Uit de Pers. Uit de Provincie. Van Heinde en Verre. een waterhalte van ruim 76% gevon den, derhalve ca. 35% meer dan in deug delijke harde zeep behoort voor te ko men. De fabrikant heeft zijn waterproduct „Globe Zeep" gedoopt, met de vermelding er bij, dat deze zeep „de zuiverste" de „voordeeligste en „gegarandeerd onscha delijk" is. De garantie van „zuiverheid" en „onschadelijkheid is in cusu meer speciaal op het water toepasselijk. WEL STEMMEN! NIET STEMMEN! „Het Volk" vertelt De afdeeling Beverwijk e. o. van de federatie van Vrije Socialisten belegde te Velsen een openbare vergadering, waarin Jan Nieuwenhuizen nit Zaandam zou spreken over Stemplicht. Op den tijd. dat de vergadering moest aanvangen was do spreker echter niet aanwezig, zoodat in zijn plaats Kelder man uit IJmuiden een rede hield, wel over hetzelfde onderworp, maar als mede-oprichter van de S. P. luidde zijn advies: Wel gaan stemmen. Juist toen het debat begonnen was, arriveerde de eigenlijke spreker en met goedvinden van de vergadering zou Nieuwenhuizen zijn rede nog houden. Zoo geschiedde en daar hij Keldermans rede niet had gehoord, hield hij een betoog tegen het parlementarisme en gaf aan het slot het advies: Niet stem men. Een en ander maakte, zooals te be grijpen is, op de overigens niet druk bezochte vergadering een eenigszins grappigen indruk en de beide „leiders" der syndicalistische beweging keken ten slotte elkaar wat vreemd aan. HUISSLACHTING. Het Bureau voor Mededeelingen inza ke de Voedselvoorziening, vestigt er de aandacht op, dat, in verband met de opheffing der Rijkscommissie van Toezicht op de Vleeschvereeniging, verzoeken om ontheffing van het slachtverbod voor huisslachting niet meer behoeven gericht te worden tot den Voorzitter van ge noemde Commissie, maar lot den Presi dent-Directeur van het Rijkskantoor voor Vleesch en Vetten, Hoogewal te 's-Gra- venhage. VETTEN EN OLIËN. Het Bureau voor Mededeelingeu inza ke de Voedselvoorziening meldt ons In verband met de vetrantsoeneering wordt een algemeene opgave gevorderd van alle oliën, vetten en oliehoudende noten, zaden en pitten. Handelaren in deze artikelen behooren hun geheelen voorraad op te geven particulieren de heoveelheden, die zij boven de 25 K.G. bezitten. De opgaven moeten gezonden worden aan de burgemeesters, die in opdracht hebben nog schriftelijk te vorde ren bij diegenen, bij wie zij voorraden aanwezig achten. Tegelijk is alle afleve ring van oliën, vetten en oliehoudende noten zaden en pitten verboden, behalve in opdracht van het Rijkskantoor van Vleesch en Vetten. EEN BOOT DER „ZEELAND„ GEZONKEN. Te 's-Gravenhage is bericht ontvan gen, dat het hospitaalschip „Koningin Regentes", op weg van Engeland naar Rotterdam, aau boord waarvan zich de Britsche delegatie bevond, ter conferen tie met de Duitsche delegatie over krijgs gevangenen, op een mijn is geloopeu en gezonken. Het s s. „Sindora is ter plaatse voor het verleenen van hulp aan drenkelin gen. Er waren geen gewonde krijgsgevan genen aan boord. Een viertal stokers moet verdronken zijn, althans zij worden vermist. De administrateur der boot is over leden. De overige zich aan boord bevinden den zijn gered. Het ongeval zou plaats hebben gehad nog onder de Engelsche kust, een 20-tal mijlen van de Leman-bank Woord en Praktijk. Alwéér een sprekend voorbeeld Frankrijk is voor velen de bakermat en met Amerika het voorbeeld eener „democratie". Het volk heeft het daar immers voor 't zeggen Door middel zijuer vertegenwoordi gers En let nu op, wat gebeurde. Keizer Karei van Oostenrijk, men weet het uit de brieven-geschiedeniswou in 't voorjaar van '17 zeer gaarne vrede. En al is er nog zooveel meeningsverschil over den juisten tekst van den brief, dien hij aan zijn zwager Sixtus schreefvast staat, dat de keizer voor den vrede heel wat wilde doendat hij er ook wel con- sessie voor over had, vooral wanneer ze kwamen ten koste van zijn bondgenoot èn ook, dat de Fransche regeering van een en ander is op de hoogte gesteld. 'n Zeer gewichtig geval dus. 't Kón misschien vrede worden Geen kleinigheid voorwaar Nu zou men toch meenen en vertrou wen, dat de Fransche Kamer, de ver tegenwoordigster van het volk, dus van den eigenlijken soeverein, zooals de re volutionaire ideën 't ons leeren, dat die Kamer zou geraadpleegd zijn. Dat ze er tenminste van zou hebben gehóórd. Zij 't ook in geheime zitting. 't Gaat toch allereerst haar aan. De oorlog raakt toch het volk.... Niets er van. De Kamer heeft er niets, niemendal van gehoord, dan nu een jaar na dato, doordat Czernin over de zaak begon in Weeneu Énkele Fransche bladen ziju daarover nu geweldig boos en pakken uit. Maar och, waarom 't Is eenvoudig de gewoonte zoo. Men heeft dan de „democratie" in den mond, maar niet in de praktijk en we zijn er van overtuigd, dat zelfs in een socialistische republiek Troelstra en Schaper en zelfs Duys niet meer zouden zeggen.-... dan ze kwijt wilden wezen. Maar men moet dan ook met die de mocratische zweep wat minder aanmati gend knallen De praktijk, mijne heeren („Bed."). Rede van Prof. Diepenhorst en Ds. Hofstede, uitgesproken op den Schooldag, gehouden 4 Juni 1918 in de Geref. Kerk te Ter Neuzen. Wegens beperkte plaatsruimte eenigs zins bekort.) Prof. Diepenhorst wil spreken over een zeer aantrekkelijke zaak vrede. Niet aver den vrede, die een einde zal maken aan het wapengeweld der volken, maar die verademing zal brengen op schoolgebied. De Bevredigingscommissie toch heeft getracht ons een stap nader te brengen bij den vrede. Jaren aaneen is de oorlog gevoerd en nog is de strijd niet ten einde. We zullen dan ook niet rusten voor wegge daan is de zonde, die de schoolwet tegen de vrijheid heeft gepleegd. Spreker wenscht eerst een korte schets te geven van den schoolstrijd en voorts te spreken over de mogelijke beëindiging daarvan in verband met art. 192 dei- grondwet. I. Gedurende een honderdtal van jaren is dit artikel geweest een hinderpaal voor het Christelijk ouderwijs. Na 1848 kregen we de misleidende clausule over de vrijheid van het onder wijs, wat spoedig 'm bleek te zijn een staatsrechterlijk schandaal. Groen van Prinsterer was steeds op gekomen voor het recht op handhaving van de dierbaarste vrijheden en na hem hebben Dr. Kuyper en Mr. De Savornin Lohman gestreden vooi vrijmaking van het onderwijs. Na 1887 kwam er verademingde uitleg toch van het ongewijzigde wets artikel veranderde en door de mogelijk- heid van subsidiëering deed Mackay in 1889 een stap, die steeds in dankbare herinnering zai blijven. Het is de on vergankelijke eere van het ministerie- Kuyper zulk een machtigen stoot te hebben gegeven voor de vrije ontwik keling van het christelijk onderwijs. Hoewel we nu dankbaar zijnvan rechtsgelijkheid is nog geen sprake en zijn we nog mijlen verwijderd van ons doel, dat de vrije school regel, de open bare aanvulling zij. De openbare beschikt nog over alle voorrechten jen is alzoo de normale, de volksschool. II. Het Bevredigingsrapport bracht een nieuwe redactie van art. 192. Er is veel nieuws, veel goeds. Maar zal nu het ideaal, de algeheele vrijheid ver wezenlijkt worden In 1913 stuurde Heemskerk aan op ons doelbijzondere school regel, open bare aanvulling, maar ligt nu in de voor stellen der Bevredigingscommissie de onbelemmerde ontwikkeling van de vrije school Het nieuwe art. brengt wel de finan- ciëele gelijkstelling, maar het principe, de vrije school voor heel de natie, ligt er niet in. Nu weten we wel, dat de macht van een grondwetsartikel niet zoo sterk is, want ten slotte beslissen de burgers, welke school ze verkiezen. Dat. wordt niet bedwongen door papieren staketsels. Zal nu het beginsel van financiëele gelijkstelling eerlijk en loyaal worden doorgevoerd? We zijn nog verre van gerust. En de voorpostengevechten van thans zijn voorspelling van de bloedige, de beslissende ronde, die nog gestreden moet worden. We eischen waarborgen tegen bittere ontgoocheling. Wanneer De Muralt durft zeggen, dat er in deze duisternis in minstens tien jaren van de millioenen niets zal komen en uitdruk kingen van Ter Spill en Lieftinck, die een wereld van gedachten inhouden, zich doen hooren, dan staat vast, dat de strijd opnieuw zal ontbranden, want slacht offer van de vrijzinnige geestesrichting mag de vrije school niet wezen. Indien het ons te doen is om recht en gerechtigheid, dan hebben we te bidden en te werken, om den schoolstrijd finaal te beëindigen. Zal die vrede schade doen aau de christelijke partijen Neen, want zij danken hun bestaau niet aan den school strijd. Hun basis is breeder. Dan nog hebben ze hun glorieuze roeping tegen de revolutie het evangelie te plaatsen. De strijd tegen de christelijke school zal blijven van de zijde dergenen, die haar gram zijn, omdat ze is gefundeerd in wat Simeon zeideDeze wordt gezet tot een val en wederopstanding en tot een teeken, dat wedersproken zal worden. Zal het schrikkelijk wereldgericht Nederland sparen Of zal de christelijke school worden geknakt, ontworteld mis schien Wij weten het niet. Dat de historieschrijver in later eeuw moge vermelden, dat liet Nederlandsche volk gespaard bleef, omdat hot boog voor den Heere der hoirscharen, den Koning der eere. De heer De Koning dankte prof. Die penhorst voor zijn kostelijke rede. Men zong nog Ps. 89 8 en laatstge noemde eindigde met dankzegging. Na heropening der vergadering begint Ds. Hofstede zijn rede met te wijzen op de verschillende phasen, die de school strijd heeft doorloopen. Na het onrecht van tientallen jaren is men door de logica der feiten tenslotte gedwongen toe te geven. Maar liggen er geen nieuwe voetangels op den weg der gelijkstelling? Steeds heeft men beweerd, dat de openbare school de school was, waaraan de natie gehecht was. Zij had echter niet het hart des volks. Wel bewees men zijn liefde aan de Christelijke school door 't storten van duizenden voor 't ouderwijs. En mi eischt men bij de a.s. gelijk stelling als waarborg voor deugdelijk onderwijs de goedkeuring van een wet telijk vastgesteld leerplan. De frontmakers beginnen straks weer te waarschuwen, dat het bijzonder onder wijs gevaar oplevert. Wij weten, dat voor het onderwijs andere waarborgen moeten worden ge steld. 1. Allereerst, dat het onderwijs zij gericht op de ware behoeften van het kind en daarom gegrond op het Woord Gods. Het kind moet hebben wat 't noodig heeft voor 't leven. Meer dan intellec- tueele vorming, nuttige kundigheden en christelijke en maatschappelijke deugden. Het behoort te leven onder 't besef, dat het in dit leven Gods wil heeft te kennen en te doen, den Schepper te dienen en te eeren. Daarom moet het leeren onder de be ademing van Gods Woord, aan de voeten van den Heiland. Het onderwijs behoort doordrongen te zijn van het heilig be ginsel. In de openbare school onthoudt men het kind Zijn God te kennen en te vreezen. We geven toe, dat de school niet is een bekeeringsiustituut, maar dat het is een inrichting, waarin het kind gevormd wordt volgens christelijke opvoeding. Ook voor de toekomst als staatsburger heeft het kind het gezag te eerbiedigen als uit God zijnde. De Muralt vindt het zoo jammer, dat de kinderen worden verdeeld door de sectescholen. Vorsterman van Ooyen dorst te beweren, dat de openbare school leidt tot Christus; de christelijke school daarentegen tot Socialisme en Anar chisme. Door de materialistische geest op school wordt een volk los van God en Zijn dienst en zoekt men heil in bescha ving. De geest vanTAnarchie ook in ons vaderland is een vrucht van de openbare school. In Duitschland, waar de hoeksteen der opleiding is: Vreest God, eert den Koning, vindt men vaderlandsliefde en plichtsbesef. Niet alleen de verstandelijke, ook de geestelijke vorming is noodzakelijk. Aan dezen eisch voldoet de openbare school niet en daarom willen we een school met den bijbel. 2. Een tweede waarborg is, dat het personeel gedreven wordt door de be geerte, de kinderen op te voeden in de vreeze des Heeren. De onderwijzer behoort, door de liefde van Christus gedrongen, de ziel van het kind te treffen. We kunnen wijzen op onze oude voor trekkers, die zich groote opofferingen moesten getroosten en de uitzonde ringen daargelaten we mogen met eer en roem spreken van ons heden- daagsch personeel. Nu dreigt er een gevaar. Als de gelijk stelling er eenmaal is, behoeft het geen beginselzaak meer te zijn. We hopen natuurlijk van harte, dat de gelijkstelling er spoedig is. Dat is noodzakelijk, opdat de onderwijzer zijn taak met opgewekt heid en lust vervulle. Mogelijk is het evenwel, dat het besef ran roeping ver zwakt. De opleiding worde steeds beter en een nauwlettend toezicht verhooge het peil van het onderwijs. 3. Een derde waarborg is, dat de school opkomt uit de ouders en in ver band staat met de ouders. De opvoeding toch is het heilig ouder- recht, om door de vrije school het hooge doel er van te bereiken. Zeker, ook de staat heeft belang bij de opvoeding der kinderen, als toekom stige burgers, maar de ouders hebben te zorgen voor het onderwijs hunner kin deren als het erfdeel des Heeren, aan Wien ze rekenschap schuldig zijn. Ver zaken de ouders hun plicht, dan treedt de staat op. Zulk een christelijke school hebbe dan een bestuur om met de onderwijzers broederlijk te arbeiden, 't Zij geen ad- ministreerend college, maar een bestuur, dat schoolbezoek brengtniet met het oog op kritiek, maar om zich in te wer ken. Waar de onderwijzer een gedeelte van de opvoeding overneemt, heeft hij recht op de medewerking der ouders, opdat er harmonische samenhang zij. Die waarborg mist het openbaar onder wijs. Ook de christelijke Staatsschool keuren we af, wijl ze niet opkomt uit het onder recht. We zijn thans gekomen aan de laatste phase van den schoolstrijd. De pacificatie zal aan de jarenlange verdeeldheid een einde maken. De geschiedenis der laatste maanden roept ons echter toehet geweer bij den voet! Want: hoe zullen de alge meene beginselen worden uitgewerkt? Stemmen als van De Muralt verraden niet veel goeds. We blijven bij ons oude ideaaleen vrije school, los van den Staat, los van de gemeente; heer en meester op eigen terrein. We willen vrede, maar geen valsche vrede. Pin omdat de openbare school verder felijk is voor de opvoeding, stemmen we bij de a.s. verkiezingen geen mannen als De Muralt. We zullen pal staan voor de vrije Christelijke school, die de heilige roeping heeft onze dierbre jeugd te be houden. Dat make ons sterk in de komende weken. De voorzitter dankte voor dit actueele, leerzame onderwerp men zong Ps. 897 en Ds. Hofstede eindigde met dank zegging. Naar aanleiding van wat wij onlangs over dit onderwerp schreven, laten wij hieronder eens volgen het door Minister Posthuma op een desbetreffende vraag van het Kamerlid Rutgers gegeven ant woord. Die vraag luidde: „Is de aandacht van de regeering gevèstigd op het feit, dat ten plattenlande voor zieken en zwakken vleesch niet beschikbaar is, en zijn maat regelen te verwachten om daarin zoo spoedig mogelijk verbetering te brengen?" De minister van landbouw, nijverheid en handel heeft daarop geantwoord De meening, dat ten plattelande voor zieken en daarmede gelijk te stellen zwakken geen vleesch beschikbaar zoude zijn, is niet juist. Reeds 12 April j.l. heeft het Rijks- Centraal-Administratiekantoor voor de Distributie van Levensmiddelen aan de burgemeesters bericht, dat in zake de vleeschvoorziening voor zieken een regeling was getroffen. Volgens deze regeling wordt vanwege gemeld kantoor aan gemeenten, welke tenminste een hoeveelheid van 200 K.G. vleesch „uit de been" per week noodig hebben, het daartoe benoodigde aantal runde ren (vette kalveren daarbij inbegrepen) toegezonden. Gemeenten, welke een kleinere hoeveelheid vleesch behoeven uiteraard de meeste plattelands gemeenten ontvangen het benoodig de rund- en/of kalfsvleesch „in de been" uit daarvoor aangewezen ge meentelijke slachthuizen. De burgemeesters hebben voor het aanvragen van rund- en kalfsvleesch ten behoeve van ziekenhuizen en zieken aanvraagformulieren ontvangen. De burgemeesters vullen op die formu lieren in, hoeveel vleesch zij voor de zieken ten hunnent wekelijks behoeven, en uit welk abattoir zij het wenschen te ontvangen. Klachten, dat deze regeling onvol doende is, hebben de minister tot dusver niet bereikt. Dit antwoord doet ons met te meer klem vragen Aan wien ligt het nu, dat te Ter Neuzen de zieken geen vleesch krijgen Van tweeën één öf men schenkt hier aan deze zaak niet de noodige aandacht maar dat zou toch bijkans een onver geeflijke fout zijn öf de Minister maakt den Kamerleden maar wat wijs en schept mooie regelingen op papier! In elk geval hopen wij dat over deze zaak spoedig het noodige licht zal schijnen. Door de Raad der Gemeente Leer dam werd met algemeene stemmen tot Gemeentevroedvrouw benoemd mej. W. G. L. C. van Dijk alhier. Zaamslag. Gisteren Donderdagavond, ontstond een begin van brand bij den landbouwer L. de Regt Lz. Door onbekende oorzaak is de braud begonnen in de goot en zijn de dakdee- len over een lengte van ongeveer 2 me ter lengte bij 1 Meter breedte ver koold. Hulpvaardige handen waren door middel van een ladder en emmers water spoedig het vuur meester.' De brandweer, inmiddels uitgerukt zijnde, kon gelukkig onverrichterzake terukkeeren. De Regt, die voor zaken weg geweest was, kwam thuis, toen juist alles afge- loopen was. Bij een droogte in de laatste dagen, mag het Jeen wonder heeten, dat alles zoo goed afliep. Gestikt. De Haarlemsche politie heeft op het Klein Heiligland aldaar het lijk gevonden van een daar wonenden smid. Nadat het lijk naar het St. Elisabeth's Gasthuis was vervoerd, bleek aldaar dat de man gestikt was. Hij was juist Donderdag uit het Gasthuis ontslagen na een operatie aau de keel te hebben ondergaan. Hij droeg tengevolge daarvan een zilveren buisje in de keel, dat 's nachts losgegaan was. Hij wilde naar het gasthuis gaan, om het buisje weer vast. te laten en heeft dat waarschijnlijk zelf onderweg gepro beerd, met het noodlottig gevolg, dat het voor de keelopening geraakte, waar door de man gestikt is. In de Otterstraat te Utrecht is van een meisje door een man een stuk uit haar loshangende haar geknipt De dader verwijderde zich snel en bleef dus onbe kend. Des middags ontmoette het kind den man op den Arflsterdamschen straatweg zij herkende in dezen persoon onmiddel lijk dengeen, die haar een deel van het haar ontstolen had. De man werd achtervolgd en toen men hem een woning in een van de zijstraten van den Amsterdamschen straatweg zag binnengaan, werd daarvan aangifte gedaan bij de politie. Deze hield den aangewezene in diens woning aan en bracht hem over naar het hoofdbureau van politio. Daar ontkende de man, zich schuldig te hebben gemaakt aan het feit. Het meisje hield evenwel vol, den verdachte positief te herkennen. (U. D.) Nog nooit is in de Friesche kustplaatsen zooveel ansjovis gevangen als dit jaar. Aldus luidt het oordeel van een vis- scher, die ruim 60 jaren zijn bedrijf uitoefent. De beugen zijn vaak zóó vol, dat ze in één keer niet kunnen gelicht worden. De prijs van deze visch is zeer hoog, zoodat de visschers enorme zaken maken. Het visschen op haring is in eens gestaakt, en in de Friesche visschers- plaatsen is geen versche bokking meer te krijgen. Alles vischt op ansjovis Door soldaat-kommiezen werd achter 't Lindenhof te Enschedé aangehouden zekere van K. als verdacht van smok kelarij. Bij onderzoek bleek dit juist te zijn. De man had niet minder dan 14 knotten sajet verborgen in zijn kunstbeen. Wat tegenwoordig al geen dienst doet, voor opberging van zijn bagage. Te Enschedé en in de naaste omgeving trekken tal van personen des avonds uit op de stekelvarken of egelvangst. Deze diertjes worden thans in groote getale gevangen en dienen om in den vieeschnood te voorzien. Het vleesch van de stekelvarkentjes is zeer vet en, goed toebereid, behoort het beestje bepaald onder de lekkernijen gerang schikt te worden. Ruwe mishandeling. Te Kooten heeft de landarbeider O. C., 32 jaren oud, na eene ruzie, de beide dochters van wijlen G. E. Boersma, bij wien hij 9 jaren in dienst is, in het melk- land zwaar mishandeld. De eene, Janke, werd met een paal op het hoofd geslagen en met een mes in den hals gesneden. De andere, Trijntje, kreeg een steek in de borstholte en verkeert in levensge. vaar. C. is gearresteerd en heeft bekend Te Roosendaal waren, naar het „Dbl. van Noord-Br." schrijft, voor deRegeeriug o.a. honderden mudden erwten opge slagen in het pakhuis van den heer d. V. Het zat tjokvol van den vloer tot het dak. Thans is men tot de ontdekking gekomen, dat alles totaal bedorven is. Het was treurig om te zien, hoe de erwten er uit zagenhet leken geen erwten meer. En het muizenvolk had er ook danig in huisgehouden. Er lagen verscheidene doode muizen tusschen. Door de politie is tegen den expeditie knecht D. v. d. K. proces verbaal opge maakt. Menigeen is op het bezit van de militaire pantalon niet zeer gesteld. Hij welhij had er zich een toegeëigend uit een ter expeditie ontvangen zending. Die pantalon zal hij nu wel duur moeten betalen. Men meldt uit Amsterdam Een vrouw, die des nachts om 3 uur zich aan boord van een aan de Admiraal de Ruyterkade liggend schip wilde be geven, stapte naast de loopplank, ge laakte te water en verdronk. Het was een publieke vrouw, die met een schip persknecht een bezoek aan boord zou brengen, dat op deze tragische wijze afliep. Ofschoon door politie pogingen in het werk zijn gesteld de levensgeesten op te wekken is dit niet mogen gelukken. Naar de „Tel." uit Utrecht verneemt- heeft een politie agent aldaar zekeren G. II. Kok ontmaskerd, die reeds lang van frauduleuze slachtingen verdacht werd. Hij vond in K.'s woning de huid van een grooten hond, ingewanden en een hoeveelheid uitgebeend vleesch be nevens eenige botten. Een en ander werd door den hoofdagent in beslag ge nomen en later naar het abattoir ver voerd, waar bij onderzoek bleek, dat het vleesch afkomstig was van een hond, lijdende was aan kauker van den lever en dus gevaarlijk voor de comsumptie. Bij verhoor van den verdachte ver klaarde deze, dat hij wel den hond ge slacht had, doch dit had gedaan op ver zoek van familieleden en het vleesch in de Vecht geworpen had. Daarop heeft de politie Kok gearresteerd en hem TER NEUZEN, 7 Juni 1918. Een haarknipper. Ansjovis. In 'n kustbeen. 'n Lekkernij. Ons kostelijk voedsel. Van een soldaten-pantalon. Verdronken. Een hondenslachter ontmaskerd.

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1918 | | pagina 2