Orqaan ter verspreiding der Christelijke Beginselen in Zeeuwseh-lHaanderen.
No. 137.
Zaterdag 3 Mei 1919.
2e Jaargang.
Uit de Schrift.
IIuiteiikndscSi 0verzicht.
Uit het Biimenlaud.
Uit de Provincie.
Verkiezingsnummers.
Uitgave van de Christelijke Persvereeniging „Zeeuwsch-Vlaanderen" te Ter Neuzen.
Alle stukken, de redactie en administratie van dit blad betreffende, moeten worden ge
zonden aan den redacteur, H. S. v. HOUTEN, Vlooswjjkstraat G2, Ter Neuzen.
ABONNEMENT: Bij bezorging 1,15 per drie maanden. Franco per post voor Nederland 1.25.
ADVERTENT! ËNVan 1—4 regels ƒ0.40. Elke regel meer ƒ0.10. Handelsadvertentiën
over twee kolom 8 cent per regel. Abonnementen per contract. - Crisistoeslag 1 o-
Inzending van advertentiën tot 12 uur 's middags op de verschijndagen bij den. drukker
I). H. L1TTOOIJ Az. te Ter Neuzen. Telefoon Nr. 20.
MET VELE GEWISSE KENTEE-
KENEN.
Inzonderheid in onze dagen is 't goed
op dit. Schriftwoord" te wijzen. Christus,
opstanding uit de dooden en zijn licha
melijke hemelvaart wordt in breeden
kring geloochend. De Bijbelvaste men-
schen twijfelen er niet aan. Wie door
Christus opgewekt is tot een nieuw
leven, voelt in zich zelf de waarheid van
Christus' opstanding. Immers alleen door
Zijne kracht worden wij opgewekt tot
een nieuw leven. Een breede schare is
er echter, die 't geloof aan Christus'
opstanding naar het rijk der labelen heeft
verwezen.
En heeft het oude modernisme slechts
afgebroken, en een groot deel van ons
volk ontbijbeld, het nieuwe modernisme
wordt gevaarlijker, en zoekt iets in de
plaats te geven van den Bijbel, dat ge
moed en hart des menschen kan bevre
digen. Het Spiritisme en de Theosophie
trachten een ontbijbeld volk te geven,
wat het toch niet missen kan tot bevre
diging van den dorst naar wetenschap
aangaande 's menschen wedervaren na
den dood. Juist door het werken op ge
voel en verbeelding van den mensch,
wordt dit nieuwe modernisme steeds ge
vaarlijker. „Ziet toe, dat niemand u als
een roof vervoore door de filosofie en
ijdele verleiding" (Col. 2 8a), mogen
wij daarom inzonderheid in onze dagen
wel uitroepen. Immers hier komt de
satan als een engel des lichts om door
een ander evangelie afvallig te maken
van den Christus die opstond uit de dood,
en opvoer ten hemel, en eens zal weder
komen op de wolken om te oordeelen
de levenden en de dooden.
Wilt gij gaarne iets weten van iemand
die leeft aan de andere zijde van het
graf, mogen wij dan op dit Schriftwoord
u wijzen en uw oog richten op Hem die
alleen ons bekend kan maken met die
nieuwe wereld aan de overzijde van het
graf. Intellectueelen en gevoelsmenschen,
geleerden en eenvoudigen, braven of
slechten in uw eigen oog, hier is voor
verstand en hart en gemoed antwoord
op elke levensvraag voor de ziele. Chris
tus de groote Profeet en Leëraar, die
den vollen Raad Gods tot onze zaligheid
volkemenlijk geopenbaard heeft, treedt
hier voor uw oog.
Veel had Jezus gesproken tot de Zijnen
vóór Zijn dood en opstanding. Toch was
er nog veel duisters voor Zijn discipelen-
schare toen Hij stierf aan het kruis.
Bang waren voor Jezus' discipelen en
discipelinnen de uren die verliepen van
den Vrijdag dag der kruiziging tot
den Zondag dag der opstanding.
Ten derden dage zal ik opstaan, had
Jezus sprekend van den Zoon des Men
schen meermalen gezegd. De Zondag
was de derde dag. De smarten des doods
werden ontbonden. Van den dood kon
de Zone Gods niet worden gehouden.
Hij stond op uit de dooden. De Levende
was niet meer bij de dooden. Dood was
hij geweest, nu leeft hij tot in eeuwig
heid. Christus Jezus, opgestaan uit de
dooden, zet nu Zijn aanzijn voort, niet
slechts geestelijk zooals de Spiritisten
leeren maar lichamelijk in Zijn met
Zijn hemelvaart verheerlijkt lichaam.
Zijn verschijningen zijn daarom niet
't zijn weer de Spiritisten die 't leeren
slechts materialisaties van Zijn geest,
maar Hij verschijnt in Zijn eigen lichaam.
Fier Jezus opvoer ten hemel heeft Hij
na Zijn dood en opstanding, zoo lezen
wij hier, Zichzelven levend vertoond aan
de discipelen. Hier was geen „medium"
noodig voor contact tusschen menschen
aan deze zijde en één aan de overzijde
van het graf. Hij, Jezus, gestorven en
opgestaan, vertoont Zichzelf levend aan
de Zijnen. Hij vertoont zich niet een
maal, maar meermalen. Veertig dagen
lan£-
Na de eerste verschijning mocht er
nog weer twijfel rijzen, hij kwam weer.
Mocht hij nog eens weer verschijnen, zoo
overleï de ziel in twijfel, 'k zou daar en
daarop zeer nauwkeurig letten. Dan ver
toonde Hij zich weer. Bij elke verschij
ning zocht en verkreeg zoo wilde het
Jezus men meerdere waarborgen voor
de waarheid van Zijn opstanding. On
twijfelbaar zeker moest 't voor al Zijn
discipelen zijn, dat Hij, die zich nu le
vend aan hen vertoonde, was de Zoon
van Maria, dezelfde die 't land doorging
goeddoende, die zoovele wonderen en
teekenen deed, die evenwel aan het
kruishout werd gehecht, stierf en begra
ven werd.
Aan ieder bood Jezus de gelegenheid
om het kenteeken voor zich zelf te zoeken
en te vinden, dat hij 't wel waarlijk
was. Ja met één kenteeken behoefden
ze niet tevreden te zijn. Ze mochten er
vele hebben. Ja zelfs vele gewisse ken-
teekenen. Geen twijfel aan de waarheid
van Jezus' opstanding mocht er na zijn
hemelvaart weer bij de discipelen kunnen
oprijzen. Daarom veertig dagen lang
Laat het uw aandacht niet ontgaan,
dat dit alles ons wordt verhaald door
Lucas, den Arts.
Lucas, de geneesheer, stelt er prijs op
te doen weten, dat hij en de mede-dis
cipelen, niet maar op ijdel gerucht af
gingen. Integendeel eerst was er aarze
ling om te gelooven, dat Hij 't was.
Nauwkeurig hebben ze acht gegeven bij
elke verschijning. Waarneming en bevin
ding moesten bun zekerheid geven, dat
Hij waarlijk Jezus was, die met hen om
wandelde op aarde. Allerlei voorwaarden
stelden zij. Denkt aan Thomas catego
risch „indien ik niet" (Joh. 20 25).
Maar Jezus vertoont zich zoo dikwerf,
zoo duidelijk en spreekt zooveel met hen
dat voor allen de identiteit van den
verrezene met don Man van Smarten
ten volle is vastgesteld. Het is als wil
Lucas met zijn medisch gezag aan het
getuigenis der anderen meerdere waarde
geven. Jezus is van hen gezien en heeft
tot hen gesproken.
Hij sprak van de dingen die het Ko
ninkrijk Gods aangaan. „Nog vele din
gen heb ik u te zeggen, doch gij kunt
die nu niet dragen", (Joh. 16 12) had
Jezus vóór zijn dood tot Zijn discipelen
gezegd.
Nu zette Hij zijn onderwijs voort en
ging Hij het voltooien. Hij die stond aan
de overzijde van het graf, straks zou
ingaan in de heerlijkheid, opende nu het
oog Zijner jongeren voor de dingen der
toekomst, tl Ij die kwam uit de andere
wereld en nu weer daar heenging, sprak
van Zijn Koninkrijk „niet van deze we
reld". ;t Gordijn werd voor de toekomst
weggeschoven, en de discipelen des
Heeren werden verrijkt in lnm weten
nu Jezus hun liet zien en deed hooren
de dingen van de „overzijde".
De dingen, die het Koninkrijk Gods
aangaan zijn ons geopenbaard door Chris
tus. Hij is nog onze groote Profeet en
Leeraar, die ons onderwijst door Zijn
Woord en Geest.
Niet Buddha, Christus zal daarom onze
Leeraar zijn. Niet, het rijk van Biiddha,
maar het Koninkrijk van God, waarvan
Jezus sprak, zal ons ideaal zijn. Fin wil
len wij iets weten van de dingen na den
dood, dan zal de Bijbel ons blijven on
derwijzen.
Christus is in den hemel, en lokt door
Zijn onderwijs naar den hemel, gelijk de
valsche profeet onzer dagen lokt naai
de hel.
Wacht u voor de valsche profeten.
Hoort de getuigenis van Jezus Christus.
Ter Neuzen. S. Groeneveld.
Wegens uitstedigheid van den
redacteur wordt men verzocht
van heden af tot 10 Mei a.s. stukken
voor de redactie van ons blad bestemd
te zenden aan den lieer D. SCHEELE Az.,
Brouwerijstraat, en advertentiën en be
richten aan den drukker I). II. LIT-
TOOIJ Az.
Door enkele kiesvereenigingen werden
van de nummers van 10 en 17 Mei reeds
duizend exemplaren ter verspreiding
besteld. Kiesvereenigingen, die deze als
verkiezingscourant ingerichte nummers
willen verspreiden, gelieven ten spoedigste
te bestellen bij liet Bestuur der Pers
vereeniging. (Secretaris de heer J.
HUIZINGA). Mededeeling van de A.-R.
candidatenlijst, alsmede van bet rang
nummer daarvan, is bij bestelling wen-
sclielijk.
V Op weg naar de revolutie.
Het Volk houdt een nabetrachting over
het Congres te Arnhem, dat een succes
voor Troelstra was.
Als deze weer eens meent een revolutie
te moeten beginnen, zal de partij hem
volgen. Dat bleek overduidelijk uit de
gevoerde discussies.
Het Volk zet uiteen, dat alle hervor
mingen en verbeteringen die de socia
listen voorslaan, liet einddoel dat is
de revolutie, als laatste en grootste alles
omkeerende „hervorming"een schrede
moeten nader brengen.
Tusschen revolutie en hervorming
bestaat volgens deze opvatting geen
tegenstelling, slecbls een verschil in
tempo. „De vraag - aldus Het Volk
„of wij ter bereiking van ons einddoel
den wetteljjken weg zullen houden, dan
wel door een staatsgreep wat bespoedi
ging trachten te bevorderen, is een
vraag alleen van practische nuttigheid."
Het doel en het streven van de S. D.
A- P. is dus de revolutie. „De vraag,
of daarbij geweld zal worden aangewend,
ja dan neen, is slechts van onderge
schikte beteekeuis."
Zoo schrijft het socialistische hoofd
orgaan.
Dat door geweld duizenden levens
verloren zullen gaandat godsdienst,
zedelijkheid en vrijheid zullen worden
vermoord; dat moord en plundering aan
de orde van den dag zullen zjjn, is „van
ondergeschikte beteukems." Een mooie
opvatting
Als de heeren hun doel maar bereiken,
als de mooie baantjes hen maar toe
vallen, dan is al het andere van „onder
geschikte beteekenis. Komt dat er heel
weinig op aan.
Daarvoor moeten de Nederlandsclie
arbeiders alles over hebben. Hnn gods
dienst, bun eer, de verbeteringen en
hervormingen die reeds verkregen zijn
en die, welke in 't zicht zijn.
Ze moeten revolutie maken, om Troel
stra en consorten tot president, minister
en commissarissen te maken.
Als er maar kans op slagen is.
„Onze motie verklaart, dat als de
tijdsomstandigheden de gedachte aan een
staatsgreep op den voorgrond brengen,
de partij zal overwegen of de machts
verhoudingen er naar zijn, om het slagen
er van waarschijnlijk te maken."
Zoo schrijft Het- Volk in het nummer
van 23 April.
Als 't kan, maakt de S. D. A. P. dus
revolutie.
Zoo Héél even 'n kort oogenblik.
Bij wijze van nationale stuip.
En direct daarna moeten de arbeiders
't verder overlaten aan de leiders van
de S. D. A. P. en vooral geen extra
dansje om de revolutie-boom met Wijn
koop beginnen. Want dat zou de socia
listische leiders hun pas door de revolutie
verworven positie's kunnen kosten.
't Is alles precies uitgemeten.
A/s 't hier ooit revolutie zal zijn, dan
wordt het er een, waar de wereld
jaloersch op kan wezen.
Zoo kalm en zoo netjes.
Of 't waar zal zijn
Er is waarlijk na dit Congres nog
géén reden, om in stille gerustheid de
toekomst af te wachten.
Waakt en werkt.
De „eenheidsmotie."
We hebben eenheidsworst, eenheids
garen en bijna eenheidssigaren gehad in
ons lieve vaderland.
Alles tengevolge van do oorlogsmis-
ére.
De socialisten hebben nu hun „eenhieds-
motie".
Ook al een produet van de» jammer
lijken tijd dien we doorleven.
Want 't criselde er in de partij! De
„door dik en dunners" juichen Troel
stra 's revolutiepoging in November toe.
Ze bejammeren liet, dat die zoo onge
lukkig mislukt is.
Maar er zijn ook „gematigden" in de
partij. Die niet tegen revolutie zijn
want dat staat op 't program van de
partij maar die de daad van Troel
stra afkeuren, omdat ze ontijdig was,
en omdat de groote leider te eigenmach
tig is opgetreden.
Die beide stroomingen moeten ver
zoend worden.
Daarvoor was de „eenlieidsmotie,' noo-
De heer Troelstra als politiek
accrobaat en kunstenmaker vermaard
beeft zelfs de motie gemaakt naar
bet recept-: in veel woorden weinig zag
gen. Zoo konden allen er zich mee ver
eenigen en werden de kool en de geit
beiden gespaard.
De motie dan zegt dat de partij den
wettigen weg verkiest. Omdat de weg
des gewelds baar niets bateu en maar
in allerlei moeilijkheden brengen zon.
Maar, als er 'n kansje komt
Je weet nooitliet buitenland
Als de revolutionaire situatie (om 't
met Troelstra's woorden te zeggen) komt
en de biiitenlaudsche helpers vlak bij
's lands poorten staan
Dan maakt de S. D. A. P. revolutie
Dat is de beteekenis van de eenheids
motie.
Revolutie als de kans op slagen gun
stig is.
Laten we oppassen, dat die kans nooit
komt.
De volkenbond of het volkerenverbond.
Hoe zal dat onvoldragen kindeke der
vredesconferentie heeten Want dat die
bond een gezond en krachtig leven zal
openbaren, kunnen wij niet aannemen.
Recht duidelijk is het ons nog niet,
hoe de zaak in elkaar gestoken is, maar
dit staat tóch wol vóst, dat, als er in
de» toekomst een strijd uitbreekt, geen
Staat meer buil en dien strijd kan blijven.
Met de neutraliteit is bet gedaan.
Eu het spreekt wel van zelf, dat bijv.
Nederland gedwongen is tot dien bond
toe te treden, wil bet niet in ongenade
vallen bij zijn machtige naburen. Maar
juist die dwang botst tegen liet recht.
Wij dachten hierbij aan de geschiedenis
van Ilerdric, den prior en stichter van
Sint-Mariengenade. De akkers om zijne
abdij had bij zelf omgeploegd en bezaaid
in lanen of vakken tte hoornen geplant,
die liet klooster omgavenbinnen de
kloostermuren de aanwezige buisjes ^ge
bouwd. Hij voelde zich als een landheer
op zijne zelf ontgonnen hoeve, werk
zijner handen, schepping van zijn brein.
Maar zie 't is Buskeu Huet, die
'tons verhaalt daar komt abt Menko
van het naburig Bloemhof hem aan
zeggen, dat hij, de onafhankelijke prior
van St. Mariengenade, zich voortaan
heeft te onderwerpen aan de algemeene
voorschriften, belemmerend voor zijne
vrijheid, maar geldig verklaard voor alle
abdijen in het bisdom
Dit denkbeeld kan Herdrie, goed
Nederlander en goed individualist, niet
verdragen. „O abt", roept bij ui t, „wees
lieden mijn advokaat en levenslang zal
ik de uwe zijn Werpen wij te zanten
dit over-lauwersche juk van ons af, dat
wij niet verplicht zijn te dragen, niet
willen dragen, niet kunnen dragen. Zoo
lang er in de handen, die deze muren
hebben opgetrokken en deze hoornen
geplant, leven is, zullen zij bozitsters
blijven van dit eigendom, dat geen
sterveling ze ontwringen zal.
Laat komen wie wil, ik zal hern met
krachtige hand en uitgestrekten arm
afwachten. Ik blijf tot mijn laatstee adem
tocht prior van Sint Mariengenadu".
Voor zulke moedige taal, die ons aan
trekt, is de tijd voorbij. Met de souve-
reiniteit in eigen kring is bet uit.
Het verbond zal echter in de toekomst
wel niet^blijken te voldoen aan de ver
wachtingen, die men er van heeft. Het
zal niet in staat zijn om oorlogen te
voorkomen, omdat liet onmogelijk zal
blijken eenstemmigheid te krijgen, als
een der verbonden staten-tot, oorlog wil
overgaan. De toekomst zal aan liet licht
brengen, dat de geschiedenis zicli niet
afspeelt naar het program van een vol
kerenbond, maar naar wat ons dienaan
gaande in Gods Woord wordt geopen
baard.
Otidertusschen vragen nog allerlei las
tige quaesties om oplossing. Met de
F'iume-quaestie, in ons "vorig nummer
breedvoerig uiteengezet, schiet het niet
op. En nog ernstiger is misschien het
geval Kiao-Tsjau. Deze Duitsche bezitting
in Ciiina is door Japan veroverd en de
Japanners willen de verworven buiten
natuurlijk ook behouden. Maar de Cbi-
neezeu kunnen daarin niet toestemmen
en doen al, wat ze kunnen, om Kiao-
Tsjau rechtstreeks van de conferentie
terug te krijgen. Dat wij liet zelf niet
hebben veroverd, zeggen ze, is niet, onze
schuld. Dat beeft Japan ons verboden
en beeft daarbij de belofte gegeven, dat
het pand ons zou worden teruggegeven.
En als Wilson nu ook hier tusschenbeide
treedt,, evenals in de Fiume-quaestie, zal
dan ook Japan zich terugtrekken? Dan
wordt het nog veel lastiger, want Japan
is machtiger dan China en Amerika en
Japan vertrouwen elkaar nooit. Het
treurigste fs nu maar, dat ook deze
quaestie weer is voortgesproten uit ecne
nieuwe reeks van onheilvolle geheime
verdragen. Toen de Vereenigde Staten
hunne betrekkingen met Duitschland
hadden afgebroken en een beroep hadden
gedaan op alle neutrale staten om het
zelfde te doen, maakte China zicli on
middellijk gereed dien raad op te volgen,
maar Japan wendde zicli in liet geheim
tot Engeland, Frankrijk, Italië en Rus
land met de vraag of zij bet met een
goedgunstig oog zouden aanzien, dat;
japan er aanspraak op maakte te treden
in alle rechten van Duitschland in China
en het noorden van den Stillen Oceaan.
Italië en Rusland stemden toe zonder
voorbehoud te maken, terwijl Engeland
en Frankrijk, bedacht op eigen voordeel,
eenigc voorwaarden stelden. Deze ge
heime overeenkomsten zijn pas ter Con
ferentie onthuld, maar Wilson is daar
door natuurlijk niet gebonden, evenmin
als door het verdrag te Londen in de
Fiume-zaak. Geen wonder, dat hij er in
beginsel tegen gekant iseen inbreuk
op de rechten van China zou immers
strijden met zijn 14 punten. Wij, Neder
landers, en in liet bijzonder de bewoners
van Zeeuwsch-Vlaanderen, kunnen niet
anders dan ons er over verheugen, dat
Wilson aan deze punten vasthoudt.
Ondertusschen melden de jongste be
richten, dat de quaestie-Kiao-Tsjau tot
algemeene tevredenheid, ook van Japan
geregeld is. Zou Wilson misschien wat
water in den wijn hebben gedaan
Vier artikelen heeft de redactie-eom-
missie van de vredesconferentie aan de
voltallige zitting voorgelegd over de
aansprakelijkheid van den oorlog. En,
zooals te verwachten was, alleen Wil
helm van Ilogeneollern wordt beschul
digd van „de zwaarste schending van
de wetten der zedelijkheid en van de
heiligheid der verdragen".
De geassocieerde mogendheden zullen
zich tot de Nederlandsclie regeering
hebben te Wenden met het verzoek om
uitlevering van den gewezen Keizer,
opdat hij berecht worde. De rechtbank
zal geleid worden door de verhevenste
beginselen van het volkenrecht en de
gewezen Keizer zal zich kunnen verde
digen, doch de rechtbank zal alleen uit,
entente-rechters bestaan. In Nederland
sclie rechters stelt men blijkbaar geen
vertrouwen.
En hebben niet pas nog Engelsclie
rechtsgeleerden verklaard,dat een Staats
hoofd niet voor den rechter kan worden
gedaagd
Gelukkig hebben wij hier nog pas met
een voorstel te doen, maar mocht het
worden aangenomen, dan kan het nog
eene lastige affaire worden voor onze
ICtgeering.
HET SLACHT VET VRIJ.
De Minister van Landbouw heeft met
ingang van 3 Mei ingetrokken alle nog
bestaandh bepalingen, betreffende inle
vering en prijzen der van slachtingen
afkomstige vetten. Van dien datmn af
zal das geen slacht.vet meer behoeven
te worden ingeleverd, terwijl ook den
handel daarin geenerlei beperking meer
in den weg staat.
SMEEROLIE.
Met ingang van 1 Mei is het Rijks-
kantoor voor smeerolie opgeheven. Te
vens is dan de bekendmaking van 30
Mei 1918, houdende vaststelling van den
prijs vae Oostenrijksche smeerolie inge
trokken.
NEDERLAND EN DE
VOLKERENBOND.
Blijkens een Reuterberielit uit Londen
is ons land uitgenoodigd tot toetreding
tot den Volkerenbond, met nog twaalf
andere Staten.
DE BELGISCHE GRENS HEROPEND.
Te beginnen met 15 Juni zal de Ne-
derlandsch-Belgische grens voor den vrij
en handel geopend zijn.
OPHEFFING DER KOFFIE-
DISTRIBUTIE.
De Minister van Landbouw conclu
deert uit 'de toenemende aanvoeren van
koffie, dat dit leiden zal tot opheffing
der distributie van dit artikel.
Daarom is hst Rijkskantoor voor thee
en koffie opgedragen, tot 31 Mei geen
distributiekosten te lieffon en reeds be
taalde distributiekosteu aan belangheb
benden te restitueeren voor alle partijen
ongebrande koffie, de aflevering uit liet
veem wordt of reeds is aangevraagd ter
aanvulling van de voorraden bij de bran
ders, bovendien de hoeveelheden die
deze branders, noodig hebben voor de
aflevering van koffie, dienende voor liet
rantsoen van verbruikers in de maand
Mei.
TER NEUZEN, 2 Mei 1919.
Woensdag had op de Clir. School,
lozinastraat alhier de uitreiking plaats
vau een fijn uitgevoerde foto, groot for
maat, van Prinses Juliana. Het onder
schrift luidde: „Ter herinnering aan den
lUen verjaardag van jH. K. H. prinses
Juliana, uitgereikt door eenige vrienden
van het Clir. onderwijs aan de leerlingen
der Clir. School te Ter Neuzen, Jozina-
straat, op 30 April 1919".
Het is een kostbaar geschenk, aange
zien het aantal leerlingen op genoemde
school groot is.
--■V.'ill
i a DnxiXTrMirMT1 UN f i IP. n^r «Irln muamlun Franp.n n^r nnst vonr Npflnrlanrt f 1.25
„Aan welke hij ook,
nadat hij geleden had, zich
zeiven levend vertoond
heeft, met vele gewisse
kenteokeBen, veertig da
gen lang, zijnde viln hen
gezien, en sprekende van
de dingen, die het Konink
rijk Gods aangaan.
Hand. 1 3.