Orgaan ter verspreidinq der Christelijke Beginselen in Zeeuwseh-Vlaanderen.
No. 78.
Zaterdag 5 October 1918.
Ie Jaargang.
Uit de Schrift.
F E U 1 L h E T 0 C
Buitenlandsch Overzicht.
Uit liet Buitenland.
3 1".-.tL ADVERTENTIE N.
ABONNEMENT:
advertentiën.
Een Dorpsvertelling
...11 i DINS II A li - en VRIJDAGAVOND, uitgezonderd op Feestdagen,
den Uitgever D. H LItÏoOU A, te TER NEUZEN. - TELEFOON
Per drie maanden bij bezorging f 1,-, Franco pe, post «oor Nederland 1.10.
Van 1-4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer ƒ0.10. Handelsadvertentiün over twee
kolom 6 cent per regel. Abonnementen per contract.
Inzending van advertentiën tot 12 uur 's middags op de verschijndagen.
ELIA, DE TISBIET.
En Elia, de Tisbiet, van
Gilead, zeide tot Aehab
[Zoo waarachtig als] de
Heere, de God Israels,
leeft, voor Wiens aange
zicht ik sta
1 KON. 17 la.
Een wonderlijke figuur
Plotseling verschijnt hij aan het weelde
rige, vleeschelijk gezinde hof van Israels
tienstammenrijk. En hij komt daar als
een openbaring des Heeren.
Niet uit den hoofschen kring voortge
komen. Niet uit een aanzienlijk priester
geslacht. Niet onderwezen aan een
school der profeten.
Zijn geboorteplaats, Tisbe, is alleen
beroemd geworden door hem. Hare
naam is de eeuwen doorgedragen, omdat
ze saamgekoppeld wordt met de zijne.
Maar waar ze eigenlijk juist lag, weet
niemand u te zeggen. Misschien in het
onherbergzame, onaanzienlijke Gilead.
Zonder inleiding treedt hij op. Voor het
vroolijke, dartele, hlij-levende Koningshof
als een bliksemstraal bij helderen hemel.
Die man met dat sombere kleed, met
dien huidengordel om, past niet bij die
luxueus gekleede menschen, bij die ge-
blankette vrouwen. Hij hoort er niet
thuis. Hij is er een eenling. Als een
excentriciteit aangegaapt, straks uitge
lachen en bespot.
Toch komt hij er. Een oogenblik maar.
Gelijk de wind is hij, want men weet
niet van waar hij komt, noch waar hij
heengaat.
Maar hij heeft zijn Godswoord gebracht.
Het als een oordeel neergebliksemd over
dien afgodischen Koning en diens afgo
dische volk
Die wonderlijke figuur spreekt nóg.
En bijzonder in onzen tijd.
Hij'komt weer als een openharing des
Heeren. Want liet Woord Gods, dat hij
uitdroeg, bleef.
Nog vindt hij hoven, waar men God
verliet, en volken, die Zijn Woord ver
gaten, trouweloos, en zelfs Christenen,
die andere goden navolgen.
Ocli, dat Elia gehoor vond 1
Toch brengt Elia dien naam daar. Ver-
wondere het ons dan niet, dat er een
kamp op leven en dood begint.
De klanken van dien wonderlijken
naam trillen nóg door. Ze moeten op
gevangen worden aan de hoven en in
het midden der volkeren van onzen tijd.
Daar moeten nog menschen zijn, die in
den geest en de kracht van Elia durven
staan in de ontzinde, afgodische, vleesche-
lijke-lust-dienende wereld, met den naam
Elia. Mijn God is Jehovah.
Zijn ze er nog
Zijn ze er ook onder u P
Een wonderlijk standpunt
„Ik sta voor het aangezicht des Heeren,
den God Israels," zegt deze man, die
even aan 'tliof verschijnt. Zoo neemt
hij positie. Zoo zet hij zijn standpunt
uiteen. Daar gaat hij bij alle dingen
van uit. Of hij wandelt of neerzitof
hij gaat of rust, altijd staat hij voor
't'aangezicht des Heeren. Dus niets in
zijn leven is zonder dien Verbondsgod,
dien God voor hem vol genade en trouw.
Wat moet hij dan toch met dat stand
punt bij dien Koning en straks bij diens
volk? Hij past er niet bij.
Het volk staat voor het aangezicht des
Konings. Het volgt hem na in alles.
En dje Koning, Acliab, staat voor het
aangezicht der Koningin. Hij heeft zich
geheel in haren dienst overgegeven.
En de Koningin staat voor het aange
zicht van haar zinnen, haar opgezweepte
passiën, haar fanatieken afgodsdienst.
Niet dus van Israels God, den Heere.
Toch meldt Elia zijn standpunt. En
in die mededeeling hoort ge klinken den
eisch, dat Koning, Koningin en volk daar
ook aan moeten. Dat zal Elia's boodschap
V Schandelijk.
Op voorstel van den heer Duys heeft
de gemeenteraad van Zaandam, die in
meerderheid socialistisch is, bepaald, dat
óók aan de ongehuwd? ambtenares bij
zwangerschap een verlof van zes maanden
zal worden gegeven met behoud van
salaris.
Terecht kwam men van christelijke
zijde daartegen in verzet. De bedoeling
van dit schandelijke voorstel is natuurlijk
om het concubinaat of wel het zooge
naamde „vrije huwelijk" met het huwelijk
op een lijn 'te stellen.
Zoo ontwricht men steeds meer de
grondslagen der maatschappij. VVant het
gezin is de pilaar, waarop heel het
maatschappelijk leven rust.
Men meent zoo de vrouw te eeren en
te verheffen, haar te onttrekken aan de
slavernij des mans, maar in werkelijkheid
verlaagt men haar, sleurt haar eer door
't slijk en maakt ze der straatdeerne
gelijk
Het voorstel bewijst opnieuw, dat er
tusschen de socialistische opvattingen en
die van ons een onoverbrugbare klove
bestdat. Geen christen kan en mag met
de socialisten mee doen.
Hopen wij, dat Zaandam geen navolgers
vindt.
Een wonderlijke naam
Zijn naam is geen onderscheidingsmid
del, geen herkenningsteeken alleen. Nog
minder een mooi omhulsel zonder inhoud,
of geslepen glas instêe van schitterenden
dikmant.
Daarin is hij ook eenig, staat hij boven
ons, en boven' vele anderen, die zich al
leen achter een naam dekken of met
fraaie leuzen zich sieren.
Hij heet Elia Mijn God is Jchovali.
Daarmee weet ge nu meteen wie hij is.
Ge zult het begrijpen, (lat die naam van
Acliabs hof een wonderlijke naam is. Die
daar alweder niet thuis hoort. Want
daar is Baal god en Astarte de godin.
Zoover de zon haar boog trok, lieersclite
Baal.
En Astarte was de nachtvorstin,
de bleeke maan, de neerzijgende dauw.
Dus is de naam Jeliovah, dien Elia
vertegenwoordigt als een lastige tegen
stelling daar gekomen, die er nog veel
kwaads kan uitrichten.
12) door ZELANDIA.
Hij had zich te vroeg verheugd.
„Óver welke dan?" vroeg hij werk
tuiglijk.
„Ik denk, dat u me nu wel begrijpt
zei Donker. „Ik heb het oog op een
christelijke school".
„Maar die bestaat hier immers niet
„Nee, maar die hopen we te krijgen".
Pennema draaide wat op zijn stoel heen
en weer, niet dadelijk het eens met zich
zelf, op welke wijze hij den aanval zou
beginnen. Hij besloot bedachtzaam te
werk te gaan.
„Ik begrijp", begon hij, „dat u er prijs
op stelt, dat uw kinderen christelijk on
derwezen worden. Daarom
„Hoe begrijpt u dat zoo, meester?"
viel Donker opeens in.
Pennema was een beetje onthutst.
Jongens, dat was een boer, waar je mee
op moest passen.
„Ja, ziet u, ik weet, dat u een kerksch
man is en zoo was de gevolgtrekking
Dat wonderlijke standpunt is ook nu
niet algemeen. De vorsten en volken
hebben wel wat anders te doen, vele
andere dingen, dan voor het aangezicht
des Heeren te staan. Dat is voor hun
levenspraktijk te lastig
Maar daar is toch een gemeente des
levenden Gods nietwaar Nu dan be
hoort zij dit wonderlijk standpunt in te
nemen.Ze moet in alles voor den Heere
staan. Hem gewijd, Hem bereid. Op
Zijn Woord passend, vaardig en gewillig
en met vreugde.
En dit standpunt moet ze durven po
neeren tegenover de machten en de stand
punten der duizenden. Want dit is 't
eenig juiste. Het ware Christelijke. W ant
in Christus is voor den Christen God de
God des Verbonds, der genade en der
trouwe.
Ieder, die als Elia voor den Heere staat,
wordt zoo meer dfin duizend. Hij wordt,
op zijn terrein, soms klein en eenvoudig,
een machtige als Elia, de profeet in ke
melsharen mantel. Want zijns is de macht
voor het ware leven.
Aan zulken heeft onze crisistijd be
hoefte 1
Lezer, lezeres, staat gij voor het aan
gezicht des Heeren
Dat is uw eenig standpunt
Wij als Elia, de Tisbiet!
Brouwer.
niet al te gewaagd, om te veronderstel
len, dat u er prijs op zou stellen, zooals
ik zei, uw kinderen christelijk te zien
onderwezen".
„In dat laatste hebt u gelijk, meester".
„Daarom verblijdt het me ten zeerste,
dat ik u kan verzekeren, dat bij u geen
enkel bezwaar behoeft te bestaan, uw
kinderen naar mijn school te zenden. Ik
ben een- groot voorstander van den gods
dienst en in mijn school wordt niets ge
leerd dat daar tegen strijdt. Mijn school
is juist er een, als u zoekt".
„Van welken godsdienst is meester een
voorstander?" vroeg Donker.
„Van welken?"
„Ja, van welken
„Wel van den godsdienst, Donker".
„En wat houdt die in
„Hoor eens hier, baas Donker, ik ben
geen theoloog, maar ik meen, als we ge-
looven aan den goeden God, den liefde
rijken Hemelheer, we leven braaf en
deugdzaam, geven ieder het zijne en doen
ons best in de wereld, dat dat een gods
dienst waarop niemand iets kan aan te
merken hebben".
„Als uw godsdienst niet méér inhoudt,
en uw onderwijs niet verder strekt, kan
ik u echter de opvoeding mijner kinderen
Gewichtige voorstellen.
Er zijn aanstonds niet minder dan drie
„gewichtige" voorstellen bij de Kamer
ingediend.
Mr. Troelstra wil een Adres van Ant
woord op de Troonrede, niet zuiver als
een beleefdheid tegenover de Koningin
vermoedelijk, maar uit beweegredenen
die men maar raden moet, want een
toelichting geeft hij niet bij z'n voorstel.
Neen, maar dan kennen zijn collega s
van de S. I). P. de vo-rmen beter. Van
hen, en van den christen-socialist Kruyt,
is het tweede voorstel afkomstig. Dit
is gelijk aan 't eerste, maar gaat een
stapje verder, waar het eisclit, dat de
afgetreden ministers in staat van be
schuldiging moeten worden gesteld. Wel
ja, waarom niet 1 Men moet maar durven.
De brutalen hebben immers, naar men
zegt, de halve wereld, en de ontbrekende
helft nemen ze er dan wel bij.
Met groote woorden willen ze kracht
bijzetten aan hun voos voorstel.
'Want een Adres van Antwoord straks
nog, is niets anders dan verspilling van
tijd.
De sluizen der „welsprekendheid
zullen wijd worden opengezet, en stroo
men ze, de ijdele woorden. Maar ons
volk heeft behoefte aan daden Praten
kunnen de heeren straks bij de begrooting
wel.
En zo zullen het wel doen ook 1 Méér
dan noodig en nuttig is.
Het voorstel maakt ook wel wat den
indruk van mosterd na den maaltijd te
zijn. Of liever, het zou een nieuwe
maaltijd van enkel mosterd worden, zóó
ver ligt de dag van het uitspreken der
Troonrede al achter ons.
Ons dunkt, de Kamer heeft wijs gedaan,
het dwaze voorstel te verwerpen, en
zich te houden aan de gewoonte, om
geen Adres van Antwoord te zenden.
Het derde reclamevoorstel is van de
Vrijzinnig-Democraten. De tijd verpraten
schijnt erg „democratisch" te zijn 1
niet toevertrouwen, meester".
„Maar wat wilt u dan
„Ik wil een onderwijs en een opvoe
ding, die er rekening mee houdt en be
lijdt, dat wij, en ook onze kinderen in
zonden ontvangen en geboren zijn, dat
we onbekwaam zijn tot eenig goed en
geneigd tot alle kwaad, en dat
Meester Pennema zag met onverholen
afkeer Donker aan.
„Kom, kom", viel hij uit; „dat is nu
toch wel wat al te bar. Dat is immers
in strijd met alle besef van eigenwaarde,
dat verlaagt ons immers en alle men
schen tot een bende booswichten
„Die we voor God ook werkelijk zijn,
meester", zei Donker kalm, maar met
nadruk.
„En moet ik dat aan de kinderen lee-
Deze heeren meenen, dat liet aller
belangrijkste werk in deze crisisdagen
is, liet invoeren van vrouwenkiesrecht.
Het vraagstuk „is rijp voor een be
slissing", zeggen ze, „en zal aan de
rustige ontwikkeling van ons staatsleren
ten goede komen."
Nu, hóe rijp het is, bleek wel bij de
jongste verkiezing. Alléén de socialisten
gelukte het hun „Suus" verkozen te
krijgen. De kiezers van de meeste
partijen hebben' voor de verkiezing dei-
vrouw geen stap verzet.
Zie ook om uw heen, en zeg mij of
de vrouw het stemrecht begeert; er
naar smacht, als naar iets dat haar
politiek geluk en vrede zal brengen.
Behalve een enkele, wier tijd om ver
kozen te worden onherroepelijk voorbij
ging, en die nu ijvert om zelf te mogen
„kiezen", immers niet.
Toch komen de Vrijzinnig-Democraten,
alsof er niets dringender te doen was,
dan de vrouw in den politieken strijd te
voeren, met hun voorstel.
Voorloopig zullen ze wel niet hun zin
krijgen, alleen een gelegenheid om veel
woorden los te laten.
Onze partij althans doet er niet aan
mee. Art. li van „Ons Program" zegt
„Krachtens beginsel verwerpt de partij
stemdwang en wraakt zij een staat
kundig vrouwenkiesrecht."
Wij zullen niet meehelpen om Mar-
chant en de zijnen een democratische
veer op hun vrijzinnigen hoed te zetten.
Bulgarije heeft gecapituleerd,
ren?" spotte Pennema.
„Juist, maar dat niet alleen. Ze moeten
niet alleen hun zonde en ellende, maar
ook den weg der verlossing kennen in
Jezus Christus", sprak de boer plechtig.
„Weet u wat, boer Donker, u spreekt
als een catechismus. Als u zulk onder
wijs begeert, stuur dan uw kinderen
naar de catechisatie".
„Dank u, meester, dat doe ik ook".
„En is dat dan nóg niet voldoende
een parlementaire regeering.
Op het Westfront gaat het slecht
riep Pennema in verbazing uit.
„Nog niet, nog gansch niet, meester.
Ik verlang een onderwijs, dat met deze
waarheid rekening houdt en daarop den
nadruk legt. Voor mij geldt, ook in de
opvoeding mijner kinderenZoekt eerst
het koninkrijk Gods enZijngereclitigheid
„Nu", zei meester Pennema, die het
vruclitelooze van een verder onderhoud
inzag en wiens ergernis over zijn mis
lukte tocht groeide, „zóó fijn ben ik niet
en zulk onderwijs kan ik niet geven".
„Dan zijn we het volkomen eens,
meester", antwoordde Donker„dat is
ook mijn meening, zulk onderwijs kunt
u niet geven".
„En ik zou het ook niet willen", ver
volgde Pennema boos, zich opwindend.
„Niemand heeft iets op mijn onderwijs
te zeggen en ik ben zoo godsdienstig als
je maar durft denkenmaar meen-je,
dat ik me zou verlagen om zulk een leer
te onderwijzen, me zelf geheel weg te
gooienwie heeft er wat op me aan te
merken Zeker zouden er de „stinkende
wonden en de etterbuilen, die niet uit
gedrukt zijn", ook nog bij moeten", ver
volgde hij smalend, de woorden uit een
der psalmen aanhalend, waarover men
zich onlangs in een notabel gezelschap
Cijfers van Entente-zijde.
Uit Parijs wordt gemeldSinds de
nog recht vroolijk gemaakt had, „maar
daar dank ik voor, dat is me te machtig".
Hij greep hoed en wandelstok en begaf
zich naar de deur.
„Dat spijt me voor u, meester, want
zoo is het toch. De Schrift
„Nee dank-je, dank-je, er zijn al Fari
zeeërs genoeg", riep Pennema buiten
zich zelf van woede, en geheel vergetende,
waar hij zich bevond.
Hij draaide de deur open, stapte haas
tig de gang door en begaf zich zonder
te groeten naar buiten.
„Ik had iets dergelijks verwacht", mom
pelde Donker, terwijl hij de deur sloot.
HOOFDSTUK IX.
In Tweestrijd.
't Werk vlotte bij Heins niet erg dien
dag.
Geen wonder.
Telkens en telkens weer kwamen hem
de dreigende woorden van den burge
meester te binnen. Wat zou hij aanvan
gen Waar was zóó spoedig iemand te
vinden, die de hypotheek zou willen over
nemen ,en zoo al, het zou weer vele extra
uitgaven vorderen, die' hij niet wist te
bestrijden. Maar de hoofdzaak bleef, wie
zou helpen willen? (Wordt vervolgd).
ZEEUWSCH-VLAANDEREN
zijn.
dat is het groote nieuws van den dag.
De voornaamste voorwaarden der gealli
eerden waren
a. ontruiming van al het gebied, dat
Bulgarije tijdens dezen oorlog heeft bezet
b. of de troepen naar huis zenden, óf
gebruik er van tegen de centralen.
Nog belangrijker is, dat de beslechting van
de kwestie der grensregelingen wordt uit
gesteld tot de algemeene vredesconferentie.
Den Bulgaren wordt door deze laatste voor
waarde de mogelijkheid geopend zich door
veroveringen op Turkije schadeloos te stellen
voor hetgeen ze aan Servië in het Westen
zullen moeten afstaan. Er verluidt dan ook
reeds, dat Bulgarije den strijd tegen den
bondgenoot van gister zal beginnen.
Wat de ooi zaak is van de plotselinge
ineenstorting van Bulgarije
Het zijn onze overwinningen ophetWest-
front zeggen de ententebladen. De Bulgaren
hadden genoeg van den oorlog. Zoolang zij
nog hoopten op een overwinning van de
centralen op de entente, konden zij nog
denken er zal toch wel eens een eind aan
komen. Maar de vooruitgang der geallieerden
bewees hiin de ongegrondheid van hun hoop.
Dan maar liever de wapens neergelegd.
Dat is één verklaring.
Generaal Sawof, de gewezen Bulgaarsche
opperbevelhebber verklaarde, dat de oorzaak
van de nederlagen waren „zekere gebeurte
nissen aan het front."
Wanneer een generaal onder zulke omstan
digheden spreekt van „zekere gebeurtenissen
aan het front", bedoelt hij, dat de soldaten
bij bosjes deserteeren.
Ook deze verklaring kan juist zijn.
Wij zouden willen noemen de heerschappij
ter zee van de entente. Die is de grond èn
van de oorlogsmoeheid èn van het deser
teeren der Bulgaren.
Het is mogelijk, dat een arbeider of een
burger zich jarenlang op zijn voedsel be
krimpt dat hij jarenlang afziet van die
schijnbare kleinigheden, die te zamen toch
de bloempjes in zijn leven zijneen kop
koffie of thee, behoorlijk gewassen linnengoed,
een net pak, een pijpje tabak enz.
Het is mogelijk, dat hij als soldaat alles
draagt, en zijn leven offert, maar het is niet
mogelijk, dat hij dit volhoudt, als hij geen
eind ziet in het verschiet. Dan wordt hem
tenslotte het herstel van den vrede, die het
einde moet brengen van de ellende, het
eenige doel, waarvoor het- nog de moeite
waard is zich in te spannen..
Men noemt deze geestestoestand bij het
leger en bij de ammnnitie-arbeidersdemo
ralisatie-, en zij moet onvermijdelijk tot verlies
van den oorlog voeren.
In mindere mate dan in Bulgarije, maar
toch óók, komt deze stemming in Duitsch-
land tot openbaring. Ze richt zich daar
voorhands nog op de eisch van
En die zal Duitschland spoedig krijgen.
De rijkskanselier von Hertling is afge
treden.
En de keizer heeft verklaard voortaan de
macht met het volk te willen deelen. Er
zal in Duitschland een parlementaire regee
ring komen.
De regeering zal worden gevormd uit de
meerderheidspartijen
Als nieuwe rijkskanselier wordt genoemd
prins Max van Baden, de kroonprins van het
groothertogdom Baden. Deze zal dan een
meerderheidskabinet vormen. De partijen die
thans de meerderheid vormen in den Rijksdag
moeten zich góed kunnen vereenigen met
het kanselierschap van prins Max. Ook de
socialisten, die nu wel aan de regeering
zullen gaan deelnemen.
Ook de Al-Duitschers, de oorlogspartij,
halen thans bakzeil. Telkens verzetten ze
zich nog tegen het algemeene gelijke kies
recht. Ze wilden persé aan aanzienlijken en
geletterden, meer dan één stem toekennen.
Een verouderd en onbillijk standpunt.
Nu waait echter de wind uit een geheel
anderen hoek. De commissie uit het Heeren
huis heeft zich plotseling bedacht en neemt
het algemeene gelijke kiesrecht aan. Zelfs
de oer-conservatieve Deutsche Tageszeitung
vindt nu de veranderingen nog niet zoo
kwaad.
Natuurlijk heeft de toestand aan de fronten
en de binnenlandsche strubbelingen bijge
dragen tot deze veranderde zienswijze.
met de Duitschers. Overal moeten ze terug.
Verrassend is vooral het succes der Belgen,
die een belangrijk stnk van den vaderland-
schen bodem op den vreemden indringer
hebben heroverd. Als de Belgen hier bij
Meenen en Rouselaere blijven winnen, zullen
de Duitschers hun stellingen aan de kust
van Vlaanderen moeten ontruimen.
De Engelschen hebben St. Quentin ge
nomen. Ook Kamerijk staat in brand en
wordt van drie kanten ingesloten. Terwijl
de sterke Chemin des Dames met omtrekking
wordt bedreigd.
Eoch valt op niet minder dan vijf punten
van het Westfront tegelijk aan en is overal
aan de winnende hand. In verband ook met
den kritieken toestand in het Oosten van
Europa voor de centralen gelooven we, dat
deDuitschers weinig kans hebben den toestand
te verbeteren in Frankrijk.
Ze kunnen het niet meer houden tegen
de steeds groeiende overmacht. Het zal straks
moeten koinen tot vredesonderhandelingen.
Met het oog daarop is de verandering in
de regeering van groot belang. Wilson heeft
immers gezegd, alleen met een democratisch
geregeerd Duitschland te willen onderhan
delen.
En dien democratischen weg gaat Duitsch
land thans op.