ter versprei euws len No. 51. Woensdag 3 Juli 1918. Ie Jaargang. i w B uiten iamlseh Overzicht. Uit het Binnenland. „De Aanstaande Verkiezingen." ABONNEMENT: $3y Dit blad verscbijfit DINSDAG - en VRIJDAGAVOND, uitgezonderd op Feestdagen, bij den Uitgever D. 11. LITTOOIJ Az. te TER NEUZEN. 'V - TELEFOON Nr. 20. drie maanden bij bezorging 1,—, Franco per post voor Nederland 1.10. Per ADVERTENTIE N. Voor eiken regel meer ƒ0.10. Handelsadvertentiën over twee Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs tweemaal berekend. Abonnementen per contract. Inzending van advertentiön tot 12 uur 's middags op de verschijndagen. Van 1—4 regels ƒ0.40. kolom 6 cent, per regel. V De Rijksmiddelen. De Staat beurt heel wat in Vanaf November 1916 hebben de maaudelijk- sche ontvangsten geregeld stijgingen la ten zien, wat lang niet van ieders in komen kan worden gezegd. Wat echter wel voor allen gelijk is, dat is een steeds grooter worden van do uitgaven. Ln gewone omstandigheden zouden de inkomsten van den staat zeer bevredi gend zijn thans is de schatkist een vat zonder bodem. Mobilisatie en distributie verslinden geweldige somfhen, zoodat onze schuldenlast nu reeds 2300 mihoen bedraagt. Voor 'teerst in dit jaar, heeft de ver- loopen maand minder opgebracht dan in dezelfde maand van 't vorig jaar. Toen waren de ontvangsten echter zeer hoog. De zegelrechten zouden verhoogd worden, en daarom haasten velen zich hun aandeden enz. nog tegen het oude recht gezegeld te krijgen. Eveneens waren de registratierechten toen extra hoog. In Mei 1918 bedroeg de suikeraccijns ruim 3V3 millioen, een bedag, als nog slechts éénmaaj,1 (Juni 1916) voor kwam. De zoutaccijns steeg met 160.000 gulden zeker door 't inzouten van aller lei levensinddden. Het gedistilleerd bracht weer ruim Va millioen minder op. Waar 't graan meer dan noodig is voor voedsel, en de sterke drank nooit heil aanbrengt voor het volk, is deze daling te begrijpen en ver blijdend. Zij het een blijvende daling! Met het oog op het slachtverbod is de daling van den accijns op het geslacht met een V* millioen niet te verwonderen. Veeleer is liet onbegrijpelijk dat deze accijns nog ruim 6 ton opbracht, tegen bijna 5 ton in Mei 1914: De abnormaal hoogö prijzen van liet vee dat nog ge slacht wordt, verklaait dit althans ten deele. Dat het slachtverbod niet zonder uitwerking is, blijkt uit het feit. dat Maart 1918 ruim 12 ton, November 1917 zelfs bijna 17 ton opleverde. De grond en vermogensbelasting ste gen in opbrengstde personeele en in komstenbelasting daalden. De invoerrechten brachten al weor minder op, hoewel de goederenprijzen, die grondslag voor de berekening zijn, fabelachtig boog zijn. Onze handel ligt nagenoeg stil: Daardoor zijn ook de loodsgelden en het statistiekreolit bedroe vend laag. Nemen we de eerste 5 maanden van 1918 samen, dat blijkt, dat de staat uit de gewone middelen ruim 100 millioen kreeg, wat ruim 10 millioen méér is, dan geraamd was. Dus geen reden tot klagen. De buitengewone belastingen brachten in de eerste 5 maanden van dit jaar bijna 104 millioen op. Mei droeg daar toe ruim 20 millioen bij, waarvan uit de oorlogswinstbelasting bijna 15 milli oen. Sedert 1 Jan. is aan deze belas ting nu al ruim 76 millioen betaald! Geen kleine som. In 't geheel beurde liet, rijk van 1 Jan. 31 Mei van dit jaar bijna 221 milli oen. (Gewone middelen 100 millioen buitengewone 104 millioen en opcenten voor hot lecningsfouds 1914 bijna 17 mil lioen). Wat thans over 5 maanden ontvan gen is, bedraagt een som, waarmee men 'enkele jaren geleden voor een heel jaar zeer blij geweest zou zijn l)e groote uitgaven maken echter, dat boe gunstiger de balans der ontvang sten ook moge zijn, de staat steeds die per in schulden raakt. Wat beteekent, dat de belastingen steeds hoogcr en nijpender zullen worden. Geen aange naam vooruitzicht dus. V Zijn zóó bun manieren? In de Ter Neuzensche Ct. van gisteren troffen wij een paar verkiezingsadver- tentiën aan, die opnieuw het bewijs leveren, hoe moeilijk het is den verkie zingsstrijd zuiver te houden. Dat men het bij de vrijzinnigen in het handteeren van nobele wapens niet vér gebracht beeft, nu ja, dat weten wij wel en ons verbazen over een advies van „Christelijk-Historische" kiezers omJhr. de Muralt te stemmen, doen wij heele- maal niet Wij weten wel dat het resultaat van de opleiding lot Christelijke en maat schappelijke deugden op de godsdienst- looze school steeds beeft teleurgesteld, en liet is nu eenmaal een merkwaardig verschijnsel dat, boe meer de vrijzinnigen voelen dat zij terrein verliezen, zoo veel te minder worden zij kieskeurig in de keuze luinner strijdmanieren, en die ergernis zal pas weggenomen worden, wanneer zij er voor goed onder zijn geraakt. Maar wij hebben onze oogen eens uitgewreven, toon wij die kleurige ad vertentie lezen, waarin niet meer en niet minder beweerd wordt, dat alle Hervormden alleen stemmen op Jhr. de Savornin Lobman. Dat zit nog, zeggen de jongens. Dat daargelaten, zouden wij echter willen vragen Wie zond dat advies de wereld in? Wie speculeert daar op de kerkelijke hartstochten Or:s dunkt: de steller dier ad vertentie is de onnoozelheid in persoon Denk je een oogenblik maar in, welk Oen rol die Mr. Lolnngn in de doleantie- dagen beeft gespeeld, en vergeet vooral niet, dat de Heer Lobman nog lid is eener Gereformeerde Kerk, en op zoo'n man zouden Hervormden moeten stem men Wij gelooven niet, dat de leiders der Clir. Ilist. Unie, onder wie wij nobele figuren kennen, zulk gedoe met hun verantwoordelijkheid willen dekken. Het ligt meer voor de band, dat men bier te doen beeft met de vrucht van liet optreden van den een of anderen nieuweling ouder de Clir. Hist, kiezers. Het zou echter wel goed zijn, als dien meuschen eens aan het verstand ge bracht werd, dat de Clir. Hist, partij er zulke manieren niet op na houdt. De terugtocht der Oostenrijkers aan de Piave is onder vreeselijke om standigheden volbracht. Reeds den der den dag van bun offensief werden ze tot staan gebracht, met de Piave in den rug, die woest en onstuimig was door de vele regens in 't gebergte ge vallen. Voorwaar geen aangename positie Maar toen kwam de terugtocht. De bruggen onder 'tvuur van delta lianen. Dag noch nacht lieten deze den tegenstander ook maar een oogenblik met rust, én al zijn er maar 4500 man gevangen genomen, de verliezen moeten onder dat ontzettende, niets sparende vuur, verschrikkelijk geweest zijn. Het regende granaten. Op elke brug. Een groote, houten brug werd zoo fi naal in brand geschoten, dat er niets van overbleef, dan wat verkoolde balken, die de rivier afdreven „Herstellen", luidde 't bevel. Maar 'tging niet. De Oostenrijksclie gênietroepen, die wanhopige pogingen deden om de brug weer op te bouwen, worden gedood en dreven met het gebruikte en vernielde materiaal de rivier af. En zoo ging liet schier Overal. Gelieele convooien van voorraden ble ven achter. Ponten, die soldaten moesten overzetten, werden stuk geschoten, en hun wrakhout bedekte de Piave. Niets, niets was voor dat vernietigend vuur der Italianen, die den afstand tot de rivier precies wisten, bestand. Tenslotte was nog één brug over. Maar die was te dicht bij zee en on voldoende voor bet geweldige verkeer. Niettemin zonden de Oostenrijkers een lange reeks snelle auto's langs dien weg. Een op de twee van die auto's werd getroffen Zóó werd dé terugtocht volbracht. Het was een nederlaag, hoe schitterend de terugtocht op zichzelf werd uitgevoerd. Het was een slachting van jonge, sterke menschenlevens. Arme, verdwaasde mensch, die den oorlog verheerlijkt. Een gevaarlijke crisis maakt Oostenrijk door. Het offensief totaal mislukt. En in 't binnenland woelingen, honger, stakingen en ruzie tusschen de verschillende volken die samen de Donau-monarchie vormen. Oostenrijk is wel eens genoemd een lappendeken. Duitschers, Hongaren, Tsjechen, Polen, Slaven, Serviërs, Itali anen en Roemenen wonen er in Oosten- rijk-Hongarije, en verbijten haast elkaar. Slechts het vorstenhuis is de niet zeer vaste band, die het mengelmoes van volken samenhoudt. Reeds dikwijls heeft hot er gespannen, maar als nu nooit 't Blijkt, dat er in Oostenrijk-Hongarije Raden van Arbeiders bestaan, 't Eerst kwam dat uit, toen liet broodrantsoen in W eenen op 90 gram wij hebben ten minste nog 200 grain en natuurlijk veel meer andere producten) werd gesteld. In de meeste fabrieken staat het werk stilsinds dagen verschijnen er geen kranten meer. De arbeiders eischen verwijdering van de gendarmes uit de fabrieken, die op de werklieden hebben geschoten hoogere loonen vrede de regeering weg, omdat die in het kiesreclitvraagstuk niht ver genoeg ge gaan is. Door middel van vliegende blaadjes worden de mensclien nog meer opgehitst. Toen de minister-president Wekerle dit scherp afkeurde en bestreed, waren er zelfs afgevaardigden die hem daarover aanvielen. Of liet dus ook woelt en gist in 't oude rijk der Habsburgers. De houding der regeering te£en dit misdadig woelen is krachtig. Met kracht treedt Wekerle op tegen de stakers, die de revolutie willen in voeren. En dat schijnt niet zonder uitwerking te blijven. De laatste berichten althans zeggen, dat de politieke staking begint te ver- loopen. Tenminste in Hongarije. Ook de kranten verschijnen weer. De socialisten hebben reeds aange maand de staking op te heffen en den arbeid zoo spoedig mogelijk te hervatten. Zulks alleen op grond hiervan, dat bij den tegenwoordigeii' toestand en op dit oogenblik de politieke strijd geen resul taat kan opleveren en een voortzetting daarvan slechts nutteloos de kracht der arbeiders zou verzwakken. De regeering zal reeds de volgende week een aanvang maken met de behan deling van het kiesrecht ontwerp in bet Huis van Afgevaardigden. De regeering heeft dus wel succts ge luid met baar krachtig optreden. Voor ditmaal althans is Hongarije bewaard voor een bolsjewiki-overheersching. In Oostenrijk schijnt het er echter nog minder goed voor te staan. Berichten, waaruit we iets kinnen te weten komen, zijn er weinig. En dat is een slecht teeken. Over de rede van Von Kuhlmann is in Duitschland heel wat te doen. Hij heeft nog eens weer op den voor grond gesteld, dat Duitschland bereid is vrede te sluiten op eervolle voorwaar den. Een vrede door overleg. Zelfs wees hij er op, dat een militaire beslissing niet te verwachten is. Nóch Duitschland, noch de entente is instaat z'n vijand te verpletteren. Deze laatste uitlating bezorgde hem lievige aanvallen van de oorlogspartij, die noji altijd van een Duitsclien vrede droomt, aan de wereld gedicteerd, te Parijs. Als die manneiT aan 'troer kwamen, dan was er geen sprake van een accoord, vóór en aleer de laatste man en de laatste stuiver opgeofferd was. Daarom zijn we wel ingenomen met het aanblijven van Von Kühlmann. Dat beteekent, dat in Duitschland de partij die een vrede door overleg wil, 't sterkste is, en 't bewind in handen houdt. Dat kan aan den vrede slechts ten goede komen. GEREF. KNAPEN EN I1UN LEIDERS. In Augustus wordt voor do Geref. knapen weer een tentkamp ingericht bij 's-Heerenloo, en wel gedurende drie we ken. Onder de enorgieke leiding van den hoer Joh. C. Francken, van Rotterdam, neemt het aantal leiders snel in omvang toe en klom reeds tot 402, terwijl het knapenblad 5200 abonné's telt. ZACHTE ZEEP. De Nederl. Correspondentiebnreau in Den Haag meldt, dat de beschikking verkregen is over een hoeveelheid afval vetzuur voorde vervaardiging van zachte zeep, zoodat er gegronde hoop bestaat, dat met een viertal weken weer zal kunnen worden begonnen met de dis tributie van zachte zeep, zij liet ook van eenigszins andere samenstelling dan ge woonlijk. GE! N UITVOER VAN AARDAPPELEN. Van bevoegde zijde verneemt het Haag- sclie Correspondentiebureau In de bladen kwamen berichten voor dat uit besprekingen te London gehouden, zou volgen dat Nederland, ten aanzien van den uitvoer van vroege aardappelen, niet geheel vrij zou zijn. Dat is niet juist. Wel is als voorwaarde voor de levering van kunstmest van overzee verlangd, dat de uitvoer vau jonge aardappelen beperkt zou worden. Evenwel is deze voorwaarde niet aan vaard. Voorraden kunstmest op weg naar Nederland zijn (fan ook niet doorgelaten. £k>k naar de zijde der centralen is voor de uitvoer van jonge aardappelen geen toezegging gedaan. De toestand is dus, dat Nederland ten opzichte van dien uitvoer uitsluitend met Nederland- sche belangen ten rade kan gaan en door geen overeenkomsten is gebonden. GEEN VERMEERDERING VAN BROODRANTSOEN. Naar de „Maasb." uit goede bron verneemt, denkt de regeering er niet aan om naar aanleiding van het binnen komen van slechts enkele graanschepen, zooals de „Java", het broodrantsoen te verlioogcu. Deze betrekkelijk geringe hoeveelheden graan en meel zullen voor- loopig voor nog slechter tijden worden gereserveerd. MESTEN VAN VARKENS. In antwoord op vragen van den heer Julen deelt de minister van Landbouw o.m, mede dat van de huisslachtingen, die eigen gezin van vleesch en spek, kunnen voorzien, veel gebruik zal wor den gemaakt, al moet ook do reuzel van de geslachte varkens worden ingeleverd. De varkens voor de algemeeno distri butie komen ter beschikking van het Rijkskantoor van vee en paarden, dat direct of later de gemeenten voorziet; al naar gelang andere vleeschsoorten in- voldoende hoeveelheden aanwezig zijn. DE REGEERINGSVOORLICHTER WÈL Men meldt uit Maastricht aan de „N.Cl" De directeur der eierenmijn te Roer mond weigerde in de afgeloopen week eieren te leveren aan het Levensmiddelen bureau, zelfs voor de zieken, tegen den vastgesteldeu maximumprijs. W'cl wer den eieren geleverd aan particulieren tegen den prijs van f 0.20 bij hoeveelhe den van zelfs 1000 en zelfs 3000. Aan de banketbakkers werden de eieren 1 a 2 cent liooger berekend, naar het heette voor liet overladen. En diezelfde direc teur Breukers was aangewezen om den Minister voor te lichten inzaken de op lossing der eierendistributie. Vrijdag, 28 Juni, 's avonds te ruim 7 uur, trad in de bovenzaal van het Hotel des Pays-Bas te Ter Neuzen voor de Anti-rev. kiesvereeniging „Nederland en Oranje" op de Heer J. van der Molen, Lid der Tweede Kamer te Rotterdam, niet het onderwerp „De Aanstaande Verkiezingen." De vergadering werd door den Voor zitter den Heer H. Koelmans, met gebed geopend. In zijn- voorwoord noemde de Voorzitter het een zeer gewaagde zaak, dat ons huidig ministerie in de tegen woordige tijdsomstandigheden de bekende Grondwetsherziening heeft doorgezet en als gevolg daarvan deze algemeene ver kiezingen heeft uitgeschreven. We be leven troebele tijden als nooit te voren, gevaren bedreigen ons aan allen kant, de oene onweerswolk na de andere komt opzetten, terwijl we in deze tijden niets meer behoeven dan een eensgezind volk, en een sterke regeering, dio, door liet volk gesteund, met Gods hulp het schip van Staat door de branding weet heen te loodsen. Evenwel de verkiezingen zijn uitgeschreven en wij zijn geroepen er aan deel te nemen. Hoe wij daaraan deelnemen zullen Dat hangt af van ons beginsel. Hoe denken wij, als anti revolutionairen over onze beginselen en de toepassing daarvan in liet Staatsbe leid Hij acht liet een geluk, zulk een talentvol spreker als den Heer Van dei- Molen in het midden der vergadering te mogen inleiden. Zooveel te meer, omdat hij, als schoolmeester, met alle Chr. ouderwijzers en vrienden van liet Chr. onderwijs, dezen gevierden spreker ten zeerste verplicht is voor hetgeen deze in de maand Febr. van dit jaar ten hunnen bate heeft verricht. Om die reden neemt hij deze gelegen heid te haat om hem uit aller naam hartelijk dank zeggen. En waar deze poging met zulk succes bekroond is ge worden, spreekt hij den wensch uit,'dat zijn gelieele strijd in deze verkiezings dagen met denzelfden uitslag bekroond moge worden. Daarna deelt de Voorzitter mede, dat na de rede van den Heer Van der Molen een kleine pauze gegeven zal worden. Dan is er gelegenheid tot debat, over het karakter waarvan hij in liet kort zijne meening uiteenzet. Vervolgens geeft de Voorzitter het woord aan den Heer Van der Molen. De spreker begint met op te merken, dat ook volgens zijn opinie het niet zonder bedenking was, dat onder de huidige omstandigheden door de regeering een grondwetsherziening werd doorgezet, zoo dat we wel verplicht zijn een verkiezing als deze tegemoet te gaan. De tegen woordige omstandigheden zijn wel aller minst geschikt om een binuenlandsclien strijd tc doen ontbranden tusschen de verschillende volksgroepen, die er een eigen staatkundig beginsel op na houden. De Voorzitter staat alzoo in zijne mee ning niet alleen. Ook hij heeft in 1916 reeds bezwaren daartegen geopperd, maar hij werd om die reden een pessi mist genoemd, als een, die wat zwaar op de hand was Hij vond tegenover zich tal van optimisten, die de meening waren toegedaan, dat du oorlog wel gauw ten einde zijn zou, en de regeering ging er in voor, dien valschen waan te voeden. Ook zij toonde in hare maat regelen, dat zij een spoedig einde van den wereldkrijg, binnen de drie maanden, te gemoet zag. De optimisten hebben het gewonnen. In December 1917 werd de gewijzigde Grondwet plechtig afge kondigd, en toen stonden do verkiezingen van 1918 vast. De ontbinding van de Tweede Kamer moest volgen. Was vroeger een termiju van een half jaar bepaald voor het bijeenroepen der nieuwe, thans is die termijn verlengd tot con jaar, en dus moet do nieuwe Kamer in Dec. van dit jaar gekozen zijn. Op 3 Juli nu moeten wij naar de stembus. Wij moeten nu. De verkiezing ontwijken, kunnen wij niet, de nood is ons opgelegd, wij moeten ons over de nieuwe Grondwet uitspreken. Die Grondwet nu is herzien op oen paar zeer belangrijke punten. liet gaat vooral om art. 80, waarin liet kiesrecht geregeld wordt, en om art. 192, dat behelst de regeling van liet Onderwijs. Bij beide artikelen hebben we nu eenige momenten stil te staan. Dat de Grondwet herzien werd, be hoeft geen bevreemdiug te wekken, ook door minister Heemskerk is dat in uit zicht gesteld geworden. Zelfs gevoelde men in onze anti-rev. kringen in- die dagen groote opgewektheid daarvoor. Herinnert u de bezielende rede van onzen grijzen leider ter opening van de depu- tatcnvergadering over den „Meiboom in de Kap." Bedoeld werd de dfoor min. Heemskerk voorgestelde herziening van het onderwijsartikel,art. 192. Volkomen recht zou ei gedaan worden aan de Vrije School; onze Vrije School zon als gelijk waardig instituut naast do Openbare erkend worden. Daarop inzonderheid werd gedoeld in die kloeke, veelbelovende rede„De Meiboom in de Kap." Vol moeds gingen we toen liet oorlogs pad op. Spreker had toen wel eens een gevoel, alsof liet toeli niet helpen zou. Hij kan ten minste verklaren, dat hij 1111 veel meer plezier heeft in den strijd dan in 1913. Toen zijn de stormen losgebrokeu uit de vier winden der aarde. De dure klompen, liet dure schoeisel, de dure stopsajet hebben ons kabinet ten val gebracht. Tien manschappen hadden wij, auti-rev in den strijd gelaten de slagen moeten ook altijd op onzen kop neer komen. Maar we kunnen er wel tegen toch blijft het merkwaardig, dat wij altijd de felste slagen verduren moeten. In Sept. '13 kwam de'Kamer weer bijeen. Wij zagen elkander aan, alsof we vragen wilden: Wat zal het zijn? De vrijzinnig heid had zich geconcentreerd, wij zagen tegenover ons liet machtig blok chir concentratie met op den voorgrond de S. D. A. P. Vier groejion van links, die vast besloten hadden, dat het uit zou zijn met de Christelijke politiek Evenwel, het ging als met de Egypte- naren iu de Iloode Zee: Ze stieten aan ,23E3SaUfS?«M2:: '.V'^ ft ras. !P->uaare<r:/Pir-.-

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1918 | | pagina 1