Orgaan ter verspreiding der Ghri
Beginselen in Zeeuwseh-Vlaanderen.
Anti-revolutionaire fors
Mr. P. Dieleman
Mr.P.J.vanBortel
No. 128.
Woensdag 2 April 1919. 2e Jaargang.
F E U I L L E T 0 N.
K iiiienla 11 dsclï 0verzicht.
IJ it het Buiteiila ml.
JAN WAANDERS.
Uitgave ran do Christelijke Persvereeniging „Zeeuwsch-VIaanderen" te 1' e r N eji zen.
Alle stukken, de redactie en administratie van dit blad betreffende, niseten worden ge
zonden aan den redacteur, H. S. v. HOUTEN, Vlooswjjkstraat G'2, Ter Neuzen.
ABONNEMENT: Brj bezorging f 1,15 per drie maanden. Franco per post voor Nederland f 1.25.
ADVERTENTIËNVan 1 4 regels ƒ0.40. Elke regel meer ƒ0.10. Haftdelsadvertentiën
over twee kolom 8 cent per ïegel. Abonnementen per contract. Crisistoeslag 15 (,/p.
Inzending van advertentiën tot 12 uur 's middags op de verschijndagen bij den drukker
D. II. LITTOOIJ Az. te Ter Neuzen. Telefoon Nr. 20.
Met den mecsten aandrang bevelen
we U aan. om 9 April a.s. in den kies
kring HULST te stemmen op
(de EERSTE naam van de ViJFDE lijst)
en in den kieskring SLUIS op
(de EERSTE naam van de ZEVENDE lijst).
Maakt slechts ÉÉN hokje zwart. An
ders is Uw stem van onwaarde.
Het nummer van 5 April zal
Wm? als VERKIEZINGSNUMMER in zeer
vergroote oplaag
verspreid worden.
Advertentie's moeten s morgens
vóór 10 uur op den dag der uitgave ter
drukkerij zijn.
DE ADMINISTRATIE.
V Socialistische stembuslarie.
Er wordt heel wat kabaal gemaakt
door de socialisten over de belasting
plannen van minister De Vries.
Klakkeloos beweren de heeren dan,
dat minister De Vries van plan is om
van do arbeiders een groot deel der
belastingen te halen. Het pijpje tabak,
hot kopje thee en koffie van den werk
man zal schreeuwend dnur worden.
Zóó bazelt men tegen beter weten in.
Zóó liegt men den kiezers voor op
meetings en in de kleine ronde pers.
De waarheid is, dal minister De Vries
eerst als 't absoluut niet anders meer
zou kunnen, een betrekkelijk kleine
accijns op enkele verbruiksartikclen wil
leggen. Uit de debatten in de 1 weede
Kamer is wel gebleken, dat de Kamer
niet dan in de alier, alleruiterste nood
dat zal doen. Er is dus voorhauds nog
geen gevaar. En als er enkele indirecte
belastingen komen, dan gebeurt dat nog
alleen, om de sociale wetten voor de
arbeiders te kunnen invoeren.
Heel de larie bedoelt niets anders,
dan de kiezers vangen voor de S. D. A. P.
Toch moesten de soci's bescheidener
zijn, hoewel we kunnen begrijpen, dat
dat moeilijk gaat, als men de waarheid
zoo mishandeld, als de heeren doen.
Zo zouden eigenlijk moeten zwijgen.
Want indirecte belastingen zijn meer
dan eens verdedigd door socialisten.
Zelfs beeft, voor korten tijd, de socia
listische wethouder Vliegen te Amsterdam
verklaard, dat lui er volstrekt niet tegen
op zou zien, den ghsprijs te verlioogen,
ook indien het bedrijf dit niet uoodig
had om daardoor sociale maatregelen
uit te kunnen voeren.
Precies dus hetzelfde, als wat minister
De Visser wil. Alleen met dit verschil,
dat de socialist Wibaut lvet óók wil
doen als 't bedrijf t niet noodig heeft,
en De Visser alléénals 't niet anders
kan.
De theorie der socialisten leert, dat
uit de tarieven der gemeentebedrijven
15) Z E L A N D 1 A.
„Warm Jo?"
't Was Henk van Rensen, die 't vroeg.
Ze merkte 't, nog vóór ze hem liad ge
zien, nu liij van terzij naderde. Ze voélde,
hoe liij haar met zijn vleierigen blik be
sloop.
Ze kwam nog al bij de Van Rensens.
Al van vóór den tijd," dat ze verkeering
had met Jan Waanders. Als kind was
ze er haast dagelijks aan huis gekomen,
toen Marie nog leefde, met wie ze vrien
dinnetje was geweest. En sinds Marie,
nu een jaar of zes geleden, gestorven was,
blééf ze de vriendschap aanhouden Van
Rensen en z'n vrouw waren zulke een
voudige, vrome, hartelijke menschen ze
hadden haar altijd erg aangetrokken ze
kwam er graag. Maar Henk, o, die Henk
nee, hém kon ze niet uitstaan nee, daarin
had Jan groot gelijk Henk was niet te
vertrouwen z'n gluiperige manieren z'n
teem stem zijn oogengedraai't stond
gerust mcér gehaald mag worden dan
de kostprijs is.
Welnu, wie hebben de meeste aan
sluitingen aan dc waterleiding, aan t
gas, aan 't electrisch licht Wie maken
't meest gebruik van de gemeentetram
De arbeiders omdat zij verreweg
't grootst in aantal zijn.
En toch willen de socialisten de
arbeiders méér laten betalen, dan water,
gas enz. kósten, om op die manior de
schatkist te stijven.
De soci's willen dus de arbeiders laten
betalen door water, gas, electrisch licht
duurder te maken, maar ze schreeuwen
moord en brand, als De Visser zegt, in
't uiterste geval op cacao en enkele
andere artikelen een kleine belasting te
zullen leggen.
Voor den arbeider is 't toch zeker
gelijk, of hij een paar centen per week
voor cacao of tabak méér betaald, of
dat hij diezelfde centen uitgeeft voor
gas- of ander licht
Voor den arbeider 't zelfde ja!
Maar voor de socialisten niet.
't Eene wordt voorgesteld door de
soci's en is daarom goed 't andere kan
misschien voorgesteld worden door een
rechtsch minister, en is dus verkeerd.
Heel het stembuslawaai van de socia
listen is niets dan larie.
Niemand late zich beetnemen
Stemt allen op Mr. P. Dieleman, of
op Mr. P. J. van Bortel.
Ziedaar, wat voor kerels
In de Tweede Kamer werd voor een
paar weken de heer Oud door de S. D.
A. P.-ers lastig gevallen, toen bij zcide,
dat Bebel het recept had gegeven, er
maar op los te beloven, zoodat niemand
er boven kon. De heeren zaten er den
volgenden dag leelijk mee, toen bleek,
dat de beer Oud wel degelijk gelijk had.
Wat dat socialistisch kabaal echter
beduidt, kan men zien, als men zich even
herinnert, wat de socialisten hier te lande
zelf aandurven. Meent men, dat derge
lijke komedievertooniiigen alleen door
Bebel verdedigd worden
Op het congres der S. D. A. P., in
1913 in Zwolle gehouden, zeide een der
sprekers, zooals nu Ds. in de „R. K.
Vakbeweging" ter snede herinnert
„Wij stellen toch ook in den Ge
meenteraad vaak dingen voor, die wij
weten, dat verworpen zullen worden,
maar dan kunnen wij tot de arbeiders
zeggenZiedaar, wat voor kerels
Wie dat, zeide, was niemand minder
dande tegenwoordige wethouder
van Zaandam, tevens Tweede-Kamerlid,
de lieer J. E. W. Duijs.
Zie „Het Volk" van 11 Augustus 1913.
Geen wonder, dat hij aan Minister
Aalberse eisclien stelt, die geen andere
partij stellen kan en ook niet stelt, om
dat zij ervan overtuigd zijn, dat alleen
S. D. A. P. en S. D. P. in het stellen
van eischeo geen rekening houden met
liet bereikbare.
Worden de eisclien van komediant
Duijs niet ingewilligd, dan zegt bij
„Ziedaar, wat voor kerels
Gelukkig echter beeft liet volk tegen
woordig die socialistische kerels zelf in
de gaten
baar zóó tegen. Daar kwam bij nu weer.
„Warm Joherbaalde hij, zacht en
fleemerig, toen Jo zijn opmerking niet
dadelijk beantwoordde.
Ze kon toch niet onwellevend zijn
Hem toch geen antwoord weigeren
„Ja", zei ze, om toch iéts te zeggen
„warm is 't".
Hij zette zich in haar nabijheid op een
stoel.
Ze bekeak haar muziek, om zich 'n
houding te geven om hém niet te moeten
aanzien. Maar ze wist, boe zijn blik öm
en langs haar heen schoof't hinderde
haar.
„Geen wonder, dat jij 't warm hebt",
aaide zijn teem-stem „er is bij al de
sopranen geen, die d'r eigen zoo weert".
Ze gaf geen antwoordzijn vleierij
stond baar te zeer tegen. Ze voelde z'n
opdringerigheid als 't slijmachtig kruipsel
van een slak op haar hand.
„Ze zouen", lijmde hij voort, „ze zouen
op Excelsior zonder jou niet veel be
ginnen, Jo".
Ze begon meer en meer van zijn praat
te walgen.
„Niks", zei ze spottend „niks zonen
ze zonder me beginnen ik ben bepaald
onmisbaar", en haar bruine spot oogen,
V De financiëele verplichtin
gen van Oostenrijk-Hon-
garije.
Vóór den oorlog golden in ons land
naast de Russische vooral de Oostenrijk-
sclie fondsen voor solied.
De groot-kapitalisten en ook vele
spaarbanken inlerresseerden zich voor
Oostenrijk-Hongaarsche fondsen. In na
volging daarvan ging ook de klein-
belegger een deel van zijn geld in
„Oostenrijkers" zetten, omdat deze solied
en flink rendeerend waren.
In 1912 waren in ons land voor ruim
300 millioen kronen Oostenrijksche
effecten. Sindsdien is dit bedrag nog
belangrijk gestegen, terwijl in de laatste
jaren speciaal in den laatsten tijd
liet bezit van bankbiljetten zeer is toe
genomen. Ongetwijfeld kunnen we wel
aannemen, dat er in ons land voor 600
a 1000 millioen kronen aan Oostenrijksche
waarden zitten.
De vraag is dus van groot belang
hoe staat liet met de financiëele toestand
van Oostenrijk Hongarije
In 1914 was de Staatsschuld van
Oostenrijk 11000 millioen kronen, thans
83000 millioen. Voor Hongarije zijn déze
cijfers S000 millioen en 43000 millioen.
De totale staatsschuld is dus 126000
millioen kronen. Daar komt dan nog
bij een eventueelc oorlogsschatting en
eveneens moet gelet op de tegenwoordige
misère, die schatten verslindt.
Het totale nationale vermogen werd
in 1914 geschat op 130000 millioen.
Dat is echter tijdeus den oorlog aange
groeid.
Toch is de verhouding tussclien schuld
en vermogen in de vroegere üonau-
mouarchie zeer ongunstig
Deze ernstige toestand wordt nog
verslechterd door het verbrokkelen van
Oosten rijk-Honganje. De Hongaren,
Üuitsch-Oosten rijkers, Zuid-Slaven en
Tsjecho Slowaken twisten niet alleen
over de grenzen van hun nieuwe Staten,
maar ook over de verdeeling der Staats
schuld. De Zuid-Slaven en de Tsjecho-
Slowaken beweren, dat die schuld is
gemaakt in den strijd tegen de entente-
landen, die bun vrienden zijn. Zij wilden
die strijd niet, en willen daarom ook
geen deel van de gemaakte schulden
dragen. Zij rekenen er op, dat de
geallieerden ben in dit optreden zullen
bijstaan.
We betwijfelen echter, of dit liet geval
zal zijn, omdat vooral Frankrijk een zeer
belangrijk bedrag aan Oostenrijk Hon-
gaa'rsche fondsen bezit. Voor onze mee
ning pleit, dat de entente onlangs uit
betaling van de Maartcoupons derO.-H.
staatsschulden verlangde.
Duitscli-Oostenrijk en Hongarije hebben
reeds te kennen gegeven, dat zij hun
financiëele verplichtingen willen nako
men, wanneer ook de andere deelen der
vroegere monarchie Zuid Slavonië en
Slowakije bun aandeel betalen. We
vermoeden, dat de vredes-couferentie die
beide Staten daartoe wel verplichten zal.
Dan is er althans eenige kans, dat een
deel der schulden betaald wordt. Als
Duitscli-Oostenrijk en Hongarije echter
alleen de verplichtingen wat betreft de
staatsschuld en de bankbiljetten der
O.-II. bank moeten overnemen, dan is
een bankroet onvermijdelijk.
waarin de ergernis nauw verholen was,
en waarmee ze hem nu récht aankeek,
wezen zijti streelblikken af.
Hij sloeg z'n oogen even neer. Een
gevoeligen tik had hij vasthij voelde
't, wel. Die kat! Maar hij liet zich zoo
gauw niet ontmoedigen. Even was hij
van kleur verschoten maar onmiddellijk
herstelde hij zich.
„Jij steekt overal den draak mee",
lijzigde hij, op een toon van verongelij
king.
„Zelfs met de ernstigste zaken, met
waar?" Haar oogen lachten hem uit. Ze
kreeg er lust in, hem haar afkeer van
z'n praat te doen blijken ondubbelzin
nig. Zóó Was ze 'm misschien 't spoedigst
kwijt
'k Vind je uiks aardig; waarom ben
je zoo vroeg hij als de verpersoonlij
king van de verdrukte onschuld.
„Moet je zulkedwaze dingen ook
niet zeggen", bitste ze.
„Dwaas?" vleide plots z'n stem weer,
„dwaas? Als ik zeg, dat je zoo'n goeie
sopraan ben; ik durf gerust beweren de
beste, van heel Excelsior, is dat zoo
dwaas Dat is immers zoo".
Jo antwoordde niet. Ze zou hem maar
laten pratendan raakte ze licht 't. gauwst
Ingeval er in 't vroegere Oostenrijk-
Hongarije een toestand mocht ontstaan
als in Rusland en de bolsju'wiki e.r bank
biljetten gaan drukken naar hartelust,
dan komt er natuurlijk heelemaal niets
van de Oostenrijksche fondsen terecht.
Dan verliezen ze alle waarde, zooals de
Russische roebels.
De Duitschers
beginnen zich weer te voelen.
Generaal Nudant, de Fransche onder
handelaar 0 7er de wapenstilstandsvoor
waarden, stelde verleden Vrijdag aan
Duitscliland den eiscli, over Dantzig het
vervoer van entente troepen toe te laten
naar Polen. Weigering zou gelijkstaan
met het verbreken van den wapenstil
stand.
Dat klonk dus ernstig genoeg. De
eiscli was niets minder dau een ultimatum
Wat zal Duitscliland doen Zóo vroeg
de wereld zich in spanning af.
Want er „zat wat achter" de eiscli
der Fransclien. Hun vrienden, de Polen,
willen Dantzig hebben als haven. Eu
dat wil Duitscliland lot geen prijs. Het
toelaten van entente-troepen in Dantzig
zou een eerste stap zijn tot liet overgeven
van die eclit-Duitscbe stad aan de Polen.
Zou Duitscliland durven weigeren?
Het maclitelooze Duitscliland
Met instemming van alle partijen
kwam Zaterdag het weigerend antwoord,
dat zelfs een bedreiging bevatte.
Geen Poolsclie troepen in Dantzig;
dat zou strijd en opstand beteekenen,
aldus de Duitsclie regeering. En dan
zeilden de Duitsclie troepen die de
bolsjewiki nu aan de Oostgrens tegen
houden, zich bij de Russen aansluiten
en tegen de Polen den strijd beginnen.
De toestand was ernstig.
Zóó telegrafeerde men uit Parijs, uit
Londen en Berlijn.
In art. 16 van den wapenstilstand
staat, dat de geallieerden vrijen toegang
hebben tot Dantzig, voor de doorvoer
van goederen'en van troepen.
De Duitsclie weigering was dus een
inbreuk op de voorwaarden van den
wapenstilstand.
En in het. verdrag staat, dat iu zoo'n
geval na 72 uren de wapenstilstand
ophoudt.
Toch zullen de geallieerden het niet
tot het uiterste laten komen.
Generaal Foch gaat zelf naar Spa om
nog eens met de Duitschers te praten.
En als do teekenen niet bedriegen zal
de entente toegeven.
Reuter seint thans uit. Parijs zelfs, dat
generaal Nudant buiten zijn boekje is
gegaan. En dat de beele kwestie niets
dan een misverstand is. De Raad van
Vier ziet in dat het onbillijk ten opzichte
van Duitscliland en gevaarlijk voor de
lust van Europa zou zijn, om Dantzig
aan Polen te geven.
Vermoedelijk krijgt Duitscliland dus
zijn zin. Door te dreigen met. bet bolsje
wistisch gevaar kan Duitscliland sterke
invloed oefenen op z'n vijanden Het zal
stellig niet nalaten daar partij van te
trekken. Zoodat er meer „verschillen"
als dit zijn te verwachten.
van 'm af. Kwam Jan maar!
Hij gaf nog geen kamp.
„Daar pas, bij die moeilijke passage,
heb jij ze allemaal overend gehouen, da's
vast. En als jij er es 'n avondje niet bij
bent, nou, dan is 't goed te merken.
Zoo'n stem als jij hebben er niet veel".
„Vin-je?" vroeg ze, op haar spottoon
van zoo pas.
En weer keek ze hem aan, alsof ze
bttin wel afschudden wou. zooals men
een lastig keffertje wegjaagt.
Hij deed als merkte hij 't nietpas
seerde haar spot.
„Vin jij die Trui, o nee Truus Breed
vele niet onuitstaanbaar, zég?" begon
hij op eens, onuitstaanbaar vertrouwelijk.
Hoe laf vond zij hém nu. Hij wist, dat
zij Truus niet best zetten kon daarom
begon hij nu wat op haar te schimpen.
Maar ze wist méér. Ze wist heel goed,
hoe veel werk hij van Truus Breedveld
gemaakt hadmaar dat deze niet van
hem gediend was.
Zijn loereiUle blik kroop weer tegen
haar op.
„Zoo heb jij óók niet altijd over d'r
gedacht!" zei ze uitdagend.
„Ik?"
„Ja jijheeft ze je niet leelijk een
Bolsjewiki methoden.
Bij de laatste Bolsjewiki-relletjes te
Berlijn en omgeving hebben deze heeren
3 treinen, volgeladen met balen meel
geplunderd. Deze zakken met meel heb
ben ze gebruikt om in de straten barri
cades te vormen
Bij liet heerscliende gebrek aan levens
middelen in Duitscliland is een dergelijk
iets geen baldadigheid meer maar je
reinste misdadigheid. Per slot van reke
ning is liet vooral de armste bevolking
die er de dupe van wordt. De manieren
van dit volkje komen nog al eens in
tegenspraak met hun leuze vanwij
brengen redding aan liet proletariaat.
Het is niet kwaad, wanneer men weet
wat men van die luitjes te wachten heeft.
De strijd tegen den godsdienst begint al.
De Hongaarsche commissaris van on
derwijs heeft aanbevolen op de scholen
onmiddellijk het godsdienstonderwijs te
staken en du vrijkomende uren te be
steden aan de bespreking van de sociale
toestanden en van andere onderwerpen
van algemeen belang.
Het eind van een beroemd generaal.
Uit Rostof aan de Don seint Reuters
berichtgever aan Engolsche bladen bij
zonderheden over den moord op generaal
Roeski, den zoo sympathieken overwin
naar van Galicië en de afgod zijner sol
daten. Het telegram, met veel vertraging
overgekomen, is gedagteekend van 1 Fe
bruari en ontleend aan het blad Prea-
zofski Kri, waarin twee ooggetuigen aan
bet woord zijn. De een vertelt, dat de
Bolsjewiki op zekeren dag alle intellec-
tueelen te Kisliwodsk dwongen om
schansen te graven. Onder deze dwang
arbeiders was ook generaal Roeski. Toen
zijn naam werd afgeroepen zei de Bolsje
wistische commissaris: „Is u generaal
Röeski „Ja", antwoordde deze. „Welke
gek heeft u hierheen gezonden hernam
de commissaris. „U is een aanvoerder
en geen schansgraver. Ik wou dat u de
leiding over onze troepen op u woudt
nemen". Roeski antwoordde, dat hij niet
tegen Russen wilde vechten.
Niettemin liet de commissaris hem
gaan, maar een paar weken later werd
hij. als gijzelaar weer gevangen genomen
en na enkele dagen terechtgesteld. De
tweede ooggetuige vertelt daarover een
heele groep gijzelaars, onder wie Roeski,
werd buiten de stad gebracht en kreeg
bevel om een groot graf te delven. Toen
dit gereed was, moesten de gijzelaars
zich urtkleedeu. Roeski weigerde daten
zeide: „Als ik dood ben, kunt ge mijn
lijk wel uitschudden". Toen knielde hij
reer om te bidden. De Bolsjewistische
hoofdman liep toen op hem toe en sloeg
hem met zijn zwaard de rechterhand af.
Een ander doodde hem met een sabelslag
op het hoofd. Tegelijk met Roeski wer
den generaal Radko Dimitrief(eensBul-
gaarsch bevelhebber), prins Oessoerof
en vele anderen gedood.
Verklaring van Brockdorff Rruntzan.
BERLIJN, Naar de „Duitsclie Allgem.
Ztg." verneemt, heeft Brockdorff-Bantzau
in antwoord op de protesten en mani
festen van de handeiskamers, arbeiders-
meetings en economische bonden van
het Rijnsch-Westfaalsch industriedistrict
blauwtje laten loopen
Ze was wreedze wist liet, want ze
was het met. opzetmaar ze kon zijn
slangachtig inanoeuvreeren ook niet uit
staan.
„Zij giftigde hijen zijn spreken
had iets van het blazen eener slang
„zij Mijn 'k Heb ze wat voor den gek
gehouden, die draak".
Zijn booze toon was voor baar het
zekerste bewijs, dat hij loog.
„Nou, ze zeggen het toch", hield ze,
koppig als een bakvischje. vol.
„Ze zeggen zooveel. Wat zeggen ze
niet van jou?" Valsch glinsterden zijn
loer-oogen.
„Ze hebben van mij niets te zeggen",
beet ze af. Maar nauwelijks was liet er
uit, of ze bad er spijt van, dat ze zich
zoo heftig had uitgelaten. Hij wierp dat
immers zélf maar op, om haar boos te
krijgen.
„Nee, ze hébben ook niets te zeggen",
fleemde hij. „Maar doen ze 't daarom
niet? Bijv. over jou en Jan
„Wat wouen ze dan En ondanks
haar voornemen, om hem te laten praten,
zich er niets van aan te trekken, word
ze zich opnieuw op.
(Wordt vervolgd).
DOOK
t_xKr<ajimaiuas*xx)^Kinmauwbssem*ff*mw9Ki&sE<xaiwmÊmarëttTh<'£iiBrJim