Orgaan ter verspreiding der Christelijke Beginselen in Zeeuwsch-Viaanderen. Woensdag 9 April 1919. 2e Jaargang. F E I L L E T O N. Uit het Buitenland. Mr. P. Dieleman, D. Scheele, J. Huizinga, J. J. de Jager. Mr. P. J. v. Bortel, J. C. Quist, J. Catsman. JAN WAANDERS. Uitgave van de Christelijke Persvereeniging „Zeeuwscli-Vlaanderen" te Ter Neuzen. Alle stukken de redactie en administratie van dit blad betreffende, moeten woiden ge zonden aan den redacteur, H. S. v. HOUTEN, Vlooswjjkstraat 62, Ter Neuzen. ABONNEMENT: Bij bezorging ^l,lö per drie maanden. Franco per post voor Nederland f 1.25. ADVERTENTIËNVan 1—4 regels /'0.4Ü. Elke regel meer /'0.10. Ilandelsadvertentiën over twee kolom 8 cent per regel. Abonnementen per contract. - Crisistoeslag 15%. Inzending van advertentiën tot 12 uur 's middags op de verschijndagen bij den drukker 1). H. IJTTOOIJ Az. te Ter Neuzen. Telefoon Nr. 20. Antirevolutionaire lijst in den kieskring HULST (de V IJ F D E lijst op Uw stembiljet) Stemt van deze lijst nummer EEN dan handelt ge in 't belang en volgens het advies der partij. In den kieskring SLUIS is de Anti-revolutionaire lijst num mer ZEVEN en samengesteld als volgt Stemt ook hier nummer EEN. V Meer belangstelling noodig. Van een der vooraanstaande leden van Patrimonium uit Axel ontvingen we een schrijven, dat we gedeeltelijk hier weergeven, 't Handelt o a. over de mis lukte vergadering op Maandag 24 Maart, door een „voorloopig comité" uitge schreven. „De Maandag brak aan. Velen spoedden zich naar Axel. Boerenarbeiders, die anders zeer moeilijk vooi iets warm zijn te krijgen, verletten een schoft, maar o wee, in Axel gekomen vonden ze wel een vollezaal maar geen spreker, geen Knetsch. Jammer, dubbel jammer voor beide, spreker en hoorders. De tijd was, zou men zeggen, rijp. Wat bewoog nu die menschen om in zoo groot getal op te komen, enkel op de oproep van 'n „Voorloopig comité", naar laat ons zeggen, een weinig bekenden spreker, terwijl er naar Ds. v. d. Berg, die in 't najaar van 1918 uitgenoodigd was door 'n wettige organi satie, (waarvan ieder kan weten wat ze bedoelt) zoo weinigen kwamen Hierop is maar een antwoord m.i., nl.dat Ds. v. d. Berg kwam om 't Christelijk beginsel te bepleiten, terwijl de Heer Knetsch meer 't materiëele, (zoo men zich inbeeldde) naar voren zou brengen. Hij toch zou spreken over landarbeiders organisatie. Dit is een veeg teeken voor onze Chr. arbeiders, dat ze wel warm zijn te krijgen voor zaken die rechtstrcel s doelen op stoffelijk voordeel en niet, wanneer do meer idiëele goederen naar voren worden gebracht. Dit moest alzoo niet zijnhet stoffelijke is niet het hoogste, maar het geestelijke. De profeet zegt„'t Zij dat zij het hooren zullen of 't zij dat zij 't laten zullen, want zij zijn een wederspannig huis", o, gij 16) Z ELAND IA. „Och, ze ineenen", en zijn stem fluis terde, „dat jullie 't niet al te best kunnen vinden met mekaar Ze was al opgestaan. Op zulken hollen laster wou ze niet ingaan. Wat 'n laag sujet was hij toch. Maar hij was eveneens opgerezen. „Je bent toch niet kwaad Jo?" aaide weer zijn stem. Hij greep haar bij haar arm. Maar nijdig rukte ze zich los en keerde hem den rug toe. Juist kwam Jan Waanders de zaal in. Zijn gezicht betrok. Een poos keek hij Henk van Rensen aanmet een woeden den blik. Wat had die met Jo te maken. En waarom moest Jo zich ineens los rukken, toen hij Jan, binnentrad Hij ging op Jo toe. Heel koeltjes groette hij. Ze merkte het. Begreep er niets van. Wat had Jan toch „Laat, Jan informeerde ze. wederspannigen, op het roepen van 'n „Voorloopig Comité" loopt gij u het vuur uit de sloffen, zult gij dan niet komen als 't Bestuur van Patrimonium u oproept? Eo niet enkel als ge denkt, een kwartje meer te zullen verdienen of met 'n organisatie van landarbeiders de macht in handen te krijgen? Mannen broeders, laat u niet om den tuin leiden door 'n „Voorloopig Comité", maar komt ter vergadering ais de heer Kne.tsch zoo we hopen eerlang zal komen spreken, uitgenoodigd door de wettige organisatie Patrimonium. Eu laat ons dan stichten een landarbeidersorganisatie op Christelijken grondslag. Zijt nuchter en waakt, want de grondslagen der Maatschappij worden in onze dagen aangetast. Sluit u in massa aan bij Patrimonium. Daar wordeu beleden de beginselen (art. 16 sociaal program), waarop een gezonde landarbeidersorgani satie kari worden opgebouwd." Tot zoover het schrijven. We behoeven zeker niet te verklaren, dat we er hartelijk mee instemmen. Geen z.g. neutrale, maar verkapt socialistische organisatie's moeten we hebben, maar positief christelijke. Dat moest wai meer en beter worden ingezien. Onze christelijke werklieden- vereenigingen hebben recht op den steun van allendie voor Christus zich buigen op 't maatschappelijk terrein des levens. De meer ontwikkelden en de meer met aardsche goederen bedeelden, moes ten beter inzien, hoe hun steun noodig is bij het moeilijke werk dat de christelijke werklieden op organisatiegebied hebben te verrichten. Terecht wijst de schrijver van deze brief er ook op, dat het niet mag, dat vooraanstaande personen in het kerkelijk en staatkundig leven zich afzijdig houden, zoodra de actie op het maatschappelijk terrein hun hulp en belangstelling vraagt. Het gevaar, dat ook een deel van de christelijke werklieden in socialistische wateren zal verzeilen, wordt niet weinig vergroot Moor de onverschilligheid van vele (gelukkig niet van alle) onzer vooraanstaande mannen op allerlei ter rein. Terwijl zjj door hun kennis zoo goede leiding en voorlichting zonden kunnen geven. Ook bij de arbeidersvereenigingen ligt echter schuld. De besturen moeten veel meer actie voeren voor verbreiding onzer beginselen door ons blad. De leden zullen er sociaal en politiek door ont wikkeld worden. En nieuwe leden zullen er ongetwijfeld door geboekt kunnen worden. Laten we allen samen de handen inéén slaan, ter propagandeering onzer beginselen. Een machtige en tevens noodzakelijke factor daarvoor is ook het krachtig steunen van ons blad „Zeenwsc.h- Vlaanderen." Daardoor zal de belangstelling in elke christelijke actie worden gewekt en versterkt. V De S. D. A. P. en het Bolsjewisme. Rusteloos voeren de bolsjewisten pro paganda voor hun onzalige beginselen. Door Russisch geld gesteund ontzien de revolutiepredikers geen moeite en kosten om in ieder land het zaad van den „Ja'k kon niet eer", zei hij stroef. „En Henk van Rensen is er al van 't begin. Hadden ze jou toch ook wel kun nen laten gaan". Hij voelde z'n argwaan smelten. „o, Henk van Rensen, die had aan den chef geschreven, dat ie ziek was", scham perde hij. „Hé?" „O, maar zoo nauw moet je 't niet nemen „Wat 'n bedrieger," zei ze, met af schuw in haar stem. Haar scherpe afkeuring deed hem goed. Maar wat was dat dan daar zoo even geweest Ilad-ie zich bij haar opgedron gen „Heb je last van hem gehad vroeg hij met drift. Diit moest er nog bij komen die schijn heilige fielt. Jo merkte, wat hem bewoog. „Och welnee", antwoordde ze sussend, „je weet, wat 'n vervelende knul het is. We zijn nog altijd zoo'n beetje in de kennis, weet je.wel, omdat ik bij hem aan huis kom, en zoo heeft-ie al gauw eens een praatje, 'k Laat 'm kletsen ik vind 'in gewoon onuitstaanbaar". „Anders", dreigde hij met een boozen opstand met kwistige hand uit te strooien. Ook in ons land. Eu het bolsjewisme werkt ook hier als een besmettende bacil, gevaarlijker dan die van de vlektyphus. Verschijnselen van deze bolsjewistische krankheid, die iedefe samenleving, welke door haar aangetast wordt, tot in haar binnenste verwoest en wegvreet, zijn helaas ook hier te lande waar te nemen. Door opwindende artikelen, door mis leidende propaganda in woord en ge schrift, wordt door de revolutionairen de massa bewerkt. Zoo schreef onlangs De Tribune over de Jaarbeursgebouwen „Deze handels paleizen moeten worden het eigendom der arbeiders, db burcht en het centrum der stad. Zij zullen, als eenmaal de bourgeoisie zich met geweld van wapenen gaat verdedigen tegen de opdringende strijdenden, liet doelpunt worden van de mitrailleurs en karabijnen der onzen, totdat het broeinest der uitbuiters ten laatste, maar dan voor altijd, zal zijn uitgeroeid." Helaas vindt deze vernielings- en opstandsprediking maar al te veel weer klank bij een deel van ons volk. Zeker, het grootste deel van ons volk is afkeerig van revolutie. Maar daardoor late zich toch niemand in slaap sussen. Want dat is óók 't geval in Rusland en Duitschland. Doch een kleine minderheid over- heerscht en onderdrukt door wapenge weld de massa. Wijukoop en zijn trawanten hebben niet de massa achter zich, maar ze vormen een vastbesloten groepje. Ze zijn mannen tfitter van geest en sterk van wil. Voor hen geldt ook Groen van Prinsterer's woord, in be trekking tot onze partij gesproken „Weet gij dan niet, dat getalsterkte somtijds in omgekeerde verhouding staat tot wezenlijke kracht Daar komt bij, dat de S. D. A. P.ers, die wèl een grootcn aanhang hebben, steeds meer neigen naai de Wijukopianen, zoodat, als Wijnkoop revolutie begint, hij op de steun der socialisten kan rekenen. Op de internationale socialisten-confe rentie sprak Troelstra het uit, dat hij zich niet tegen het bolsjewisme gebruiken laat. Want, wat de bolsjewisten doen, geschiedt in den strijd voor het socialisme. Zoo ziet men, dat Troelstra en Wijn koop, hoewel concurenten ten opzichte van de volksgunst en het vangen van kiezers, in de practijk heel dicht bij elkaar staan. Het Volk, ofschoon het systeem van de bolsjewiki veroordeelend, verklaart „sociaal-democratie en bolsjewisme stre ven naar hetzelfde einddoel.1' Het bolsjewisme aldus Het Volk meent het goed met de massa. Hoewel de socialisten in schijn de bolsjewisten (in ons land Wijnkoop en consorten) bestrijden, voeren ze in wer kelijkheid hun volgelingen in den ge- dachtenkring van het geweld en den opstand binnen. Daarom is het zaak op te passen. En tegenover de prediking van haat en wrevel door de socialisten tegenover hun aansporen tot verzet en opstand, hebben wij het volk onze Christelijke beginselen voor te houden. Alleen het Kruis breekt de kracht der revolutiestroom, die cultuur en bescha ving meesleurt Tegenover de revolutie het Evangelie V Dan ook royaal. Gelukkig gaan ook in vrijzinnige krin gen de oogen open voor het gevaar, dat Nederland bedreigt, indien in deze tijden van felle revolutionaire beroering, ons Ministerie-Ruys de Beerenbrouck werd verzwakt. De hoefijzercorrespondent van het „Handelsblad", de ouvervalsclite libera le heer Elout, is daarvan zoo sterk over tuigd, dat hij in zijn blad deze merk waardige woorden schrijft De vrijzinnigen dienen dus, onzes inziens thans ter stembus te gaan, met zeker wapperende baniermaar ook, met opgestoken, niet getrokken zwaard. Vrijzinnigen zijn zij en moeten zij blijven. Maar vrijzinnigen die zich herinne ren hoe moeilijk de gouvernementeele crystalisatie van het laatste stembus resultaat geweest is. Vrijzinnigen die beseffen, hoe uiterst lastig en sto rend een vervanging van deze Regee ring in deze omstandigheden wezen zou, Vrijzinnigen die dus inzien dat, zoolang het roode spook rondom ons, te midden van ons, rondwaart, deze Regeering, wanneer 't maar even kan, ons aller steun moet blijven be houden. Vrijzinnig moet thans zijn: Ministe rieel vrijzinnig. Dat. is nu eens „een eisch des tijds". Als het Kabinet-Ruys de Beerenbrouck gesteund moet worden dan dient dit ook royaal te geschieden. En dus morgen op een man der rech terzijde de stem uitgebracht! blik in de richting van lleuk. De directeur tikte. Ieder zocht zijn plaats op. Jan bij de tenoren. Vóór hem stonden de bassen. Zoo kon hij Henk van Rensen in oog houden. De muziek kon hem vanavond niet boeien. Ook Henk van Rensen scheen zich weinig om zijn partij te bekomme ren Telkens gleden zijn oogen in de richting van Jo Vlietstra. Jan Waanders ergerde zich. Wat wou die fielt Nee, Je keek zelfs geen enkele maal om. Hij woii haar ook, zelfs in het minst niet, wantrouwen. Maar die schijn heilige Van RensenBleef weg van zijn werk, omdat-ie ziek was En maakte het, achter zijn rug, Jo lastig. Dat had hij wel uit haar zeggen begrepen. Niet, dat hij een verkeerden invloed van Henks optreden op Jo vreesde. Hij kon op haar aan daar twijfelde hij geen oogenblik aanMaar hij kón het niet hebben, dat lage gedoe van Henk van Rensen De directeur tikte af. Zóó ging het niet. Al driemaal zongen de tenoren dezelfde fout. Opnieuw in zetten. Ja, hij mocht wel meedoen. Moest om Van Rensens wil, vanavond de zaak maar in 't honderd loopen Als ze alle- Toeneming van misdaad in België. Men kan geen Belgische krant opslaan, of men leest van moord, diefstal, inbraak enz. Het Antwerpsche „Vaderland" wijst nu met groote bezorgdheid op deze schrikkelijke uitbreiding der criminaliteit. Dagelijks doen zich overal moorden en plunderingen op groote schaal voor. „Het is ongelooflijk, schrijft het blad, hoe de bandietenstreken -toenemen, zoo wel bij vollen dag, als in den nacht. Geen dag, geen nacht gaat voorbij, zonder dat hier of daar aanrandingen gebeuren en men gewapenderhand huizen binnen dringt om te stelen. En waar men op tegenstand stuit, maakt men onmiddellijk van de wapens gebruik, om neer te schie ten, wie zich niet vrjjjwillig van hun eigendom laten berooven. In onze stad stellen wij eiken dag een dozijn zulke feiten vast. Én op het plat teland is het nog veel erger gesteld. Ergeren daarover kunnen wij ons wel, doch kan zoo iets ons verwonderen Toch niet, want al die bandietenstr»ken, zijn enkel de logische gevolgen van den meer dan vièr-jarigen oorlog. Tijdens de bezetting werd er door tal van werklieden veel, veelgeld verdiend, niet met gewonen arbeid, maar met het smokkelen van levensmiddelen die aan de bevolking tegen verschrikkelijk hooge prijzen verkocht werden. Mannen, vrouwen, jongelingen en meis- maal zoo deden als hijen hij wist het wel, hij was een van de beste hij moest heel dikwijls de partij' „ophouden" hij wist het wel Nu, dan al zijn aandacht er maar bij houden, 't Zou dan beter gaan. 't Ging beter. Ditmaal kon het stuk achter elkaar af gezongen worden de directeur préés. Hé, je zou 't er warm van krijgen. Een korte pauze toch maar. Eventjes blazen, dan 't, volgend nora- mor. Hij keek even rond. Zijn oog viel op Truus Breedveld, toen hij zijn blikken in de richting van J* liet gaan. En tegelijk keek Truus lièrn aan. 't Was net, of hij ze er op betrapteof ze al een poosje hem aanzag. Even sloeg ze haar oogen neer heel even maar. Onmiddellijk keek ze hem weer aan ze lachte liem toe en kniktei Hij knikte terug; waarom niet; Hij vond Truus wel een aardige meid. Hij was wel eens bij de Breedvelds op een partijtje geweestze waren daar altijd héél vriendelijk. Een enkelen keer kwamen ze ook wel eens bij lièrn aan huis. Nog één nummer. Ieder zocht het op in de portefeuille. jes, allen smokkelden op groote schaal. Zelfs kinderen deden daaraan mede, zoodat deze laatsten hun zakken steeds vol geld hadden. Daarbij werden allen nog door de komiteiten overvloedig ge steund, zoodat de meesten van hen in ce:i waar lui lekkerland leefden. Thans is er niet meer te smokkelen. Het groot geldverdienen is uit. Arbeid kan nog maar weinig verschaft worden, zoodat men met den ontvangen steun feitelijk slechts de twee eindjes aan el kaar kan knoopen. Voeg daarbij, dat door 't brutale, het beestige van den oorlog, de zeden er niet op verbeterd zijndat het dierlijke in den mensch aan de oppervlakte is gekomen, zoodat men zelfs een inenschen- leven niet ontziet, om in't bezit van geld en goed, een ander toebehoorend, te komen. Het is volstrekt noodzakelijk de meest krachtdadige middelen aan te wenden om dat begin van „Bolsjewisme" tot in den grond uit te roeien". 'f Ware te hogen Uit het bolsjewistisch Rusland komen weer berichten, die het naderend einde van het sovjetregiem aankondigen. In aanmerking nemeude, dat dit reedseerder geschied is, zonder dat het verwachte feit werd, is het toch niet van belang ontbloot, die berichten te vermelden en erop te letten. Zoo verneemt de Britsche pars uit Rusland dat te Petrograd weder groote stakingen zijn uitgebroken. Volgens de „Times" volgen duizenden werklieden en boeren een directe oppo sitie tegen Lenin. Men vermoedt dat de geheele beweging op touw is gezet door de sociaal-revolutionairen, die dooi de werklieden worden gesteund. Do groote Poetiloff-fabrieken schijnen het centrum van de beweging te zijn. In een door de arbeiders van deze fabrieken met groote meerderheid van stemmen aangenomen resolutie, wordt verklaard dat de bolsjewistische regeering verraad heeft gepleegd jegens de idealen van de October-.revolutie en daardoor de arbei ders en boeren van Rusland om den tuin heeft geleid. Ook volgens berichten uit Stockholm hebben de jongste onlusten te Petersburg een dreigend karakter aangenomen tegen de Russische regeering en vermindert het gezag van Lenin sterk. Trotzky bevindt zich op het oogenblik te Moskou in het Kremlin, waar hij bewaakt wordt door een troep getrouwe Lettische scherpschutters. Voorts is er een correspondentie van de „Golos Rodjinoei". Deze meldt dd. 29 Maart Om beter te doen begrijpen hoe het gesteld is in het leger der bolsjewiki, nemen wij het volgende over uit de Petrogradsche courant „Onze Roode- Leger-Waarheid", het orgaan van de onafhankelijke communisten. Commen taar is hierbij overbodig „In vreemde landen wordt er gevraagd, waarom wij hier vechten, terwijl onze families sterven van houger. Wij werden hierheen gezonden om tegen de bour geoisie te vechten en het proletariaat te beschermen. Maar wat zien wij hier Tegen ons wordt er gevochten door de arbeiders en boeren, die hun land graag zelf beheeren en het niet aan onze commissarissen willen afgeven. Het Nog wat geschuifel. Nog 'n praatje, 'n Tik wat ongeduldig klaar stonden ze. Ieder keek den directeur aan en weer ontmoette zijn blik dien van Truus, haar, lachende oogen. Even maar. Dan begon het zingen. 't Liep nog al wel vanavond, meende de directeur. Als het koor zóó volhield, zag hij niet tegen de uitvoering op. En met die bemoediging konden de heeren en de dames gaan. Er werd „gedankt". Jan en .To waren van de eersten, die zich naar buiten begaven. Blij, dat ze alleen warenook, dat ze buiten waren. Het was warm geweest op de bovenzaal. Ze gingen nog een singeltje rond, om wat op te frisschen. Ze praatten over de uitvoering, die aanstaande was over de mooie passages in 't stuk. dat ze 't laatst gezongen hadden. „Vóór de pauze ging het anders niet bestdeelde Jo mee. „De tenoren onderzocht Jan. 't Kón hij was er niet bij geweesten nu ja, hij wist het toch wel „Nou, dat kon óók wel betermaai de bassen ging niks". (Wordt vervolgd). nrvwcMirximna f t IK nonlrip m9»nili>n Franco ner oost voor Nederland f 1.25. DOOR

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1919 | | pagina 1