Orgaan ter verspreiding der Christelijke Beginselen in ZeeuwseMlaanderen. Woensdag 26 Juni 1918. le Jaargang. IDËNBUM gestemd. Buitenlandsch Overzicht. Uit liet Binnenland. ABONNEMENT: Waarvoor sn waartegen de Anti revolutionaire partij strijdt. ADVERTENTIE N. De sociale verzekering. Zijn ze beter? Trouw aan ons beginsel. V Oppassen blijft de bood schap De Christen-Socialisten. V Samengaan onmogelijk. In Italië De resultaten van het Oostenrijksch offensief ministers in Engeland In Zuid-Afrika Dit blad verschijnt DINSDAG- en VRIJDAGAVOND, uitgezonderd op Feestdagen, bij den Uitgever D. H. LITTOOIJ Az. te TER NEUZEN. TELEFOON Nr. 20. Per drie maanden bij bezorging f 1,-»—Franco per post voor Nedejland 1.10. Van 1—4 regels 0.40. Voor eiken regel meer ƒ0.10. Handelsadvertentiën over twee kolom-6 cent«per regel. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs tweemaal berekend. Abonnementen per contract. Inzending van advertentiën tot 12 uur 's middags op de verschijndagen. Tegen het vloeken en mis bruik van sterken drank. Voor Zondagsheiliging. Voor neutraal blijven in den oorlog. Tegen het geheim gekonkel van diplo maten. Voor het C'h r i s t e 1 ij k onder- w ij s. Voor het geven van gelegenheid tot onderwijs tot het veertiende jaar. Voor uitvoering der soci ale wetten van Talma. Voor opneming van niet- arbeid eYs in de sociale wet geving. Voor vrije geneeskundige behandeling. Vooi uitbouw van het collectief ar beidscontract. Voor bescherming van volwassen ar beiders. Voor zoo spoedig MOGELIJK herstel van v r ij h e i d van han del en b e d r ij f. Voor onbekrompen distri butie. Tegen prijsopdrijving. Tegen vrouwenkiesrecht. Tegen verwaarloozirig van onze Ver dediging. Tegen het opiummisbruik in Indië. Voor de Zending. Voor bezuiniging van Staats uitgaven. Voor goede salarissen van ambtenaren. Voor belasting naar draag-, kracht. Tegen onbillijke grondbe lasting. Voor het platteland, voor boeren en arbeiders. «f Bij de sociale verzekering moet op den voorgrond staan het helpen van invalide (door ongeluk of ziekte ongeschikt tot werken) arbeiders, van weduwen en weezen, en van de oudjes. Geen politieke bedoelingen 1 Alleen het belang van den arbeidersstand. Als men, wat de socialisten willen, premie verleent, enkel op grond, dat de aanvrager er behoefte aan heeft, (wat ze moeten bewijzen namelijk hun behoeftig heid, wat nóch aangenaam, nóch kiesch is), zet men den eersten stap op een eindeloos langen weg, die den werkmans stand niet opheft, maar omlaag trekt. De loonen zullen er door worden gedrukt. En dat mag niet. De arbeid in dagen van gezondheid, jeugd en kracht verricht, moet de bron en de rechtsgrond zijn, waaruit voort vloeit de rente in dagen van ziekte, ouderdom en zwakte. Daarop heeft de arbeider recht. Dat verheft hem. Dat daarbij het bedrijf, de ondernemer een groot deel van de premie betaalt, is goed. De rente is dan uitgesteld loon. Loon, dat de werkgever niet direct den arbeider ter hand stelde, maar voor hem aan de Rijksverzekering betaalde, en waaruit straks de renten worden be taald. Het pensioen is dan verdiend er is voor gewerkt. Het is geen gave, maar een uitkeering van een premie, waarvoor de arbeider heeft betaald, omdat de wet den werkgever verplichtte, het loon te verhoogen met de door den arbeider te betalen premie. Het bedrijf, waarvoor hij werkte, toen hij gezond en jong was, draagt de zorgen voor zijn invaliditeit en ouderdom. Dat is billijk. Dat drukt niet de loonen. Het is geen bedeeling, zooals het Staats pensioen, het is een premie, waarop hij recht heeft. Maar onze partij wil meer. Volgens Talma's Invaliditeitswet vallen alle arbeiders die in loondienst zijn er onder. De ziektewet omvat alleen de vaste arbeiders in dienst van ondernemingen. Dus niet de werklieden in dienst bij particulieren en vereenigingen. Ook niet de losse arbeiders. i Be indien keert de ziektewet alleen ziekengeld uit, geen geneeskundige be handeling. Deze beperkingen wil de Antirevolu tionaire partij opheffen. En de beide andere rechtsche groepen zijn genegen ons daarbij te steunen. Niet alleen zij, die in loondienst werken, maar óók de zeifstandigwerkenden, zooals schoenlappers, bakkers, strijksters, vee drijvers enz. enz., moeten onder de wet vallen. Het program der Antirevolutionaire party voor deze stembus bedoelt ten opzichte van de sociale verzekering Invaliditeitsrente, weduwen- en weezen- rente, ouderdomsrente, ziekte-uitkeering en vrije geneeskundige behandeling, voor ALLEN die werken en minder verdienen dan pl.m. f 1200.tegen betaling vau zeer lage premie. Is dit streven niet een warmen strijd van onze christelijke arbeiders waard Op dan, voor oen sterke rechtsche meerderheid. Als één man gestemd op IDENBURG, om zoodoende een groot aantal van onze eandidaten gekozen te krijgen. Dat is de weg, om te komen tot een eerlijke uitvoering van de sociale wetgeving Op 3 Juli voor arm en oud, voor ziek en zwak, naar de stembus en Art. G—9 van het A.-R. Program van Actie zijn gewijd aan de sociale nooden. We kunnen dat niet alles opnemen, maar grijpen er deze zinsneden uit „Voorts worde de ongevallenverzeke ring hoe eer hoe beter uitgebreid tot landbouw, visscherij en zeevaart.11 „Aan den Middenstand worde, deels ook door hulpe van den Regeering, de moge lijkheid van meer afdoende organisatie verleend". „Aan de behartiging van de belangen van den Middenstand worde ernstige aandacht gewijd". „Ten opzichte van den arbeidsduur worde gestreefd naar meer afdoende bescherming van volwassenen, inzonder heid van de gehuwde vrouw". Om onze arbeiders te verlokken op hun eandidaten te stemmen, beweren de so cialisten, dat de uitwerking van art. 192 volkomen goed aan hen is toevertrouwd. Zij dragen de bijzondere school geen kwaad hart toe, o neen Ze willen dan zelfs nog wel eens op de onbetrouwbaar heid der liberalen schelden. Maar zij zelve Zij willen wel recht doen aan het bijzonder onderwijs. Is dat echter wel geheel overeenkom stig de waarheid De heeren beroepen zich gewoonlijk, als bewijs van hun goedwilligheid, op de motie, aangenomen op het congres te Groningen in 1902. De z. g. Groninger motie. Toch gaat dat niet op. Die motie is niets anders dan een paradepaard. Slechts in schijn deed ze recht. In werkelijkheid stelde ze eischen aan de bijzondere school, die wij niet kunnen en niet mogen inwilligen. In het officieele verslag van het con gres lastige dingen toch, die oude verslagenstaat het bewijs van de onoprechtheid der motie. Mr. Mendeis zei letterlijk aldus „Zij (is de motie) eischt b.v. een totaal zelfstandige positie van de onderwijzers en geheele vaststelling van het leerplan door den Staat. De Antirevolutionairen zullen dat nooit toegeven. Deze eisch staat dus gelijk met niet-inwilliging." Als een socialist u dus spreekt van zijn bereidwilligheid om recht te doen aan de christelijke school, en van de Gro ninger motie, houdt hem dan deze uit spraak onder den neus. Hij zal dan mpei- lijk kunnen ontkennen, dat wij met de Groninger motie niets geholpen zijn. Het zou de dood zijn voor onze scholen. Maar ook de pracktijk pleit niet voor de heeren. Toen in 1903 de socialistische voor stellen tot herziening der grondwet ver schenen, stond daarin niets over het on derwijs. De heeren hadden het zeker „vergeten". Toen in 1905 Dr. Kuyper voor de vrije ontwikkeling van het christelijk onderwijs gedeeltelijk vrij baan maakte, waren de socialisten bij de felste tegenstunders. Toen in 1918 Jhr. Savornin de Lohman probeerde voor de christelijke onderwij zers een behoorlijke bezoldiging te ver krijgen, stemden de socialisten tegen. Nog nooit hebben de socialisten één poging gedaan, om ons recht te doen. Laat u dus niet bedotten. Alleen aan rechts is de uitwerking van art. 192 toevertrouwd. Alleen door rechts te stemmen, komt ge op voor de christelijke school. Alleen de rechtsche groepen zijn be reid op te komen voor liet eeuwig en geestelijk welzijn van uw kind. Voorliet steunen van de school, waarop ge uw kind kunt laten onderwijzen, naar eisch van Gods Woord, in overeenstemming met de belofte door u bij den doop van uw kleinen afgelegd. Als ge dan ook vraagtZijn ze beter, de socialisten dan de liberalen op 'tge- Med van de onderwijskwestie dan is hierop ons antwoordIn woorden mis schien, in daden geen l. zar. Do strijd op 3 Juli'zal een beginsel strijd wezen. Het gaat er om, of ons land geregeerd zal worden volgens de beginselen neergelegd in Gods Woord, dan wel volgens de revolutie beginselen. Daartusschen moeten we kiezen. Geen kleine belangen of grieven mogen ons weerhouden om op 3 Juli onzen plicht te doen. Geen neutraliteit is geoorloofd in dezen strijd. „Wie niet vóór Mij is, is tegen Mij", sprak eenmaal de Heiland. Kiezen we dan vóór de Christelijke beginselen, die ons lief en dierbaar moe ten zijn. IJveren we voor onzen Koning, óók op 't staatkundig gebied des levens. Doen we ons best, om onze Christe lijke beginselen te diagen naar het re- geerkasteal. Werken we met alle geoorloofde en eerlijke middelen voor onze mannen. Zij er geen lauwheid en laksheid onder ons, opdat we aan den avond van den derden Juli, hoe ook de uitslag zij, het wetenwe hebben ons best gedaan. Nu er stemplicht is, denken velen, dat op 3 Juli alle stembusarbcid wel achter wege kan blijven. Toch is dat niet het geval. Ook nu moet worden gezorgd, dat op den stembusdag de lauwen en tragen opkomen. Immers, wat helpt het ons, of de thuisblijvers al een geldboete krijgen... hun stefn zijn we kwijt, en om die stem is het ons juist te doen. Aan de stembus moeten dus de lijsten dip immers overal in ordfe zijn worden gecontroleerd. De tragen moeten gewaar schuwd en desnoods gehaald worden. Om deze controle te vergemakkelijken, is het noodig, jj|pt ieder zoo vroeg mogelijk gaat stemmen. Liefst vóór twaalf uur. Ook moet worden gedacht aan de gemobiliseerden, aan degenen die ver huisd zijn en aan hen, die buiten de gemeente werken. De kiesvereenigingen moeten hen tijdig aanschrijven indien noodig hen de reis kosten vergoeden.. Er mag geen enkele van onze kiezeis op 3 Juli ontbreken. Ook moet bij de stembus gezorgd worden voor een inlichtingendienst. Niet alle kiezers zullen den weg weten te vinden op het samengestelde biljet. Onze kiesvereenigingen hebben te zorgen, dat ze mannetjes bij de stembus liehben, die zulke kiezers voorlichten. Eerst als de klok zijn vijf slagen heeft doen hooren op den derden Juli, is het werk voor de kiesvereenigingen afge- loopen. Tot zoolang blijft oppassen de bood schap. De Bond van Christen-Socialisten trekt bij de a.s. verkiezingen op onder de leuze: „Tegen het Imperialisme het Evangelie" en voert als een van dc redenen, die den Nederlandschen kiezer moeten bewegen op de door hem gestelde eandidaten zijn stem uit te brengen, aan de overtuiging „dat het beginsel van het Christendom „liefde tot God en den naaste (Matth. „22 3739) moet worden toegepast op „alle terrein des levens, dus ook op liet „gebied van Staat en Maatschappij. Indien men het met de liefde tot God in die partij ernstig meende, dan zou men daar toch moeten verstaan, dat het in llagranten strijd is met den eisch van Gods woord, den Rustdag te gebruiken tot liet verspreiden huis aan huis van verkiezingspamfletten, zooals dat jl. Zon dag in Ter Neuzen heeft, plaats gehad. Zulk optreden werpt op het „Christen dom" van deze socialisten een eigenaar dig licht en bevestigt slechts wat wij wel wisten, dat de samenvoeging vati de namen Christen en Socialist slechts schijnbeteekenis heeft. Dat optreden laat aan dege len, die prijs stellen op liet behoud van de Chris telijke grondslagen van ons volksleven niet den minsten twijfel over aan het gevaar, dat onzen Nederlandschen Staat ook van dien kant dreigt. Het is een „Christendom" van men- sclielijke inzetting, van ongebondenheid en losmaking van den band aan het Woord, hetwelk zóó weinig gemeenschap heeft met "liet levensbeginsel van het ware Christendom, waardoor al onze handelingen moeten beheerscht worden, dat wij dezen politieken revolutionairen wel kunnen verzekeren, dat in Ter Neu zen geen onkel oprecht Christen bij de komende Kamerverkiezingen zich in hun fuik zal laten vangen. De Economische bond zoekt ook onder de kiezers van Rechts volgelingen te winnen. Nu gelooven wij dat het daarmede niet zoo'n vaart zal loopen. Onze Rechtsche kiezers kennen het liedje wel, dat in allerlei toonaard links gezongen wordt, „dat het geloof geen scheiding behoort te maken tussclieu de burgers van eenzelfden Staat." De antithese is immers een „uitvinding" van dien boozen Dr. Kuyper Wat dan wel te zegggn van het woord van den Voorzitter van dien Bond, die op 6 Mei jl. tot Mr. Treub heeft gezegd „Wij noemen u niet den van God gegeven leider en evenmin zijgen wij U toe dat 's Heeren zegen op U daal." Deze beboefteloosheid aan Hoogeren bijstand spreekt boekdeelen. Men meent het in de vrijzinnige kringen het is bekend heel goed af te kennen zonder de hulp van God. Maar bewijst dit smalende woord niet evenzeer als menige uitspraak van de sociaal-democraten, dat het s;uu ngaan met de liuksche partijen alleen dan mogelijk is, als men zijn heiligste over tuiging maar binnenkamers houdt? Wat toch een onbenulligheid van der gelijke politieke nieuwlichters! Zouden zij dan waarlijk denken, dat er onder de Rechtsche kiezers één is, die hun spel niet doorziet wordt nog verwoed gevochten, zonder dat een van beide partijen groote successen heeft behaald. De Oostenrijkers hebben tot dusver 40.000 gevangenen gemaaktde Italianen brachten er 12.000 binnen. Een groot deel van het door de Oostenrij kers veroverd terrein is reeds weer verloren gegaan Zelfs hebben ze in het gebergte de handen, vol met het afslaan van de tegen aanvallen der Italianen. Met het oog daarop kunnen we spreken van een mislukking van het offensief der Oostenrijkers. Aan de Piave zijn ze iets gelukkiger. Tot nu toe hebben ze zich op onderscheidene plaatsen van deu Westelijken oever kunnen handhaven. Toch is hun poSitie daar verre van aangenaam. Vlak achter hun troepen stroomt de breede rivier. De wilde bergstroom sleurt soms hun bruggen mee, die bovendien nog door de Italianen beschoten worden. Aan de voorziening met voedsel en ammunitie moet dan ook heel wat haperen. Dat de Oostenrijkers echter terrein aan de rechterzijde der rivier (zoogenaamde brugge- hoofden) bezet houden, is ook voor de Itali anen niet bijster aangenaam. Immers heeft daardoor de bedreiging van Venetië en de laagvlakte aan kracht gewonnen. Verwacht mag dan ook worden, dat de strijd, die thans iets verflauwd is, spoedig weer met groote hevigheid zal herleven. Er is beide partijen heel veel aan gelegen, om bij de Piave terrein te winnen. De Oostenrijkers moeten verder vooruit, zoodat ze meer ruimte van beweging krijgen, of terug over de rivier. De Italiauen willen ze dolgraag terug drij ven, omdat een vooruitdringen van de Oos tenrijkers langs de zee, voor hen noodlottig zou worden. zijn dus mager. Voor het offensief begon, waren er Itali- nanjche troepen naar het Westfront gestuurd, ter ondersteuning der Fransohen. Vermoede lijk vijf divisies." Dus geen groot aantal. Voorloopig kan er natuurlijk aan verdere troepenzending niet worden gedacht. De mannetjes moeten in Italië zelf blijven. Dat is dus althans iets. Al is 't een mager re sultaat. Want de bedoeling is natuurlijk geweest, om den Italianen er zoo goed van langs te geven, dat de Franschen en Eugelschen hun hulp moesten sturen. En daar lijkt het niet op. We gelooven dan ook, dat dit offensief als de Oostenrijkers geen grooter vocrdeelen behalen voor de Donau-monarchio gevaar lijker is dan voor Italië. De Oostenrijksclie minister-president heeft verklaard, dat de crisis in de levensmiddelen- voorziening niet alleen de burgerlijke bevol king, maar ook het leger betreft. Het is wel merkwaardig, dat men met een groot offensief in zee is gegaan, terwijl de voorziening van het leger zoo uiterst ge brekkig is. Met een hongerige maag is het slecht oorlogvoeren. Het is typisch Oostenrijksch. Terwijl op het Westfront een betrekkelijke rust de stilte, die den storm voorafgaat heerscht, hebben een tweetal eens weer redevoeringen gehouden. Balfour wees er op dat de entente ten allen tijde tot den vrede bereid was, maar dat hij het toch het beste achtte om maar door te vechten tot het bittere einde. Een vreemde logica dus. Lloyd George heeft over den volkerenbond georakeld. Maar ook zijn rede heeft den vrede niet nader gebracht. Het woord zal straks wel weer aan het zwaard zijn. De Duitschers zullen stellig, gedachtig aan 't spreekwoord„men moet het ijzer smeden, als het heet is", er weer op losslaan. Ze moeten vóór de Ame- rikaansche millioenen komen, een beslissing bevechten, willen ze tenslotte niet door uit putting den strijd verliezen. Voor redevoeringen is het nu geen tijd. En met bepaalde voorstellen komt geen van beide partijen, hoewel alleen die den vrede nader kunnen brengen. Woorden, hoe luide ook toegejuicht, hoé mooi en idealistisch op zichzelf, helpen niets.-* We letten in de komende weken meer op Hindenburgs zwaard, dan op Lloyd George's woorden. is ook weer eenige roering merkbaar. Generaal Botha deelde in den UnierVolks- raad mede, dat hij goed vertrouwbare be- riöhten Ontvangen had van geheime bijeen komsten van ontevredenen in verschillende deol^n van het land. Deze mensclien willen de oiide republieken terug. Deze vergaderingen werden 's nachts ge- gehouden en er hadden reeds 8000 menscken een eed van geheimhouding gedaan. Als men bedenkt, dat bij den vorigen op stand (Beyer, Fourie) 10000 mannen waren betrokken, dan is dit aantal nog al groot voor Zuid-Afrika. General Hertzog stelt echter niet veel vertrouwen in de leiders der onderneming, waarvan ons de namen niet bekend zijn. Hij verklaarde niet aan hun kant te staan. Toch beweerde generaal Hertzog, dat als de regeering de beweging om meer vrijheid en onafhankelijkheid tegenwerktmen dan genood zaakt zal zijn geweld te gebruiken. „Dat is een zaak, die men niet keeren kan", zoo voegde Hertzog er aan toe. Het gist dus terdege in Zuid-Afrika. Maar is Engeland niet voor het „zelf beschikkings recht'' der kleine volken? Volgens de woorden van Lloyd George wel. En 't begint er op te lijken, dat de boeren dat al vast maar eens in practijk willen brengen. VEREENIGING TOT VERZORGING VAN KRANKZINNIGEN IN ZEELAND De 14e Jaarvergadering werd Vrijdag j.l. te Goes gehouden onder leiding van den Voorzitter Ds. J. H. Donncr te Breda. Vooraf werd een bidure gehouden waarbij voorgingen Ds. J. Gouverneur van Zierikzee en Ds. S. Groeueveld van Terneuzen. De eerste spreker behandelde Hand. 1628. De tweede spreker sprak naar aan leiding Jes. 639a. Ter vergadering waren een groot aan tal leden aanwezig, waaronder de afge vaardigden van 45 Afdcelingen en 21 Corporaties. Uit het verslag van den Secretaris bleek dat bij het einde van het Ver slagjaar bij de Vereeniging 66 afdeelin- gen en 31 Oorporaties waren aangeslo ten en dat het aantal leden is geklom men tot 3879. Tot Geneesheer-Directeur werd definitief benoemd de Heer W. K. Dikland,- terwijl als eerste Geneesheer in functie trad do arts P. de Jonge van Tholen. Het aantal patiënten in de Sti.chting bedroeg aan het einde des jaars 230 mannen en 254 vrouwen. In loop des jaars werden 72 patiënten ontslagen, waarvan 23 als hersteld, en 14 als ge noegzaam heisteld, 9 als niet hersteld doch verbeterd en 26 als niet hersteld. De Penningmeester gaf een overzicht van den financieelen toestand van ver eeniging en stichting, waaruit bleek dat de exploitatie der Stichting over 1917 een verlies heefj opgeleverd van bijna f 16000.— Het verliescijfer zou nog grooter zijn geweest, wauneer niet eeni ge bijzondere inkomsten ten goede van de Stichting waren gekomen. De ver- pleegkosten hebben per patient om streeks f456.bedragen, terwijl aan verpleeggelden per patient slechts f 385. of f390.— werden ontvangen. De ge leden verliezen, zoomede de vooruitzich- zichten voor 1918 waren oorzaak, dat wederom de verpleeggelden tijdelijk moesten wórden verhoogd, thans tot f500.— 'sjaars terwijl voor kleedgeld f50.'s jaars in rekening moet worden gebracht. Het van de exploitatie overgenomen verliescijfer was oorzaak, dat door de Vereeniging een te gering bedrag moest worden afgeschreven en nog een saldo-

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1918 | | pagina 1