Uit het Buitenland. Uit het Binnenland. Uit de Pers. Uit de iVfyy ncie. Op de fronten Wilson's antwoord; Vrees voor de ontruiming Het vermoeden ligt voor de hand, dat kooplieden en eigenaren van magazijnen in België, welke nog goed gevuld zijn met levensbehoeften, reeds met de mili taire gebeurtenissen rekening gaan hou den. Dat vermoeden grondt zich op het zeer zeker merkwaardige feit, dat o.a. in Voeren, een Belgisch dorpje onmiddel lijk bij onze grens, momenteel tegen goed- koopen prijs levensmiddelen te krijgen zijn. Behalve dat op de markt dezer dagen voor de beste koe 260 fr. werd betaald voor de Nederlandsche slagers om van te watertanden is daar rund- vleesch te koop zelfs voor 3 fr. p. K.G., en in Eysden betaalt men f 3.25 Aan de grens komt men den Neder landers brood en spek te koop aanbieden. De rollen zijn nu dus omgedraaid. Werd er vroeger van Nederland naar België gesmokkeld, we zouden wel niet graag beweren, dat het nu niet meer gebeurt thans smokkelt men ook van België naar Nederland. „Msb." Ontruiming van België aanstaande Van de grensstreek bij Esschen komen voortdurend berichten omtrent een aan staande ontruiming. Teekenend is vooral en dit kunnen wij van zeer goede zijde melden, dat de Duitschers den laatsten tijd niets an ders van de smokkelaars koopen dan paarden, die natuurlijk moeten dienen als trekkracht en daarom grof geld doen. Omtrent de vluchtelingen verklaarden personen uit Antwerpen dat de ongeluk- kigen voortdurend meer worden opge dreven door de Duitschers. Dezen willen hen niet in het etappengebied laten en vandaar dat de vluchtelingen die naar het schijnt zoo goed en zoo kwaad als het gaat, rond Mechelen en Brussel eenig onderdak hadden gevonden, meer naar het Oosten worden gevoerd. „Msb." De Duitsche legerleiding heeft de militaire maatregelen in overeenstemming gebracht met de stappen voor den v r e- d e. De Duitsche legers hebben bevel ge kregen alle verwoestingen van plaatsen te staken tenzij men daartoe door den militairen toestand, als het verdedigingswerken geldt volstrekt gedwongen moet zijn. Desniettegenstaan de is te verwachten, dat bij het wijken stap voor stap waarden zuilen verloren gaan, die niet door geld zijn te vervan gen, voorzoover namelijk de verwoesting onafscheidelijk is van de oorlogvoering zelf, in het bijzonder bij de beschieting van Duitsche stellingen door de artille rie van den tegenstander. Naar verluidt is Oostende verlaten door de Duitschers en bezet door de Engelschen. De Duitschers komen in de richting van Eecloo. Dc taai van een revolutionair blad. Via Zurich wordt gemeld, dat de „Leipziger Volkszeitung" het orgaan der onafhaukelijke socialisten een scherp artikel tegen keizer Wilhelm bevat, waerin o.a. het volgende wordt gezegd „Keizer Wilhelm draagt de schuld van den grootsten oorlog, die ooit is uitgebroken, een oorlog, welke eindigt in de mislukking van het militaire systeem. Nog is Wilhelm II keizer van Duitschland en koning vau Pruisen, maar hij voelt, dat hij niet langer kan zijn, hetgeen hij geloofde te zijn van den eersten dag van z'n troonsbestijging af: een instrument, door God gezonden en het hoofd van het schitterendst^ en best georganiseerde leger. Wat is Wil helm II, als hij niet langer het garnizoen te Berlijn kan inspecteeren Hij moet voelen, dat hij niet langer Duitsch keizer kan zijn. Wij zijn voorbereid op het verlies van Elzas-Lotharingen. Wij weten, dat Elzas-Lotharingen niet langer tot het Duitsche rijk kan behooren. „Den 16en Augustus 1888 zeide Wil helm IIWij willen onze 18 legercorpsen en 42 millioen inwoners liever opofferen, dan afstaan hetgeen door Friedrich Karl werd verzekerdmaar onze twee mil lioen dooden vertegenwoordigen méér dan 18 legercorpsen. We weten wat het verlies van Elzas-Lotharingen voor ons beteekent, maar wij weten ook, dat een te lange voortzetting van den oorlog dit verlies zeer waarschijnlijk maakt. Toch achten wij 't niet noodzakelijk bij deze twee millioen dooden ook nóg Duitsch- land's laatste man, vrouw en kind te voegen. Wilhelm II heeft altijd de grootste opofferingen van zijn onderdanen verlangd, nu is do tijd voor hem gekomen om zichzelf op te offeren." CRISISMAATREGELEN. De permanente commissie uit de Chris telijke vakorganisaties heeft de vorige week een audiëntie gehad bij den Minister van Landbouw, waarbij ook tegenwoordig waren de heeren J. van Rijzevvijk, advi seur van het centraal administratiekan toor, C. Kuiper en C. Smeenk, Tweede- Kamerleden. Het d d. 10 September aan den Minister verzonden schrijven was het onderwerp der besprekingen, welke ruim 2 uren in beslag namen. De behandeling van het in een 7-tal punten te verdeelen schrijven, had tot resultaat, dat de Minister zou trachten een weg te vinden, waardoor het mogelijk wordt aan arbeiders die vuilen arbeid verrichten, als machinisten, stokers, me taalbewerkers, enz. en hun gezinnen, een extra rantsoen zeep te verstrekken. Ver der deed de Minister toezegging een verlaging van den prijs voor kleiaardap- pelen zeer ernstig te zullen overwegen en verklaarde voor de argumenten, ten voordeele daarvan aangevoerd, veel te gevoelen. Een uitbreiding van de hoeveelheid Regeeringsvisch is, vooral in den komen den tijd, om velerlei redenen niet moge lijk, zoodat daar geen gunstige toezegging viel te doen. Melkrantsoeneering is helaas niet te ontwijken, doch de Minister verklaarde uitdrukkelijk, dat hij, ofschoon onze vet- voorraad zeer beperkt is, toch geen vrij heid kan vinden het vetrantsoen te ver lagen. Z.Exc. achtte een verlaging o n m o g e 1 ij k en was niet van plan daartoe over te gaan. Bij de bespreking der vleeschdistributie tegen goedkooperen prijs, bleek het be zwaar van den Minister te liggen in den te verwachten handel in goedkoopere vleeschbonnen. Z.Exc. wees er daarbij op, dat, ondanks het lage vetrantsoen, nog levendige handel in vetkaarten bleek te bestaan. De Minister verklaarde, dat hij het systeem van Centrale Keukens krachtig zou bevor deren en financieel wenschte te steunen, zoodat daardoor tevens ook goedkoop vleesch aan de arbeiders te verstrekken is. Het resultaat was, dat door de Commissie werd aangeboden, aan Z.Exc. plannen voor te leggen, waar door het mogelijk zou zijn, de goedkoo pere vleeschsoorten tegen lageren prijs te distribueereu, en waarbij de duurdere soorten in den vrijen handel zouden blij ven, zonder dat voor een handel in bons voor goedkoop vleesch ernstig moet ge vreesd worden. De Minister ging op dit aanbod in. De voorziening in de behoefte van kleeding, is nog deze of in het begin van de volgende maand te verwachten. De Minister deed de toezegging, nog eens ernstig te zullen onderzoeken, of de turfprijzen voor verlaging in aanmerking kunnen komen. Ten slotte zal ook de Minister aan de gemeentebesturen nog eens doen blijken, dat hij het noodig oordeelt, de arbeiders coöperaties in geen enkel opzicht bij par ticuliere handelaren len achter te stellen. Vermelding verdient nog de ernstige studie, die naar Z.Exc. mededeelde, wordt gemaakt van de meest doeltreffende mid delen om den kettinghandel tegen te gaan, waarbij zeker het middel van huiszoekingen zal worden ter hand genomen. De commissie kreeg den indruk, dat Z.Exc.nietzal terugschrik ken voor krachtige middelen, wanneer de bestaande misbruiken op geen andere wijze zijn uit te roeien. ZENUWACHTIGE KETTINGHANDE LAARS EN SPECULANTEN. Men schrijft uit den Haag Het is curieps gade te slaan, hoe ze nuwachtig de vredestijdingen uit het buitenland onze vrienden de kettinghan- delaren maakt. Een bijna panische schrik schijnt hen te hebben aangegrepen en ze komen nu gehaast en angstig te voorschijn uit hun holen, beladen met de voorraden, die zij tot nu toe, loerend op een gun stige gelegenheid, hadden achterbaks ge houden. De winkeliers merken het en de particulieren merken het, beiden worden ze platgeloopen door personen, die hen met allerlei aanbiedingen overstelpen en zoo veeleischend als zij vroeger waren, zoo vrijgevig heeft de veranderde toe stand hen thans gemaakt. Zoo vertelde een sigarenwinkelier, dat de prijs van tabak na het verschijnen van het Duitsche antwoord plotseling met f0.60 per K.G. was gedaald en dit is maar één voorbeeld uit vele. Rijst wordt nu aangeboden voor zoowat de helft van den prijs, die er een dag of drie geleden voor verlangd werd, koffie en thee zijn opeens weer te krijgen, en zietZe zijn in verhouding tot wat zij gekost hebben spot goedkoop geworden En zoo gaat het met vet, slaolie, gort, havermout, griesmeel en nog tal van andere artikelen meer, tot jaeger-onder goederen toeEn het publiek ziet dat natuurlijk niet zonder leedvermaak aan en denkt; ieder zijn beurt! Kan men het ongelijk geven Typisch is ook, hoe in de laatste dagen de speculanten in vreemd geld, speciaal in marken en kronen, zich weer weren. Op het Spui is een Belgisch kassierkan toor, waar men hen iederen morgen voor de deur kan vinden een heele zwerm van heeren of „als heer gekleede per sonen", meest Belgen en, naar hun baar den te oordeelen, Polen. Zoo fel gaat het hier meermalen toe, dat de politie er aan te pas komt om orde te houden en de heeren tot kalmte en doorloopen aan te manen. Er worden daar, naar werd verzekerd, enorme zaken gedaan, een windhandel, waarbij het om kapitalen gaat, die de speculanten zelf in vele ge vallen nog ifèoit bij elkander gezien hebben. VERLAGING KLEI-AARDAPPEL- PRIJS. Door den Minister van Landbouw is de kleinhandelprijs van kleiaardappelen van heden af van 9V2 op 8 cent per K.G. gebracht. Zoo men weet was 't ver zoek tot den Minister gericht deze soort eetaardappel op 67a cent per K.G. te brengen. De Minister heeft dus den mid denweg gekozen. De grossiersprijs wordt nu f G,10, de détailprijs f6.60 per 100 K.G. VERWARMING DER TREINEN. Naar de „Tel", verneemt, is besloten met ingang van 15 November de treinen te verwarmen. Minister van IJselstein deelt mede, dat hoewel het Nederlandsch landbouw comité (met 11 tegen 9 stemmen) en de adviseurs van den minister adviseerden tot het voortgaan met het afmaken van vee ter bestrijding van het mond en klauwzeer, bevel is gegeven tot het sta ken van afmaken om de groote duurte, het belang der voedselvoorziening en omdat de exportbelangen thans niet we gen. Preludium „De Telegraaf" van Maandagavond bevatte een opmerkelijk artikel, op welks strekking het o.i. goed is de aandacht te vestigen, omdat dit blad zich gedu rende de oorlogsjaren als trouwe pleit bezorger van de belangen der Entente heeft gedragen, en men dus uit zijn eigen mond wel eens geluiden vernemen kon, die doen vermoeden door welke gedachten en verlangens de partij die het blad dient, bezield is. „De Telegraaf" dan is bevreesd, dat de aanstaande vredesonderhandelingen wel eens zouden kunnen plaats hebben zonder dat wij er bij zijn. Nu hoeft de "Nationale Staatk. Gids" (het orgaan der vrije liberalen) gezegd, dat, aange zien Nederland bij den wereldvrede niets wenscht te verkrijgen, het slechts ge vaar zou kunnen loopen iets te moeten prijsgeven. Dat zou óók kunnen gebeu ren als we er niet bij zijn, maar dan behouden we toch het recht om ons te verzetten. Neen, zegt de „Telegraaf, dat zou al leen het geval kunnen wezen als er van een Duitschen vrede sprake ware. „Maar nu de wil der geassocieerden in zeer afzienbaren tijd staat wet te worden in Europa, nu hebben de neutralen wel mee te spreken en nu heeft Nederland wel iets te verkrijgen." Let nu op welke weldaden ons, als „de Telegraaf" het goed ziet, zullen kun nen worden opgedrongen. Ten eerste „een eindelijk definitieve en met de belangen van ons land stroo- kende grensregeling aan den Eemsmond." Heeft iemand in Nederland misschien een stuk van Oost-Friesland begeerd Ja toch, iemand, wjj meenen zoo iets in „de Telegraaf" wel eens gelezen te heb ben. Ten tweede wijst het blad „op de voor ons vrije volksbestaan zoo delicate beslissingen ten aanzien der Schelde- quaestie." Welke? Als dit iets betee kent, beteekent het dat wij ons Schelde- recht moeten Jaten inkortenwellicht door afstand van Zeeuwsch-Vlaanderen Ten derde zijn er „de regelingen ten aanzien van Limburg." Alwederwelke regelingen.? Hebben wij op dit punt be- geerighcid naar grondgebied getoond, of geneigdheid om van het onze iets af te staan Het is ons niet bekend. Als vierde troef worden onze koloniën uitgespeeld. Wij willen daar niet te veel van zeggenin dezen imperialis- tischen tijd kan alles, en bepaaldelijk sommige leden der Entente hebben 'in dezen geen zeer betrouwbare reputatie. Maar wij kunnen niet inzien dat, behal ve het eerste, de hier genoemde vier punten ons waarborg of ook maar uit zicht geven op iets dat voor ons ter aanstaande conferentie te verkrijgen zou zijn. Natuurlijk is het Nederland's hoogste belang om niet te doen of de komende conferentie ons niet aangaatmaar is die houding zelfs wel mogelijk, als er een Volkerenbond moet worden gesticht Of is het Entente-oorlogsdoel alleen maar „de wil der geassocieerden tot wet in Europa" te maken, en daarmee uit „De Telegraaf", die dezen indruk ves tigt bewijst daarmee haren vrienden een slechten dienst. (Nederl.) De heugenis van Dordt's Synode. Het spreekt van zelf, dat Dordt's Sy node van 1618/9 onder ons herdacht zal worden. Die Synode toch was een in drukwekkende gebeurtenis, niet enkel in ons theologisch en kerkelijk, maar ten minste evenzeer in ons nationaal en politiek verleden. Van meer dan één kant drong men er dan ook op aan om de gedachtenis van wat destijds in Dordt plaats greep, op eenigzins luisterrijke wijze te vieren. Toch heeft dit denkbeeld weinig ingang gevonden, en het resultaat was ten slotte, dat men zeer zeker het toenmaals ge beurde herdenken zou, doch dat deze herdenking aan de onderscheidene Ker ken of classes ter beschikking zou wor den gelaten. Ook ons dunkt dat dit 't meest gera den is. Immers de indruk mag niet gewekt, alsof hetgeen toenmaals^ plaats greep, in elk opzicht, en voor deze drie eeu wen, beantwoord had aan wat onze toen malige Reformatie bedoelde. Ongetwij feld stond de geestelijke sfeer van de toenmalige Synode zeldzaam hoog. De sfeer was niet door enkele theologen gevormd, maar was het uitvloeisel van den hangen strijd dien onze vaderen des tijds te doorstaan hadden. Hierbij echter zou aan de eere onzer vaderen worden tekort gedaan, indien men geen open oog had voor de tegen werking, die toentertijd reeds van de Regeering uitging, en die, vooral na Dordt, op zoo ongunstige wijze over onze kerkelijke verwording beschikt heeft. Wat onze vaderen toentertijd beoog den, was in Concilie een degelijk ver band te leggen tusschen alle toenmalige Calvinistische kerken. Ze hadden ge- wenscht, dat de Kerken van alle land, met behoorlijke volmacht, ook op deze Synode present waren geweest, en dat ook na 1618/9 de hieruit geboren wereld kerk aldoor in Concilie bijeen zou komen om steeds te zorgen dat ons kerkelijk wereldleven op de hoogte van zijn tijd bleef. Dit alles is ons echter afgesneden. Geen nationale Synode mocht in 1619 meer saamkomen, en het wereld-verband miste van meet af alle bindend en door tastend karakter. (Stand.) TER NEUZEN, 18 October 1918. Woensdag ging door geheel het bui tenland het bericht dat Duitschland zich overgaf en de keizer aftrad. Ook in ons land werd zulks van uit Rotterdam rond gezonden. In Vlissiugen en Middelburg was het erg druk er over en ook in onze gemeente. In Amsterdam ging de beurs zeer naar boven. De „Rotterdammer" schrijft dat Woensdag de stad in rep en roer was over dit bericht, gewekt door een dagblad-bulletin. Vermoedelijk houdt dit bericht verband met een ar tikel van het Duitsche Regeeringsblad „De Norddeutsche Allgemine Zeitüng". Een onzer lezers zond ons 't volgende waarover we nader hopen te schrijven, ter plaatsing De gevolgen van den vrede. W anneer de vrede komen mocht, wat zal daarvan de invloed zijn op de markt van verschillende artikelen Hierop een juist antwoord te geven, is niet gemak kelijk. YVanneer we ons evenwel niet bedrie gen gelooven wij dat verschillende zaken die gevordert worden voor de oorlogs doeleinden lager zullen loopen, andere daarentegen zullen stationair in prijs blijven, wellicht nog verhooging onder gaan. Zoo b.v. petroleum, leder, katoen, graan enz. zullen niet dalen, doch daar entegen koffie, rubber, thee, tabak en verschillende Indische producten zullen zich eene verlaging moeten getroosten, aangezien eerstgenoemde zullen gevraagd worden en er bijna geen voorraad is. Van laatstgenoemde zijn er ruime voor raden, die bij verscheping vrij komen. Het is evenwel slechts gering. Goederen- prijs naar beneden en geldmarkt wordt beter. Benoemd tot bouwkundig opzich ter van 's Rijks werf te Hellevoesluis de heer P. Goedbloed, thans opzichter van den Rijkswaterstaat alhier. Axel. Voor de goederen door notaris Dregmans 15 dezer te Koewacht ingesteld ten verzoeke van zijn principalen, zijn als volgt Koop 1 voor f 4475.—, door P. Aude- naerde, landbouwer te Koewacht. Koop 2 voor f500.—, door V. Herman, landbouwer te Koewacht. De nadere veiling zal plaats hebben op 21 November a.s. Voor de goederen, geveild op 15 dezer ten verzoeke van zijn principalen is ge boden als volgt Voor koop 1 f180.door J. Baert, landbouwer te Koewacht, Sint Andries, Voor koop 2f6025.door F. de Cock, landbouwer te Sint Jansteen. De gunning zal plaats hebben op 29 October a.s. vergissen, hard voor Duitschland zijn. Heeft Foch niet gezegd„Ik heb mijn slag nog niet gehad En de ententepers eischt in haar overwinningsroes overgave van alle kanonnen, van de vestingen op den linker oever van den Rijn, van de duikbooten en van Helgoland. Zulke voorwaarden neemt nlleen een totaal onmachtig Duitschland aan. 'Of het na reeds zoo ver is? Ook eischt Wilson vernietiging van de autocratie. Algemeen maakt de geallieerde pers hieruit op, dat Wilson bedoelt het af treden van den keizer. Uit de woorden van het antwoord behoeft dit echter niet persé opgemaakt te worden. Dat het zoover zal komen, lijkt ons echter niet onwaarschijnlijk. Reeds klonk in de Duitsche socialistische pers een toon, die op de wenschelijkheid wees. „Hot ,volk heeft zich vier jaar opge offerd voor den keizer, laat deze zich nu opofferen voor het volk", Dat zoo iets in Duitsche bladen geschreven wordt, spreekt boekdeelen. De veranderiug is wel ingrijpend. Feit is, dat de Rijksdag de marht van den keizer beperkt] heeft. Voortaan moet voor oorlogsverklaringen, vredesverdragen en verdragen met vreemde mogendheden de toestemming van Bondsraad en Rijksdag wordeD gevraagd. Een goede maatregel Uit Duitschland komt thans het bericht, dat de Duitsche regeering de voorwaarden van Wilson aanvaard. Zich dus onvoorwaar delijk overgeeft. Als dat waar is, dan is de oorlog feitelijk geëindigd. Bevestiging van die tijding is er evenwel nog niet terwijl we dit schrijven. woedt de strijd nog voort. De Duitschers moeten nog steeds terug en verliezen telkens gevangenen en materiaal. Hun stellingen aan de Belgische kust zijn nu zoo gevaarlijk ge worden, dat ontruiming bezwaarlijk langer uitgesteld kan worden. Berichten van de grens wijzen er trouwens op, dat de terug tocht reeds begonnen is. Het verlies van Ostende en Zeebrugge is voor de duikbootoorlog een zware slag. Het gaat de Duitschers dus allesbehalve voor den wind. Met hun bondgenooten staat het er niet beter voor. Turkije heeft na de gevoelige ne derlagen der laatste weken en na Bulgarije's afval den moed laten zinken en afzonderlijk vrede gevraagd. En het is niet onmogelijk, dat Oostenrijk- Hongarije, inwendig verdeeld en beroerd, teruggeslagen in Servië en Albanië (waar het Durazzo heeft moeten ontruimen) spoedig dat voorbeeld zal volgen, als Duitschland niet vlug vrede sluit. Het afzonderlijke antwoord dat Wilson aan Oostenrijk zal sturen, is al licht een vingerwijzing in deze richting. We beleven dus wel bewogen dagen. Met razende snelheid volgen de gebeurtenissen elkaar op. Laat het ons tot troost en bemoediging zijn, dat onze Vader in de hemelen het alles bestuurt. WASHINGTON, (Reuter). De secretaris van staat heeft de volgende nota gepubli ceerd, die was overhandigd aan den Zwitser- schen zaakgelastigde, die tijdelijk belast is met de waarneming der Duitsche belangen in de Vereenigde Staten Dept. van Staat, 14 Oct. 1918. Mijnheer, In antwoord op de mededeeling van de Duitsche Regeering, d.d. 12 dezer, welke u mij heden heeft overhandigd, heb ik de eer u te verzoekeD, het volgende antwoord over te brengen „De onvoorwaardelijke aanneming, door de huidige Duitsche regeering en door een groo- te meerderheid van den Duitschen Rijksdag, van de voorwaarden, door den President der Ver. Staten neergelegd in zijn Boodschap aan het Congres op 8 Jannuarie 1918 en in zijn latere toespraken, rechtvaardigt den Pre sident tot het afleggen van een openhartige en rechtstreeksche verklaring over zijn be sluit, betreffende de mededeelingen van de Duitsche regeering gedateerd* van 5 en 2 (October 1918. Het moet nuidelijk worden begrepen, dat het verloop der ontruiming en de voorwaar den van een wapenstilstand moeten worden overgelaten aan het oorneel en den raad van de militaire adviseurs der Amerikaansche en Geallieerde regeeringenen de President acht het zijn plicht, te verklaren, dat geen schikking door de |Amerikaansche regeering kan worden aanvaard, die geen volkomen bevredigende zekerheid en waarborgen biedt, voor de instandhouding der huidige militaire overmacht van de Amerikaansche en Geal lieerde legers te velde. De President vertrouwt, dat hij veilig mag aannemen, dat dit ook het oordeel en besluit der Geallieerde regeeringen zal zijn. De Pre sident voelt, dat het ook zijn plicht is, kiei- aan toe te voegen, dat noch de regeering der Vereenigde Staten, noch hijzelf geheel zeker zijn, dat de regeeringen, waarmee de regee ring van de Vereenigde Staten geassocieerd is, erin toestemmen, don wapenstilstand te overwegen zoolang de gewapende strijdkrach ten van Duitschland voortgaan de onwettige en oumenschelijke praktijkeu toe te passen, waarin zij nog volharden. Op het oogenblik zelf, dat de Duitsche regeering zich tot de Amerikaansche regee ring wendt met vredesvoorstellen, houden haar duikbooten zich bezig met het in den grond boren van passagiersschepen op zee en niet enkel van do schepen, maar tot zelfs van de booten, waarin hun passagiers en be manningen in veiligheid trachten geraken en in hun huidige gedwongen ontruiming van Vlaanderen en Frankrijk volgen de Duit sche legers een taktiek van brooddronken vernieling, welke steeds is beschouwd ge weest als in rechtstreeksche schending te wezen met de regelen en de gebruiken van het beschaafd oorlogvoeren. Steden en dorpen worden, zoo al niet vernield, beroofd van alles wat zij bevatten. Dit geldt niet alleen voor wat er in de steden en dorpen zelf is, doch ook dikwijls voor de inwoners zelf. Van de naties, die tegen Duitschland verbonden zijn, kan men niet verwachten, dat zij erin zullen toe stemmen de wapenen te doen rusten zoolanh er daden van onmenschelijkheid, plundering en verwoesting worden verricht, die ze met afschuw en ontstelde harten gadeslaan. Ten einde geen mogelijkheid van mis verstand te laten bestaan is het noodzake lijk dat de President zeer ernstig de aan dacht der regeering van Duitschland vestigt op de bewoordingen en de duidelijke be doeling van één der vredesvoorwaarden welke de Duitsche regeering thans heeft aangenomen. Deze voorwaarde is vervat in de boodschap, welke de President op 4 Juli j.l. dp Mount Vernon heeft gegeven, Zij luidt als volgt„De vernietiging van iedere willekeurige macht, waar ter wereld ook, welke op eigen gelegenheid in het eheim en volgens haar eigen verkiezing en wereldvrede kan verstorenen zoo deze thans niet kan worden vernietigd, dan moet zij tenminste tot feitelijke onmacht worden gedoemd." De macht, die tot nu toe de Duitsche natie heeft beheerscht, is ei één van den aard zooals hier omschreven. Het staat ter keuze van de Duitsche natie daarin verandering te brengen. De zooeven aangehaalde woorden van den President vormen een natuurlijke voorwaarde welke aan den vrede moet voorafgaan, indien de vrede door het optreden van het Duitsche volk zelf wil tot stand komen. De President voelt zich verplicht te zeggen, dat de ge- heele vredesactie volgens zijn meening zal afhangen van de beslistheid en het bevre digende karakter der waarborgen die ten opzichte van dit fundamenteele punt kunnen worden gegeven. Het is noodzakelijk, dat de tegen Duitschland geassocieerde regee ringen vóór alles zullen weten, met wie zij onderhandelen. De President zal een afzonderlijk ant woord doen jtoekomen aan de Koninklijke en Keizerlijke regeering van Oostenrijk- Hongarije. w.g. ROBERT LANSING."

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1918 | | pagina 2