Orqaan ter verspreiding der Christelijke Beginselen in Zeeuwseh-Vlaanderen.
No. 139.
Zaterdag 10 Mei 1919.
2e Jaargang.
Buiteiilandsch Overzicht.
V Het bruut geweld.
den heer J. J. de Jager.
den heer J. M. Qggel.
den heer P. Faas.
den heer Adr. Dieleman WGzn.
den heer J. G. (luist.
Nummer één stemmen.
De politiek der toekomst
Zijn verstand over boord
geworpen.
Der liberalen laksheid.
t Duurde zoo lang.
Uitgave van de Christelijke Persvereeniging „Zeeuwseh-Vlaanderen" te Ter Neuzen.
Alle stukken, de redactie en administratie van dit blad betreffende, moeten worden ge
zonden aan den redacteur, H, S. v. UOUTEN, Vlooswjjkstraat 62, Ter Neuzen.
ABONNEMENT: Bij bezorging f 1,15 per drie maanden. Franco per post voor Nederland f 1.25.
ADVERTENTIËNVan 1—4 regels ƒ0.40. Elke regel meer ƒ0.10. Handelsadvertentiën
over twee kolom 8 cent per regel. Abonnementen per contract. Crisistoeslag 15
Inzending van advertentie!) tot 12 uur 's middags op de verschijndagen bij den drukker
D. H. LITTOOIJ Az. te Ter Neuzen. Telefoon Nr. 20.
Elke revolu;ie gaat van geweld ver-
gezeld.
En even als de oorlog steeds bloediger
en gruwelijker is geworden, door het
gebruik van telkens meer verfijnder en
wreeder moordwerktuigen, zoo is ook
de revolutie in onzen „beschaafdentijd
zich gaan bedienen van de machtsmid
delen die het menschelijk verstand, in
zijn veelgeroemde hooge vlucht, vermocht
uit te denken.
In Rusland heerschen dan ook toe
standen, zóó verschrikkelijk, dar de pen
schier weigert ze te beschrijven. De
zekerheid van leven, eer en bezit is weg.
Dierlijke hartstochten heerschen'
In Duitschland is het niet veel beter.
En als, wat God verhoede de
roode vloedgolf ook onze grenzen over
stroomt, en wegspoelt, alles wat ons lief
en heilig is, dan zal ook hier een toe
stand geschapen worden, waarvan de
historie-schrijver straks zal huiveren, als
hij het te boek moet stellen.
Het gebruiken van ruw geweld is
trouwens steeds door de socialisten ver
dedigd. Brandstichting en zelfs het
laaghartig neerschieten van „burgerlijke"
gijzelaaars prijzen hun leiders aan.
'Hoort slechts Marx, als hij zegt:
„In den oorlog is het vuur een volko
men geoorloofd wapen, en zou dit dan
in den oorlog van de „geknechten" te
gen hun „ouderdrukkers", den eenigen
rechtmatiger) kr jjg, dien de historie kent,
niet gelden"
Is het dan wonder, dat de volgelin
gen bij een revolutie overgaan tot moord
en plundering als de leiders zoo spreken
Neen, het socialisme zal in ons land
geen „kalme, onbloedige revolutie" be
werken.
Roode dwepers mogen het wonschcn
en meenen de werkelijkheid leert an
ders.
Zoodra de revolutie slaagt en de re
geering wordt weggejaagd, dan heerscht
de massa, die geen rede kent. Dan is
er van kalmte geen sprake meer. Vooral,
als zooals Troelstra wenscht, vreemde
revolutionairen uit het buitenland hier
helpen de socialistische moordstaat te
vestigen.
Wie tegen de uitspattingen der revo
lutie wil optreden, moet de revolutie
zelf bestrijden. Moet daarom tegen de
revolutionaire beginselen optreden.
In 't belang van land en volk is het
dan ook, wanneer ge op de Antirevolu
tionaire lijst stemt, bij de a.s. Gemeen
teraadsverkiezingen.
In de Kamer, in de Staten en in de
Raden, overal moet de Anti-revolutionaire
partij versterkt worden.
Stemt daarom overal nummer één
van de Antirevolutionaire lijst.
Dat is in Neuzen op
In Axel op
In Zaamslag op
In Hoek op
In Schoondijke op
Ook voor de gemeenteraadsverkiezin
gen is ons adviesstemt nummer één
Daardoor eerbiedigt ge het wettig
besluit uwer organisatie, die na overleg
en met volkomen vrijheid voor ieder lid
om zijn meening te zeggen, en zijn stem
uit te brengen op wien hij wilde, de
lijst samenstelde.
Door op nummer één te stemmen
verklaart ge den principiëelen politieken
strijd niet te willen ontadelen in een
kamp van persoonlijke voorkeur en om
persoonlijk belang.
Als goed Antirevolutionair kiest ge
immers dragers van uw beginsel, los
van alle persoonlijke sympathie of anti
pathie. Wie voor het Antirevolutionaire
beginsel wil stemmen, stemt daartoe op
de Antirevolutionaire lijst, zooals de
Antirevolutionaire partij die vaststelde.
Dat is op nummer één van de lijst.
Daardoor wordt voorkomen, dat de
uitslag een loterij, een spelletje wordt.
Door nummer één te stemmen, waar-
borgt ge, dat alle schakeeringen en
groepeeringen, ook naar de plaatselijke
toestanden en verhoudingen, tot haar
recht komeu.
Wie nummer één van de Antirevolu
tionaire lijst- stemt, handelt gelijk een
trouw en goed Antirevolutionair betaarpt.
We stemmen dus ook straks voor de
gemeenteraadsverkiezingen nummer éen.
In 't belang van onze partij en van ons
beginsel.
We maken maar één hokje zwart, en
wel het eerste van de Antirevelutionaire
lijst. Dan stemmen we goed.
In bijna alle Gemeenteraden zullen
socialisten komeu. Waar ze, zooals in
Zeeuwseh-Vlaanderen, in de minderheid
komen, zullen ze niet nalaten allerlei
dure en onmogelijke voorstellen te doen.
Dat is een goede reclame voor de partij.
De eenvoudige werkman zegt dan allicht
„Die socialisten, dat zijn nog eens kerels
die durven wat voorstellen". En daar is
't om te doen.
Duys heeft het op 't Congres te Zwolle
gezegd We stellen dikwijls, wat voor,
waarvan we weten, dat het onmogelijk
is. Alleen maar om te kunnen zeggen
„Ziedaar wat kerels". v
Ileykoop drukte zich onlangs evenzoo
uit. Hij stond te beweren, dat de bour
geoisie uit Rotterdam verdreven moest
worden. Een nuchter mensch merkte
toen op, dat er ook om de financiën ge
dacht moest worden. Waarop het Ka
merlid Heykoop uitriep Eerst maken
we schulden, dan betalen wij".
Niet eerst eens overleggen, of 't kan.
Vooruit maar
Zal deze onverantwoordelijke politiek
van al maar beloven, van al maar de
gemeenteuitgaven opdrijven, de politiek
der naaste toekomst worden Stemt, om
dat te voorkomen, Anti-revolutionair.
Dat is in het belang van uw gemeente.
Toen Troelstra op 12 November des
vorigen jaars zijn betoog hield over de
noodzakelijkheid en onmisbaarheid der
sociaal-democratie, die naar de Staats
macht moest grijpen, toen vielen de
meesten zijner partijgenooten hem bij.
Vooral de Rotterdammer Heykoop,
was het roerend met Troelstra eens,
dat er revolutie moest komen.
Hij stak den anarchisten de broeder
hand toe met het teekenend woord
„Ik gooi mijn verstand overboord en
reik u de broederhand.11
Zie zóó gaat het bij een revolutie.
De socialisten gooien dan hun verstand
overboord, worden goede maatjes met
de anarchisten en de revolutie is in
vollen gang. Vau eenigen invloed dei-
leiders is dan geen sprake meer.
Alle kalmte is weg. De man van de
straat is dan heer en meester. Naar
Russisch en Duitsch model wordt er
gestolen, gebrand en gemoord.
't Verstand wordt over boord gegooid
de blinde hartstocht, die mate noch
grenzen kent, heerscht.
Dat gevaar dreigt ook nog voor ons
land.
Na 't socialistische Congres te Arnhem,
dat de wenschelijkheid eener revolutie
aannam, ALS er maar kans van slagen
is, mogen we niet inslapen, denkend,
dat het zoo'n vaart niet zal loopen.
Welbewust en krachtig moet ieder
die orde, rust en veiligheid mint, optreden
tegen het socialisme. Dat geschiedt het
best, door te stemmen op de Anti
revolutionaire lijst. Vergeel dat niet.
Van de eertijds zoo machtige liberale
partij gaat geen leiding meer uit. Ze is
geworden tot een anti-clericale (tegen
standster van de christelijke partijen)
groep, die meeloopt in de achterhoede
van het socialistische leger. Slechts fij-
nenhaat houdt de inwendig zoozeer ver
deelde liberalen nog eenigzins bijeen.
De tijd, waarin ons land onafgebroken
door de liberalen werd geregeerd, waarin
de liberale partij alles beheerschte en
beïnvloedde is onherroepelijk voorbij.
Of het toen zooveel beter was dan nu
O, neen. Geen verstandig mensch, dip
de historie kent, begeert de tijd van diïf
liberalen oppermacht terug.
Zeker wel 't allerminst de arbeiders
stand, die in 't geheel geen reden heeft
te roemen over „den goeden ouden tijd".
De rechterzijde is het geweest, clie,
haar roeping naar het christelijk beginsel
begrijpend, het eerst de sociale wetgeving
heeft ter hand genomen. Eu sindsdien
is schier alle sociale wetgeving door
rechts tot stand gebracht. Dat 'is onze
onvergankelijke eere.
De liberalen deden, toen zij de regee
ring vormden niets voor den werkman.
De liberale partij kantte zich juist tegen
degenen, die iets voor den arbeider doen
wilden. Zóó schreefDr. Kuyper
Mis geraden. Het was Prof. Quack, een
der liberale 'leiders die het te schrift
stelde.
En om de liberale partij nog nader bij
haar schuld te bepalen, voegde prof.
Quack er dit aan toe: „De machine
werd nooit moe; men de liberalen)
vorderde ditzelfde ook van vrouwen en
kinderen. De wreedste jammer werd
openbaar. De liberale partij deed niets.
Niets voor het toezicht op den arbeid
niets voor de regeling van het arbeids
contract tussclien werkgever en werk
man. Niets voor scheidsgerechten ter
beslechting van geschillen. Niets voor
de gezondheid en veiligheid der werk
lieden. Niets voor het vakonderwijs der
arbeiders. Niets voor werkelijke Zondags
rust".
Voorwaar een vernietigend oordcel
over het beleid der liberale partij, die
bijna 50 jaar aan de regeering was en
dus wel de gelegenheid had iets te doen.
Prof. Buys, ook een der liberale voor
mannen, schrijft aldus: „De wet tot be
perking van den kinderarbeid in fabrieken
een wet, die men niet verschuldigd
is aan de liberale regeering, maar aan
het initiatief van een der Kamerleden
was de eenige slap, dien men zette op
den weg, welke tot verbetering van den
toestand dor arbeidende klasse leiden
moest".
Ilet is dan ook niet te veel gezegd,
wanneer we beweren, dat de liberalen
niets hebben gedaan voor de sociale ver
heffing van den werkman, toen de libe
rale partij nog in haar bloeitijd verkeerde.
Zal het nu anders zijn, nu ze in verval
is
Als jonge vrouw haar tijd verbeuzeld,
aldus het oordeel van haar eigen leids
lieden. Zal ze nu als aftandsche juffer,
het beter maken
Wie die 't gelooft
Van de liberalen is voor den werkman
niets te verwachten. Evenmin voor de
kleine burgerstand.
Alleen het grootbedrijf (fabrikanten
en cargadoors vooral) mocht zich steeds
in de koesterende liefde der liberale
partij verheugen. Maar die behelpen
zichzelf wel. Daarvoor gaan wij niet
in 't vuur.
't Was bij de Statenverkiezingen in
April.
Een eenvoudig manneke stapte 't stem
lokaal binnen, en kreeg van den voor
zitter in ruil voor zijn oproepingskaart
een stembiljet. Daarmee ging hij in een
stemhokje.
Druk was 't niet, en de leden van 't
stembureau zaten gezellig te praten.
Tot het den voorzitter opvalt, dat ons
kiezertje nog altijd in 't stemhokje ver
toeft. Al meer dan tien minuten.
„Zeg, Tieterse, scheelt er iets aan
Je blijft daar zoo lang".
„Nee, burgemeester, maar d'r zijn ook
zooveel hokjes, 'k Moet d'r nog zeven
zwart maken, dan ben 'k klaar".
De burgemeester kreeg een hoestbui
en Jachtte achter z'n zakdoek zijn plezier
uit. De leden keken naar een andere
kant.
Nu, t was ook dom. Maar toch
Vroeger stemde men óók altijd voor de
Staten meer dan één. En nu die nieuwe
wet.
„Ieder, staatsburger wordt geacht de
wetten des rijks te kennen". Jawel,
goeden morgen
Als^onze propagandisten niet werken,
zullen er nog steeds kiezers zijn als
Pieterse, die méér dan één hokje zwart
maken.
Voor de gemeenteraadsverkiezingen
dreigt weer hetzelfde gevaar.
Denk er om, maar één hokje zwart
gemaakt. Anders is 't biljet van onwaarde
en uw stem verloren. Ge hadt dan even
goed thuis kunnen blijven.
Zeg dat óók aan uw vrienden. Geef
hen ons blad ter lezing, als ze nog geen
abonné zijn. Verspreid het zoo ruim
mogelijk.
Dan voorkomen we, dat onder de
stemmen van onwaarde er ook van onze
menschen zijn.
Eén hokje zwart maken, en dan steeds
't eerste van de Anti-revolutionaire lijst.
Dan stemt ge goed.
VERSLAG
Is liet niet „De Oude Heer Smits",
die in een van zijn werkjes er op zijne
bekende geestige manier tegen opkomt,
dat men een onbepaald voornaamwoord
genoemd wordt? Hij acht het beter het
„bepaald een zeer voornaam woord" te
noemen, al had zijn kleinzoon dan ook
eeue geduchte reprimande van den on
dermeester ontvangen, omdat die het
zoo op grootvaders raad had betiteld.
Maar of het woord nu van de taal
kundigen zoo heeten mag of niet, dit is
zeker dat die „Oude Heer Smits" gelijk
heeft „men" een voornaam woord te
noemen. Sla uw dagblad maar op, lezer.
Het krioelt van berichten, volgens welke
„men" schrijft, mededeelt, zegt, bericht,
vraagt, aanbiedt, fluistertja, wat
niet al
Neem nu maar de vredesconferentie.
Volgens de berichten der laatste dagen
hebben dan nu eindelijk da Duitschers
het vredesverdrag in handen gekregen
en van den inhoud kennis kunnen nemen,
nadat het eerst aau de vertegenwoordi
gers der geallieerden was voorgelezen.
Welke bepalingen dit verdrag bevat zal
misschien eerst officieel bekend zijn, als
de lezers dit onder de oogen krijgen
Maar hoelang was de groote „men" rt eds
haarfijn op de hoogte! Alleen in het
ZEEUWSCH-VLAANDEREN
van de rede van Ds. De Walle gehouden
voor de Gerefortn. Jongel. Vereen, te
Zaamslag op 4 Mei 1919.
Naar aanleiding van het Schriftwoord uit
Spr. 226 „Leer den jongen de eerste be
ginselen naar den eisch zijns wegs" wenschte
de geachte spreker de aandacht te vestigen
op:
I. De beteokenis van dit Schriftwoord
II. De practische weg aanwijzen om aan
deze vermaning te gehoorzamen.
I. Het grondwoord, dat voor leeren hier
gebruikt wordt, vindt ge in de geschiedenis
van Abraham waar gesproken wordt van de
„onderwezenen" in den wapenhandel en van
Appollos' die onderwezen was in de religie.
De afgeleide beteekenis er van is oefenen.
Met „den jongen" wordt in de eerste plaats
bedoeld d« jeugdjaren van knaap en jonge
ling.
„De eisch zijns weg"' is zooals de Staten
vertaling zegt„zooals de weg, die hij gaan
moet, het eischt."
De jeugd is een zeer gewichtige tijd. Zoo
wel in de historie der natuurvolken als der
cultuurvolken en in de geschiedenis van het
Christendom wordt aandacht geschonken aan
de jeugdjaren.
Bij de natuurvolken vindt ge b.v. het on
derricht in jacht en visFcherij.
De Romeinen moesten worden gevormd tot
strijders. Zij legden de nadruk op het prac
tische en nuttige. Bij de Grieken moest
worden aangekweekt gevoel voor het schoone
en harmonische. Natuurlijk hi^ld dit ver
band met het Jiarakter van het volk. Het
Christendom wil in de eerste plaats geeste
lijke vorming.
In dit alles komt uit, dat \n de opvoeding
van het kind de toekomst lig t.
In het begin van het leven moet richting
worden gegevan. De jeugd is de tijd voor
de vorming, tevens de beste tijd om te ster
ken tegen besmetting, tegen de pestelentie
van het ongeloof'.
De knaap en de jongeling alsook de jon-
gedochter worden in de jeugdjaren zoo licht
bedorven door de zonde. Hun onvast hart
moet worden geleid en gevormd. Er moet
worden gesnoeid en gekweekt.
Nn is het eisch, dat de Christen op zijh
weg Gode vruchten drage als mensch Gods.
Deze eisch geldt ook voor den n i e t-Cliris-
ten. Deze echter kweekt aan de revolutie
beginselen, ook op school, en leidt op tot
socialisme en communisme.
II. Wanneer we de practische weg heb
ben aan te wijzen voor het leeren der eerste
beginselen hebben we allereerst te vragen
I. Wat is de weg van den Christen En
dan weten we, dat hij heeft te leven als
onder Gods oog, een leven van zelfverloo
chening, van wederliefde, 't Heeft tot in
houd zichzelf geven.
Niemand heeft het recht zich aan God te
onttrekken, maar hoofd, hart en hand Hem
te wijden.
De mensch is het eenige wezen, dat naar
Gods beeld is geschapen. Door de zonde'
heelt hij dit beeld door moedwil verloren,
maar desniettemin handliaafd God zijn voor-
spronkelijk recht en eischt hij, das de mensch
zijn God diene als profeet, piester en koning
Niemand kan zich hiervan afmaken.
De weg van den Christen, als vernieuwde
mensch door de werking des H. Geestes,
loopt over verschillende levensterreinen. Zijn
gelieele leven op alle terrein behooort zich
te kenmerken door de liefde tot Christus,
gehoorzaamheid en vreeze Gods.
2 Welke eischen moeten nu worden ge
steld.
a De weg moet allereerst worden ge
kend.
Deze heeft de Hèere aangegeven in de
schepping en toerusting van den mensch tot
zijn drievoudig ambt, met al zijn gaven en
krachten om nut ambt uit te oeftnen. Zijn
openbaring heeft hij daartne gegeven in wet
en Evangelie. In de Wet, dat hij zijn God
liefhebbe. boven alles en den naaste als zich-
zelven. In het Evangelie, dat de mensch
Guds volmaakt zij, tot alle goed werk vol-
maaktelijk toegerust.
In den Christus heeft hij den oversten
Leidsman en waar Hij gekomen is, om den
Vader te verheerlijken, daar is ook onze weg
aangewezen, 't Moet steeds om God te doen
zijn en het eeren van zijn Souvereiuiteit.
Dat is de zuivere Calvinistische levensbe
schouwing. In eiken leeftijd ons laten be-
heerschen door de ordinantiën Gods.
a. Ons uitgangspunt moet juist zijn.
Het uitgangspunt van denken en handelen
noemen we gewoonlijk beginsel, 't Is de
kiem, die de plant bepaalt. Of het daar zoo
op aankomt Sommigen zeggenals het leven
maar goed is 'tls als met den boogschutter.
Er moet. eerst geschikt en gericht worden.
Dit gaat vooraf. Wat is nu een schip zonder
kompas, een huis zonder vast fundament.
Het uitgangspunt moet eerst geleerd. Er
moet voorlichting zijn naar zuivere begiuselen.
c. Dan moet vast en moedig voortge-
treden worden. Daartoe is noodzakelijk een
vast geloof, een staan in de wapenrusting
Gods en wel in gemeenschap met gelijkge
zinden en gelijkdenkenden, trouw, waakzaam,
met vast vertrouwen, dat de genade Gods
met n is.
d. Het doel moet nooit in ons zelf liggen
Vrome menschen stellen zichzelf vaak als
doel, waar ze beoogen de zaligheid hunner
ziel.
Het doel ligt niet in eenig schepsel, maar
alleen in Hem, die ons heeft geschapen. Het
doel is eerst terecht, wanneer de mensch
zich ten volle heeft ontplooid in zijn vol
maaktheid, wanneer hij God Zijn Schepper
recht zal kennen, Hem van harte liefhebben,
in de eeuwige zaligheid met Hem leven, om
en ziedaar het hoofddoel Hem te loven
en te prijzen. Verlies dat doel nooit uit 't oog.
Anders dwaalt ge af en wordt een speelbal
van wind en golven.
3. Hoe kan nu aan die eischen worden
voldaan
a. Door de opvoeding en het onderwijs in
't gezin, voornamelijk degodsdiensig-zede-
lijke opvoeding. In 't gezinsleven heeft God
zulk een rijke gunst geschonken. Verschil
lende invloeden zijn oorzaak, dat dit vaak
op zoo laag pijl staat. De ouders zijn in dezen
de verantwoordelijke personen.
b. Huisgezin en school hooren bij el
kaar. Deze laatste behoort dan ook van de
ouders te gaan. De neutrale school onttrekt
de kinderen aan de ouders. Tegenover het
voortgezet onderwijs moesten de ouders een
andere houding aannemen en het vereeni-
gingsleven met bloed en staal sterken.
De jongel. vereen, b.v. moet niet zijn lief
hebberij van den jongeling, maar de ouders
dienen in dezen gunstig te beslissen.
Is het wonder, dat velen niet meeleven
als men ziet, dat op 12 jarigen leeftijd de
opvoeding soms afgeloopen is. Soms nog een
uur of tien catechesatie
En zoo moet worden plaats genomen in 't
gezin, in de kerk, in 't maatschappelijk en
staatkundig leven. Alles ligt buiten hun
bevatting. Zulk een toestand roept om ver
andering.
c. Eerst moet eigen wil en karakter
worden gevormd, om aan denken en handelen
richting te geven. En dan kan op den naaste
worden ingewerkt. Dat is gemeen
schapszin, die in het vereenigingsloven
wordt geoefend en gesterkt.
De opvoeding gaat door. 't Is een reeks
gezin, school, knapenvereen., meisjesvereen.,
jongel. vereen., jongedocht. vereen. Dan eerst
is van opvoeding sprake.
De leeftijd van den knaap en jongeling is
gevaarlijk. De jeugdige, opbruisende kracht
moet tegen den booze in 't harnas worden
gezet. Hij moet gewapend zijn. Onder de
vaan van Christus moet zijn geestelijke kracht
worden geleid. De jongel. vereen, is hiervoor
de plaats. Daar heersche algemeene dienst
plicht.
En waar we een nieuwe toekomst tege
moet gaan, grijpt de gelegenheid nan om u
te vormen en te wapenen voor den strijd.
De macht van den anti-christ wordt steeds
bruter. Onder de machtige wereldgebeurte
nissen ontwaart ge de strijd tussclien den
Geest van God en deu geest uit den afgrond.
Aan de ééne zijde het lichaam van Chris
tus met zijn levend Hoofd, aan de andere
zijde Satan met zijn stervend materiaal van
gemaakte organisatie.
Tusschen beide machten in te staan is niet
mogelijk. DaaromKen uw roeping. Gord
u aau in volle wapenrusting en vereenigt u.
"Heilige solidariteit beziele u. Leer de pjjien
schikken op de pees als bekwame schutters.
Werp u met energie op deu arbeid voor de
taak, die u wacht.
God zegene den machtigen Bond van jon
gel. vereen, op Gereform. grondslag en
kweeke mannen van welgevormd karakter
tot heil van volk en vaderland.