Orqaan ter verspreiding der Christelijke Beginselen in Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 172.
Woensdag 3 September 1919.
2e Jaargang.
Ledenvergadering
Ge exploitatie van het blad in 1020.
Bsiiieiilaiidscli Overzicht.
Uit het Buitenland.
Uit het Binnenland.
Uitgave van de Christelijke Persvereeniging „Zeeuwsch-Vlaanderen" te Ter Neuzen.
Alle stukken, de redactie en administratie van dit blad betreffende, moeten worden ge
zonden aan den redacteur, H. S. v. HOUTEN, Vlooswjjkstraat 62, Ter Neuzen.
ABONNEMENT: Bij bezorging fl,lë> per drie maanden. Franco per post voor Nederland 1.25.
ADVERTENTIËNVan 1—4 regels fQAO. Elke regel meer ƒ0.10. Handelsadvertentiën
over twee kolom 8 cent per regel. Abonnementen per contract. Crisistoeslag 15o/0.
Inzending van advertentiën tot 12 uur 's middags op de verschijndagen bij den drukker
D. II. L1TTOOIJ Az. te Ter Neuzen. Telefoon Nr. 20.
van de Christelijke Persvereeniging
„Zeeuwse h-V laandere n" op VRIJ
DAG a.s. 's middags om drie uur (zomertijd)
in het lokaal „EENDRACHT" in de
Kandeel straat te TER .NEUZEN.
Onderwerp van bespreking
Namens het Bestuur:
J. HUIZINGA, Secretaris.
Mattheus 20.
Mattlieus 20 geeft ons de gelijkenis
van de arbeiders m den wijngaard.
Allen werken, hoewel niet evenlang, en
toch ontvangen allen 1 penning.
Jezus vertelt ous daar immers van
werklieden, die voor een heelen dag
gehuurd waren. En van een heer, die
niet ganscli alleen zegt, hoeveel ze zullen
verdienen, maar die overleg pleegt met
deze arbeiders over bet loon.
Het was een slappe tijd. Vele werklui
liepen om, en toch werd er onderhandeld
over het loon, tot ze het samen eens
geworden waren. „Voor eeuen penning
des daags", d.i. voor zooveel als in dien
tijd noodig was, om met et-u gezin matig
van te leven, zouden de arbeiders voor
den heer gaan werken.
Dezelfde lieer ging vaker op den dag
arbeiders aannemen. In onze taal zouden
we zeggenhij ging vaker dan eenmaal
naar de arbeidsbeurs om werkvolk aan
te werven.
Ook des namiddags om 5 uur nog,
hoewel om 6 uur alle arbeid eindigde.
Hij vond er nog mannen ledig. Mannen,
dié wel wilden werken, maar niemand
heeft ze gebuurd. Ze wilden zelfs wel
gaarne werken, want ze liggen of zitten
niet op de markt (arbeidsbeurs), maar
staanuitziende, of er niemand komt
om ben te huren.
Als de heer komt en hen vraagt, zijn
ze dan ook direct bereid. Ze nemen
genoegen met de toezegging ran den
heer„Zoo wat recht is, zult gij ont
vangen." Van onderhandeling is hier
dus geen sprake.
Tegen zonsondergang, 's avonds om 6
uur, na pl.m. tien-urigen arbeidsdag van
de eerstgehuurden houdt het werk voor
heden op en komt de afrekening.
Zij, die van 's morgens zes tot 's avonds
zes (met rustpoozen er tusschen in)
gewerkt hebben, ontvangen volgens af
spraak liun ponuiug. Eindelijk komt de
beurt aau hen, die maar één uur hebben
gewerkt, en die volgens belofte zullen
ontvangen „zoo wat recht is."
En wat was „recht"
Ook voor ben 1 penning. En dat
voor slechts één uur werkens Is dat
recht? Hebben de mannen, die 10 of
9 uur hebben gearbeid dan niet veel te
weinig ontvangen Vindt men niet, dat
de patroon neemt van wat zij hebben
verdiend door hun arbeid, om bet te
geven aan die werklieden, die slechts
één uur arbeidden Worden de menschen
die 10 uur hebben gewerkt dan niet
uitgebuit Is het niet de „meerwaarde"
van hun arbeid, die den heer in staat
stelt aan de laatstgekomenen meer te
geven dan ze verdienden
Neen, leert Jezus in deze gelijkenis.
De eersten ontvangen niets te weinig.
Ze krijgen immers hetgeen overeenge
komen was, na gezamenlijk overleg.
„Hetgeen recht was."
Op meer hebben ze geen recht.
En de heer, de eigenaar van den
wijngaard, heeft niets van het hunne
genomen, maar alleen iets van het zijne
Van zijn ondernemerswinst. Winst, die
hém toekomt en niet den arbeiders.
En de hoer heeft aan de laatste
arbeiders gegeven „zoo wat recht is"
want recht is, dat ieder kan leven, van
wat zijn arbeid opbrengt" Oók in ab
normale tijden van duurte of werkeloos
heid.
eenig redmiddel", maar toch zal zij met
de partijen overleggen moeten, hoe zij
de vele en wilde stakingen, die zonder
of tegen het parool der organisaties
uitbreken, zullen kunnen voorkomen".
Er werd en wordt door soc.-dem. wel
eens anders over stakingen gesproken!
Heel het raderwerk staat stil
Als uw machtige arm het wil.
Maar nu de soc.nlem. zelf met de
stakingen geschoren zitten, moet het
„raderwerk" loopen en de machtige arm
thuisgehouden worden
Verder kondigde Bauer een wetsont
werp aan over arbeiders en economische
raden, „hetwelk den arbeider in zijn
huidige positie uitsluitend als arbeids
kracht verheft en hem medezeggings-
schap in het productieproces geeft".
Uitsluitend als arbeidskracht
Vervolgens verklaarde Bauer:
„De regeering wil de dwangmaatrege
len uit deu oorlogstijd niet ruilen voor
nieuwe, die voor liet tijdperk van vrede
zijn pasklaar gemaakt. Ernstige over
wegingen hebben ons tot liet besluit
gebracht, met deu ouden dwang te breken
en geen nieuwen in te voeren".
Werd van soc.-dem. zijde niet gezegd,
dat de dwangmaatregelen van den
oorlogstijd een overgang vormden tot de
socialistische maatschappij en daarorti
dienden behouden te worden
Volgens Bauer geven deze drie geboden
de richting aan voor de toekomstige
Duitsche politiek wat het economisch
doel betreft. Namelijk„Socialiseering
voor zoover die mogelijk is. Zekerheids-
stelling, dat in de behoeften der onbe-
middelden zal worden voorzien wat
betreft voeding en kleeding. Het voor
komen en verhinderen van het invoeren
van groote weelde".
Maar „binnen de grenzen dezer ge
boden" wil Bauervrijheid van bedrijf
en „steun aan het particulier initiatief."
Aldus de soc.dem. Bauer, thans Rijks
ministerpresident.
En nu verklaart de soc. dem. „Vor-
warts" nog, dat „de grondslagen van
bet program van Bauer bij eiken eer
lijken sociaal-democraat groote voldoe
ning moeten wekken."
Ook dat nog, Marx
Duitschland
ramp te worden.
beeft er een
waaraan wij
Merkwaardige uitingen van
een sociaal-democraat.
In de rede, welke de Duitsche Rijks-
ministerpresident, de soc.-dem. Bauer,
23 Juli in de zitting van de nationale
vergadering hield, kwamen uitlatingen
voor, die voor een sociaal-democraat wel
merkwaardig zijn.
Zoo noemde hij de wilde stakingen,
welke in Duitschland aan de orde van
den dag zijn, „niet anders dan onbloedige
opstanden, welke de meerderheid van
het volk en vooral de arbeiders, door
storing van de leveusmiddelenverzorging,
meer schade doen lijden dan de straat
gevechten". Wel verwerpt de Rijks-
regeeriug „den dwang tot arbeid als
De kolennood in
dreigt een ernst
De oud-minister Gothein
artikel over geschreven,
't volgende ontleenen.
„Met zorg ziet men den komenden
winter tegemoet", zegt Gothein, „den
winter, waarin het volk koude zal lijden
en de fabrieken wegens gebrek aan
kolen zullen stilstaan. Gedurende den
oorlog moest in de kolenmijnen roof
bouw worden gedrevende voorberei
dende en herstellingswerkzaamheden
werden verwaarloosd thans moeten zij
alsnog geschieden. De jarenlange onder
voeding beeft de arbeidsprestatie achter
uit doen gaan. Wel is de voeding thans
aanmerkelijk beter dan in de laatste
oorlogsjaren, maar tengevolge van de
revolutie is de werklust verminderd, en
bij de minimumloonen, die het ook den
luiaards mogelijk maken eeu gemakkelijk
leventje te leiden, is zij niet te verhoogen.
De werktijd is op zeven uur terugge
bracht. Met het naar de arbeidsplaats
eu het naar huis gaan, met het afdalen
in de mijn en den schafttijd verloopen
ruim 23/s uur, zo*
overblijft, waarin werkelijk gewerkt
wordt. Vooral echter is de kolennood
een transportkvvestie er wordt tenslotte
nog meer geproduceerd dan getranspor
teerd. Het ontbreekt ous aan spoor-
waggons en aan locomotievenvan de
laatsten is voortdurend 41 pCt. in repara
tie. De oorlog met zijn geweldige ver
liezen aan rollend materiaal, de enorme
slijtage van dit materiaal, tenslotte de
aflevering van 5000 uitstekende locomo
tieven en 30,000 goederenwagens op
grond van het wapenstilstandsverdrag,
hebben onze spoorwegen den nek ge
broken. Daarbij komt het luieren in de
werkplaatsen en de eeuwige stakingen
van liet spoorweg- en reparatiepersoneel,
die bet spoorwegverkeer hebben ont
wricht en liet maken van koleuvoorradeu
onmogelijk hebben gemaakt.
In de eerstvolgende maanden beginnen
de graan aardappel- en bietentranspor
ten, de tijd van voortdurend gebrek aan
waggons, ook iu normale omstandigheden
Wat er dan van de kolentransporten
terecht zal komen, weet niemand. En
onder dergelijke omstandigheden moeten
wij 40 millioen ton steenkolen op grond
van het vredesverdrag aan België
Frankrijk en Italië leveren! Dat is niet
alleen ondragelijk, maar eenvoudig on
mogelijk. En wat zal er van den whiter
gebeuren, als het volk koude lijdt en de
fabrieken stilstaan! Zal liet volk 'tin-
zicht hebben, om de tot staking ophit
sende agitatoren ter verantwoording te
roepen, of zal bet zich in bütidc woede
tegen de bezittenden keeren?" aldus
eindigt Gothein.
Dat niet alleen Gothein de toekomst
donker inziet, blijkt uit wat het socia
listisch hoofdorgaande Vorwürts" in
een hoofdartikel schrijft.
Onder den titel: „Wat wij noodig
hebben", wijst het blad er op, dat de
kolencrisis, waar ieder nu zeer terecht
zulk een angst voor beeft, feitelijk toch
nog niet bot meest dreigende gevaar is
er worden inderdaad nog steeds meer
kolen geproduceerd dan er kunnen ver
voerd worden.
Men scheldt, op de mijnwerkers, die
niet genoeg willen werken, maar ziet
volkomen over hot hoofd, dat ook de
kolerikvvestie in de eerste plaats een
kwestie van transport is. Om do crisis,
die ons voor den volgenden winter zoo
ernstig bedreigt, af te wenden, dient
niet zoo zeer de productie der mijnen
verhoogd, maar moet voor alles meer
transportgelegenheid gegeven worden.
Er wordt in de spoorwegwerkplaatsen
niet meer met voldoenden ernst gearbeid.
Er zijn evenveel arbeiders als voor den
oorlog en het verkeer is veel kleiner,
maar toch worden de noodige reparaties
niet meer op tijd uitgevoerd. De werk
lust ontbreekt. De invoering van het
zich zelf rechtvaardige uurloon heeft,
vele arbeiders er toe gebracht, hun
arbeidsplicht te verzaken. Zij moeten
hoe beschamend dit ook zij, door dwang
tot hun socialen plicht worden terug
gebracht. Er zijn reeds genoeg milliarden
van den staat verspild.
Er zijn fantasten, die meenen, dat de
invoering van de radenrepubliek den
aibeidslust weer levendig zal maken.
Wij behooren niet tot hen. Een prac-
tisch middel achten wij de invoering
van het stukloon.
De arbeid op stukloon noemde men
vroeger moordarbeid en er is inderdaad
van dit loonstelsel door de particuliere
ondernemers zeer dikwijls misbruik
gemaakt. In dezen tijd zijn de vak-
vereeuigingen echter sterk genoeg om
znlke misbruiken te bestrijden en daaren
boven geldt het bij het 'transportwezen
een algemeene maatschappelijke onder
neming.
De arbeidsmoraal heeft overigens
zoozeer geleden, dat stukloon nu het
eenige reddingsmiddel is.
Gelukkig voor Duitschland dat de
Entente nu beloofd heeft de krijgs
gevangenen naar Duitschland terug te
zullen zenden en genoegen te nemen
met 20 millioen ton kolen in plaats van
40 millioen. Niettemin zul het er echter
nog genoeg nijpen.
En zal het elders veel beter zijn
We vreezen.
doch wist zich zoo te onderscheiden,
dat hij tenslotte benoemd werd tot waar
nemend commandant-generaal. Zijn
grootsten roem verwierf bij in liet tijd
perk tusschen 15 December 1899 en liet
daarop volgende ontzet van Ladysmitb.
Na den dood van Joubert werd Botha
commandant-generaal. In 1901 voerde
bij de onderhandelingen met Kitchener
en later speelde hij een rol bij de over
gave van Pretoria, waarbij sommigen
zijn wankelmoedige houding verweten.
Velen gingen zelfs zoover dat zij hem
voor een verrader uitmaakten. En kan
men 't niet verstaan dat zijn latere hou
ding, toen hij als steunpilaar van het
Brrtsche wereldrijk optrad, hem in de
oogeti der boeren verdacht maakte
Van 1907 tot 1910 was hij eerste mi
nister van Transvaal en later, na het
tot stand komen van de Afrikaansche
unie, werd hij eerste minister van de
nieuwe „dominion". Hij onderscheidde
zich door zijn krachtig en vastberaden
optreden, ook tijdens den oorlog. De
veldtocht onder Botha tegen Duitsch-
Zuid-West-Afrika eindigde met de over
winning van de heele Duitsche kolome.
Met Smuts heeft Botha een belangrij
ke rol ook tijdens de vredesconferentie
gespeeld maar de sympathieën dei-
Boeren bleven verre van bun beiden en
met reden. Englands belang hebben ze
trouw bevorderd of zo echter ook de
zaak des vaderlands hebben gediend is
een andere vraag.
Belgische beschaving.
De „Voiwilrts" verneemt uit betrouw
bare bron
Bij de overwinningsfeesten der Belgen
in Krefeld verlangden Belgische soldaten
in een café dat de, „Marseillaise" ge
speeld zou worden. Toen de kapelmees
ter weigerde aan dezen wensch gevolg
te geven, werd hij daartoe gedwongen,
doordat hem een revolver op de borst
werd gezet,
Alle Duitsche gasten verlieten daarop
het lokaal. De Belgen wierpen lien met
drinkglazen, terwijl een der Belgen een
revolverschot loste, waardoor de kellner-
in gedood w^rd. Ook een jonge Duit-
scher werd doodelijk door een revolver
schot gewond. Óp straat kwam bet
tusschen een Belg en een Duitscher tot
een woordenwisseling. De Belg trok
zijn revolver en schoot .den Duitscher
neer.
Louis Botha.
Geheel onverwacht komt uit Pretoria
het telegram van 't overlijden van Louis
Botha, tengevolge van influenza.
Eerst in 1886 trad Botha die in
1862 geboren was voor liet voetlicht
toen hij naar den eersten volksraad werd
afgevaardigd, waarvan hij lid bleef, tot
dat de raad door de annexatie van Zuid
Afrika door de Engelachen werd opge
heven. Hij behoonhi daar tot de voor
naamste woordvoerders der zoogenaamde
progressieve partij.
In den oorlog met de Engelsclien in
1899 streed bij eerst als gewoon burger.
worden overwogen om
GOEDKEURING ONTHOUDEN.
De Kroon heeft haar goedkeuring ont
houden aan de duurtebijslagregeling voor
de burgemeesters, secretarissen en ont
vangers in de provincie Gelderland.
De ontworpen regeling noemde een
bijslag van 25 pCt. op de eerste, van
15 pCt. op de tweede en van 10 pCt.
op de derde duizend gulden.
SALARISVERHOOGING RIJKS
AMBTENAREN.
Volgens de „Ambtenaar" zal het be
drag van de door de salariscommissie
voor burgerlijke ambtenaren voorgestelde
salarisverhooging voor het post-, telegraaf
en telefoonpersoneel 11 millioen per
jaar bedragen. Voor het geheele rijks
personeel zal dit bedrag met 18 a 19
millioen vermeerderd moeten worden.
DE PLATTELAN DERSBOND AFGE
VAARDIGDE.
Het Centraal Stembureau te 's-Graveu-
Imge heeft den lieer A Braat te Heke
lingen benoemd verklaard tot lid van de
Tweede Kamer, in de plaats van den
lieer F. Bos, die als zoodanig ontslag nam.
TEGEN DE DUURTE.
Aan de uitnoodiging van het bestuur
der Ambtenaren-consumenten-vereeni-
ging te Assen, om ook elders over te
gaan tot de oprichting van dergelijke
vereenigingen, is thans reeds in een groot
aantal gemeenten in alle deelen des lands
voldaan.
Op 16 September wordt een vergade
ring te Utrecht belegd tot het stichten
van een landelijke organisatie.
Dan zal tevens
ook niet-ambtenaren tot deze organisatie
toe te laten.
LUCHTVERKEER.
De firma Vickers Ltd. zal, zoo meldt
de Ilaagsche Ct;, eenige lucbtdiensten
over ons land gaan exploiteeren. Deze
plannen zullen in liet volgende voorjaar
verwezenlijkt worden. Voorloopig zuilen
kleine en middelmatig groote vliegtuigen,
respectievelijk voor 2 a 3 en voor 12
passagiers in gebruik worden genomen.
Een luchtreis den Haag—Groningen zal
ongeveer f 25 kosten de overige trajec
ten naar verhouding van den afstand
meer of minder.
Voor bet postverkeer zal een speciale
luchtpostzegel worden ingevoerd. Hot
porL voor een brief in binnenlandsch
verkeer per vliegmachine zal vermoedelijk
10 cent bedraeen en voor het verkeer
met Engeland 25 cent.
EEN MINIATUUR-STAD.
Deze week was te Bodegraven iets
heel eigenaardigs te zien. De lieer H.
Jansen van Alkmaar stelde in het volks
lokaal zijn door hem zelf vervaardigde
miniatuur-stad ter bezichtiging. Het is
een kunstig stuk werk, waar aan hij drie
en een half jaar heeft gewerkt. Het is een
complete stad met winkels, hotels, molen,
kerk, postkantoor, raadhuis, school, tram
verkeer en stoombootdienst.
Het kleine stadje beslaat een opper
vlakte van 7 M3. Als de eigenaar op een
knopje drukt komt alles in beweging en
gaat alles leven en werken. Deze minia
tuurstad is een kijkje waard.
„TELEFONEEREN".
In de „Handeldrijvende Middenstand"
vinden we het volgende schetsje, dat
ons huidig telefoneeren typeert
Telefoneeren is een reuzen gemak Ik
moet een vriend over zaken spreken. Hij
woont een twintig minuten van mij af
en nu zou ik wel naar hem toe kunnen
gaan, maar twintig minuten heen en
twintig minuten terug, maakt veertig
minuten, plus tien minuten praten
neen, ik neem de telefoon, doodgemak
kelijk, 't ding hangt, er voor.
Eerst 't nummer in de Gids opzoeken,
een practisch boekske, ruim en duidelijk
gedrukt, gemakkelijk ingericht. Mijn
oogen rollen er baast uit, maar als ik
mij door een stuk of vier advertenties
heb heengeworsteld, krijg ik zj]n nummer
te pakken, 5640.
Ik neem den hoorn van het toestel en
wacht. Wacht geduldig, twee, drie minu
ten; Dau schreeuw ik „hallo, hallo juf
frouw?" Doodelijke stilte. Ik beweeg den
haak op en neer, wat pijnlijk op mijn
trommelvlies werkt, dan hoor ik een ge-
ruisch als stroomde de Noordzee mijn
kamer binnen en heel flauwtjes hoor ik
de juffrouwblieft U „Haag 56-40",
roep ik. „6640?" Neen juffrouw, zes en
vijftig veertig". „In gesprek, m'n heerrr
Ik hang den hoorn op e'n wacht eén
poosje, Dan probeer ik 't weer. Hoorn
van het toestel, wachten, Noordzee ge-
druisch, enfin U kent het recept. „Juf
frouw Haag 5640". „Haag 5514 „Neen
juffrouw, 5640!" Ik hoor niets nieer,
wacht, al begint mijn geduld te vermin
deren. Dan hoor ik weer de Noordzee
en een allerliefste damesstem, die zegt
en toen Truus, moet je begrijpen,
toen zeg ik tegen hem Ik wil na
tuurlijk niet indiscreet zijn en galm er
tusschen door„hallo, spreek ik met
5640?" Stilte, dan weer Noordzee-ge-
ruisch.... „nou toen zeg ik tegen hem....".
„Wel lieve deugd, spreek in met 5640?
Hallo, hallooo „Hoor je dat Truus, d'r
is een gesprek tusschen door!" „Hallo
5640?" „U spreekt met. 5640", de juf
frouw van de telefoon aan 't woord.
„Neen juffrouw, ik hoor een ander ge
sprek„Spreken m'nheer". „Zeg Truus,
begrijp d'r iets van Hallo 5640? „Spre
ken m'heer". „Hallo Truus, ben je d'r
nog
Ik krijg 't warm, veeg m'n gezicht af,
sta te trappelen. „Hallo, spreekt U nog
m'nheer?" „Jajuffrouw, 5640 1" „Spreken,
U is verbonden".
Ik krijg 't nog warmer, sta gelaten
met den hoorn aan mijn oor, hoor diverse
gesprekken, eindelijk een gebrul aan de
andere zijde. Ik spits m'n ooren, herken
dat gebrul, zijnde een bewijs, dat mijn
vriend op kookhitte moet zijn. „Hallo,
ben jij daar, nu hoor ik je pasWat-
blief? Sta je al 'n half uur te schreeuwen
Kun je mij niet verstaan Ik jou wel,
heel goed zelfs. Tegen de hoorn tikken
Hoor je me nog niet Hallo hoor je
me nog hallo, halloo
Ik hoer niets meer, wacht, een flauwte
nabij. Dau baak ik af, val afgemat op 'n
stoel, spring weer op, grijp m'n hoed,
loop vastbesloten de deur uit.
Telefoneeren is een reuzen gemak
een persoonlijk onderhoud wel zoo handic
ONZE VROUWEN NAAR DE
STEMBUS.
Dr. D. J. van Katwijk houdt in de
„Rijnl Kerkbode" een toespraak tot onze
vrouwen, die straks ter stembus zullen
worden geroepen. „Wanneer gij", zegt
hij „om welke redenen eu op welken
grond dan ook bezwaar hebt om gebruik
te maken van liet door u niet begeerde
kiesrecht wat zult gij dan doen? Aan
anderen op andere plaats laat. ik de taak
over, om door principieel betoog te over
tuigen, dat vrouwenkiesrecht niet ingaat
tegen de Heilige Schrift. Hier antwoord
ik op bovengestelde vraag dan moet gij
toch stemmenWant gij zijt dat schul
dig aan Christus, den Heere, voor wien
ook gij als uwen Koning buigt. Staat of
valt de belijdenis van uw Christelijk
geloof met liet vrouwenkiesrecht Im
mers neen.
Nu verder: Van dit kiesrecht zullen
duizenden vrouwen van liberalisten en
Joden, van socialisten en communisten
gebruik maken, en zij zullen door middel
van het kiesrecht invloed trachten uit
te oefenen op den gang van zaken in
Staat en Maatschappij. En dien invloed
zullen zij uitoefenen, wanneer onze Chris
tenvrouwen het tegenwicht van hare
stem niet iu de weegschaal werpen. Nu
gaat het in onzen tijd allerminst om
i3/^vnvTi?n/rtr,VT'd:; f1 iu.r<1mm»iulon Frnnc.n npr nnst vnnr Nederland f 1.25.