Orqaan ter verspreiding der Christelijke Beginselen in Zeeuwseh-Vlaanderen.
No. 157.
Zaterdag 12 Juli 1919. 2e Jaargang.
bit de Schrift.
Regeling
van den arbeidsduur.
Buitenlandse!» Overzicht
Uit het Buitenland.
Uit het Binnenland.
ABONNEMENT Bij bezorging ƒ1,15 per drie maanden. Franco per post voor Nederland 1.25.
Uitgave van de Christelijke Persvereeniging „Zeeuvvsch-Vlaanderen" te Ter Neuzen.
Alle stukken, de redactie en administratie van dit blad betreffende, moeten worden ge-
onden aan den redacteur, H. S. v. HOUTEN, Vlooswjjkstraat 62, Ter Neuzen.
ADVERTENTIËNVan 1—4 regels /'0.40. Elke regel meer ƒ0.10. Handelsadvertentiën
over twee kolom 8 cent per regel. Abonnementen per contract. - Crisistoeslag 15°/0.
Inzending van advertentiën tot 12 uur 's middags op de verschijndagen bij den drukker
I) II LTTTOOIJ Az. te Ter Neuzen. Telefoon Nr. 20.
Christelijke Persvereeniging
„Zeeuwsch-Vlaanderen"
te TER NEUZEN.
Ledenvergadering op D.V. Woensdag
16 Juli, 's namiddags ten 3Va (Zomer
tijd), in het lokaal Eendracht, Kan
deelstraat, Ter Neuzen.
Onderwerpen
Zeer gewichtige bespreking over de
exploitatie van de courant.
Verkiezing van een bestuurslid.
Trouwe opkomst vereischl.
HET BESTUUR.
P.S. Obligatiehouders kunnen ter
vergadering coupon no. 1 verzilveren.
EEN DUIVELENGEBED.
Als duivelen bidden gaan, wees dan
op uw hoede
Waarom wil het legio daemonen, dat
dien ongelukkigen man tot prooi had,
niet naar den afgrond Die is immers
de plaats der duivelen. Daar kunnen
ze zich met elkander boosaardig ver
meien in godslastering en hellek reet I
Daar zijn ze onder geestverwanten en
behoeven niet bang te zijn Jezus Christus
te ontmoeten. Hem, voor wiens macht
ze sidderen
Juist, maar zij willen niet alleen in
het daemonenrijk zijn. Want dan kunnen
ze slechts wroeten in eigen binnenste,
bezig zijn met eigen wezen. En in hun
duivelengeest is niets dan haat, louter
haat. Haat tegen het goede, haat tegen
de schepping, haat tegen God. yreeselijk
is het om met zijn haat alleen te moeten
zijn. Die verteert en verschroeit zonder
ophouden! In den afgrond zijn ze buiten
de aarde, buiten de geordende schepping.
Als dit legioen daarheen moet, dan is
het gedaan met hun hellearbeid in Gods
wereld. Dan kunnen ze geen' kwaad
meer uitrichten onder de menschen.
Dan is alle kans op hellelust en helle-
triumf verkeken.
Daarom, als met een laatste, wanhopige
poging, gaan ze zelfs biddend tot Jezus.
Ze willen dan desnoods wel uit dien
man gaan, als ze zich maar mogen
verplaatsen binnen den kring (lezer
wereld. Ze willen dan wel in de zwijnen
varen: de dierenwereld intreden. Is hun
Bedwinger evenwel weg, dan hopen ze
nog eens elders bij menschen te kunnen
gaan huizen. Die zwijnen zijn dus een
tijdelijk toevluchtsoord. En ze blijven
dan in het laud, in Gods wereld, op
Zijn terrein. Om hun lust bot te vieren,
oiii de schepping te verstoren, om God
afbreuk te doen en Zijn heilige gemeente.
Om mee te werken aan den diubo-
lischen oorlog en hun hellelach uit te
schateren tot afgrijzen der menschen en
tot hoon van God den Almachtige
Hier hebt ge een stuk van de levens
praktijk der duivelen. Zoo trachten ze
nog hun doel te bereiken. Als Christus
tot u komt om de heerschappij des
duivels in u te breken, als de duivelen
gevoelen hier of daar uitgestooten te
zullen worden, als ze terrein verliezen
ten opzichte van deze of die zonde in
uw leven, in uw land, dan leggen zij het
er op toe zich te verplaatsen.
En naarmate de eeuwen voortwentelen,
gaat het er meer spannen voor de
daemonische machten.
Rekent er dus op lezers en lezeressen,
dat des te sterker zij zich zullen op
maken, om waar zij 't eêne terrein
verliezen, op een ander zich wanhopig
vast te zetten. Vandaar dat wij Christus
hoe langer zoo meer plaats hebben te
geven in eigen hart en leven, Zijn Geest
in ons moeten laten werken. Ëu waar
de duivel inzonderheid in 't woelen
der menschen, in de stroomingen der
geesten onder de menschen bezig is en
bezig blijft, hébben wij alom den Christus
te verkondigen en Zijn banier uit te
dragen onder alle volk in allen tijd, in
elke geestesstrooming, ook in den wirwar
van meeningen in onzen tijd, ook in het
sociale en oeconomische leven.
Overal waar de booze geesten voor
Christus wijken, zullen ze langs andere
wegen hun satanische, oproerige, oprui
ende macht trachten te gebruiken tot
schade van het Koninkrijk Gods in ons
en rondom ons.
Zoo waakt dan en bidt
Wonderlijk zal het u voorkomen, dat
dit duivelengebed wordt verhoord, dat
de gevraagde gunst, door Jezus wordt
toegestaan. Zoo menig gebed van een
kind Gods wordt naar oppervlakkige
beschouwing niet verhoord, en dit dui-
velenverzoek wordt aanstonds ingewil-
igd. Christus het het niet niet maar
toe dat ze in de zwijnen voeren, neen
maar hier wordt positief toestemming
gegeven.
Hoe is dat uu
Hier kan toch geen sprake zijn van
een verdrag tusschen den Rechtvaardige
en de hel Dat kan er wel zijn onder
menschen, die den naam Christen dragen,
maar onder dit mom een onherboren
hart verbergen, en daarom stillekens met
de wereld meedoen. Bij zulken is er
een onderhandelen met den booze, een
transigeeren, dat eens op eeuwige schade
voor hen uitloopt.
Doch de Heilige treedt het onheilige
met ontbloot zwaard tegemoet. Èn
daarom, hoe vreemd het klinke, deze
toegestane gunst beteekent voortgezette
strijd met de daemonen. Zij zal dienen
om Zijn macht nog klaarder aan hen te
toonen. Zij zal inderdaad meewerken
om volkomen zekerheid te verschaffen,
niet dat de duivelen uit. dien man zijn
gevaren (dat blijkt uit zijn eigen voor
komen en handelingen straks wel), maar
Jat ze gebannen worden naar den afgrond
en dus totaal overwonnen.
Als God de verzoeken van Satan inwil
ligt beteekent dat een gericht, eeu oor
deel, een verhaasten van dé eindbeslis-
sing-
De werkingen van de anti-christelijke
macht houden hier niet geheel op. Ze
verplaatsen zich wel. Ze veranderen
wel van karakter. Nu geen rookende
mutsaards meer, maar fijnere werkingen
tegen het Godsrijk. Nu geen grof geschut,
maar verstikkend gas. Nu geen blinkend
zwaard,'maar sluipend vergif. Nu geen
openlijke oorlog, maar broeiende revolu
tie. Nu geen open vizier, maar een
gesloten masker. Nu geen duistere
beklemming, maar een gedaante van een
lichtengel. Daarom zijn de woelingen te
sterker, de listen gevaarlijker.
Dank zij de toegestane gunst gaat de
duivel nog rond als een brieschende
leeuw, zoekende wie hij zou kunnen
verslinden. Maar al deze macht en dit
machtsbetoon is slechts toegestaan om
te zekerder het oordeel te doen los
barsten.
Waakt gij dan, Christen! En stel
tegenover het duivelengebed uw smee
king
Verlos ons uit der boozen macht
Bescherm en sterk ons door Uw kracht.
Wij zijn toch zwak, zijn sterkte is groot,
Dies zijn w' elk oogenhlik in nood
Duivelen kunnen bidden om een gunst,
wanneer zij bevreesd worden. De Hei
land kan zelfs die gunst toestaan. Maar
vleien ze zich dan, dat. ze althans? kans
op gewonnen spel hebben, dan moeten
zij eens bemerken, hoe die gunst hen
bedreigt, hoe die voorspoed schijn is,
hoe het verderf zekerder komt. Al3 de
duivel bidt en hij wordt verhoord, is dit
voor hem een ramp! Zoodra immers
zijn niet de daemonen in do zwijnen
gevaren of het blijkt dat zij zich in die
beesten niet kunnen vestigen. Want
door een panischen schrik aangegrepen
loopen deze dieren van de berghelling,
waarop ze weidden, af en storten zich
in hun razernij in de zee van Tiberias,
waar ze door verstikking den dood
vinden.
Zoodat de duivelen genoodzaakt wor
den de stervende dieren te verlaten en
ze door Jezus macht toch in den afgrond,
hun pijnigingsplaats terecht komen.
De Booze kan wijkend voor den Chris
tus uit het hart van Gods kind moeten
gaan. Maar hij vindt een andere plaats.
Hij kan zijn invloed elders of op andere
wijs doen gelden.
Knarsetantend moet hij den Zaligmaker
menschenlevens gewonnen geven, maar
heel de Schepping toch niet. En zoo
zoekt hij voort. En zal zijn macht sterker
en grooter soms schijnen. Zoover zal
het nog eens komen, dat hij op aarde
verschijnt in den racnseh der zonde, die
zich als God laat verheerlijken, voor
wion duizenden knielen in het stof en
door wien de gemeente des Heeren
schier verpletterd wordt. Ha, dan heeft
hij zijn wensch vei kregen
Jammerlijle misrekening voor hem.
Dat is zijn laatste kracht. Dat is zijn
hoogtepunt. Waarvan hij plots met
duizelingwekkende vaart in de diepte
zal neerstorten. En naarmate hij hooger
klom zal des te duidelijker blijken, dat
zijn macht schijn was en Gods macht
werkelijkheid. En hij zal gebonden
worden met al zijne daemonen en ge
worpen worden in den poel, die daar
brandt van vuur en van sulfer en waar
de rook hunner pijniging opgaat tot in
eeuwigheid.
Een dubbele waarschuwing voor u.
Waakt opdat gij niet in verzoeking komt.
En vreest, wanneer ge heult met de
macht der boosheid, voor het einde.
Eens heeft Satan eeu dier bezeten,
dat fluisterde tot menschen„Gjj zult
als God zijn Nog altijd tracht hij met
dit woord zielen te vangen.
Maar de tweede maal dat hij door zijne
daemonen de dierenwereld intrekt toont
Jezus macht die hem overwint en
verdelgt.
Daarom gij aangevallen, bestreden kind
van God, klem gij u aan den Christus
vast, want ook door deze gebeurtenis
blijkt de waarheid
Ons heeft de Heiland vergewist,
Dat aller boozen macht en list.,
Niet ons, maar Hem zal krenken.
Hun roem verkeert in hoon en spot,
God is met ons §u wij met God,
Ilij zal de zege'ons schenken.
IV.
Tenslotte willen we nog enkele beden
kingen tegen verkorting vau arbeidsduur
behandelen.
Er wordt wel eens beweerd, dat het
bedrijf en dus de ondernemer er schade
van zou hebben. Onderzoekingen hebben
echter onomstootelijk aangetoond, dat
een verkorting van 12 tot 10 en in an
dere, meer vermoeiende of ongezonde,
bedrijven van 10 tot 8 uur geen vermin
dering van productie ten gevolge heeft.
Vele patroons hebben dit trouwens toe
gestemd. En 't is niet te verwonderen,
dat. bi] eeu gon geld te langen, dus afmat
tende!) werkdag de productie niet meer,
eer minder is, dan bij een normale ar
beidsduur, waarbij de arbeider zijn volle
werkkracht den geheelen dag kan aan
wenden.
Anderen beweren, dat door een wet
ter regeling van den werktijd, do per
soonlijke vrijheid van den arbeider wordt
aangetast. En dat mag niet beweren ze.
Toch dwalen deze personen. De wet zegt
niets over het particuliere leven der ar
beiders, beschermt hen alleen, door tot
de ondernemers te zeggengij moogt
niet meer dan zooveel uren per dag
laten werkeft.
Weer anderen beweren, dat de regeling
uit het leven moet opkomen. En deze
bewering heeft een mooie kant. Vóór
den oorlog ging het dien kant. ook uit.
Reeds meer dan de helft, der Nederland-
sche arbeiders werkten minder dan 10
uur per dag. Thans is de toestand ver
anderd. Er is geen overcompleet meer
van productie. Tot eiken prijs zullen de
fabrikanten willen en moeten producee-
ren. Ook ten koste van hooge loonen.
Terwijl het aantal arbeiders zeer ver
minderd is. Daarom moet de overheid
thans wel ingrijpen.
Een bedenking is ook, dat de duur-
steeds min of meer willekeurig gekozen
is. Zoo wordt thans allerwege de leuze
aangeheven van eeu 8 uren-dag. Waarom
geen 9 of 7 uur De bewering als zou
de werkman 8 uur willen slapen, 8 uur
werken en 8 uur voor z'n gezin en ont
wikkeling besteden, is een kunstig uit
gevonden praatje. Meer niet. Inderdaad
is 8 uur vrij willekeurig gekozen. Voor
enkele jaren was algemeen het idoaal
10 uur.
Toch we- merkten het reeds op
kan de giens voor alle bedrijven niet
gelijk zijn. In 't betrekkelijke gezonde
landbouwbedrijf is 's zomers althans
10 uur niet te lang. Hier is trouwens
regeling uiterst moeilijk, en lijkt ons in
voering van den aeht-urendag onmogelijk.
Bij fabrieksarbeid gaat het beter. Even
eens bij rijks- en gemeentewerklieden.
Of het echter daar steeds noodig i», is
een andere vraag.
Nog anderen meenen, dat het beter
is om vacantiedagen, of althans een vrije
Zaterdagmiddag te geven. We voelen
voor een vacantie, van b.v. een week,
het meeste. Dan kan eens aan familie
bezoek worden gedacht. Dit geldt na
tuurlijk alleen voor vaste arbeiders, 's
Zaterdags iets vroeger ophouden ver
dient eveneens aanbeveling. Voorts kan
men 't een doen en 't andere niet na
laten. Een arbeidsweek van 4658 uur,
naar gelang van 't bedrijf, liefst voor
vaste werklieden met een vacantieweek
lokt ons wel aan.
Overigens boude men rekening met
den aard en de eischen van het bedrijf,
dat niet ten gronde mag worden gericht.
Wezenlijke bezwaren zijn, dat de kans
op overwerk, op thuis voor zichzelf
werken en op verkeerd gebruiken van
den vrijgekregen tijd, niet ontkend kan
worden.
Overwerk nu, óók al wordt't duurder
betaald, moet gemeden. Het doet al de
voordeelen van vei korting van den
arbeidsduur te niet. Bovendien drukt
het de loonen.
Het gevaar, dat de arbeider thuis
voor eigen rekening gaat werken, en
daardoor vooral de kleine baasjes
voor wie de strijd om het bestaan toch
al zoo moeilijk is een ongewcnschte
concurrentie aandoet, is niet denkbeeldig.
Toch moet er op gewezen, dat de vak-
vereenigingen het zooveel mogelijk tegen
werken.
Ook het bezwaar, dat dronkenschap
en straatslijperij zullen toenemen bij
aanzienlijke inperking van den arbeids
duur is een geldige bedenking. Voor
sommigen zal de „weelde" werkelijk
moeilijk zijn te dragen. Gelukkig, dat
de statistiek uitwijst dat in 't algemeen
verkorting van werktijd het drankmis
bruik eer doet verminderen dan ver
meerderen.
Onze conclusie trekkend, meenen we
te moeten zeggen, dat vaststelling van
eeu maximutn aantal uren voor arbeid
met speciale regeling voor de verschil
lende bedrijven, ons beter voorkomt,
dan een gelijke regeling voor alle werk
lieden. Overgangsmaatregelen eu uit
zonderingen zijn voorts noodig.
Het wordt betalen
en nog eens betalen in de landen van
Europa, maar vooral in Duitschland.
Minister Erzberger verklaarde dat de
inkomsten van het Rijk met 900
verhoogd moeten worden, en die der
afzonderlijke staten en gemeenten met
100%. Kunnen wij aldus vroeg de
minister in de toekomst zulk eeu
reusachtig bedrag opbrengen En liet,
antwoord luidde kort en krachtig Wij
moeten liet opbrengen.
Ik bon vastbesloten zoo ging Erz
berger voort den weg der uiterste
spaarzaamheid te betreden. Het eerste
luidend beginsel is: geen inproduetieve
uitgaven meer. Daarom moet ook ge-
streefdworden naar een doelmatige af
schaffing der werkloozenondersteuning
Loonende arbeid, niet ondersteuning van
werkloozen is het doel.
Vóór den oorlog bedroegen de loopende
inkomsten des Rijks door middel van
de belastingen nog geen twee milliard
mark. Van 1913 tot 1918 zijn gedurende
den oorlog aan nieuwe loopende inkoms
ten daaraan toegevoegd vier milliard
mark. Hierbij komen de eenmalige be
lastingen, de opbrengst der oorlogswinst-
belasting en de toeslag ter hoogte van
5.7 milliard mark en de oorlogsbelasting
voor 1918 met ca. twee milliard mark.
De nieuw ingediende belastingontwerpen
zullen het Rijk nog 1.2 milliard mark
opbrengen en voorts eenige inkomsten
voor éénmaal, die een blijvende opbrengst
van 600 millioen mark beloven.
Er moet dus nog een som van meer
dan tien milliard mark gedekt worden.
Het Ministerie van Financiën heeft twee
nieuwe belasting-wetsontwerpen nage
noeg voltooid, die ik van zins ben vóór
de vacantie aan de goedkeuring van het
Huis te onderwerpen, nl. een hooge ver
mogensbelasting voor één keer en een
groote omzetbelasting. Maar ook indien
deze voorstellen ongewijzigd worden aan
genomen, is het tekort voor eigen be
hoefte nog niet: gedekt. In den herfst
zullen der Nationale Vergadering nieuwe
voorstellen worden aangebeden met het
einddoel het tekort te dekken. De be
lasting zal een ontzettende hoogte be
reiken.
Betalen en nog eens betalen wordt
dus in Duitschland de boodschap. De
correspondent van de Voss. Ztg. ver
neemt uit -bevoegde bron, dat in het
ontwerp van Erzberger een heffing op
de vermogens van gemiddeld 50 pCt.
wordt voorgesteld. De heffing zal ver
moedelijk reeds aanvangen bij vermogens
van 20,000 mark en wel voor 10 pCt.
en dan snel stijgen bij de grootere ver
mogens, die zelfs 60 a 70 pCt. zullen
moeten offeren. De belasting zal den
naam dragen van „Reiehsnotopfer", en
in ruime mate rekening houden met de
kinderrijke gezinnen.
Van andere zijde wordt echter gemeld,
dat de heffing niet dit jaar zal plaats
vinden, omdat het economisch leven nu
de middelen niet kan missen, om weer
op de been te komen.
Uitstel dus voor slechts korten tijd,
en in geen geval afstel
Het financieel probleem wordt wel
zeer moeilijk en onrustbarend.
Lloyd George's geheugen en de vrede.
Naar de „Daily Herald" schrijft, heeft
de arbeiderspartij bij de behandeling
van het vredesverdrag in het Lagerhuis
een goede gelegenheid, Lloyd George
eens te herinneren aau de verklaringen
die hij'aflegde, toen de overwinning nog
niet was behaald. Zijn geheugen is
slecht, zegt het blad, hij heeft het zeer
druk en wanneer zijn geheugen niet
werd opgefrischt, zou hij later misschien
genoodzaakt zijn te vragen Waarom
heeft niemand mij daar eens over ge
sproken Wij geven daarom een paar
weer
„Zoowaar als God leeft, hebben wij
niet aan eenigerlei samenzwering tegen
Duitschland deelgenomen. Wij benijd
den het niet zijn grondgebied. Wij ver
langen geen duim breeds van zijn kolo
niën Wij zijn in dezen oorlog gegaan
om redenen van de meest zuivere rid
derlijkheid om de zwakken te verdedi
gen." (November 10, 1914).
„De oorlog, dien wij op dit oogenblik
voeren, is geen veroveringsoorlog maar
een bevrijdingsoorlog". (Febr. 12,1917).
„Wij moeten Duitschland geen wapen
in de hand geven door het onrecht aan
te doen, ,in.a.w. wij zullen geen vrede
van Brest-Litowsk aanvaarden nog dien
onzen vijand opleggen." (Nov. 12,1918).
„De aanvaarding van een waarlijk
mocratische staatsregeling door Duitsch
land zou het meest overtuigend bewijs
zijn, dat de oude geest van militaire
overheerscliing in dat land gedurende
den oorlog inderdaad gestorven was en
zou het ons gemakkelijker maken, een
vrede op breeden, democratischen grond
slag met Duitschland te sluiten. (Janu
ari 18, 1918).
BERLIJN. Met 208 tegen 115 stem
men heeft de Nationale Vergadering
onder protest de racificatie-wet aange
nomen. Wat Duitschland betreft is het
dus vrede. De geallieerde mogendheden
moeten het vredesverdrag nog ratificee-
ron. Vermoedelijk wordt echter reeds
nu de blokkade opgeheven.
VERKIEZING LEDEN VOOR DE
EERSTE KAMER.
In Zuid-Holland 2 A. R. (prof. Bavinck
en de Waal Malefijt)1 C. II. en 1 R. K.
In Noord-Holland 2 Vrijz. en 1 S. D.
A. P.er.
In Friesland 1 S. D. A. P.er.
In Utrecht 1 A. R. (d'Aumale van
Hardenbroek).
In Gelderland 1 A. R. (H. Colijn) en
1 R. K.
In Noord-Brabant 3 R. K.
In Limburg 1 R. K.
Ir. Drente 1 Vrijz.
In Overijsel 1 A. R. (Dr. Franssen).
In Groningen 1 S. D. A. P.er.
NEDERLAND EN BELGIË.
(Officieel). Het ministerie van buiton-
landsche zaken deelt mede, dat llr. Ms.
gezant te Londen, Jhr. Mr. Dr. R. de
Marees van Swinderen, en bet. lid van
den Raad van State Prof. Mr. Dr. A. A.
H. Struyckeu, Nederland zullen vertegeu-
ZOl
En zij baden Hem, dat
Hij hun niet gebieden zou
in den afgrond heen te
varen.
En aldaar was een kudde
veler zwijnen, weidende op
den bergen zij baden
Hem, dat Hij hun wildetoe-
laten in dezelve te varen.
En Hij liet het hun toe.
En de duivelen, uitva
rende van den tncnsch,
voeren in de zwijnenen
de kudde stortte van de
steilte af in het meer, en
versmoorde.
Lukas 8 3133.
Z X
X
Brouwer.