren gegaan. Hun mede Christelijk-Historisch lid, de heer Wisse wiens herkiezing in 't belang van partij en gemeente was geweest hebben ze uitgeworpen. In plaats van met dt A. R. pleegden ze overleg met aun liberale stamvaders. Als een hond tot zijn uitbraaksel, keerden zij tot wat ze vaarwel hadden gezegd, terug. Daardoor beletten zij de herkiezing van den heer Wisse voor de smaak der heeren zeker te principieel en de verkiezing van een Anti-revolutionair. Wat zal nu de Christelijk-Historische Kiesvereeniging te Zaamsiag doen De daad der heeren Scheeje en de Feijter goedkeuren, zij 't ook stilzwijgend en zich langzaam maar zeker in liberale wateren doen meevoeren Of zal ze de moed hebben de beide heeren ter verantwoording te roepen, ze te schrappen als lid en een beginselvaste politiek te gaan voeren In 't laatste geval zal ze ongetwijfeld veel aanhangers verliezen. Maar van de kern die overblijft, zal meer propagan distische kracht uitgaan. Omdat dan eerst principieel optreden mogelijk is, zal in 't eind het succes blijken van 't kloek afsnijden der rotte deelen. 't Gaat er om of de Christelijk-Histo nsc.be partij te Zaamsiag practisch libe raal zal pijn, of dat ze werkelijk Chris- telijk Historisch zal zijn. Met belangstel ling wachten we de komuiide dingen af. De houding der heeren W. Scheele en A. de Feijter is wel zeer onsympathiek. Toen we hun namen op de Christelijk- Historische candidatenlijst lazen, ontviel ons„Is Saul ook onder de profeten Thans vragen we„ls Saul niet meer onder de profeten"? In ons nummer-van 30 Augustus be spraken we een artikel uit Het Vaderland, het groote liberale orgaan, waarin ge wezen werd op liberale veinzerij oui baantjes machtig te worden. Zien we in Zaamsiag niet dat liberalen, uit zuivere baantjesjagerij, precies deden alsof ze Christelijk-Historisch waren, alleen maar oin het begeerde baantje machtig te worden Vrij/innige huichelaars dus, die de huik naar den wind hangen en door zich een mom van vroomheid voor te doen, een baantje zochten meester te worden. Of met dergelijk gekonkel de belangen der gemeente Zaamsiag gediend worden We gelooven van niet. De langverwachte avond kwam. Alle mogelijke voorzorgsmaatregelen had hij genomen. De stoute sprong moest nu gewaagd worden. Door kreupelhout <-cn greppels, langs nooitbegane paden sloop hij behoedzaam voort. Haast was de grens bereikt. Maar op het laatste oogenblik werd hij ontdekt door een patrouille soldaat kommiezen. Men riep hem na. Men waarschuwde en vermaande hem, om niet doorteloo pen. Doch hij dacht alleen aan zijn ra dium. Aan het kapitaal, dat op hetspei stond en dat straks, bij welslagen, meer dan verdubbeld zou worden. Neen hij kon zich niet overgeven. Nu moest alles op 't spel gezet worden. Hij kon niet kalm meer denken. De gedachte aan rijke winst nam hem geheel in beslag. Daarom kon hij de noodlottige vlucht niet nalaten. Hij kon zich niet gewonnen geven. De geldgierigheid heerschte over hem. Hij trachtte zich uit de voeten te maken Daar knalde een schot en nog een. En een mensch wankelde en sloeg toen tegen den grond De soldaten namen hem op en voerden hem naar het dichtsbijzijnde, maar veraf gelegen militair hospitaal. Eenige weken later. Door de straten van een Twentscli stadje slenterde een vermagerde vrouw N.B. Men deelt ons mee, dat door een aantal leden der Christelijk-Histori sche Kiesvereeniging te Zaamsiag, een vergadering is aangevraagd van de Kies vereeniging, waarin voorgesteld zal wor den de heeren W. Scheele en A. de Feijter te schrappen als lid, en namens bedoelde Kiesvereeniging te publiceeren, dat beide heeren niet meer beschouwd worden als vertegenwoordigers der Christelijk-Historische partij. Adressan ten hopen, dat de heeren Scheele en De Feijter dan zullen bedanken als raadslid. Wij juichen dit optreden ten zeerste toe, en wenschen de adressanten succes op hun pogen. '1 Zal zijn in 't belang der Christelijk-Historische partij. met twee armelijke kinderen. Armoede en ontbering waren op hun gelaat te lezen. Beeld van ellende. Plots schiet ze op een heer toe, die aan de overzijde de straat passeert. Meneerkent ge mij niet Juffrouw.... Eggink, bracht de aan gesprokene er na eenigen tijd uit. Neen, ik zag het waarlijk nietEn O, ik ben zoo blij u te zien. Want de toestand is meer dan ellendig. Zie mij en mijn kinderen aan en ge hoeft niets meer te vragen Dat is waar, vrouw Eggink. Maar hoe komt dat Wel ik heb mijn man in geen weken gezien. Met dat broodventen was het ook niets gedaan. Eerst ging het goed, maar later werd de drank hem weer de baas. Toen is hij gaan smokkelen Mijn schoonvader durf ik niet op te zoe ken en hij weet niet dat ik hier met mijn kinderen in een krot armoe lijdt. Maar nu kreeg ik gisteren dezen brief. Mijn man is door de kommiezen geschoten. Hij kreeg een schotwond in de maag. Ligt nu al eenige weken in een zieken huis, maar het zal wel misgaan. Beter schap is niet te wachten. En nu wilde ik er zoo graag heen en ik zou zijn vader ook willen waarschu wen. Gelukkig, dat ik u nu juist zie De kennis begreep alles. Hij was een goed vriend van den ouden Eggink en V Axel en Hoek. In Axel mag onze partij zich in een opgewekt leven verheugen. Onze raads fractie leeft er mee met de Kiesveree niging, zooals 't trouwens behoort ook. De uitslag van de wethoudersverkiezing in Axel voldoet dan ook aan de ver wachtingen. Even heeft 't gespannen tusschen onze Roomsche en Christelijk- Historische vrienden. Doch dat ging buiten onze partij om, die eensgezind optrad. In Hoek haperde daaraan wel iets. De heer Dieleman stond nummer éën op de lijst. Hij was dus de gangmaker van de partij. Was vooropgeschoven. Als we dus een wethouder zouden krij gen, moest hij 't worden. Er schijnt daarover geen eenstemmigheid bestaan te hebben tusschen de drie leden van rechts, hoewel op een bijeenkomst der drie heeren pertinent beslolen was den lieer A. Dieleman te stemmen. Nu heb- qen we alle reden aan te nemen dat de heer J. A. Meertens zijn belofte trouw is gebleven. Maar vanwaar kwam de stem op den heer van Doeselaar? Van links? Dan is 't in orde, Van rechts? Dan is 't. niet in orde. De vrienden in Hoek zul len deze kwestie wel nader bespreken. We hopen echter, dat bij principieele. beslissingen de leden van rechts steeds eenstemmig zullen zijn. Dan alleen kau er kracht uitgaan van hen ten gunste van partij en gemeente. hij beloofde hem op de hoogte te stellen. Denzelfden dag nog reisde hij naar den ouden man. Deelde hem alles omzichtig mee en maakte een afspraak voor den volgenden morgen. De oude Eggink stond des morgens vroeg op, reisde naar zijn kennis en met dezen zocht hij zijn schoondochter op. Die gang viel hem wel zwaar, maar het was toch de vrouw van zijn zoon. Toen gingen ze met hun drieën naar het primitieve ziekenhuis, waar de doo delijk gewonde lag. Dat was een ontmoeting. Te ontroe rend, om er een beschrijving van te geven. Denk u de situatie slechts in en het tooneel gaat voor u leven. Een vertoornd, maar nu vergevend vadereen verlaten en toch nu geen onverschillige vrouw een verloren zoon en diep gezonken individu, maar nu zijn schuld belijdend voor God en de men schen. Waarlijk, daar hoeft de fantasie niets bij te verdichtenhet drama is uit zich zelf spannend genoeg. Hij stierf, maar geloovende de verge ving der zonden door Jézus Christus, Wiens heerlijke naam hem reeds in zijn jeugd op de lippen gelegd was. Van die ure af nam de vader haar in zijn huis. „N. H. C."

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1919 | | pagina 1