Oraaan ter verspreidinq der Christelijke Beginselen in Zeeuwseh-Vlaanderen. No. 93. Zaterdag 30 November 1918. Uit de Schrift. F E IL L E T 0 N. Uit liet Buitenland. le Jaargang. ABONNEMENT: Een Dorpsvertelling 3 A D VERTEKTIËN. Bit blad verschijnt DINSDAG- en VRIJDAGAVOND, uitgezonderd op ^agen, 3ij c]e„ Uitgever I). H. LITTOOIJ Az. te TER NEUZEN. - TELEFOON Nr. 20. Per drie maanden bij bezorging f 1-, Franco per post voor Nederland 1.10. ADVERTENTIEN. Van 1—4 regels /'0.4Ü. Voor eiken regel meer ƒ0.10. Ilandelsadvertentiën over twee kolom 8 cent per regel. Abonnementen per contract. Inzending van advertentiën tot 12 uur 's middags op de verschijndagen. ZWAKHEID. Simson, de krachtmensch Doch krachtig door den vaardigma kenden Geest. Zóó verscheen hij ons een maal op Etams rotsplateau. En ik schreef U over zijn krachttriumt. In de bovenstaande verzen beluisteren we zijn krachtjubel. Echter jammer lijke tegenstelling tegelijk openbaring van zwakheid, en zwakheid 't aller meest 1 Simson wordt dichter. In de vreugde, die bij het overzien van het slagveld over hem 'komt, zoekt hij uiting van wat nu in hem leeft. Maar hij is niet als die overwinnaar uit onze landshistorie, die o-ebogen voor zijn God op het veld dei overwinning bidt. Fier en zelfbewust klinkt zijn lied van kracht. Ja bijna als een herinnering aan den wraakzang van Lamech, den goddelooze, die een man doodde om een wonde en een jongeling neersloeg om een buil. „Met een ezelskinnebakken één hoop, twee hoopen, met een ezelskinnebakken heb ik duizend man verslagen". Snoevend, pralerig is deze kraclitjubel. liet kinnebakken wordt bij herhaling genoemd, maar alsof uitdrukkelijk op de geringheid van dit wapen moet worden gewezen. Geen scherpsnijdend zwaard, geen spies als een weversboom, maar een nietig bekkeneel. Daardoor wordt de victorie grootsclier En dan vertelt Simson ons, hoe liet wel ging. De vi]uuden ontzet dooi dc kracht, waarmee hij de nieuwe touwen als rag verbrak, gingen op de vlucht. Ja, maar toch niet snel genoeg, of dc sterke Simson kon lien nog achterhalen. Hij kwam bij de achterste afdeeling en sloeg ze geheel en al neer, vijfhonderd man werden cr gedood. En hoewel dit natuur lijk grootelijks oponthoud veroorzaakte en kracht kostte, was hij nog snelvoetig genoeg om ook do tweede afdeeling te achterhalen en wederom geheel te ver nietigen, nog eens vijfhonderd mannen. Dat 'zijn er goed geteld te samen duizend Ziet hem zoo staan na den slag. Hoog opgericht, de verwarde lokken om het hoofd, in zijn hand het kinnebakken van den ezel, eii zoo dronken van overwinning zijn lied van kracht uitzeggend 'En om nu dit niet te vergeten, doopt hij die plaats met een naam, die aan zijn wapen, nietig instrument, herinnert, maar slingert tegelijk dat wapen weg hij noemde die plaats. Ramath Lecln, d. i. kinnebakshoogte. Daardoor wordt ze een monument van zijn kracht. En niet minder sterk, dan in dit alles komt de krachtige Simson in zijn arme lijke zwakheid uit, als hij in zijn zege zang jubileerteen hoop, twee hoopen, die duizend man heb ik verslagen." Zeker, Simson liegt hier niet. Hij is een held. Maar dat hij de bron van zijn kracht zoekt bij zichzelf, dat hij zichzelf gaat bezingen is zoo jammerlijk dwaas. Die man zoo even vaardig door den Geest roemt nu in het vleesch. Hij stelt vleescli tot zijn arm. Hij richt geen ge denkteeken op voor zijn God, hij brengt geen oifer der dankbaarheid. Hij wordt zoo klein en zoo zwak, omdat schepselen macht nu voor hem 't een en 't al is. Na de heldendaad de lieldenyal. Dwa lende Simson! Wat zullen dit lied en de geest, waarvan het een openbaring is, hem nog veel smart veroorzaken Wat onderscheid Simson eigenlijk nu van de ongeloovigen Van ben zijn we 't gewoon, dat zij bij menschen blijven staan. Zij zoeken hulp in eigen kracht, in de macht van het vleesch. Daardoor willen ze overwinnen. Daardoor komen velen van hen tot het grijpen naar de macht over land en volk. Daardoor ontst aan de liederen des gewelds, de kreten der revolutie. Dat is hun zwakheid, straks hun krachteloosheid. 25) dook ZELAND1A. Gelukkig, dat de vrede des harten, die alle verstand te boven gaat en welke na weken van heftigeu strijd zijn onver gankelijk deel was geworden, meer dan ruimschoots vergoedde, wat de vijand schap der wereld hem voor onaange naams berokkende. Waarlijk, de ommekeer van den rijken boer was niet een tijdelijke geweest. Het werk zijner bekeering was niet als een vroegkomende dauw of morgendauw geweest, maar het was 'beproefd en echt bevonden door Hem, Die zelf er de Werkmeester van was. Als een blad van een boom, zeiden de menschen, is hij omgedraaid. Maar ook. Christenen, wat zijn wij aan dezen man gelijkAls we dan zoo eens gestreden hebben, als we 't zoover heb ben gebracht, dat we den H. Geest niet weerstonden en slaags geraakt zijn met de zonde, den duivel, den spotter, de wereld, en de kracht ouzes Gods deed ons triumfeeren, dan gaan we zingen, jubileeren. NatuurlijkWie zou dat niet doen Gods volk is trouwens niet alleen een zuchtend (dat óok wel) maar ook een juichend volk. Als het goed is loopen ze in de wereld rond met den jubel over de kracht huns Heeren, die Hij in hen en door hen verheerlijkte. Is Uw lied echter altijd zóó gestemd Spannen wij de snaren van de harp onzes harten zóó' en tokkelen wij ze zóó, dat hot ruischt „Wij steken 't hoofd omhoog en zullen [d'eerkroon dragen Door U, door U alleen, om 't eeuwig [welbehagen" Dat is immers het heldendicht van liet leger des Hoeren Och ik meen, als we al eens een over winning bevochten hebben (niet zoo vaak gebeurt dat), wij ons zelf zoo spoedig den lauwer uitreiken. En met een zelf voldaanheid, die voor zulke zwakken in zichzelf een bespotting is, jubileeren we lk heb verslagen. Ik kwam, ik zag, ik overwon. Dat is onze zwakheid In plaats van het Paulinische: „Als ik zwak hen, dan ben ik machtig" is het danals ik machtig ben, ben ik zwak. Zoo zwak, dat ik mijn God vergeet, en mijns aclit het willen en werken. 'Onderzoekt Uzelf! Ook in deze dagen van overwinning van ons beginsel. Nu aanvankelijk de oproerkraaiers verslagen zijn.' Want als nu die krachtjubel over ons zelf zou komen, dan. Simson toont het ons, zullen we spoedig krachteloos zijn. Welzalig hij, die al zijn kracht En hulp alleen van U verwacht V 'Het Bioscoopgevaar. F.enigen tijd geleden heeft Mr. A. de Graaf te Utrecht een artikel over het bioscoopgevaar geschreven in De Midder nachtzendeling. In dit zeer lezenswaard artikel worden verschillende bezwaren tegen bioscoop bezoek door kinderen, toegelicht. Het feit, dat in de groote steden tal van kinderen geregeld 2 maal of vaker per week de bioscoop bezoeken, heeft liet vraagstuk aan de orde gebracht. Maar ook in kleinere plaatsen dreigt hetzelfde gevaar, al znllen daar voorliands niet zooals in Amsterdam GO van de En dat ondervonden niet in het minst degenen, die hij vroeger had gehaat om der wille van hun beginsel. Hij werd waarlijk een steunpilaar voor de kleine en zwakke sclioolvereeniging. Met leede oogen zag de vijand dit alles aan. Maar het scheen dat hem de tanden thans waren uitgebroken. Enkelen begonnen zelfs langzamerhand een meer welwillende houding aan tc nemen en de molenaar en de winkelier, die toch ook, gelijk men zegt, van ieder een eten moesten, begonnen het te be grijpen, dat de beste rol, dien zij konden spelen, die zou zijn van zwijgen en toe zien. Op een zekeren avond, liet was reeds in October, kreeg boer Donker onver wacht bezoek. Hij kon zijn oogen bijna niet gelooyen, toen bij in den binnentredende den bur gemeester herkende. Nog meer verbaasd was hij over den schoolkinderen geregeld bioscoopbezoe kers worden. Het bioscoopbedrijf schijnt gelet op de toename van het aantal dergelijke inrichtingen, een zeer winst gevende zaak te zijn. Nu is het volkomes- waar, dat men de voorstelling spoedig vergeet. Het komt niet aan op lief weten, maar op het feit, dat men onder den invloed, in de spheer van die voorstelling is geweest, 't Is er mee, als wanneer men vertoeft in een kamer door gas vergif tigd het gif doet zijn werking. Vooral is dit het geval, wanneer men geregeld de bioscoop bezoekt De her haalde bezoeken maken met die spheer vertrouwd, doen er in leven en richten het denken in die richting- Bovendien wekt herhaald bezoek de behoefte aan steeds sterker prikkels een behoefte, waaraan de op winstbejag uitzijnde bioscoopondernemers maar al te gaarne voldoen. Mr. de Graaf vertelt, dat kleine meisjes aan liet loket vroegen„er komt toch wel van vrijen in voor Toen bet antwoord ontkennend was, vroegen ze baar geld terug. In mindere mate geldt voor volwas senen hetzelfde. Bioscoopbezoek werkt prikkelend, en door de aard der prikkels demoraliseerend. Bij kinderen spreekt voorts ook de imitatiezucht mede. Ieder kind tracht wat ,!iet de groote menschen ziet doen, te imiteeren, na tedten. Zie uw meisjes „moedertje-spelen" met haar pop en serviesje. Let er op, hoe onze jongens „soldaatje-spelen". Noemt men kinderen niet dikwijls schertsend aapjes, om hun na-apen Maar welk een slechte invloed moeten dan verkeerde bioscoop-vertooningen hebben 1 De ambtenaar van de kinderwetten te Amsterdam scha! het'percentage van misdrijven van kinderen onder den in vloed van bioscoop-bezoek begaan op 70 of 80 Ook uit liet buitenland worden stem men geboord, die wijzen op de slechte invloed van bioscoopbezoek. In De Nieuwe Rotterdamsche Courant van 11 Januari 1918 wordt verhaald van een dievenbende „Lord Lister Jongens van 15 jaar, door bioscoopbezoek en lectuur vergiftigd, haalden allerlei roo- versstreken uit. Een andore jongens bende „Het zwarte masker", bestaande uit jongens van goeden huize, was op dezelfde wijze ontstaan. In Beerta drongen gemaskerde jongens met revolvers in de hand een woning binnen. Zc hadden liet afgezien van een bioscoop. En de voorbeelden zijn met tientallen te vermeerderen. De „stamgasten" onder de kinderen, de vaste bezoekers lichten de nieuwe lingen spoedig in. Eu die bioscoop-„opvoeding" is geen beste Ook het vluchtige van de indrukken is in plaats van een bewijs van liet ongevaarlijke der voorstellingen zooals velen helaas nog meenen gevaarlijk voor de kinderziel. In hooge spanning maakt het kind, in donker gezeten, allerlei emotio's door medelijden, verontwaardiging, groot ver driet, blijde verrukking, diepe teleur stelling eiiz. enz. Alles heftig, want een kind leeft mee in wat het ziet of hoort. Maar ook alles zeer vluchtig, zóó vluchtig, dat na een paar uur op 't eind der voorstelling de eerste indrukken al lang wCer vergeten, eigenlijk verjaagd zijn. 'Het wordt een prikkeling der zinnen eigenlijk van één zin: het gezicht, zonder dat hart of gemoed geraakt wordt. Daardoor wordt de zinnelijkheid bevor derd. Het diepere gevoel wordt uitge schakeld. IIet gevolg is, dat men werkelijk ont zettende .levensgebeurtenissen alleen met zijn zinnen doorleeft-, terwijl de ziel, het gemoed koud blijven. Er wordt een onaandoenlijkheid, een onverschilligheid gekweekt, die pijnlijk aandoet, en die we, helaas, maar al te veel aantreffen. Als wat ook dikwijls gebeurt onzedelijke, in-gemeene voorstellingen worden gegeven, klemt liet gevaar nog zooveel te meer. De laffe, misselijke grappen die men er laat zien, werken evenmin verheffend. Ze gelijken even weinig op kinderlijke guitigheid en echte geestigheid als een walmend kaars vlammetje op de üchtvorstin des hemels. Bezoek van bioscopen kunnen we dan ook slechts afkeuren. Voor allen. \oor volwassepen, maar bovenal voor kinderen. Keuring van films door een commissie is niet afdoendeeen absoluut verbod van bioscoopbezoek voor kinderen be neden de 18 jaar is noodig. De bioscoop is niet minder gevaarlijk als het drank huis. Of de bioscoop in school te gebrui ken is Hoewel we niet blind zijn voor t gevaar van verleiding tot bioscoopbezoek, meenen we tocli deke vraag bevestigend te kunnep beantwoorden. Men kan dan bepaalde voorstellingen een tijdlang fixeeren. Het vluchtige vervalt' dus dan ten deele. In de school, uitsluitend als leer middel lijkt de bioscoop ons nuttig te kunnen zijn. Mooie natuuropnamen, zeedieren, af beeldingen uit bet buitenland enz. kun nen liet vastleggen der leerstof bevor- derep. En door zoo iets te laten zien en boeiend toe te *cliten genieten de kinderen. 't Botert niet. Volgons de voorspiegelingen der enten tostaaislieden zou do overwinning van hun legers dc zegepraal van recht en menschelijkheid beteekenen. Van onder drukking zou alsdan geen sprake meer zijn. Naar 't zelfbestemmingsrecht dei- volken zou iedere natie kunnen rekenen op erkenning van oude rechten en bil lijke aanspraken. En nu De entente won den strijd. Onover wonnen, nooit vernietigend geslagen werd Duitschland, verlaten door zijn bondge- nootcn, verscheurd door binnenlandselie woelingen, gedwongen liet zwaard op te steken. Engelands' uithongeringspolitiek begon Duitschland te zwaar tc vallen. Het gaf toe. Harde voorwaarden véél te hard werden gesteld en aanvaard. De nood drong. Zelfs de keizer symbool van de eenheid des rijks werd uitgebannen. Duitschland smeekte om den vrede had er alles voor over. Zoo werd dan de wapenstilstand ge sloten, die tot den vrede zal leiden. Wie echter gehoopt heeft, dat, nu de kamp uitgestreden was, de overwinnaar ridderlijk zou zijn. ziet zich bedrogen. Met onmensehelijke hardheid worden de bepalingen van den wapenstilstand uitgevoerd. Ja, t schijnt, dat Foch een „Italiaansche" overwinning wenscht te behalen, namelijk op een ontredderden vijand, wiens leger ontwapend en uit zijn verband gerukt is. Het bondgenoot schap met Engeland schijnt de Fransehen hun bekende ridderlijkheid gekost te hebben. Jammer. Want zoo bruist de haat straks met ongebreidelde kracht op. Een volk als 't Duitsche moet wel zinnen op wraak. Eu de haat is wederzijds al groot ge noeg, getuige het onvrouwelijke antwoord der Fransche vrouwen op 't verzoek der Duitsche moeders om brood voor haar kinderen. Ook de lastercampagne van de entente- bladen tegen ons land om den ex-keizer in handen te krijgen bewijst het. Neen, al rusten de wapenen, 't botert nog niet. De toestand is nog zéér ge spannen, en alleen de absolute onmoge lijkheid voor de Duitschers om thans opnieuw te beginnen, belet het weer uitbreken der vijandelijkheden. Maar ook tusschen de bondgenooten onderling is 'tlang geen koek en ei. Engeland eisclit de onbeperkte opper macht ter zee. Amerika is daar tegen. Daar heeft liet z'n milliarden niet voor geofferd, en zijn millioenen mannen ge stuurd. Italië ontrooft de Serviërs en Zuid- Slaven den uitgang naar de Adriatische zee, en zendt zijn soldaten, die den vijand nooit hebben kunnen verslaan, nu tegen den bondgenoot te velde. Roemenië en Gekraine hebben ruzie om een stuk, dat ze beide van Hongarije willen afscheuren. Frankrijk, bevreesd dat Engeland de buit in Azië voor zichzelf zal opeiscben, tracht zich schadeloos te stellen, door een stuk van Rijnland te bezetten. Waarlijk, de menschheid is nóg ver dwaasd. Ze lijkt wel naar den afgrond te willen holien. Al die herrie onder elkaar, alle vertraging van den vrede draagt brandstof bij voor 'trevolutieyuur, dat in Rusland alles verteerde, in de centrale rijken knetterend oplaaide en in de ententelanden smeult. Geve God, dat spoedig de vrede we- derkeere, dat orde en rust worden her steld. Van menschen hebben we 't niet te verwachten. God alleen kan de in eigen ingewand wroetende wereld een „tot hiertoe en niet verder" toeroepen. Doe Hij het spoedig. ernstigen toon, waarop deze hem om een onderhoud onder vier oogen verzocht. De boer wilde niet weigeren, ofschoon hij er zeker wel reden toe zou gehad hebben. Hij liet den onverwachten bezoeker in een vertrek, waar hij hem een stoel aanbood en zich bereid verklaarde hem aan te liooren. Het bleek een zeer ernstig gesprek te zijn. Wat niemand vermoedde en wat ook Donker geen oogenblik nog had kunnen denken, was toch werkelijk het geval. Sedert langen tijd had de burgemeester gelden van vele vereenigingen en ook van particulieren onder zijn beheer en steeds was hij een accuraat en betrouw baar man geweest. Verleid door het succes van enkelen zijner vrienden, had hij zich gewaagd aan gevaarlijke specu lation en thans bevond hij zicli in oogen- blikkelijke moeilijkheden. Hoe aan het noodige geld te komen Zijn trots weerhield hem, hulp te zoeken bij zijn vrienden, waaronder dan ook trouwens maar weinige waren, die in staat zouden geweest zijn hem bij te springen. Zijn- aanzien bij de men schen moest ongerept blijven tegenover zijn gemeentenaren moest hij dezelfde blijven. In dezen staat van zaken was hem plotseling een eigenaardige gedachte door liet hoofd geschoten, die hem eerst on mogelijk en onuitvoerbaar had toege schenen maar die hem allengs meer en meer aantrok. En zoo zien we hem dan aankloppen bij den man, dien bij eerst openlijk heelt tégengewerkt en zelfs ruw heeft bejegend. Was het, omdat bij, ondanks zich zeiven, toch vertrouwde in diens christen zin omdat liij, als bij intuïtie gevoelde, dat hij hier het veiligst kon heengaan, en dat deze man althans geen misbruik Een Ouitsch socialistisch lager. Naar de „Berl. Lokal Anzeigcr" meldt, wordt thans in het uitvoerend comité van den arbeiders- en soldatenraad een plan uitgewerkt voor de vorming van een Duitsch socialistisch leger. Er zijn daar voorloopig niet-bindende richtsnoe ren voor opgesteld, waaromtrent, nog een besluit moet worden genomen. Voorden dienst is de militaire tucht voorgeschre ven. De groet moet een teeken van ka meraadschappelijke saamhoorigheid zijn. De aanvoerders worden niet meer in den derden persoon toegesproken. De oude rijks- en landskokarden worden als kenteeken van den tot dusver bestaan hebbenden militairen staat afgeschaft. In bun plaats treedt de roode kokarde als teeken 'der socialistische republiek. De schouderbedekkingen en de degens vervallen als kenteekeneii van den vroe- geren rang en klassenorde. De aanvoer ders dragen zonder onderscheid dezelfde, kleedingdo wapenen mogen slechts in dienst worden gedragen. Ook de gekozen leiders mogen liet kenteeken van hun rang slechts in dienst dragen. Dit ken teeken bestaat uit ecu rooden band. De zon maken van het vertrouwen dat hij, hoewel dan noodgedrongen, in hem stelde Hoe het zij hij was gekomen en vroeg hulp. En boer Donker Hoewel hij thans een goede gelegen heid liad, oin, wat de wereld noemt „revanche" te nemen, deed hij dit toch niet. Hij toonde zich bereid ten minste eenigermate bij te springen, opdat de burgemeester althans uit den oogenblik- kelijken nood zou gered zijn. Ën hij sprak of zinspeelde met geen enkel woord op wat vroeger gepasseerd wasslechts voegde hij een vermanend en waarschuwend woord bij zijn daad. Van toen af, veranderde de burger vader kennelijk van gedrag tegenover de fijnen wei werd hij huil vriend niet, maar hij onthield zich dan toch van openlijke of bedekte tegenwerking. (Slot volgt). 11 mi —■■——TM Toen zeide SimsonMet een ezelskinnebakken één koop, twee koopen, met een ezelskinnebakken heb ik duizend man geslagen. En het geschiedde als hij geindigd had te spre ken, zoo wierp hij het kinnebakken nit zijnehand, en hij noemde die plaats Ramath Lechi. Richt. 15 16, 17 Brouwer.

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1918 | | pagina 1