Uit de Pers.
Uit de Provincie.
Van Heinde en Verre.
een waterhalte van ruim 76% gevon
den, derhalve ca. 35% meer dan in deug
delijke harde zeep behoort voor te ko
men.
De fabrikant heeft zijn waterproduct
„Globe Zeep" gedoopt, met de vermelding
er bij, dat deze zeep „de zuiverste" de
„voordeeligste en „gegarandeerd onscha
delijk" is. De garantie van „zuiverheid"
en „onschadelijkheid is in cusu meer
speciaal op het water toepasselijk.
WEL STEMMEN! NIET STEMMEN!
„Het Volk" vertelt
De afdeeling Beverwijk e. o. van de
federatie van Vrije Socialisten belegde
te Velsen een openbare vergadering,
waarin Jan Nieuwenhuizen nit Zaandam
zou spreken over Stemplicht.
Op den tijd. dat de vergadering moest
aanvangen was do spreker echter niet
aanwezig, zoodat in zijn plaats Kelder
man uit IJmuiden een rede hield, wel
over hetzelfde onderworp, maar als
mede-oprichter van de S. P. luidde zijn
advies: Wel gaan stemmen.
Juist toen het debat begonnen was,
arriveerde de eigenlijke spreker en met
goedvinden van de vergadering zou
Nieuwenhuizen zijn rede nog houden.
Zoo geschiedde en daar hij Keldermans
rede niet had gehoord, hield hij een
betoog tegen het parlementarisme en
gaf aan het slot het advies: Niet stem
men.
Een en ander maakte, zooals te be
grijpen is, op de overigens niet druk
bezochte vergadering een eenigszins
grappigen indruk en de beide „leiders"
der syndicalistische beweging keken ten
slotte elkaar wat vreemd aan.
HUISSLACHTING.
Het Bureau voor Mededeelingen inza
ke de Voedselvoorziening, vestigt er de
aandacht op, dat, in verband met de
opheffing der Rijkscommissie van Toezicht
op de Vleeschvereeniging, verzoeken om
ontheffing van het slachtverbod voor
huisslachting niet meer behoeven gericht
te worden tot den Voorzitter van ge
noemde Commissie, maar lot den Presi
dent-Directeur van het Rijkskantoor voor
Vleesch en Vetten, Hoogewal te 's-Gra-
venhage.
VETTEN EN OLIËN.
Het Bureau voor Mededeelingeu inza
ke de Voedselvoorziening meldt ons
In verband met de vetrantsoeneering
wordt een algemeene opgave gevorderd
van alle oliën, vetten en oliehoudende
noten, zaden en pitten. Handelaren in
deze artikelen behooren hun geheelen
voorraad op te geven particulieren de
heoveelheden, die zij boven de 25 K.G.
bezitten. De opgaven moeten gezonden
worden aan de burgemeesters, die in
opdracht hebben nog schriftelijk te vorde
ren bij diegenen, bij wie zij voorraden
aanwezig achten. Tegelijk is alle afleve
ring van oliën, vetten en oliehoudende
noten zaden en pitten verboden, behalve
in opdracht van het Rijkskantoor van
Vleesch en Vetten.
EEN BOOT DER „ZEELAND„
GEZONKEN.
Te 's-Gravenhage is bericht ontvan
gen, dat het hospitaalschip „Koningin
Regentes", op weg van Engeland naar
Rotterdam, aau boord waarvan zich de
Britsche delegatie bevond, ter conferen
tie met de Duitsche delegatie over krijgs
gevangenen, op een mijn is geloopeu
en gezonken.
Het s s. „Sindora is ter plaatse voor
het verleenen van hulp aan drenkelin
gen.
Er waren geen gewonde krijgsgevan
genen aan boord.
Een viertal stokers moet verdronken
zijn, althans zij worden vermist.
De administrateur der boot is over
leden.
De overige zich aan boord bevinden
den zijn gered.
Het ongeval zou plaats hebben gehad
nog onder de Engelsche kust, een 20-tal
mijlen van de Leman-bank
Woord en Praktijk.
Alwéér een sprekend voorbeeld
Frankrijk is voor velen de bakermat
en met Amerika het voorbeeld eener
„democratie".
Het volk heeft het daar immers voor
't zeggen
Door middel zijuer vertegenwoordi
gers
En let nu op, wat gebeurde.
Keizer Karei van Oostenrijk, men weet
het uit de brieven-geschiedeniswou
in 't voorjaar van '17 zeer gaarne vrede.
En al is er nog zooveel meeningsverschil
over den juisten tekst van den brief, dien
hij aan zijn zwager Sixtus schreefvast
staat, dat de keizer voor den vrede heel
wat wilde doendat hij er ook wel con-
sessie voor over had, vooral wanneer ze
kwamen ten koste van zijn bondgenoot
èn ook, dat de Fransche regeering van
een en ander is op de hoogte gesteld.
'n Zeer gewichtig geval dus.
't Kón misschien vrede worden
Geen kleinigheid voorwaar
Nu zou men toch meenen en vertrou
wen, dat de Fransche Kamer, de ver
tegenwoordigster van het volk, dus van
den eigenlijken soeverein, zooals de re
volutionaire ideën 't ons leeren, dat
die Kamer zou geraadpleegd zijn.
Dat ze er tenminste van zou hebben
gehóórd.
Zij 't ook in geheime zitting.
't Gaat toch allereerst haar aan.
De oorlog raakt toch het volk....
Niets er van. De Kamer heeft er niets,
niemendal van gehoord, dan nu een jaar
na dato, doordat Czernin over de zaak
begon in Weeneu
Énkele Fransche bladen ziju daarover
nu geweldig boos en pakken uit.
Maar och, waarom
't Is eenvoudig de gewoonte zoo.
Men heeft dan de „democratie" in den
mond, maar niet in de praktijk en we
zijn er van overtuigd, dat zelfs in een
socialistische republiek Troelstra en
Schaper en zelfs Duys niet meer zouden
zeggen.-... dan ze kwijt wilden wezen.
Maar men moet dan ook met die de
mocratische zweep wat minder aanmati
gend knallen
De praktijk, mijne heeren
(„Bed.").
Rede van Prof. Diepenhorst en Ds. Hofstede,
uitgesproken op den Schooldag, gehouden
4 Juni 1918 in de Geref. Kerk te Ter Neuzen.
Wegens beperkte plaatsruimte eenigs
zins bekort.)
Prof. Diepenhorst wil spreken over
een zeer aantrekkelijke zaak vrede.
Niet aver den vrede, die een einde
zal maken aan het wapengeweld der
volken, maar die verademing zal brengen
op schoolgebied.
De Bevredigingscommissie toch heeft
getracht ons een stap nader te brengen
bij den vrede.
Jaren aaneen is de oorlog gevoerd en
nog is de strijd niet ten einde. We
zullen dan ook niet rusten voor wegge
daan is de zonde, die de schoolwet tegen
de vrijheid heeft gepleegd.
Spreker wenscht eerst een korte schets
te geven van den schoolstrijd en voorts
te spreken over de mogelijke beëindiging
daarvan in verband met art. 192 dei-
grondwet.
I. Gedurende een honderdtal van jaren
is dit artikel geweest een hinderpaal
voor het Christelijk ouderwijs.
Na 1848 kregen we de misleidende
clausule over de vrijheid van het onder
wijs, wat spoedig 'm bleek te zijn een
staatsrechterlijk schandaal.
Groen van Prinsterer was steeds op
gekomen voor het recht op handhaving
van de dierbaarste vrijheden en na hem
hebben Dr. Kuyper en Mr. De Savornin
Lohman gestreden vooi vrijmaking van
het onderwijs.
Na 1887 kwam er verademingde
uitleg toch van het ongewijzigde wets
artikel veranderde en door de mogelijk-
heid van subsidiëering deed Mackay in
1889 een stap, die steeds in dankbare
herinnering zai blijven. Het is de on
vergankelijke eere van het ministerie-
Kuyper zulk een machtigen stoot te
hebben gegeven voor de vrije ontwik
keling van het christelijk onderwijs.
Hoewel we nu dankbaar zijnvan
rechtsgelijkheid is nog geen sprake en
zijn we nog mijlen verwijderd van ons
doel, dat de vrije school regel, de open
bare aanvulling zij.
De openbare beschikt nog over alle
voorrechten jen is alzoo de normale, de
volksschool.
II. Het Bevredigingsrapport bracht
een nieuwe redactie van art. 192. Er
is veel nieuws, veel goeds. Maar zal
nu het ideaal, de algeheele vrijheid ver
wezenlijkt worden
In 1913 stuurde Heemskerk aan op
ons doelbijzondere school regel, open
bare aanvulling, maar ligt nu in de voor
stellen der Bevredigingscommissie de
onbelemmerde ontwikkeling van de vrije
school
Het nieuwe art. brengt wel de finan-
ciëele gelijkstelling, maar het principe,
de vrije school voor heel de natie, ligt
er niet in.
Nu weten we wel, dat de macht van
een grondwetsartikel niet zoo sterk is,
want ten slotte beslissen de burgers,
welke school ze verkiezen. Dat. wordt
niet bedwongen door papieren staketsels.
Zal nu het beginsel van financiëele
gelijkstelling eerlijk en loyaal worden
doorgevoerd? We zijn nog verre van
gerust. En de voorpostengevechten van
thans zijn voorspelling van de bloedige,
de beslissende ronde, die nog gestreden
moet worden. We eischen waarborgen
tegen bittere ontgoocheling. Wanneer
De Muralt durft zeggen, dat er in deze
duisternis in minstens tien jaren van de
millioenen niets zal komen en uitdruk
kingen van Ter Spill en Lieftinck, die
een wereld van gedachten inhouden, zich
doen hooren, dan staat vast, dat de strijd
opnieuw zal ontbranden, want slacht
offer van de vrijzinnige geestesrichting
mag de vrije school niet wezen.
Indien het ons te doen is om recht en
gerechtigheid, dan hebben we te bidden
en te werken, om den schoolstrijd finaal
te beëindigen.
Zal die vrede schade doen aau de
christelijke partijen Neen, want zij
danken hun bestaau niet aan den school
strijd. Hun basis is breeder. Dan nog
hebben ze hun glorieuze roeping tegen
de revolutie het evangelie te plaatsen.
De strijd tegen de christelijke school
zal blijven van de zijde dergenen, die
haar gram zijn, omdat ze is gefundeerd
in wat Simeon zeideDeze wordt gezet
tot een val en wederopstanding en tot
een teeken, dat wedersproken zal worden.
Zal het schrikkelijk wereldgericht
Nederland sparen Of zal de christelijke
school worden geknakt, ontworteld mis
schien Wij weten het niet.
Dat de historieschrijver in later eeuw
moge vermelden, dat liet Nederlandsche
volk gespaard bleef, omdat hot boog voor
den Heere der hoirscharen, den Koning
der eere.
De heer De Koning dankte prof. Die
penhorst voor zijn kostelijke rede.
Men zong nog Ps. 89 8 en laatstge
noemde eindigde met dankzegging.
Na heropening der vergadering begint
Ds. Hofstede zijn rede met te wijzen op
de verschillende phasen, die de school
strijd heeft doorloopen.
Na het onrecht van tientallen jaren is
men door de logica der feiten tenslotte
gedwongen toe te geven. Maar liggen
er geen nieuwe voetangels op den weg
der gelijkstelling?
Steeds heeft men beweerd, dat de
openbare school de school was, waaraan
de natie gehecht was. Zij had echter
niet het hart des volks. Wel bewees
men zijn liefde aan de Christelijke school
door 't storten van duizenden voor 't
ouderwijs.
En mi eischt men bij de a.s. gelijk
stelling als waarborg voor deugdelijk
onderwijs de goedkeuring van een wet
telijk vastgesteld leerplan.
De frontmakers beginnen straks weer
te waarschuwen, dat het bijzonder onder
wijs gevaar oplevert.
Wij weten, dat voor het onderwijs
andere waarborgen moeten worden ge
steld.
1. Allereerst, dat het onderwijs zij
gericht op de ware behoeften van het
kind en daarom gegrond op het Woord
Gods.
Het kind moet hebben wat 't noodig
heeft voor 't leven. Meer dan intellec-
tueele vorming, nuttige kundigheden en
christelijke en maatschappelijke deugden.
Het behoort te leven onder 't besef,
dat het in dit leven Gods wil heeft te
kennen en te doen, den Schepper te
dienen en te eeren.
Daarom moet het leeren onder de be
ademing van Gods Woord, aan de voeten
van den Heiland. Het onderwijs behoort
doordrongen te zijn van het heilig be
ginsel.
In de openbare school onthoudt men het
kind Zijn God te kennen en te vreezen.
We geven toe, dat de school niet is
een bekeeringsiustituut, maar dat het is
een inrichting, waarin het kind gevormd
wordt volgens christelijke opvoeding.
Ook voor de toekomst als staatsburger
heeft het kind het gezag te eerbiedigen
als uit God zijnde.
De Muralt vindt het zoo jammer, dat
de kinderen worden verdeeld door de
sectescholen. Vorsterman van Ooyen
dorst te beweren, dat de openbare school
leidt tot Christus; de christelijke school
daarentegen tot Socialisme en Anar
chisme.
Door de materialistische geest op
school wordt een volk los van God en
Zijn dienst en zoekt men heil in bescha
ving. De geest vanTAnarchie ook in ons
vaderland is een vrucht van de openbare
school.
In Duitschland, waar de hoeksteen
der opleiding is: Vreest God, eert den
Koning, vindt men vaderlandsliefde en
plichtsbesef.
Niet alleen de verstandelijke, ook de
geestelijke vorming is noodzakelijk. Aan
dezen eisch voldoet de openbare school
niet en daarom willen we een school
met den bijbel.
2. Een tweede waarborg is, dat het
personeel gedreven wordt door de be
geerte, de kinderen op te voeden in de
vreeze des Heeren.
De onderwijzer behoort, door de liefde
van Christus gedrongen, de ziel van het
kind te treffen.
We kunnen wijzen op onze oude voor
trekkers, die zich groote opofferingen
moesten getroosten en de uitzonde
ringen daargelaten we mogen met
eer en roem spreken van ons heden-
daagsch personeel.
Nu dreigt er een gevaar. Als de gelijk
stelling er eenmaal is, behoeft het geen
beginselzaak meer te zijn. We hopen
natuurlijk van harte, dat de gelijkstelling
er spoedig is. Dat is noodzakelijk, opdat
de onderwijzer zijn taak met opgewekt
heid en lust vervulle. Mogelijk is het
evenwel, dat het besef ran roeping ver
zwakt.
De opleiding worde steeds beter en
een nauwlettend toezicht verhooge het
peil van het onderwijs.
3. Een derde waarborg is, dat de
school opkomt uit de ouders en in ver
band staat met de ouders.
De opvoeding toch is het heilig ouder-
recht, om door de vrije school het hooge
doel er van te bereiken.
Zeker, ook de staat heeft belang bij
de opvoeding der kinderen, als toekom
stige burgers, maar de ouders hebben
te zorgen voor het onderwijs hunner kin
deren als het erfdeel des Heeren, aan
Wien ze rekenschap schuldig zijn. Ver
zaken de ouders hun plicht, dan treedt
de staat op.
Zulk een christelijke school hebbe dan
een bestuur om met de onderwijzers
broederlijk te arbeiden, 't Zij geen ad-
ministreerend college, maar een bestuur,
dat schoolbezoek brengtniet met het
oog op kritiek, maar om zich in te wer
ken.
Waar de onderwijzer een gedeelte van
de opvoeding overneemt, heeft hij recht
op de medewerking der ouders, opdat
er harmonische samenhang zij.
Die waarborg mist het openbaar onder
wijs.
Ook de christelijke Staatsschool keuren
we af, wijl ze niet opkomt uit het onder
recht.
We zijn thans gekomen aan de laatste
phase van den schoolstrijd. De pacificatie
zal aan de jarenlange verdeeldheid een
einde maken.
De geschiedenis der laatste maanden
roept ons echter toehet geweer bij
den voet! Want: hoe zullen de alge
meene beginselen worden uitgewerkt?
Stemmen als van De Muralt verraden
niet veel goeds.
We blijven bij ons oude ideaaleen
vrije school, los van den Staat, los van
de gemeente; heer en meester op eigen
terrein.
We willen vrede, maar geen valsche
vrede.
Pin omdat de openbare school verder
felijk is voor de opvoeding, stemmen we
bij de a.s. verkiezingen geen mannen als
De Muralt. We zullen pal staan voor
de vrije Christelijke school, die de heilige
roeping heeft onze dierbre jeugd te be
houden. Dat make ons sterk in de
komende weken.
De voorzitter dankte voor dit actueele,
leerzame onderwerp men zong Ps. 897
en Ds. Hofstede eindigde met dank
zegging.
Naar aanleiding van wat wij onlangs
over dit onderwerp schreven, laten wij
hieronder eens volgen het door Minister
Posthuma op een desbetreffende vraag
van het Kamerlid Rutgers gegeven ant
woord.
Die vraag luidde: „Is de aandacht van
de regeering gevèstigd op het feit, dat
ten plattenlande voor zieken en zwakken
vleesch niet beschikbaar is, en zijn maat
regelen te verwachten om daarin zoo
spoedig mogelijk verbetering te brengen?"
De minister van landbouw, nijverheid
en handel heeft daarop geantwoord
De meening, dat ten plattelande voor
zieken en daarmede gelijk te stellen
zwakken geen vleesch beschikbaar
zoude zijn, is niet juist.
Reeds 12 April j.l. heeft het Rijks-
Centraal-Administratiekantoor voor de
Distributie van Levensmiddelen aan
de burgemeesters bericht, dat in zake
de vleeschvoorziening voor zieken een
regeling was getroffen. Volgens deze
regeling wordt vanwege gemeld kantoor
aan gemeenten, welke tenminste een
hoeveelheid van 200 K.G. vleesch „uit
de been" per week noodig hebben,
het daartoe benoodigde aantal runde
ren (vette kalveren daarbij inbegrepen)
toegezonden. Gemeenten, welke een
kleinere hoeveelheid vleesch behoeven
uiteraard de meeste plattelands
gemeenten ontvangen het benoodig
de rund- en/of kalfsvleesch „in de
been" uit daarvoor aangewezen ge
meentelijke slachthuizen.
De burgemeesters hebben voor het
aanvragen van rund- en kalfsvleesch
ten behoeve van ziekenhuizen en zieken
aanvraagformulieren ontvangen. De
burgemeesters vullen op die formu
lieren in, hoeveel vleesch zij voor de
zieken ten hunnent wekelijks behoeven,
en uit welk abattoir zij het wenschen
te ontvangen.
Klachten, dat deze regeling onvol
doende is, hebben de minister tot
dusver niet bereikt.
Dit antwoord doet ons met te meer
klem vragen Aan wien ligt het nu, dat
te Ter Neuzen de zieken geen vleesch
krijgen
Van tweeën één öf men schenkt hier
aan deze zaak niet de noodige aandacht
maar dat zou toch bijkans een onver
geeflijke fout zijn öf de Minister maakt
den Kamerleden maar wat wijs en schept
mooie regelingen op papier!
In elk geval hopen wij dat over deze
zaak spoedig het noodige licht zal schijnen.
Door de Raad der Gemeente Leer
dam werd met algemeene stemmen tot
Gemeentevroedvrouw benoemd mej. W.
G. L. C. van Dijk alhier.
Zaamslag. Gisteren Donderdagavond,
ontstond een begin van brand bij den
landbouwer L. de Regt Lz.
Door onbekende oorzaak is de braud
begonnen in de goot en zijn de dakdee-
len over een lengte van ongeveer 2 me
ter lengte bij 1 Meter breedte ver
koold. Hulpvaardige handen waren door
middel van een ladder en emmers water
spoedig het vuur meester.'
De brandweer, inmiddels uitgerukt
zijnde, kon gelukkig onverrichterzake
terukkeeren.
De Regt, die voor zaken weg geweest
was, kwam thuis, toen juist alles afge-
loopen was.
Bij een droogte in de laatste dagen,
mag het Jeen wonder heeten, dat alles
zoo goed afliep.
Gestikt.
De Haarlemsche politie heeft op het
Klein Heiligland aldaar het lijk gevonden
van een daar wonenden smid. Nadat
het lijk naar het St. Elisabeth's Gasthuis
was vervoerd, bleek aldaar dat de man
gestikt was. Hij was juist Donderdag
uit het Gasthuis ontslagen na een operatie
aau de keel te hebben ondergaan. Hij
droeg tengevolge daarvan een zilveren
buisje in de keel, dat 's nachts losgegaan
was.
Hij wilde naar het gasthuis gaan, om
het buisje weer vast. te laten en heeft
dat waarschijnlijk zelf onderweg gepro
beerd, met het noodlottig gevolg, dat
het voor de keelopening geraakte, waar
door de man gestikt is.
In de Otterstraat te Utrecht is van
een meisje door een man een stuk uit
haar loshangende haar geknipt De dader
verwijderde zich snel en bleef dus onbe
kend.
Des middags ontmoette het kind den
man op den Arflsterdamschen straatweg
zij herkende in dezen persoon onmiddel
lijk dengeen, die haar een deel van het
haar ontstolen had.
De man werd achtervolgd en toen
men hem een woning in een van de
zijstraten van den Amsterdamschen
straatweg zag binnengaan, werd daarvan
aangifte gedaan bij de politie.
Deze hield den aangewezene in diens
woning aan en bracht hem over naar
het hoofdbureau van politio.
Daar ontkende de man, zich schuldig
te hebben gemaakt aan het feit. Het
meisje hield evenwel vol, den verdachte
positief te herkennen. (U. D.)
Nog nooit is in de Friesche kustplaatsen
zooveel ansjovis gevangen als dit jaar.
Aldus luidt het oordeel van een vis-
scher, die ruim 60 jaren zijn bedrijf
uitoefent.
De beugen zijn vaak zóó vol, dat ze
in één keer niet kunnen gelicht worden.
De prijs van deze visch is zeer hoog,
zoodat de visschers enorme zaken maken.
Het visschen op haring is in eens
gestaakt, en in de Friesche visschers-
plaatsen is geen versche bokking meer
te krijgen.
Alles vischt op ansjovis
Door soldaat-kommiezen werd achter
't Lindenhof te Enschedé aangehouden
zekere van K. als verdacht van smok
kelarij. Bij onderzoek bleek dit juist te
zijn. De man had niet minder dan 14
knotten sajet verborgen in zijn kunstbeen.
Wat tegenwoordig al geen dienst doet,
voor opberging van zijn bagage.
Te Enschedé en in de naaste omgeving
trekken tal van personen des avonds
uit op de stekelvarken of egelvangst.
Deze diertjes worden thans in groote
getale gevangen en dienen om in den
vieeschnood te voorzien. Het vleesch
van de stekelvarkentjes is zeer vet en,
goed toebereid, behoort het beestje
bepaald onder de lekkernijen gerang
schikt te worden.
Ruwe mishandeling.
Te Kooten heeft de landarbeider O. C.,
32 jaren oud, na eene ruzie, de beide
dochters van wijlen G. E. Boersma, bij
wien hij 9 jaren in dienst is, in het melk-
land zwaar mishandeld. De eene, Janke,
werd met een paal op het hoofd geslagen
en met een mes in den hals gesneden.
De andere, Trijntje, kreeg een steek in
de borstholte en verkeert in levensge.
vaar. C. is gearresteerd en heeft bekend
Te Roosendaal waren, naar het „Dbl.
van Noord-Br." schrijft, voor deRegeeriug
o.a. honderden mudden erwten opge
slagen in het pakhuis van den heer d. V.
Het zat tjokvol van den vloer tot het
dak. Thans is men tot de ontdekking
gekomen, dat alles totaal bedorven is.
Het was treurig om te zien, hoe de
erwten er uit zagenhet leken geen
erwten meer. En het muizenvolk had
er ook danig in huisgehouden. Er lagen
verscheidene doode muizen tusschen.
Door de politie is tegen den expeditie
knecht D. v. d. K. proces verbaal opge
maakt. Menigeen is op het bezit van
de militaire pantalon niet zeer gesteld.
Hij welhij had er zich een toegeëigend
uit een ter expeditie ontvangen zending.
Die pantalon zal hij nu wel duur moeten
betalen.
Men meldt uit Amsterdam
Een vrouw, die des nachts om 3 uur
zich aan boord van een aan de Admiraal
de Ruyterkade liggend schip wilde be
geven, stapte naast de loopplank, ge
laakte te water en verdronk. Het was
een publieke vrouw, die met een schip
persknecht een bezoek aan boord zou
brengen, dat op deze tragische wijze
afliep. Ofschoon door politie pogingen
in het werk zijn gesteld de levensgeesten
op te wekken is dit niet mogen gelukken.
Naar de „Tel." uit Utrecht verneemt-
heeft een politie agent aldaar zekeren
G. II. Kok ontmaskerd, die reeds lang
van frauduleuze slachtingen verdacht
werd. Hij vond in K.'s woning de huid
van een grooten hond, ingewanden en
een hoeveelheid uitgebeend vleesch be
nevens eenige botten. Een en ander
werd door den hoofdagent in beslag ge
nomen en later naar het abattoir ver
voerd, waar bij onderzoek bleek, dat het
vleesch afkomstig was van een hond,
lijdende was aan kauker van den lever
en dus gevaarlijk voor de comsumptie.
Bij verhoor van den verdachte ver
klaarde deze, dat hij wel den hond ge
slacht had, doch dit had gedaan op ver
zoek van familieleden en het vleesch in
de Vecht geworpen had. Daarop heeft
de politie Kok gearresteerd en hem
TER NEUZEN, 7 Juni 1918.
Een haarknipper.
Ansjovis.
In 'n kustbeen.
'n Lekkernij.
Ons kostelijk voedsel.
Van een soldaten-pantalon.
Verdronken.
Een hondenslachter ontmaskerd.