Orgaan ter verspreiding der Christelijke Beginselen in Zeeuwsch-Vlaanderen. No. 95. Zaterdag 7 December 1918. Ie Jaargang. Uit de Schrift. FEUILLETON. l)e opkomst der Antirevolutionaire Partij Uit het Buitenland. Uit het Binnenhuid. ABONNEMENT: Een Dorpsvertelling Dit blad verschijnt 'DINSDAG- en VR IJ DAGAVOND, uitgezonderd op Feestdagen, pij Jen Uitgever D. H. LITTOOIJ Az. te TER NEUZEN. - TELEFOON Nr. 20. Per drie maanden bij bezorging f 1Franco per post voor Nederland 1 1.10 ADVERT ENTIEN. Van 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer O IO. Handelsadvertentiëh over twee kolom 8 cent per regel. Abonnementen per contract. Inzending van advertentiën tot 12 uur 's middags op de verschijndagen. IN DE SCHUILPLAATS. Die in de schuilplaats des Allerhoogsteu is ge zeten, die zal vernachten in de schaduw des Almach- tigen. Psalm 91 1. Psalm 91 is het lied, dat gelezen wordt in dagen van druk en lijden. Wat lieeft dit lied onder den zegen des Heeren reeds zorgen'verdreven, smar ten geheeld, tranen gedroogd. In hoe menige ziekenkamer is Gods Woord bij den "91sten psalm reeds op geslagen en het was een psalm in den donkeren nacht door den Hcere gegeven, 't Dracht rust in de ziel, dat, „die in de schuilplaats des Allerlioogsten is gezeten, die zal vernachten in de schaduw des Almaclitigen". Hoeveel zielen heeft dit woord reeds stil gezet waar de golven van 't levens leed over 't hpofd rolden. Eerst de eeuwigheid zal het opeubaren hoe bekommerden en bezwaarden, neer- gebogencn en treurenden, kranken en stervenden, die door het geloof hadden leeren roemen in de genade Gods, de woorden van dit lied hebben beluisterd. Dezen, in smart neerzittende bij de lijkbaar van een zorgzamen echtgenoot, Gene bij die van een geliefden Vader of teer beminde Moeder, daar ouders wee- nendo over het verlies vau hun kind, ze hebben de kracht verstaan van het woord „Die in de schuilplaats des Allerlioogsten is gezeten". Leven is lijden. Iloevelen moeten liet den patriarch uit liet land van Uz na zeggen „heeft niet de menscli een strijd op aarde en zijn zijne dagen niet als dc dagen des daglooners? Gelijk de dienstknecht hijgt naar de schaduw en gelijk de daglooner verwacht zijn werk loon alzoo zijn mij maanden der ijdel- lieid ten erve geworden en nachten der moeite zijn mij voorbereid. Als ik te sla pen lig, dan zeg ik: „Wanneer zal ik opstaan en Hij den avond afgemeten hebben? en ik word zat van woelingen tot aan den schemertijd". v Een storm der beproeving is opge stoken in dezen tijd van ziekte. Gods slaande hand treft ons in onze kracht. Huisgezinnen worden uiteengerukt. Moge nu toch de behoefte geboren worden aan de schuilplaats. Waar anders zijt ge veilig, waar an ders is' verberging Dreigen niet van alle zijden de gevaren. Ziels- en lichaams gevaren. De heilige zanger toekent met juistheid de gevaren als hij de beelden opeen stapelt en spreekt van verborgen netten, suisende pijlen, pestilentiën, steenen des aanstoots, felle leeuwen. Is het wonder, dat wie de toevlucht des geloofs niet kent, met duizend vree- zen vervuld is, als hij hoort van rampen en ziekten. Stel daartegenover liet ver trouwen des geloofs dat zich veilig weet in de schuilplaats. Dan zingen zij In de grootste smarten, Blijven onze harten In den Heer gerust. 'k Zal Hem nooit vergeten Hem mijn helper lieeten Al mijn hoop en lust. O zeker, ook Gods kind komt niet van alle beproevingen vrij, maar juist dan ervaart hij het wat hij aan zijn God heeft, dan geniet hij liet zalige van te rusten aan het harte Gods. Als liij dan Gods recht mag billijken en zijn siaande hand mag kussen geniet hij de rust en veiligheid der schuilplaats. 'Dan ervaart hij lipt: „beter door God geslagen dan door satan gekust." Juist onder de kastijdingen des Hoeren maakt zijn volk de meeste vorderingen op den weg ten leven. Nu is de Heere voor zijn volk in Christus, de eenige schuilplaats. 25) Helaas, dat het niet verder kwam. Hij was opnieuw gelukkig in zijn speculatie kon boer Donker, die niemand met de zaak in kennis had gesteld, de voorge schoten som terugbetalen, waarbij hij zelfs een bovenmatig hooge rentevergoe ding wilde voegen, wat door den boer evenwel werd geweigerd. 'tWas slechts een aansporing te meer voor den bur gemeester zijn operation voort te zetten en, na verloop van enkele maanden ver namen de dorpelingen tot hun grooten schrik, te grooter, daar niemand ooit zoo iets had kunnen vermoeden, dat hij de Wat is de ervaring, dat niet allen, die door doodsgevaren bekommerd om dwalen, de verberging in de schuilplaats genieten. Er is veel meer toevlucht nemen totdan zitten in de schuilplaats. Veel meer uitzien naardan genieten van de rust die er is onder Gods vleu gelen O, zeker, liet toevlucht nemend geloof zegt„daar strekt zich al mijn zielsbe- geeren heen." Het weet daar alleen veilig, en zegt het menigmaal: „Heere, als ik maar ge borgen mag zijn onder uwe vleugelen dan geen nood." Maar daar is zulk een nog niet. Hij twijfelt nog menigmaal of hij er wel ooit zal komen. En als de dood hem eens overvalt buiten de schuilplaats, niet ge borgen in de borggerechtigheid van Chris tus. O, duizend zorgen, duizend dooden kwellen zijne ziel. Het geloofsvertrou wen daar en tegen, dat weet wat het is in de schuilplaats te vernachten, zich, geborgen weet, spreekt van wat het is veilig te zijn bij den Heere. Die kan dan ook van zijn geluk niet zwijgen en zegt met de dichter„Ik zal tot de Heere zeggen Mijne Toevlucht en mijn BurchtMijn God, op welken ik vertrouwd. Dan getuigt zulk een er van, wat de Heere voor hem is. Dat strekt tot Gods eer als Zijn volk mag gewagen van hun uithelper uit den nood. Dan hebben ze het over den Heere, over Zijn reddende liefde, over Zijn be scherming, over 't zalige van te rusten aan Zijn Vaderhart. O zeker, het is zalig te gelooven, dat er bij den Heere een Schuilplaats is, maar het is zaliger ge zeten te zijn in de'schuilplaats. Geeft de Heere u daarvan te spreken, in de7,e tijden van beproeving. In rouwe 'gedompelden, heeft de be proeving welke Gods hand over u bracht u 't zalige van te rusten in God geleerd Mocht ge er door komen tot het toe- eigenend geloof, tot hetMijn Toevlucht, mijn Burght, mijn God. Zie, dat is zielsbevinding. Neen, daar kan Gods kind niet buiten, acli zonder de bevinding des geloofs wordt het leven zoo hol, zoo koud. Kent gij dat vluchten tot de-schuil plaats. Nog nimmer behoefte aan gehad Dat de nood der tijden, als middel in Gods hand moge dienen; om u uit te drijven tot de eenige verberging. In die schuilplaats, welke in Christus, ook voor u openstaat, zijt ge veilig voor den vloek der wet, voor den gloed van Gods toorn. Van Christus, zegt de profeetDie man zal zijn, een verberging tegen den wind, een 'schuilplaats tegen den vloed, als de schaduw van een zwaren rotsteen in een dorstig land. O, zoek verberging. Nu, heden moet ge geborgen worden. Morgen kan het te laat zijn. De dood draaft door onze straten. Hij is misschien reeds in de straat waar gij woont, wellicht reeds naast de deur, of in huis. Haast u om uws levens wil. Nu nog is er verberging. Moogt ge die schuil plaats kennen, spreek er van, opdat an deren jaloersch worden. Zette Gods hand zondaren in de kloven der Steenrots Christus, daar veilig, veilig voor eeuwig. Zaamslag. De Bkuijne. IV. (Slot). „Veldheer zonder leger", noemde Thor- becke zijn ouden vriend en grooten te genstander. Hoe is de toestand veranderdDe wijk had genomen naar het buitenland zonder orde op zaken gesteld te hebben Zoo vergaat 't werelds glorie 'tWas weer de tweede Kerstdag. De ochtenddienst in de „kleine" kerk was juist afgeloopen en de schare spoed de zich huiswaarts. Blijkbaar was er haast bijanders dan gewoonlijk op zulk een dag, waar men dan immers „den tijd aan zich zelf" heeft. Geen wonder, dat er ditmaal meer dan gewone spoed werd- gemaakt, want 's middags wilde ieder die maar eenigszins kon toch zeker op het appèl wezen. Elk was dien morgen, aan het eind der predikatie, ten dringendste uitgenoo digd toch aanwezig te zijn. Ge raadt ongetwijfeld reeds, wat er historie heeft liet bewezen, dat Thorbecke met al zijn geleerdheid liet Nedorland- sehe volk niet kende. Als nu, dertig jaren na hun dood, beide staatslieden konden terugkeeren tot hun arbeid, waar zou dan het leger van Thor becke zijn Om te zwijgen van de socia listen, zouden niet liberalen en vrijzinnig democraten vervreorne- blijken van hun oud-aanvoerder Stel daartegenover Groen. Eeren niet twee (A. R. en C. LI.) krachtige staats partijen nóg in hem den man, die als gevader over haar stond in de ure harer geboorte Zou Groen niet naar waarheid kunnen zeggen met zijn staf door de woestijn des levens gegaan te zijn en thans tot twee lieiren te zijn geworden In Kuyper schonk God onze partij een waardig opvolger van Groen van Prin- sterer. Hij organiseerde de partij, schonk haar een program van beginselen, gra veerde door zijn onnavolgbare schrijvers talenten die beginselen in de ziel zijner volgelingen. Hij nam de veldheersstaf uit Groens stervende handen over, en voerde straks een en andermaal de Antirevolu tionaire partij, verbonden met de twee andere rechtsche partijen, die ook op 't terrein der staatkunde voor den Christus der Schriften zich buigen, ter overwin- ning. Van verachte en gesmade groep, wer den we regeeringspartij. Maar trouw bleef de Antirevolutionaire partij aan haar vaandel, haar beginsel. Thans, nu door de Evenredige Vertegen woordiging de oude Coalitie verbroken is, is het gemakkelijker weer geworden, om vóór alles Antirevolutionair te zijn. Laten vooral do jongeren onder ons opmerken de leidende hand des Heeren in de opkomst en groei onzer partij. En stemme het hen tot ootmoed en getrouw heid. Want 's Heeren leidingen met de Anti revolutionaire partij zijn wonderlijk en groot geweest. Een onzer schrijvers teekende ze eens in het volgende beeld, waarin hij tot de bloeitijd van geloof en beginseltrouw in de 16de en 17de eeuw terugblikte Eens stond daar, in de lage landen aan de zee, een schoone wijnstok. De Almachtige zélf had hem geplant en in vetten grond hein een plaats toebereid. Stormen woedden om hem heen, maar met, zijn ranken klemde hij zich steeds vaster aan den beschuttenderi muur, ge lijk liet geloof zich vasthoudt aan God, ils ziende den Onzienlijke. Het wild ge dierte doorwroette den grond, maar hij schoot zijn wortelen te dieper en zoog de voedende sappen op in milder over vloed. Hij groeide eii bloeide en gaf veel rucht. De volkeren der aarde kwamen en deelden mee van den wijn en den most, Waarvan zijn perskuip overvloeide. Totdat verandering kwam. Zijn sappen verdroogden, zijn ranken verslapten, zijn bladeren dordende wijnstok scheen dood. Het oordeel Gods sneed hem bij den wortel af en wat eertijds een lust was der oogen, smolt weg in Gods toor- neglocd. Slechts de ledige plek wees aan, waar eenmaal de wijnstok pronkte. Toen sprak God andermaal. Uit den bijna verstorven wortel schoot een nieu we spruit. Teeder eerst en nauw gezien met moeite zich opwerkeAd uit 't gevvir van 't onkruid om haar heen. Langzaam hief zij zich op. Telkens werden er ran ken tegen den harden niuur door gure windvlagen afgeknakt, maar de wortel bleek gaaf. Op de oude plek, langs den grijzen, eeuwenheugendon muur werkte de nieuwe wijnstok zich naar boven. Weldra bloeseinde ook hij en gaf vrucht. De lieflijke zon van Gods gunst deed de rijpende druiven blozen en verbaasd zag een ieder toe, hoe God uit wat dood scheen het leven had te voorschijn ge roepen Zóó is ook de Antirevolutionaire partij uit den afgehouwen tronk van der vade- aan de hand was. Dien middag zou de christelijke school, na zooveel zorg en moeite en gebed bo venal, verrezen, feestelijk worden geopend. En het verwondert ons dan ook niet, dat reeds vroeg velen hun schreden rich ten naar de pasgebouwde school. Zoek geen sieraad aan het gebouw. Reken er op, dat alles zeer eenvoudig is ingerichtdat de meubelen sober, de leermiddelen niet overvloedig zijn. Maar daar is iets, dat dit alles ver goedt. En dat is de blijdschap in het hart der, mannen, die, hun God en hun belij denis getrouw, thans zien de aanvanke lijke vervulling hunner dierste wenschen. Wat dank woont in hun hart voor de groote daden, die God deed. Allengs worden de lokalen gevuld. De kinderen nemen met opgetogen ge zichten plaats. ren geloof, als door een wonderwerk opgeschoten, ze is gegroeid, ze begon aanvankelijk vrucht te dragen en ze zal blijven staan trots élken storm indien ze slechts wortelen blijft in het vaak bespotte, maar toch zoo levens krachtige „geloof der natie" indien haar ranken maar opwaarts zoeken naar liet licht van den levenden God Dat geve de Heere, tot eerc Zijns naams, tot heil van land en volk Uit Parijs wordt aan de „Tel." ge meld Teneinde den regeeringspersonen van Frankrijk, die den eisch tot uitlevering van Wilhelm II willen stellen, een wapen in handen te geven, heeft madame Prieur een aanklacht wegens moord tegen den ex-keizer ingediend. In deze aanklacht geeft madame Prieur te kennen, dat haar echtgenoot Louis Prieur, koopman, die voor zaken reisde, zich aan boord van de „Sussex" be.vond toen deze paketboot getorpedeerd werd door een Duitsche duikboot. Het lijk van Prieur werd twee dagen later in het schip teruggevonden. Het heet dan ver der in de aanklacht „Zoowel uit mijn eigen naam als uit dien van mjjn vier kinderen, doe ik een beroep op het Recht. Het is onduldbaar, dat de moordenaar van zooveel slacht offers bescherming en een toevlucht kan vindon in een naburig land, en daar in alle kalmte op een buitenplaats kan le ven, tot tarting van alle fatsoenlijke lieden. Ik eisch, dat deze ellendeling gestraft worde, zooals moordenaars liet verdienen. Een ooggetuige verhaalt een tafereel hij den intocht van het garnizoen van Kassei. Het 83ste regiment en andere troepen hadden zich door de versierde stad naar de kazernes begeven. Hier stelden zij zich op, om naar de Keizer straat te trekken, die tegenover Wilhcms- höhe ligt, waar veldmaarschalk Vou Hin denburg zich met den grooten genenden staf bevindt. De veldmaarschalk kwam de troepen tegemoet en wachtte den stoet. af. Toen de eerste soldaten van liet 83ste met hun vaandels naderden, die van zoo menigen roemrijken slag kunnen vertellen, ging er een zenuwach tige trilling over hot gezicht van den veldheer, en een traan liep over zijn wan gen. Toen stond de veldmaarschalk plot seling recht, en terwijl hij de eersten van zijn naar huis terugkeerende solda ten, die hem voorbij marcheerden,groette, hief een burger uit Kassei een „hoera voor Hindenburg" aan, dat zich spontaan door de lange rijen der soldaten en bur gers voortplantte. In een gesprek met een Rijksdagafge vaardigde, zeide HindenburgVroeger had ik in mijn land iets te beteekenen. Dat is heden voorhij. Ik heb mijn plicht gedaan In het Oosten den vijand ver slagen, in het Westen hem ver van Duitschen grond gehouden. Meer heb ik niet kunnen doen. Dat het anders ge- loopen is, wie weet, waar het goed voor is. Hindenburg deelt in een oproep mee, dat er maatregelén worden getroffen om op goedkoop verkregen land met staats subsidie in grooten omvang nederzettin gen van boeren en voldarbeiders te ves tigen. Honderdduizenden zullen daar work klinnen vinden. De oproep besluit met een aansporing tot do kameraden, die met tot dusver ongekende doodsverachting en offermoed 50 maanden lang de orde in het vader land beschermd hebben! om het vader land nogmaals door Duitschen mannen moed en orde te redden en zich zelf een eigen toekomst en een eigen geluk (e bereiden. De Tijd beeft uitgerekend, dat ten gevolge van de revohitie twintig dyna stieën in Duitschland hebben opgehouden als zoodanig te bestaan en er in het ge heel door 278 mensohen van vorstelijkeii bloede van de rechten afstand is gedaan. Aan liet TsjechoSlowaksche Persbu reau wordt uit Podgoritza in Montenegro berichtDe groote Montenegrijnsche Skoeptsjina hoeft met algemeene stem men besloten koning Nikita en zijn huis af te zetten en Montenegro onder ironing Peter met Servië te vereenigen. Over zijn reis sprekende, erkende Wilson het ongerief dat deze meebracht, doch hij achtte het een voornamen plicht en hoopte dat het Congres 't daarmede eens zou zijn. De regeeringen der Geallieerden zoo zeide hij hebben de vredesgrond- slagen aanvaard, welke ik den Ssten Januari voor het Congres heb uiteengezet. De Middenrijken hebben dit tevens gedaan en zij wenschen mijn persoon lijken raad ten opzichte van de opvatting en toepassing ervan. Het is hoogst wenschelijk dat ik dezen geef, ten einde te waarborgen, dat het oprechte ver langen onzer regeering om zonder zelf zuchtige doeleinden mede te werken tot de rogelingen, welke tot gemeenschap pelijk heil zullen strekken voor alle betrokken naties, ten volle tot uiting komt. .De vredesbesluiten, waarover thans' overeenstemming moot worden verkregen, zijn van buitengewoon ge wicht, zoowel voor ons als voor de overige wereld en ik ken geen zaken of belangen, die zouden moeten voorgaan. De dappere mannen van onze strijdmacht te land en ter zee hebben met toewijding gestreden voor de idealen, welke zij wisten dat de idealen van hun land waren. Ik heb gemeend deze idealen uit te drukken. Zij zijn door de staats lieden aanvaard als hoofdbestanddeel voor hun eigen gedachten en doeleinden. Daar de geassocieerde regeeringen ze hebben aanvaard, ben ik het aan haar verschuldigd om toe te zien, voor zoover het aan mij ligt, dat er geen onware of onjuiste verklaring van wordt gegeven en dat geen mogolijke poging wordt veronachtzaamd om ze tc verwezenlijken. Liet hoofd en de onderwijzer zijn na tuurlijk mede aanwezig. Straks houdt een rijtuig stil voor de deur. Daaruit stapt hoer Brandsen, leunende op een stok. De gevolgen zijner ziekte is hij nog niet geheel en al te boven. Toch kan hij niet nalaten, thans hier te zijn. Is het wonder, dat bij zijn binnen treden veler oogen zich naar hem heen wenden cn in het hart van velen de ge dachten zich vermenigvuldigen In 't bijzonder bij Kampman en den schoen maker en allen, die van nabij weten, wat felle tegenstand hier moest worden overwonnen, eer dit kon geschieden. En als straks de leeraar, die dezen morgen de godsdienstoefening leidde, het woord neemt, om de school te openen, is de grondtoon van zijn j'eile Gode de eer ONZE BRANDSTOFFENVOOR- ZIENING. Met onze kolenvoorzieuing staat het er bedroevend voor. Duitschland levert niet meer. De ledige wagons komen weer ledig terug. Wel hebben we toezegging van Engeland van de ontvangst van 60.000 ton kolen van 18 Nov.Ttot 18 Dec., doch daar tegenover staat weer, dat de productie van de Lirnburgsche mijnen zeer aanzienlijk is teruggeloopen door het vertrek van de Belgische geïnter neerden, die als mijnwerkers dienst de den en waarvan slechts een klein ge deelte bereid is liier te lande in de mijnen te blijven werken Het zal ook met de uiterste krachtsinspanning niet mogelijk zijn in December de productie wederom tot op het oude peil op te voeren. De Rijkskoleriindustiie heeft aan de Brandstoffencommissies dan ook met den meesten aandrang verzocht, op de ver strekking van brandstoffen, inzonderheid aan de groepen B (groote magazijnen, winkels en particuliere kantoren), C (openbare gebouwen, ziekenhuizen, ker ken, gevangenissen, kazernes, scholen, hotels en restaurants) en D (gebouwen voor publieke vermakelijkheden) zooveel mogelijk te bezuinigen. De verstrekking van de minimum-rantsoenen aan die ver bruikers van groep C, waarvoor beztii- En daarmee stemmen allen in. Mogen ook de menschcn niet vergeten worden, die hielpen en bouwden, den Heere wordt de eere toegebracht voor Zijn groote daden. Trots alle vijandschap stond er de school. De vijand mocht smalen, het deerde niet. In Godes kracht zouden ze kloeke daden doen. En van harte heffen allen aan als het uur van scheiden is aangebroken Zijn Naam moet eeuwig eer ontvangen, Men loov' Hem vroeg en spa, De wereld hoor' en volg' Mijn zangen Met amen, amen, na. EINDE. DOOK ZELANDIA. Een aanklacht tegen ex-Keizer Wilhelm. Hindenburg begroet de troepen. Hindenburg. Een oproep van Hindenburg. Koning Nikita afgezet.

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1918 | | pagina 1