Orgaan ter
Beainseien in Zeeuwseh-Vlaanderen.
No. 107.
Zaterdag 18 Januari 1919.
2e Jaargang.
m I
Uit (ie Schrift.
FEUILLETON.
Terechtgebracht.
Uit het Buitenland.
Uit het Binnenland.
Uitgave van de Christelijke Persvereeniging „Zeeuwsch-Vlaandercn' te Ter Neuzen.
Alle stukken, de redactie en administratie van dit blad betreffende, moeten worden ge
zonden aan den redacteur, H. S. v. HOUTEN, Vlooswjjkstraat G2, Ter Neuzen.
ABONNEMENT: Bij bezorging f 1,15 per drie maanden. Franco per post voor Nederland f 1.25.
ADVERTENTIËNVan 1—4 regels ƒ0.40. Elke regel meer ƒ0.10. Handelsadvertentiën
over twee kolom 8 cent per regel. Abonnementen per contract. - Crisistoeslag 15°/0.
Inzending van advertentiën tot 12" uur 's middags op de verschijndagen bij den drukker
I) H. LITTOOIJ Az. te Ter Neuzen. Telefoon Nr. 20.
iioe
DIERBAAR IS UWE GOEDER
TIERENHEID, O GOD 1
De gansche aarde is vol van de goe
dertierenheid des Heeren. Eiken morgen
is ze nieuw. Beter dan dit tijdelijk leven
is 's Heeren goedertierenheid ze leidt
tot bekeering.
Oog moet er zijn voor 's Heeren goe
dertierenheid om 't „Hoe. dierbaar op
zijn lippen te kunnen nemen.
Hoe velen hebben er geen oog voor.
Legt uw oor te luister, wanneer in onze
dagen de gedachten des harten zich in
woorden vertolken, of let er op wanneer
des harten gedachten in daden komen
voor ons oog merkt gij dan veel er van,
dat er oog is voor Gods goedertieren
heid
De rauwe revolutiekreet hooren wij
menigwerf.
De geesten uit den afgrond zijn aan
het woord.
De grootc tempel der gevallen mensch-
heid wordt op getrokken. Maar 't wordt
een gebouw zonder God.
't Opschrift boven de poort van deze
tempels der revolutie mocht wel zijn
„Hier mag God niet binnen komen".
De geest uit den afgrond dooft alle
redelicht uitleert het licht in onge
rechtigheid ten onder te houden. De
oogen zijn dan gesloten voor de goeder-
1 ierenheden Gods. Het bedenken des
vleesches is vijandschap tegen God. De
natuurlijke mensch haat God haat sluit
'toog voor al 'tgoede Gods.
't Verwondere ons daarom niet, dat de
wereld niet spreekt van de goedertieren
heid Gods, allerminst, dat zij ze niet
dierbaar noemt.
Wat mist echter de wereld veel, waar
'etten^j 00k geen toevlucht neemt onder
''fRT schaduw van Gods vleugelen. Inzon
derheid in onze dagen waarin de ellenden
en de smarten des levens zoovele zijn.
'tVervulle ons met smart, wanneer te
midden van de wcreldwcëen de men
schenkinderen zich in bitterheid der ziele
afwenden van God, en vergeten toevlucht
te nemen onder de schaduw Zijner vleu
gelen.
Er is een volk
oog ontving
m God op aarde, dat
voor de goedertierenheid
des Ileerën.
De Ileere gaf dat oog. Do Heilige
Geest, gaf een nieuw hart, verlichtte 't
verstand, deed zien de dingen van het
Koninkrijk Gods met verlichte oogen des
verstands.
Iioe groot, hoe onuitsprekelijk heerlijk
is 't, wanneer voor 't eerst die genade
ten deel valt, wanneer des blinden oog
verlicht wordt, de rechterhand des Hee
ren verandert, en voor 't toornend het
gunstrijk aangezicht Gods aanschouwd
mag worden.
Vol van geestelijke weelde, onuitspre
kelijk rijk, roept dan de ziele uit„Hoe
dierbaar is Uwe goedertierenheid, o
God r
Heilige beurtzang is er onder Gods
schoonen hemel in bekorenden wedijver
ouder al Gods verlosten om die dierbaar-
heid van Gods goedertierenheid te roe
men en te prijzen.
God zelf maakt de tongen los. maakt
de rechtvaardigen sprekende, doet roemen
zijn goedertierenheden. In de tenten der
rechtvaardigen is dan een stem des ge-
juichs en des heils. De offerande des
'lofs wordt Gode toegebracht, wanneer
de ziele vroolijk zingt: „Ik zal de goe
dertierenheden des Heeren eeuwigljjk
zingen; ik zal Uwe waarheid met mijn
mond bekend maken van geslacht tot
geslacht".
Dierbaar is dan de goedertierenheid
Gods. Zoo dierbaar dat ze onvergelijke
lijk is geen poging wordt zelfs gedaan
o'm ze met iets te vergelijken.
In bewonderend staren, in zalige ge
nieting roept dan de ziele 't „Hoe dier
baar" uit, onderwijl zich koesterend in
de schaduw van Gods vleugelen.
Dies 't is dan zoo natuurlijk, zoo
vanzelfsprekend, zoo aantrekkelijk en
uitlokkendook ziet, wie zelf toevlucht
nam, ze komen van Oosten en Westen,
dies de menschenkinderen onder de
schaduw Uwer vleugelen toevlucht ne
men.
7) SCHETS door ZELANDIA.
Met het angstige, zwakke meisje, dat
zoo bang was om te sterven.
En toch scheen dat sterven zoo nabjj
En in dien nood was het moederlijk
woord verstomd in dien nood kon de
vader geen hulp bieden.
Vergeefs was Lena's beroep op beiden
En toen, toen had opoe gesproken.
Gesproken, zooals de liefde voor haar
kleinkind, voor haar eeuwig zieleheil
haar in gaf.
Eenvoudig, ongekunsteld, maar des te
gereeder ingang vindend, had ze haar
Heiland aangeprezen als het heil voor
arme zondaren, als den Redder in den
nood, als Hem, Die dood en hel heeft
overwonnen. -
Hoe vol aandrang had haar gebed ge
klonken, dat Vader en Moeder moest be
schamen, maar dat door een beangste
en verschrikte ziel werd ingedronken
Hoe staat 't nu, onder de schare der
geloovigen op aarde. Roepen deze allen,
zij 't soms beurtelings, soms eenparig
uit, wat deze heilige zanger uitriep?
Tintelt elks oog van innerlijke ziele-
vreugde, wanneer hij denkt aan, spreekt
van de goedertierenheid Gods
Getuigen alle woorden, alle daden er
van, dat de gedachten des harten bezig
zijn met de goedertierenheden Gods, dat
het hart er zich in verlustigt, de dier
baarheid gesmaakt, ja zaliglijk genoten
is
Helaas hoeveel gebrek aan heilige geest
drift voor den Heere, hoewel wij in onze
bedehuizen zingen „Uwe goedertieren
heid is tot in de hemelen, Uwe waarheid
tot de bovenste wolken".
Heeft God de Heere gered, verlost,
uitgeholpen uit nooden, uit allerlei
lijdenin krankheid kennelijk onder
steund uit benauwdheid in ruimte ge
zet uit donkerheid tot licht gebracht
getroost in droefenis%en smartduidelijk
ebedsverhooring geghven, dan, ja wordt
iiet een oogenblik: Iioe dierbaar is Uwe
goedertierenheid, o God 1 Lust is er dan
en drang oin te vertellen, wat God deed
óndervinden.
Al te spoedig komt er dan echter weel
een gewoon worden aan de gunstbewij
zen Gods; 't smaken, dat de Heere goed
is, wordt 't gehemelte minder zoet, en
't roemen wordt vergeten.
Klacht is er veel in onze dagen over
geestelijke dorheid, klacht die zelf helaas
zoo dor, zoo inhoudloos is, wijl 't smart
gevoel, dat Gcd Zijn eere niet ontvangt
voor al Zijn goedertierenheid, niet deze
klacht doet slaken, noch ook 't leedge
voel, dat ware menschenliefde niet dringt
allen menschen aan te bevelen toevlucht
te nemen onder de schaduw van des
Heeren vleugelen.
In 't verborgen leven is er dan door
Gods genade hier en daar nog de stille
zielsuiting „Hoe dierbaar is Uwe goe
dertierenheid, o God maar de drang
om 't uit liefde tot God en naasten op
de daken te prediken, ontbreekt al te
veel.
De geest uit den afgrond, doet in onze
dagen, God tergend, de tongen „van de
hel ontstoken" luide roepen, en getuigen
om de menschenkinderen toevlucht te
doen nemen tot de goden dezer eeuw.
Welke schaduw tegen de hitte, welke
schuilplaats tegen de stormen hier ge
boden wordt, leeren ons de landen, waar
revolutionaire woelingen burgerbloed
doen stroomen.
Roepen zoo de rappe tongen van de
wereldkinderen voor de goden dezer
eeuw, die geenc goden zijn, en die voor
onze onsterfelijke ziel geen schuilplaats
weten, zullen wij daar zwijgen
Zal zwijgen wie in de schaduw van
Gods vleugelen toevlucht nam zwijgen
wie ondervond dat Gods goedertierenheid
dierbaar is
Vcrmenigvuldige het gebed bij alle
liefhebbers des Heeren om den Heiligen
Geest, die ons aller tongen losmake, en
ons doe spreken en getuigen voor onzen
God.
Verstaan wij Christenen onzen tijd,
dringt ons de liefde, van Christus, be
zielt ons heilige drang voor de eere
Gods, is er ware naastenliefde, de wereld
hoore dan ons in blijden jubel belijden
„Hoe dierbaar is Uwe goedertierenheid,
o God om dan, onze stem veranderend
uit te roepen menschenkinderen, neemt
toe vlucht onder de schaduw Zijner vleu
gelen.
De
Het ziMtd, gezaaid in den akker, wel
ken de Hemelsche Landman zoo diep
had omgeploegd, was welig, ontkiemd.
En niet bij Lena alléén.
o
Grootje kon het niet langer uithouden.
Ze moest toch eens even naar haar
huiske. Hoe lang was daar alles nu reeds
niet gesloten Nee, ze moést er nu eens
heen. Den boel eens wat luchten en
reinigen.
En zoo zocht ze, na den middag, bet
hofje weer op. Maar ze had moeten be
loven, 's avonds weer terug te komen.
Jan had niet lang hoeven aan te dringen,
noch bij grootje, noch bij vader en moe
der, om mee te mogen. En zoo stapte
Jan naast opoe door de straten.
Jan kon het zoo best met opoe vinden.
Hij voelde zoo iets, als of hij eigenlijk
opoe had ontdekt. Hij had haar het eerst
in huis binnengeleid, toén, op dien han
gen morgen. Hij won wel weer eens
graag naar dat knusse kamertje hij ver
langde er naar, zoo als je kan verlangen
naar het vervolg van een mooi sprookje.
In dankbare stemming stapte vrouw
Van Hagen voort, 't Was alles zoo ten
Erger dan heidensch.
Woedend worden sommige heeren en
ook dames als beweerd wordt dat de
Christelijke volksgeest moet opkomen
tegen paganistische, tegen heidensche
factoren, 'die ons maatschappelijk leven
verontreinigen.
Dan "zetten zij de borst vooruit en
hoonend wordt u gevraagd wij heidenen
en gij Christenen
Ja, dames en heeren, het feit valt niet
te loochenen dat somwijlen uit vooraan
staanden Nederlandschen kring uitingen
worden vernomen, die erger dan heidensch
zijn en wij zullen niet verzuimen tegen
dat ergerlijk bedrijf verzet aan te tee
kenen
Hier hebt ge weer een staaltje.
In de „Rotterdamsche Dameskroniek"
ontvouwt de vermaarde schrijver Henri
Borel aldus zijn ideaal van vrije liefde:
„Het instituut van het huwelijk is
dan veranderd in een wettige over
eenkomst van liefde, en de namen
echtgenoot en echtgenoote zijn afge
schaft.
„Zulk een overeenkomst behoort be
perkt te zijn tot, een zekere lengte van
tijd. Als deze verloopen is, mogen de
contracteerende partijen haar of on
middellijk verbreken, of haar succes
sievelijk hernieuwen tot het einde
hunner dagen.
„De tijdgrens voor zulk een over
eenkomst is niet langer dan een jaar,
en niet korter dan een maand.
„Als de band van zulk een overeen
komst verbroken wordt, wordt de func
tie der tijdelijke familie overgegeven
aan den staat.
„De staat zorgt, voor iedereen, dus
ook voor de kinderen".
Erger dan heidensch
hernieuwing van den wapenstilstand
en de vredesconferentie.
PARIJS. De opperste intergeallieerde
oorlogsraad heeft bepaald, dat Duitsch-
land door de Geallieerden van voedsel
zal worden voorzien. Als tegenprestatie
zal Duitschland al zijn eigen en in
neutrale havens gelegen koopvaardij
schepen aan de Geallieerden hebben af
te staan voor de voedseltransporteu.
Er is geen sprake van de Duitsche
havens te bezetten.
De kwestie van militaire interventie
Polen is uitgesteld.
beste geschikt. Ze voelde zich al zoo
heelemaal „thuis" bij Ilar.na en Riem-
stra. Daar was niets meer van die oude
verwijdering. En wat had de Heere niet
groote dingen gedaan aan Lena, haar
lieve kleindochter En hoe tegemoetko
mtjnd was nu Riemstra zelfs. Hij had er
niet van willen hooren, dat ze, toen d'r
„waschdag" kwam, was heengegaan
evenmin mocht ze naar d'r „werkhuis
Hij had er uit haar naam een boodschap
heengest'uurd, dat ze niet kon komen.
Ook den tweeden keer had hij het voor
haar geschikt. Dat was niéts meer voor
haar, had hij gezegd. Daar moest ze nu
maar niet meer over tobben. En toen
ze nog wat had weerstreefd, dat ze „die
menschen toch niet, zoo kon laten zitten",
had hij verteld, dat dat wel in orde zou
komen. Daar zou hij wel voor zorgen.
En nu de zaken bij Hanna, zoo tegen
alle verwachting in, zulk een gunstigen
keer hadden genomen, nu liep ze daar
zoo echt tevreden en met zoo'n warm
dankbaar gevoel naast haar Jan.
„Opoe", begon Jan.
Jan was een gezellig praatvaartje. Zoo
zwijgend een heelen weg naast opoe
Daar bijna iedereen ziek was, stond het
zaken- en bedrijfsleven vrijwel geheel
stil.
Op het kerkhof waren geen menschen
om graven te delven. De menschen
brachten hun familie en kennissen naar
de begraafplaats en moesten de graven
zeiven delvendikwijls waren zij zoo
zwak, dat zij maar twee of drie voet
diep konden spitten, en als zij dan
weggingen om het lijk te halen, kwamen
anderen en wierpen de lijken van hun
eigen familie in de pas gedolven graven.
Dan weid er gevochten en hadden ei-
afschuwelijke looneelen plaats.
De Britsche vlootbasis te Antwerpen.
BRUSSEL (Havas). De Peuple deelt
mede dat er te Antwerpen officieren der
Engelsche marine zijn aangekomen, die
na een bezoek aan de maritieme instel
lingen hebben verklaard dat de Engelsche
admiraliteit voornemens is den bestaan-
den dienst van de Britsche vloot-basis
te Antwerpen uit te breiden ten einde
de militaire voorziening van de Engelsche
troepen aan den Rijn te centraliseeren,
en tevens den levensmiddelendienst der
Belgische bevolking uit te breiden.
Interview met Hindenburg
BERLIJN. Generaal veldmaarschalk
van Hindenburg verklaarde aan een
Amerikaanschen interviewer, dat de
Duitsche troepen zich uit het Oostelijk
Rijngebied zoo snel mogelijk hebben
teruggetrokken. Hindenburg verklaarde
verder: Wij doen al het mogelijke om
de wapenstilstandsvoorwaarden na te
komen en gebruiken hiertoe alle ter
beschikking zijnde middelen. Het is
echter niet geheel mogelijk, onder deze
omstandigheden aan de zoo strenge
wapenstilstandsvoorwaarden te voldoen.
De eischen der Entente om in een zoo
korte periode een zoo groot aantal
locomotieven en spoorwegwagons uit te
leveren, kunnen in deze tijden van rouw
en ellende niet anders dan tot de
vergrooting der moailijkheden voor
Duitschland leiden.
Ik bleef aan het hoofd staan van het
Duitsche leger omdat ik het voor mijn
plicht hield om te voorkomen, dat een
chaotische toestand in Duitschland werd
geschapen. Zoodra het leger gedemobi
liseerd is, beschouw ik mijn taak als
geëindigd. Wat Duitschland's toekomst
betreftdeze hangt geheel af van de
gebeurtenissen in de naaste toekomst.
Ik hoop echter dat dn strenge blokkade
van Duitschland spoedig zal worden
opgeheven, en dat in Duitschland daar
door de nood zal worden gelenigd. De
nood is thans heel groot, maar ik hoop
dat de vrede spoedig zal wederkeeren
en Duitschland weer spoedig vriend
schapsbetrekkingen met alle staten dei-
wereld zal kunnen aanknoopen.
Verder zeide Hindenburg nog, dat hij
een bewonderaar is van generaal Focli,
dien hij zoowel als soldaat als mensch
hoogacht.
De griep in Zuid-Afrika.
De „Times" bevat nog mededeeüngen
over de griep-epidemie in Zuid-Afrika,
die vooral te Kaapstad vreeselijk ge-
heerscht heeft. Er stierven 500 a 600
menschen per dag, waarvan velen op
straat, en groote huifkarren reden door
de straten, om de dooden op te rapen.
voort te stappen, was wat veel gevergd.
En zijn gedachten waren allang met iets
bezig, waarvooi hij nog geen oplossing
gevonden had.
„Wat wou je, jongen?''
„Opoe, waarom ben U vroeger toch
nooit es naar ons toe gekomen
'tWas er uit. Hij had het al lang wil
len vragen maar het toch niet recht
gedurfd. Dat gaf ruimte.
Maar opoe bracht het erg in 't nauw.
Wat moest ze daarop nu antwoorden
De waarheidMaar dat ging immers
toch niet aan. Dat zou voor haar en voor
hem te pijnlijk wezen.
„Nou", 'zei ze, „ja, 'k had wel wat meer
kunnen komen, hé, kleine vraagal Maar
nou is 't toch goed, hé, Janneman
En ze trachtte zijn gedachten gauw-
op andere onderwerpen over te brengen.
Dat lukte. En gezellig keuvelend lie
pen ze voortkleine Jan naast zijn oud
grootje, met haar jong vroolijk hart.
Terwijl vrouw van Hagen en Jan naar
het hofje waren, zaten Riemstra en
Hanna bij elkaar in de huiskamer, alleen.
Lena sliep. In den winkel liep het van
daag niet zoo druk, de bediende kon
AANVOER VAN THEE.
Het „Hfcl." meldt, dat de Regeering
besloten heeft thee-aanvoer direct
uit Indië te bevorderen in verband
met het feit, dat de prijzen in de koloniën
aanzienlijk lager zijn dan ter Londensche
markt. Dit beteekent, dat voorloopig
thee-aanvoer uit Engeland practisch niet
zal kunnen geschieden.
STEENKOLEN UIT BELGIË.
De onderhandelingen tusschen de ver
tegenwoordigers van het Nederlandsch
Ministerie van landbouw en de Belgische
autoriteiten worden nog voortgezet.
De kans op overeenstemming moet
gunstig zijn.
De Belgische Regeering wil steenkolen
leveren tegen prijzen, welke de Neder-
landsclie commissie zeer billijk acht.
Daartegenover stelt ons land eenige
duizenden kalfkoeieri beschikbaar.
België acht echter de prijzen te hoog,
zoodat hierover nog onderhandeld wordt
volgens de „Maasb."
De beschikbare hoeveelheid steenkolen
uit België bedraagt 200.000 ton. De
aanvoer zou kunnen plaats hebben vóór
1 April.
RIJST EN JUTE.
Reuter seint uit Washington d.d. 10
dezer
De War Trade Board maakt bekend,
dat alle beperkingen betreffende den
invoer van mais en rijst zijn ingetrokken.
Ook zullen de aanvragen tot uitvoer van
rijst en verscheping van jute, jute-
producten, behalve garens en salpeter-
zakken voor alle bestemmingen, in
gunstige overweging worden genomen.
DE SPARTACUS-LE1DERS TE
BENTHEIM.»
Reizigers uit Bentheim deelen mede,
dat Rosa Luxemburg en Liebknecht zich
onder valsche namen te Bentheim be
vinden. Ook inwoners van Oldenzanl
kregen per brief van familieleden te
Bentheim daarvan bericht. Men zegt,
dat de beide bolsjewisten naar Nederland
willen vluchten, maar door ontbrekende
passen worden opgehouden.
DUITSCHE BOLSJEWIKI IN ONS
LAND T
Door de stations-politic te Oldenzaal
werden 7 reizigers aangehouden, die met
den Duitschen trein waren meegekomen
en beweerden Engelschen te zijn en lang
in Rusland gewoond te hebben. Zij
hadden geen passen en zouden daarom
weer over de grens worden gezet.
Daar voor de verdachten een plaats
in het huis van bewaring ontbrak,
werden zij in een hotel ondergebracht.
het alleen af.
Met opzet had Riemstra het zoo zien
aan te leggen, dat ze nu samen waren.
Hij had iets op 't harten daarom had
hij er ook zoo gemakkelijk in toegestemd,
dat zijn schoonmoeder een poosje vertrok.
„Hanna", zei hij.
„Ja", zei ze.
„Ik moet eens met je praten, Han".
Ze keek wel wat verwonderd. Zoo'n
inleidingdat moest wel iets bijzonders
wezen. Een lichte zweem van onrust
voelde zezou het iets zijn over Lena
iets ongunstigs
„Ja" zei ze weer„er is toch
„O nee" voorkwam hij, haar bedoeling
radend „'t is over moeder
Eu toen zweeg hij weer, als viel het
hem zwaar, te vervolgen.
Even flitste weer die onrust door haar
hart. Maar neen, daar had ze toch geen
redeu voor.
Ze antwoordde nietwachtte, wat
komen zou.
Hij begon weer aan zijn zware taak
want is het niet een van de moeilijkste
dingen, ongelijk te bekennen
(Wordt vervolgd).
ftOKaeBKS£B£2JBm
„Hoe dierbaar is Uwe
goedertierenheid, o G,od
dies de menschenkinderen
onder de scliadnw Uwer
vleugelen toevlucht ne
men". Psalm 36 -. 8.
S. Groeneveld.
in