Orqaan ter verspreiding der Christelijke Beginselen in Zeeuwseh-t/laanderen.
No. 158.
Woensdag 16 Juli 1919.
2e Jaargang.
V E U I L LE T 0 N.
Biiitenlandsch Overzicht.
Uit het Buitenland.
Uit het Biimeulaiid.
JAN WAANDERS.
a nnNNITMENT Bii hezorsrins fl. 15 Der drie maanden. Franco per post voor Nederland f 1.25.
Uitgave van de Christelijke Persvereeniging „Zeeuwsch-Vlaanderen" te Ter Neuzen.
Alle stukken, de redactie en administratie van dit blad betreffende, moeten worden ge
zonden aan den redacteur, H. S. v. HOUTEN, Vlooswjjkstraat 62, Ter Neuzen.
-4 regels 0.40. Elke regel meer /'0.10. Handelsadvertentiën
per regel. Aboimementen per contract. Crisistoeslag 15%.
ADVERTENTIENVan 1-
over twee kolom 8 cent per regel.
Inzending van advertentiën tot 12 uur 's middags op de verschijndagen bij den drukker
I). H. LITTOOIJ Az. te Ter Neuzen.
Telefoon Nr. 20.
Christelijke Persvereeniging
„Zeeuwsch-Vlaanderen"
te TER NEUZEN.
Ledenvergadering op D.V. Woensdag
16 Juli, 's namiddags ten 8Vg uur (Zomer
tijd), in het lokaal Eendracht, Kan
deelstraat, Ter Neuzen.
Onderwerpen
Zeer gewichtige bespreking over de
exploitatie van de courant.
Verkiezing van een bestuurslid.
Trouwe opkomst vereischt.
HET BESTUUR.
kunnen ter
verzilveren.
P.S. Obligatiehouders
vergadering coupon no. 1
Opzettelijke Uitsluiting
In Zaamslag is, evenals op bijna alle
plaatsen eeu burgerwacht. Nu meenen
we, dat een burgerwacht, zal ze aan
baar doel beantwoorden, niet partijdig
samengesteld moet zijn. Alle burgers,
die vöör handhaving der orde zijn,
hooren lid van de burgerwacht te zijn
of te worden. Ook de rechtsche burgers.
In Zaamslag schijnt het bestuur van
de burgerwacht een andere meening
toegedaan te zijn. Zoo werden op de
j.l. Zaterdag gehouden vergadering blijk
baar geen van onze menschen verwacht.
Althans de advertentie stond wel in de
Tern. Courant en niet in ons blad.
Hoewel juist in ons blad meer dan eens,
ook van uit Zaamslag zelf op het
belajig van een burgerwacht is gewezen.
Wil men ons echter niet als lid, dan
zullen we ons niet opdringen. Oók niet
voor een burgerwacht. Maar laat men
dan duidelijk laten uitkomen, ook in den
naam, dat er voor mannen van Christe-
lijken huize geen plaats is.
Wil mfen dat niet, en sloot men
onopzettelijk ons uit, dat men dan dit
verzuim herstelle. Opdat we, zonder
het gevoel indringers te zijn, mee kunnen
doen aan de burgerwacht, ter bescher
ming van lijf en goed, ter handhaving
van orde en rust.
V Een merkwaardige zitting.
Vrijdag 11 Juli was een belangrijke
dag in onze parlementaire.geschiedenis.
Met op 3 na algemeene stemmen (de
revolutionairen sternden tegen) werd do
arbeidswet, die den aclit-uren-dag aan
een groote groep der Nederlandsche
arbeiders zal geven, aangenomen. Een
mooie dag voor minister Aalberse. 't Eerst
kwam de Savornin Lobman hem felici-
teeren. Maar daar kwam rood van
opwinding een ander kamerlid aanloopen
hij haastte zich voort en werkte met z'n
ellebogen om maar zoo gauw mogelijk
bij den minister te zijn. 't Was de socia
list Schaper.
Wel een treffend contrast, deze beide
felicitaties.
De „oude verstokte conservatief", zoo
als de socialisten den heer Lohman zoo
vaak scholden, en de nog jeugdige
socialist Schaper, die in zijn partij een
leidende positie inneemt. De bijval van
den grijsaard, die met de jaren steeds
vooruitstrevender wordt, die vroeger
Talma menig moeilijk oogenblik bezorgd
heeft, omdat Talma hem te „democra-
tisch" was, en die nu den minister van
arbeid beeft gesteund, waar hij kon,
moet minister Aalberse wel even aange
naam geweest zijn als de spontane
hartelijkheid van den heer Schaper, die
den minister zonder ijverzucht de.eere
gunde, welke hem toekomt.
Terwijl de leden zich nog rond den
minister verdrongen, klonk plotseling een
luid gezang op. Staande hieven de socia
listen het achturenlied aan en zongen
het eerste couplet uit. Maar pa-; was
het geluid verstomd, of onder leiding
van den lieer Duymaer van Twist liet
de rechterzijde het aloude „Wilhelmus
weerklinken.
Een vreemd schouwspel voorwaar, in
de oude, ernstig-rustige zaal op het
Binnenhof, waar de Kamerleden anders
hun nuchter prozaische redevoeringen
houden, nti deze geestdriftige zangers te
hooren zingen. Beide groepen gaven in
hun gezang uiting aan hun blijdschap,
zeker, maar evenzeer sprak uit de keuze
van hun lied de belijdenis van hun
beginsel. Was 't wonder, dat de liberalen
zwegen
Wel merkwaardig deze zitting, waarin
een wet is aangenomen, die een keer
punt vormt in de historie der sociale
maatregelen en der maatschappelijke
toestanden. Mits voorzichtig uitgevoerd,
door de arbeiders met Verstand gebruikt,
kan deze wet ten rijken zegen zijn voor
ons land en volk.
het scherpste standrecht te gelasten."
Aldus treedt een socialistisch minister
op, om zijn gezag te kunnen handhaven.
Voor beweerde vrijheid brengt de revo
lutie verzwaarde tyrannie. De theorie
der socialisten is soms verlokkend mooi,
maar de practijk vult deerlijk af.
Dat komt, ómdat het socialisme niet
rekent met de zonde Een heilstaat is
hier evenmin mogelijk als volmaakte
menschen, die slechts voor de belangen
der gemeenschap zullen opkomen. De
zonde, die zit in 't hart der menschen,
belet het.
Daarmee niet te rekenen is een der
grondfouten van het socialisme, waardoor
het onbillijk wordt in zijn critiek op het
bestaande, en onwezenlijke en onvervul
bare voorstellingen geeft van de toekomst.
Theorie en practijk kunnen bij het
socialisme niet overeenstemmen. Laat
u daarom door der socialisten schoon
klinkende leuzen niet vangen, opdat de
practijk u niet bitter teleurstelle.
Over de Keizerskwestie
nog niet uitgepraat.
De practijk.
In Duitschland zien wc thans het
socialisme in de practijk.
Daar hebben de sociaal-democraten de
regeering in handen.
Mannen des volks in den meest
letterlijken zin voeren er liet, bewind,
kunnen ongehinderd hun theorieën
in de practijk verwerkelijken. In den
socialistischen staat, waarin geen egoïsme
meer zal zijn, kost het invoeren van
hervormingen niets meer dan een penue-
streek.
Doch zie nu naar Duitschland.
Maanden is het reeds geleden, sinds
de keizer, en mét hem heel 't oude
regeeringsstelsel werd verjaagd en omver
geworpen.
Een revolutiebestuur trad op.
Ging het, nu beter, dan tijdens het
vroegere bewind
't Zou volgens de socialistische voor
spellingen wel zoo moeten zijn. De
meest vurige hervormers aan "t, hoofd
van den Staat. De revolutie gekomen,
die de harten der menschen „veredelt",
hen „opheft."
Eu toch
Minister Noske heeft een bevel uitge
vaardigd, dat alle werkstakingen, „met
alle middelen onmiddellijk onderdrukt
moeten worden, desnoods met door
tastend gebruik van wapenen."
Wat dunkt u, zou er in ons land geen
storm van socialistische verontwaardiging
opgaan, als eer. minister hier iets der
gelijks bepaalde
In bedrijven voor liet algemeen belang
moet in den gang van zaken „met
militaire middelen" voorzien kunnen
worden. Bij werkstakingen op spoor
wegen moet liet noodzakelijke vervoer
„zoo noodig mot wapengeweld worden
doorgezet." En ten slotte behoudt minis
ter Noske zich voor „tegen opstandelingen
raakt men riog niet uitgepraat. Het
blijkt steeds meer, dat liet lieele plan
uitgaat van Lloyd George, die liet zijn
kiezers als attractie heeft beloofd, toen
ze hem verleden jaar zoo groote meer
derheid bezorgden. Nu is de.gunst van
heer kiezer zeer wisselvalligdaarvan
weet ook Lloyd George te vertellen.
Onlangs bij een tussclientijdsche verkie
zing kreeg een van George's aanhangers
geducht klop.
Maar ook dat kan misschien weer
verkeêren. Als Lloyd George z n Britten
eens een schouwspel bood, zooals nimmer
t eilandenrijk gezien werd. Een
gévallen keizer van 't machtigste rijk,
als beschuldigde voor Engelsohe rechters!
Hoe zou ieder Engelschman eiken dag
weeraan naar z'n courant grijpen, en
smullend van 't sensationeel verslag der
rechtszittingen, dankbaar Lloyd George's
naam noemen, die hem immers al dat
schoons deed beleven. Daarom heeft
de Engelsche eerste minister het plan
doorgedreven, om den kei/.or naar Londen
te halen, en ter bespotting van recht en
gerechtigheid, door bevooroordeelde
rechters te laten vonnissen.
Maar Wilson en Clemenceau zien heel
goed in, dat dn uit Duitschland verdreven
vorst, aldus tot een martelaar gemaakt
zou worden.
Reeds nu boden de keizerlijke prinsen,
boden Hindenburg en von Bethmann
Hollweg zich in zijn plaats aan. Een
.veroordeeling zou den keizer tot voor
werp van vereering maken, hem sieren
met de aanlokkende glans eener marte
laarskroon.
Maar waarom ze dan voor Lloyd
George's plan stemden
Kijk, dat is zoo in z'n werk gegaan.
Toen Lloyd George zjjn plan ten op
zichte vanden .keizer in bespreking
bracht, zei Wilson niets en hij deed ook
niets.' Clemenceau zei ook niets, maar
deed wel iets. Hijknikte. En uit
die houding van Wilson en uit 't knikken
van Clemenceau heeft Lloyd George de
conclusie gemaaktbeide lieeren zijn er
voor.
Nu kan echter het knikken van men
schen van tegen de tachtig ook een
andere oorzaak' hebben, dat het instem
men met, iets willen betuigen. Althans
de Parijsclie bladen schrijven alle, dat
Clemenceau er niet voor was. Notulen
zijn er echter niet gemaakt. Daaruit
blijkt niets. Is 't plan misschien bespro
ken onder 't drinken van een glas wijn,
terwijl Wilson in een dollarrekening
verdiept zat, en Clemenceau bezig was
met knikken Hoe 't zij, een historie
als deze geeft ons geen lioogen dunk
van de ernst en toewijding, waarmee
de lieeren, die 't lot der wereld hebben
te regelen, hun zaken afdoen.
Uit do Parijsclie bladen, door Reuter
in een uittreksel overgeseind, blijkt, dat
nóch Wilson, ffócli Clemenceau iets-voelt
voor de berechting van den keizer. Ook
Italië en Japan zijn er tegen. Alleen
Lloyd George is er voor.
Er is dan ook veel kans op, dat liet
heele plan in duigen zal vallen, 't Zou
ons verheugen.
Den verbannen keizer nu nog een paar
trappen meegeven, het recht openljjk
schenden en belachelijk maken, zijn
dingen die beter vermeden worden.
Lloyd George's eer vordert niet de
vervulling van zijn dwaze belofte aan
de kiezers, maar wel het laten varen
van zijn belachelijk en onverstandig plan.
Internationale betoogingen
op 20 en 21 Juli.
De Fransche en Italiaansche socialis
ten zullen op 20 en 21 Juli een protest
staking houden tegen de politiek der
Ententeregeeringen, die Duitschland in
ketenen van slavernij willen sluiten, en
in Rusland de revolutie bestrijden door
Koltsjak te steunen.
In Engeland zullen op die dagen groote
protestvergaderingen worden gehouden.
Fiere taal.
De „Kreuzzeitung" geeft den ex-keizer
den raad, een voorbeeld te nemen aan
Napoleon, die tot generaal Gourdaud op
St. Helena zeide, dat, wanneer men hem
voor een gerecht zou brengen, hij zou
verklaren „Ik ben u geen rekenschap
verschuldigd. Ik sta niet onder uw
ffitsgebied. Doodt mij, wanneer gij
dat wenscht." Het zou een fout zijn,
wanneer de keizer zich zou verdedigen
en daardoor het recht van zijn vijanden
erkonnen.
wil
viel ze in, en stapte
28)
ZELANDI A.
Zóó mocht ze niet ontkomen.
In een oogenblik stond hij vóór haar.
En voor ze het verhinderen kon, of
hem kon ontwijken, spietsen zijn venij
nige woorden haar tegen
„Jan is vanavond alleen uit. Hij is
naar de comedie, naar de opera
„Dat lieg je", riep ze lieesch van
verontwaardiging. „Wat 'n laagheid"
En hoewel ze voornemens was geen
woord meer aan hem te verspillen, be
gon ze toch onwillekeurig Jan tegenover
zulk een lage aantijging te verdedigen
„Jan heeft me vanavond zelf laten weten
dat hij niet kon komen, omdat-ie later
werken moest; en dat kun jij óók weten,
't Is in-gemeen van je, iemand zóó te
belakken
„Dat weet ik, dat ie je een briefje heeft
gestuurd. Maar ik weet ook, dat-ie vol
strekt niet langer werken moest
Maar hij liet haar niet uitspreken, jen
schreed naast haar verder.
„Je móet het weten. Jan is met Selms
naar de opera, 'k Ben ze nagegaan
„Spion
„Ja, spion; wees me d'r maar dank
baar voor. „En weet je, wie ik een poosje
daarna ook den schouwburg rzag binnen
gaan
„'t Kan me niet schelen bonjour
Ze waren op wat drukker gedeelte
van (het plantsoen gekomenmet opzet
sprak ze de laatste woorden luid genoeg
dat ook anderen dan Henk van Rensen
ze konden verstaan. Ze wou hem niet
langer naast zich dulden.
„Truus Breedveld siste hij.
Ze gaf geen antwoord meer.
Hij moest nu wel afdruipen. Maar hij
had zijn doel bereikt, troostte hij
De slang was haar venijn kwijt.
HOOFDSTUK VIII.
Jan Waanders had geen rust den vol
genden dag. Neen, zooals het nu gegaan
was, mócht het niet meer. Ilij zou zich
door Selms niet voor de tweede maal
laten meetrooueu dijj zou zelfstandig zijn
zich.
en eerhjk. EerUjk tegenover Jo. Want
dat hij er zich toe had laten verleiden
haar zulk een bedriegehjk briefje te
schrijven, dat vond lnj nu toch zelf ook
alles behalve fair. ïets, dat hem niet
waardig was. Niet, dat hij berouw ge
voelde of iets dat naar wroeging zweem
de, over zijn opera bezoek, maar waar
om bad lnj dan maar niet recht en frank
baar medegedeeld, dat dit de reden was
van zijn niet komen Ofeu die
mogelijkheid mocht lieni toch waarlijk
niet zoo ver af liggend Ijjken, of
waarom had hij zicli zelf dat genoegen
liever niet ontzegd en was hij maar niet
'thuis gebleven? Zou dat zulk een op
offering zijn geweest? Had hij dat niet
voor haar over
Maar wrevelig antwoordde hij zichzelf,
dat het daarom niet ging. 'tWas niet
de kwestie van zich eenig genoegen te
ontzeggen; 't ging over een beginsel.
Ja hij had er zich tegen over Jo wel
over geërgerd, dat die het zóó opnam
maar in zijn hart moest lnj het haar
toegeven: 't ging werkelijk overeen be
ginsel. Eu dat beginsel was liet
zijne niet.
Ilij nam onbevangener standpunt in.
Hij bad ruimer levensopvattingen. Hij
De Tweede Kamer heeft bij amende
ment op de Arbeidswet aangenomen
arbeid van kinderen beneden het veer
tiende jaar te verbieden.
Uitbreiding van den leerplichtigen
leeftijd tot 14 jaar zal nu wel spoedig
volgen.
DE NIEUWE ZONDAGSWET.
Naar men verneemt, staat de inter
departementale commissie, aan welke is
opgedragen de voorbereiding van een
nieuwe Zondagswet, onder voorzitter
schap van mr. J. B. Kan, secretaris
generaal in algemeenen dienst en van
het departement van binnenlandsche
NEDERLAND EN BELGIË.
In diplomatieke kringen in Den Haag
houdt men rekening met de mogelijkheid,
dat nog in de laatste week dezer maand
te Parijs de besprekingen betreffende
de herziening van liet tractaat van 1839,
waarvoor de Nederlandsche vertegen
woordigers thans zijn benoemd, een
aanvang zullen nemen.
TËEKENINGEN VAN DE KONINGIN.
Binnenkort zullen in den handel wor
den gebracht vier briefkaarten, naar
teekenirigen, door de Koningin te Scheve-
ningen en Katwijk vervaardigd.
Deze kaarten, welke en facsimile in
koper diepdruk worden gereproduceerd,
zullen verkocht worden ten bate van de
nagelaten betrekkingen der visscliers
van Katwijk, Noordwijk en Scheveningen,
omgekomen in den oorlogstijd.
HIJ HEEFT ER AL GENOEG VAN.
Naar de „Tel." verneemt, is het lid
der Tweede Kamer F. Bos voornemens
ontslag te nemen. Vrijdagmiddag heelt
hij reeds van verscheidene leden af
scheid genomen. De heer Bos, die de
Plattelaudspartij vertegenwoordigde, zal
worden opgevolgd door den heer A. Braat
te Hekelingen.
VERBOD VAN UITVOER VAN BOTER.
De minister van landbouw beeft den
uitvoer van boter verboden. Alle reeds
verleende consenten zijn ingetrokken.
DE ANTIREV. PARTIJ EN
DE WETHOUDERS-BENOEMINGEN.
Ten opzichte van de wethoudersbe-
noemingen, Dinsdag 2 Sept. a.s., heeft
de Bond van antirev. gemeenteraads
leden eenige stellingen met eeuparigheid
van stemmen goedgekeurd, met welke
het geniecnteraadscollege van onze partij
zich geheel kan vereemgen.
Ze luiden
I. Een partij, die er toe medewerkt
om de minderheden stelselmatig van een
bestuurscollege uit te sluiten, verrardt
zwakheid in het geloof'aan de kracht
van eigen beginselen.
II. Indien de stembus heeft uitge
maakt, dat de reclitsclie partijen de
meerderheid hebben, volgt daaruit, dat
ook het college van B. en W. in zijn
meerderheid „rechts" moet zijn.
III. In overeenstemming met het
beginsel van evenredige vertegenwoordi
ging behoort liet college van B. eu WT.
zooveel mogelijk een afspiegeling te zijn
van den gemeenteraad, ook opdat de
burgerij in haar geheel vertrouwen kan
stellen in liet dagelijkscli bestuur dei-
gemeente.
IV. De antirevolutionaire partij, die
ich steeds verzet heeft tegen uitsluiting
van beteekenende minderheden uit be
stuurscolleges, kan geen bezwaar hebben
er tue mede te werken, dat een sociaal
democraat tot wethouder worde benoemd.
I V. Het beginsel, door Groen van
Prinsterer beleden en door de anti
revolutionaire partij steeds voorgestaan,
dat de minderheden recht hebben ver
tegenwoordigd te zijn in een bestuurs
college, mag niet op zij geschoven worden,
op grond dat de eeue of andere minder
heid nu en dan de consequentie van
baar verleden en van haar beginselen
blootlegt, gelijk met de socialisten liet
geval was in 1903 en sterker nog in
November 1918.
VI. Wordt als voorwaarde voor mede
werking bij het benoemen van een
wethouder uit een minderheid niet gelet
kou zicli niet opsluiten binnen een sta
ketsel van „gij zult niet" en „gij moogt
niet". Hij wou vrij zijn in zijn bewegin
gen
Maar dat moest dan ook op den
duur tot botsingen leiden, gelijk het er
nu immers reeds toe geleid bad. Jo
wist niet van toegeven, tenminste niet
op het stuk van beginselen bij
neen, hij wou maar niet altijd de minste
zijn. En als hij dat niet verkoos, uioest
hij dan sluipwegen inslaan, zooals hij nu
gedaan had?
Hij zag er tegen op Jo van avond te
ontmoeten. Want het zou hem een
kwelling zijn een rol te spelen zich te
houden of er niets gebeurd ware. On
willekeurig zou liet gesprek komon op
hun laatste samenzijn. En dan
Maar waarom was ze dan ook zoo
benepen in baar opvattingenwaarom
hield ze er zoo koppig aan vast? Had
ze maar wat meer van andere meisjes
die liet zóó nauw niet namen zooals..
Truus Breedveld Diè wist beter wat
iemand toekwam. Diè gunde zichzelf en
een ander wat 1 Dié had gezonder levens
opvatting. Truus Breedveld! Wat
vroolijke, levenslustige meid; zoo vrij
zoo ongedwongen Foei, mocht hij
zulke vergelijkingen wel maken? Viel
hij in zijn overdenkingen Jo niet reeds
af terwille van die andere? Was het
zoo geheel onschuldig dat samentreffen
gisterenavond? Was het passend? Als
Jo het eens te weten kwam
Schaamte eu ergernis gloeiden in hem
op. Welk een dwaasheid was het van
hem geweest, maar niet ruiterlijk er
voor uit te komen, dat hij naar den
schouwburg zou gaan. Eu wat kon
bij het verhelpen, dat Truus hem had
aangeklampt. Want zoo mocht ,hij de
ontmoeting met haar toch wel noemen
Neen, het werk vlotte niet. Telkens
schoof zich tusschen letters en cijfers
liet verwijtend gezicht van Jo de schit
ter oogen vari Truus Breedveld.
Hij kon Selms niet ziendezen dag.
En toen deze hem grinnekend gevraagd
had, hoe het hem den vorigen avond
was bevallen, had hij een kort, bot
antwoord gegeven.
Zoo was de dag voorbij gegaan. 'tWerd
tijd van eindigen. Maar in zijn hart zag
hij er tegen op.
De bedienden vertrokken. Ook hij".
Selms poogde nog even mee te loopëu.
Hij maakte zicli gauw van lieni af.
(Wordt vervolgd).
ZEEUWSCH-VLAANDEREN
DOOR
„Ik
voort.
Zcll\