Oroaan ter verspreidinq der Christelijke Beqinselen in Zeeuwseh-Vlaanderen. No. 81. Woensdag 16 October 1918 le Jaargang. rA nVF. RTENTIËN. ABONNEMENT: FEUILLETON. Een Dorpsvertelling Buiteiilandsch Overzicht. Dit blad verschijnt DINSDAG- en VRIJDAGAVOND, uitgezonderd op Feestdagen, bij den Uitgever D. H. LITTOOIJ Az. te TER NEUZEN. - 1ELEFOOK Nr. 20. Per drie maanden bij bezorging f 1,—, Franco per post voor Nederland 1.10. ADVERTENTIE N. Van 1-4 regels fOAO. Voor eiken regel meer ƒ0.10. Handelsadvertentiën over twee kolom 6 cent per regel. Abonnementen per contract. Inzending van advertentiën tot 12 uur 's middags op de verschijndagen. V Oppassen Nu bij het Evenredig Kiesrecht, wie weet voor hoe lang, twee vrijwel even sterke groepen, rechts en links, tegenover elkaar blijken te staan, wordt natuurlijk de verleiding groot, om door 't intreden van een nieuwen factor overwicht te krijgen. Bijvoorbeeld door het invoeren van het vrouwenkiesrecht. De Haagsche redacteur van het Alge meen Handelsblad schrijft over deze kwestie. Hij is het eens met de Standaard „Als er eenmaal vrouwenkiesrecht wordt ingevoerd, dan ook maar algeméén 1" Maar, en nu wordt 't interessant zegt hij dan verder „Dit verhindert echter niet, dat men bij de behandeling van het voorstel, door amendeering natuurlijk beperkingen zal kunnen aanleggen. Wij zouden dat be treurenals de eenige niet geheel on redelijke beperking hebben wij steeds beschouwd een eisch van eigen aangifte, zoodat alleen vrouwen, die het kiesrecht niet wenschen, voorloopig zouden zijn uitgesloten. Maar het slechtste beperkt V. K. ware toch altijd nog beter dan de bestaande toestand waarbij wèl vrouwen kunnen gekozen worden (en er dan ook eene gekozen is) maar geen vrouwen zeiven mogen kiezen. En waarbij zelfs de meest intelligente en zelfstandige vrouw van het kiesrecht is verstoken, terwijl de stomste pummel en de meest afhankelijke slampamper kiezen kan. Het tegenwoordige baliekluiverskiesrecht schreeuwt letterlijk om eenige correctie door vrouwenkiesrecht." Nietwaar Leuk bedacht. De toeleg is duidelijk. Vooral de „intelligente" (ontwikkelde) vrouwen en de „zelfstandige" dames kantoor- en telefoonjuffers moeten 't stemrecht hebben, om den invloed der slampampers en baliekluivers te breken. Niet de huismoeders en de gezinsplak sters En dan daarbijeigen aangifte Wie bezwaar heeft kan vrij. Alleen wie het begeert, vraagt het stemrecht aan, en ziet zich dra het verleend. Kan 't liberaler De anti's die tégen vrouwenstemrecht zjjn, kunnen dan hun vrouwen thuis houden En de vrouw, die 't zelf graag wil, kan een stembiljet krijgen. Elk heeft dan zijn zin Lettend op de historie van den school strijd meenden we haast, dat do ware liberaliteit de wereld uit was. Maar gelukkig, ze is er nog Onze vrouwen mogen vrij van stem menniemand zal ze dwingen om naar de stembus te gaan. En ondertusschen loopen de vrouwen van links zich't vuur uit de sloffen, en de politieke evenaar slaat voorgoed door naar links Ja, ja, oppassen blijft de boodschap Zóó laten we er ons niet tusschen nemen. V Onderzoek wèl noodig. Op verschillende plaatsen is het mond en klauwzeer uitgebroken, een wel lastige, maar toch niet gevaarlijke ziekte. En nu gaan ze weer bij tientallen De koebeesten, naar wier melk we dezen 15) door ZELANDIA. HOOFDSTUK X. Dienzelfden avond was het bijzonder levendig op de sociteit in „Het gouden Paard". De verlichte geesten voelden behoefte aan nauwere aaneensluiting nu het gevaar grooter werd, dat de denk beelden van vooruitgang en beschaving een geducliten knak zouden krijgen door het onrust zaaien en tweedracht verwek ken van het groepje fijnen. Zou zich ook alles, wat den naam liberaal zich eigende, niet daartegen verzetten En waar kon men de zaken gemakkelijker bespreken dan op de soos Waar liet zich het in tellect beter scherpen en spitste zich lichter het veelgeprezen vernuft 't Is waar, alle beraadslagingen liepen uit op de, eindelijk wel wat afgezaagde bewe ring, dat de school er nog niet stond ('t geen op dat momeDt dan trouwens ook onwecfersprekelijk was), ja, de geest drift, door wijn of champagne nog ver hoogd, culmineerde in gloeiende betoogen, winter wellicht zullen smachten, en wier vleesch we dezen zomer moesten ontberen. „Afslachten"! is het wachtwoord. „La mort sans phrases!" „De dood zonder praatjes!" Ziedaar nog steeds het vonnis zonder genade uitgesproken over de aan mond en klauwzeer lijdende dieren. Vau hoeveel melk en boter, kaas en vleesch ons volk daardoor beroofd wordt hoe wreed de afslacht-manie voor den boer is, daar vraagt men niet naar. In de Lopikerwaard en ook elders is het feest al weer in vollen gang. Moet dat nu steeds zoo doorgaan Deze vraag werd dezer dagen ook op een vergadering van belanghebbenden gedaan te Zwolle. In het verslag lezen we „De burgemeester van Zwollerkerspel constateert dat de stellinguitroeiing van den besmettingshaard alleen in theorie opgaat. De praktijk met haar veeartsen, veldwachters, timmerlieden, voerlieden, taxateurs, temperateurs, sla gers eti slagersknechten spot met alle idee omtrent isoleering en localiseering 1 Voor den veehouder, wiens werk van jaren vernietigd wordt, is het een slag waar hij nooit van opkomt. Telegrammen om afslachting te voorkomen, worden door prof. Rennnerts naast zich neerge legd. Een adres aan den minister helpt niet. De vorige epidemie kostte het rijk tien millioen, nu zal het driemaal zooveel kosten. De Kamer nam een motie aan om met het afmakingssysteem te breken. De regeering deed alsof deze motie niet bestond." Gelukkig wil dit kabinet in elk geval de zaak van nieuws onderzoeken. De minister van Landbouw heeft namelijk aan het bestuur van het Koninklijk Nederlandsch Landbouw-Comi- té de vraag gesteld, of dit bestuur het geraden acht in de tegenwoordige om standigheden met de bestrijding van het mond- en klauwzeer door middel van afmaking van de zieke en verdachte dieren voort te gaan. Bedoeld bestuur heeft zich bereid verklaard, over deze vraag zoo spoedig mogelijk advies uit te brengen. Daarbij zal in ruime mate gebruik kunnen worden gemaakt van de voorlichting van deskundigen verbonden aan de directie van den Landbouw en aan den Vee artsenijkundigen dienst. Als men nu maar niet zoo dwaas is, de man van de practijk zélf, den boer, te vergeten 1 Anders moeten de boerenbonden maar ongevraagd hun stem verheffen. Het antwoord jvan Quitschland is terwijl we dit overzicht schrijven, nog niet bekend. Toch gelooven we, dat Duitschland op ialle drie vragen van Wilson bevestigend zal antwoorden. Het Hamburger Fremdenblatt schrijft, dat ook betreffende de kwestie van de ontruiming van liet bezette gebied, het antwoord „in hooge mate" tegemoetko mend zal zijn. Het schijnt, dat ook de opperste legerleiding op dit punt voor een gunstige beslissing is opgekomen. En dat is van het grootste bêlang. Daar mee is dan een einde gekomen aan de macht van „de duistere invloeden", die in Duitschland de vredesactie tot dusver tegenwerkten. En enkele al-Duitscher mag zijn oude trotschheid nog behouden hebben, het volk als zoodanig wenscht den vrede. Wil daarvoor offers brengen. Zware zelfs, als 't noodig is. Want het smacht naar den vrede. Niet de vergulde kragen en de sleep sabels geven thans meer den toon aan. Hun rijk is uit, en naar we gelooven, keert het nimmer terug. Voortaan zal in Duitschland de stem des volks worden gehoord. Een gezonde democratie breekt zich baan. Het Heerenhuis aanvaardde de consequentie's van de ontwikkeling der toestanden, en nam in laatste lezing het algemeen, openbaar en gelijke kies recht voor Pruisen aan. Uit de barensweeën van den bloedigen wereldkrijg treedt een verjongd Duitsch land te voorschijn, waarin de persoonlijke vrijheid en een goede volksinvloed tot stand zullen komen. Deze loop der zaken bevordert in hooge mate het spoedig jtot stand komen van den vrede. Op de fronten moeten de Duitscliers nog steeds terugeen volksregeering is bereid tot onderhandelingde met den sabel rinkelende militaire partij is zijn beheerschende positie ontnomen. 'Jammer, dat de „duikboothelden" door het in den grond boren van twee passa giersschepen de stemming weer verbit teren en '.wantrouwen wekken in de goede bedoelingen van de nieuwe re geering. We hopen dat prins Max van Baden, die voor deze griezelige helden daden nog niet aansprakelijk kan zijn, ze openlijk zal afkeuren. Dat kan den vrede slechts bevorderlijk zijn. En is eveneens in Duitschlands belang, dat we een niet al te ongunstigen vrede toewenschen. Brenge deze week ons het uitzicht op een spoed ie einde van den wereldkrijg. Een vrede die voor beide partijen aan nemelijk is en geen kiemen voor een nieuwen oorlog in zich sluit. De beginselen en de voorwaarden van President Wilson. De beginselen van Wilson zijn vier in getal en door den president geformuleerd in een redevoering, gehouden op hot con gres op den llden Februari van dit jaar. Zij zijn ló. Elk onderdeel van de finale rege ling moet wezenlijk gegrond zijn op de rechtvaardigheid in elk bizonder geval, onder voorbehoud van bizondere rege lingen, die het geschiktst zijn tot waar- borgiug van een duurzamen vrede 2o. Volken en provincies moeten niet meer van de eene souvereiniteit aan de andere versjacherd worden alsof zij goe deren en ruilbare stukken in een spel waren, in het groote spel van het machts evenwicht dat nu voor altijd in discre- diet is gebracht 3o. Elke territoriale regeling, die van dezen oorlog het gevolg is, moet gemaakt worden in het belang en ten behoeve van de betrokken bevolkingen en niet als onderdeel van een compromis of re geling van aanspraken tusschen wedijve rende staten 4o. Elke duidelijk omschreven nati onaliteit moet haar aspiraties zooveel mogelijk bevredigd zien, zoover als mo gelijk zal zijn, zonder dat nieuwe elemen ten van oneer.igheid of strijd worden ingevoerd of oude elementen van dien aard bestendigd worden, die waarschijn lijk mettertijd den vrede van Europa en bijgevolg van de wereld zouden verstoren. Over een algemeenen vrede op deze grondslagen, zoo verklaarde de president, kan men van gedachten wisselen. Voor zulk een vrede verzekerd kan worden, blijft ons geen andere keus dan voort te gaan met den oorlog. Aldus de beginselen. Nu de voorwaarden. Die zijn veertien in getal en komen voor in de redevoering, die Wilson den 8sten Januari 1918 heeft gehouden voor het Congres te Washing ton. Zij luiden aldus: le. Openbare vredesovereenkomsten, voorbereid in het openbaar, waarna er geen geheime internationale afspraken meer zullen bestaan, en de diplomatie altijd openhartig en in het openbaar te werk zal gaan. 2e. Volstrekte vrijheid van scheep vaart op de zeeën buiten de territoriale wateren, zoowel in vredes- als in oor- ogstijd, uitgezonderd in geval de zeeën alle of ten deele gesloten worden door internationaal optreden, ten einde het nakomen van internationale overeenkom- ten af te dwingen. 3e. De verwijdering voor zoover dat mogelijk is, van alle ekonomische slag- boomen, met invoering van gelijke han- delsvoorwaarden onder alle volken, die tot den vrede toetreden en zich verbin den, dien te handhaven. 4e. Afdoende waarborgen, over en weer, dat de nationale bewapeningen worden beperkt tot het met de nationale veiligheid vereenigbare minimum. 5e. Een vrij, onbevangen en volstrekt onpartijdig onderzoek van alle koloniale aanspraken, berustend op een strikte inachtneming van het beginsel, dat, bij het oplossen van al zulke vraagstukken van souvereiniteit, de belangen van de daarbij betrokken bevolkingen evenveel moeten wegen als billijke aanspraken. 6e. Ontruiming van het geheele Rus sische gebied en zulk een oplossing van alle vraagstukken betreffende Rusland, als het best en op de meest vrije wijze de samenwerking der andere naties in de wereld knnnen verzekeren, om voor Rusland een volkomen onbelemmerde gelegenheid te scheppen, om onafhanke lijk over zijn eigen politieke ontwikkeling en nationale organisatie te beslissen en het een oprecht welkom zullen verzekeren in den bond van vrije naties, onder instellingen naar Rusland's eigen keuze en meer dan een welkom, bijstand ook van allerlei aard, dien het kan behoeven en verlangen. De bejegening, die Rusland in de volgende maanden van de zuster- naties zal oudervinden, zal de toets zijn van den goeden wil dezer naties en haar besef van Rusland's behoeften, de toets ook van haar juist begrip en belangelooze en verstandige sympathie. 7e. België, daarover zal de geheele wereld het eens zijn, moet worden ont ruimd en hersteld, zonder dat eenige poging wordt gedaan om de souvereiniteit te beperken, die het tezamen met alle andere vrije naties geniet. Geen andere dat ze er ook niet komen soumaar dat was ook alles meer een wenschen dan een dadelijk gelooven. Want als ten slotte die fijnen doorzetten, en koppig waren ze immers, wat was er dan tegen te doen En door dreigingen alleen lieten ze zich niet afschrikken. De burgemeester was dezen avond min of meer geheimzinnig. Hij zinspeelde er op, dat waarschijnlijk-, aller waarschijn lijkst, nu ja, hij durfde haast wel zeggen, zeker, de zaak geen voortgang zou hebben. Dat was in het begin van den avond. Tegen achten kwam meester Pennema binnen. Anders zag men hem hier zel den doch de lezer begrijpt, dat zijn teleurstelling en verontwaardiging hem thans hierheen dreven. Al spoedig was het voorgevallene gemeengoed en ieder betuigde op 't hoogst zijn sympathie met den meester en beijverde zich in zoo kras mogelijke termen zijn afkeuring over zoo heilloos streven te kennen te geven. De burgemeester klopte Pennema be schermend op den schouder en zei „Maak je maar niet ongerust, meester, dat komt terecht", en hij legde op deze laatste woorden een zeer merkbaren na druk. En toen Pennema hem eenigszins verwonderd aankeek, herhaalde hij de woorden nog eensdat afzonderlijke daad zal, zooveel als deze, er toe bijdragen vertrouwen onder de naties te herstellen in de regelingen die zij zelf hebben ingevoerd en vastgesteld voor haar betrekkingen onderling. Zonder deze genezende daad is het geheele samenstel en de waarde van het volkenrecht voor altijd geschaad. 8e. Al het Fransche gebied moet worden bevrijd, de bezette gebieden hersteld en het onrecht, dat in 1871 door Pruisen aan Frankrijk is aangedaan terzake Elzas-Lotharingen, en dat ge durende bijna 50 jaar den vrede van de wereld in gevaar heeft gehouden, moet worden hersteld op een zoodanige wijze, dat de vrede opnieuw in ieders belang kan worden verzekerd. 9e. Wijziging van de Italiaanschegrens, langs duidelijk erkende lijnen van natio naliteit. 10e. De volken van Oostenrijk-Hon- garije, welker plaats onder de naties wij gewaarborgd en verzekerd willen zien, moeten ten spoedigste de gelegen heid tot autonomische ontwikkeling er langen. 11e. Roemenië, Servie en Montene gro moeten worden ontruimd de bezet te gebieden moeten worden hersteld; Servië moet een vrijen en veiligen toe gang naar zee krijgen en de betrekkin gen der Balkanstaten onderling dienen in vriendschappelijk overleg te worden geregeld, langs de lijnen van historisch gevestigde aanhoorigheid en nationaliteit. Er moeten internationale waarborgen worden gegeven voor de politieke en economische onafhankelijkheid en terri- torialej onschendbaarheid van de ver schillende Balkan-Staten. 12e. Den Turkschen gedeelten van hot Ottomaansche Rijk dient veiligheid en souvereiniteit te'worden gewaarborgd; maar de andere nationaliteiten, thaus onder Turksch bestuur, dienen een vas ten waarborg te erlangen voor de vei ligheid van leven en voor een absoluut onbelemmerde gelegenheid tot autonome ontwikkeling. De Dardanellen moeten blijvend wor den opengesteld voor de vrije vaart voor de schepen en den handel van al le naties, zulks onder internationale waarborgen. 13e. Er moet een onafhankelijke Pool- sche staat worden gesticht, die moet insluiten die gebieden, welke bewoond worden door ontegenzeggelijk Poolsche bevolkingen, die verzekerd moet wezen van een vrijen en veiligen toegang tot de zee, en wier territoriale integriteit dient te worden gegarandeerd door een nitei nationale overeenkomst. 14e. Er moet een algemeene bond van volken worden govormd, die bepaal de verplichtingen aangaat, welke beoogen wederzijdsche waarborgen te geven voor de territoriale onschendbaarheid van alle groote en kleine staten gelijkelijk. Van dit program verklaarde president Wilson, dat het het program van den wereldvrede was, en het progrdm van den wereldvrede was indentiek met dat van de Vereenigde Staten. Latere berichten. Wat verwacht werd, is gebeurd: Duitschland heeft toegestemd. Daarmee is een belangrijke schrede gedaan op den weg naar den vrede. geheimzinnige komt terecht 1" De nieuwsgierigheid werd al sterker geprikkeld. En eindelijk ja, daar kwam het geheim burgemeesters tong werd al losser en voor een aandachtig gehoor verhaalde hij van zijn meesterlijken zet. „Zie-je, alleen kan Donker toch niets beginnen en hij moet het volk toch mee hebben. Welnu, Heins, de schoenmaker, ook één van die kraaiers, (een verachtelijk gehum gold als teeken van instemming met het ge sprokene), zou gewis zich terug trekken. Daar was niets meer van* te duchten. Dien had burgemeester op zijn nommer :ezet. En dat voorbeeld zou afschrikken, at zou het". Hoe burgemeester dat gedaan had ge kregen? Nu ja, 't móest „onder ons" blijven, maar zóó en zóó zat het. Kon de schoenmaker er wel tusschen uit Had hij hem niet 'beet En zouden de anderen nu ook niet terug krabbelen? De soos eindigde in een triomfante stemming. Den anderen morgen, wel een beetje later, dan hij zich had voorgesteld, maar dat stond op rekening van de soos van gisterenavond, begaf de burgemeester zicli op weg naar de schoenmakerswerk plaats, ons bekend. Onder de wandeling verkneuterde Z.Ed. zich reeds over zijn zoo gemakkelijke overwinning zóó moest men dat volkje maar aanpakken. Spoedig stapte hij bij Heins binnen. Zijn korte groet werd door den schoen maker beleefd beantwoord. „Ik heb niet veel tijd, Heins, je hebt zeker al beslist wat je doen zult?" „Ja, burgemeester", was 't antwoord. „Dus je ziet maar van die zaak af Kom, da's wijs van je. Ik wist wel, dat je zoo slim zou wezen. Nu, dan blijft alles bij het oude hoor 1" en de burge meester maakte zich al gereed weer te vertrekken. „Ik geloof, dat de burgemeester me verkeerd begrijpt", viel Heins haastig in. „W a-blief?"' „Ik kan aan uw verzoek niet voldoen, burgemeester". Het gelaat van den burgervader onderging een groote verandering. Dat had liij nu in 't geheel niet verwacht. Hij kon zijn ooren nauw gelooven. „Dus je wilt niet?" „Ik kan niet, ik mag niet". „Nu", en burgemeesters oogen begon nen kwaadaardig te glinsteren, „dan weet je wat er bij staatdan kun-je de straat op". „Waarom, burgemeester?" „Waarom Waarom Je weet immers, wat ik met je afgesproken heb en zijn stem beefde van boosheid. „Zeker, burgemeester". „Welnu dan „Ik zal de hypotheek lossen. Als u maar den notaris wilt waarschuwen „Wat Hij was geheel verbluft. Zijn mooie plan geheel in duigen 1 Getroefd en dat door zoo'n fijnen schoenlapper. „Zoo als 'ik zei, burgemeester, ik zal de schuld afbetalen, zoodra u verkiest". De burgemeester begon langzamerhand tot zich zelf te komen. „Zoo", barstte hij uit, „en wie heeft je aan dat geld geholpen Wie „Dat is mijn zaak, burgemeester", zei Heins, beslist doch bescheiden. „Jouw zaak, welzeker maar wat praat ik langer met je. Je zult van me hooren", en meteen wendde hij zich van Heins af en spoedde zich weg, zijn woede nauwe lijks meester. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1918 | | pagina 1