Beginselen in Zeeuwsch-Vlaanderen.
Orgaan ter verspreiding der Christelijke
Ie Jaargang.
No. 43.
Woensdag 5 Juni 1918.
Buitenlandsch Overzicht.
FEUILLETON.
OMHOOG!
Uit het Buitenland.
ABONNEMENT:
ADVERTENTIE N.
Van 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer ƒ0.10. Ilandelsadvertentiën over twee
kolom 6 cent per regel. Bi] directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie
wordt de prijs tweemaal berekend. Abonnementen per contract.
Inzending van advertentiën tot 12 uur 's middags op de verschijndagen.
Dit blad verschijnt DINSDAG- en VRIJDAGAVOND, uitgezonderd op Feestdagen,
bij den Uitgever D. H. LITTOOIJ Az. te TER NEUZEN. - TELEFOON Nr. 20.
Franco per post voor Nederland 1.J0.
Per drie maanden bij bezorging 1,
Lijst van Candidaten
der Anti-Revolutionaire partij in den
kieskring Middelburg.
1 A. W. F. IDENBURG.
2 C. VAN DER VOORT VAN ZIJP.
3. J. VAN DER MOLEN.
4. F. H. DE MONTÉ VERLOREN.
5. De. E. J. BEU MER.
6. Mr. V. H. RUTGERS.
7. Mr. J. A. DE WILDE.
8. Mr. A. A. DE VEER.
9. L. F. DUYMAER VAN TWIST.
10. J. SCHOUTEN.
V Zedelijke verwildering.
In plaats, dat door den ernst van den
toestand, waarin we verkeeren, ons volk
tot boete en bekeering geleid wordt,
schijnt het veeleer alsof de booze harts
tochten te meer vrij spel krijgen.
Diefstal, roof en inbraak zijn aan de
orde van den dag. In de steden kan
men zijn rijwiel geen oogenblik onbe
heerd 'laten staan, zonder het kwijt te
zijn. De practijken van roovers en in
brekers worden steeds menigvuldiger en
brutaler.
Het langdurig verblijf van onze sol
daten onder de wapenen, ver van vrouw
en gezin, werkt ook de verwildering in
de hand.
In de voor onze volksvoeding zoo
hoog noodzakelijke levensmiddelen wordt
door sommigen een onzedelijke ketting-
handel gedreven. Hamsteraars oefenen
hun schandelijk bedrijf uit tot nadeel
voor de gemeenschap.
De geldgierigheid, naar het woord van
den Apostel, de wortel van alle kwaad,
verleidt menigeen tot oneerlijke prac
tijken.
En onder het volk, dat door de nood
gedrongen maatregelen der regeering om
met de beschikbare hoeveelheden toe
te komen, hard wordt gedrukt, komt een
geest van ontevredenheid op, die zich
niet tot woorden alleen bepaalt, maar-
zelfs tot daden van verzet, tot vernieling
en plundering, overslaat.
Ook onder de jeugd neemt de tuchte
loosheid en bandeloosheid hand over
hand toe.
Niet alsof in „den goeden ouden tijd"
de lieve jeugd niet ondeugend zou zijn
gewoest. Dat zien we wel anders uit
een stukje uit de „Nederlander" van
1841
„Zij zijn de kaboutermannetjes en
kwelduivels van de openbare wegen.
Alles wekt hun spotzucht op; alles
verleidt hud tot kwaaddoen, zij kunnen
noch kip noch kraai met rust laten.
De meiden trekken zij de muts afdo
kinderen loopen zij omver de kreupelen
en mismaakten apen zij na de honden
trekken zij bij de oorende paarden
dunnen zij de staarthet slachtvee
verbitteren zij hun jongste oogenblik
zij steken hun vingers in de emmers
dér melkmeiden zij likken met hun tong
aan de suikervaten der kruideniers en,
als de appelenvrouw omziet, halen zij
haar den mooisten bellefleur van den
hoop weg en loopen er mee heen."
Tegen de tuchteloosheid der jeugd
beveelt het Amsterdamsch Schoolblad
aan1. het verkrijgen van een groot
aantal speelterreinen, waar de jeugd zich
vrij kan uitleven, waar zij kan loopen
en springen, draven en joelen daarnaast
dient 2. gezorgd te worden, dat de
kinderen niet de misdaad zien verheer
lijken en moet dus het bezoeken van
bioscopen aan kinderen verboden zijn
3. dient de strijd aangebonden tegen
detectieven-lectuuren 4. propaganda
gemaakt voor politie-rechtbanken.
Wc gelooven, dat op deze manier wel
iets te bereiken is. Vooral het in punt
2 en 3 genoemde heeft onze volle sym
pathie.
Maar ook de opvoeders moeten zich
ernstig afvragen, wat ze in dezen kunnen
en moeten doen. In 't bijzonder heeft
onze christelijke school hier een roeping,
waarbij ze door de ouders krachtig moet
worden gesteund.
Ons christenvolk moet een zoutend
zout en een lichtend licht zijn tegen
zedelijk bederf en geestelijke verwilde
ring.
Alleen de christelijke school, waar het
kind geleerd wordt, het gezag te eer
biedigen om Gods wille, kan de opvoeding
geven, die de zedelijke verwildering
tegenhoudt.
En alleen de christelijke pers, die op
den grondslag van Gods Woord haar
voorlichting en leiding geeft, kan op de
rechte manier verwildering en inzinking
van de zeden bestrijden.
Beiden hebben daarom recht op onzen
steun.
Ieder Anti-revolutionair zij in deze
dagen een wakker propagandist voor
de partij
V Een mooi idee.
De kieskring Dordrecht stelt zich voor
een verkiezingscourant uit te geven voor
één keer, waarin al de 10 heeren, wier
namen op onze lijst voorkomen, iets
zullen schrijven.
Zoo brengt men candidaten en kiezers
mot elkaar in contact. We kunnen onze
kiesvereenigingen aanraden, om indien
de kas het toelaat, dit blaadje in groot
aantal te verspreiden.
De prijs is f 18,— per duizend. Bij
grooter aantal allicht nog gocdkooper.
V Onze actie.
Nog een maand, dan is de tijd voor
de groote worsteling gekomen.
Vooraf is er nog heel wat te doen.
Het leger, dat een veldslag wil winnen,
moet eerst de uiterste zorg aan de toe
bereidselen besteden. Zoo moet ook
elke partij doen, die in Juli een goed
figuur bij de stembus wil maken.
In de allereerste plaats is daarvoor
noodighuisbezoek Dat is het middel,
steeds met succes door de Antirevoluti
onaire partij toegepast. Vooral de nieuwe
kiezers, die thans voor 't eerst in den
strijd gaan. Dan ook zij, die anders
om de een of andere reden niet ter
stembus gingen. Zij moeten nu. Aan
onze propagandisten de taak, hen zóó
te bewerken, dat ze een goed gebruik
van hun stembiljet maken.
Ook openbare vergaderingen, al of niet
met debat, kunnen dienstig zijn. Hoe
wel men dan dikwijls het deel der kiezers,
waarom de actie eigenlijk gaat, niet
bereikt, omdat juist die kiezers niet
gewoon zijn vergaderingen te bezoe
ken.
Daarom lijkt ons van meer nut, lec-
tuurverspreiding. De kiesvereenigingen
moeten in dit opzicht niet schriel zijn.
Huis aan huis liefst. In ieder geval de
grens zeer ruim trekken. En kort voor
de verkiezingen nog eens een strooibiljet.
Maar ook ieder onzer lezers kan in
dezen iets doen, door, zoodra „Zeeuwsch-
Vlaandcren" gelezen is, het bij een kiezer
te doen bezorgen, die geen abonnee is
en toch wellicht voor onze lijst is te
winnen.
Ook door, zoovaak de gelegenheid er
geschikt voor is, propaganda te drijven
voor onze beginselen, dienen we het
partijbelang en daardoor het belang van
ons vaderland.
V De „voorkeurstem."
Men heeft in de ingevoerde kiesregeling
naast het stemmen op de partijlijst door
te stemmen op no. 1, den toekorostigen
kiezer ook de gelegenheid gegeven lot
het bepalen van zijn keuze op den man,
die uit al de gestelde candidaten zijn
voorkeur heeft, en dus zijn persoonlijke
vrijheid gehandhaafd.
Hiermede zijn we echter, wanneer men
let op den eigenaardigen trek in het
karakter van ons volk, dat tot een offer
op liet altaar van die persoonlijke vrijheid
steeds bereid is, omdat het veel te groote
moeite kost in het gareel eener organi
satie te loopen, op een hoogst gevaarlijk
terrein gekomen.
Wat beteekent toch als wij de lijst
der A. R. partij nu eens ais uitgangs
punt nemen een stem op Mr. Rutgers,
die no. 6 heeft? Aan te nemen is, dat
velen in die partij het betreuren, dat
dit uitnemend Kamerlid zijn plaats heeft
ingeruimd voor mr. de Monté Verloren
en zij nu denkenMr. Rutgers is de
man onzer keuze.
Laat men echter goed begrijpen, dat
elke stem op een ander uitgebracht dan
op no. 1 de feitelijke uitspraak inhoudt
dat om bij ons voorbeeld te blijven
niet de heer Idenburg, doch Mr. Rutgers
op de lijst als no. 1 had moeten staan.
Den eersten candidaat wordt allereerst
door een niet op hem uitgebrachte stem
afbreuk gedaan.
In onze partij mag daarom geen ander
advies uitgaan dan het advies om no. 1
te kiezen.
Zóó moeten onze partijgenooten het
allen verstaan óók de arbeiders.
Het stemmen op belangen-caiididaten
als Colijn, Smeenk, Kruithof en Schouten
schaadt in de eerste plaats onzun Iden
burg 1
Hoe grooter liet aantal stemmen is,
dat' op hem wordt uitgebracht, hoe
grooter de kans zal zijn, dat al de onder
hem staande candidaten gekozen zullen
worden.
Wij twijfelen niet of zij het met
eenigc zelfverloochening liet zal onsen
mannen niet moeilijk vallen zich aan dit
advies te onderwerpen.
De groote aanval in Frankrijk
gaat nog steeds door. Reeds hebben de
Duitsche legers de Marne bereikt, en
daardoor een bres in de linie's hunner
vijanden gemaakt van een di pte van
45 a 50 K.M.
De slag komt dus langzamerhand in
een kritiek stadium. Er ontstaat in het
centrum van het aangevallen frontge
deelte een zeer gevaarlijke gaping. De
Duitscher tracht daar zijn troepen door
te stuwen, om achter de vijandelijke
vleugels te komen en deze op te rollen.
Of het gelukken zal? Tot dusver is het
op het Westfront nog nooit gelukt. Steeds
wist de verdediger door ijlings aange
voerde reserve's liet gat te stoppen, en
daardoor een toestand van evenwicht te
doen intreden. De slag verliep dan weer
in den stellingoorlog.
Het is dus de vraag, of Foch voldoende
reserve's over heeft, om liet dreigende
gevaar aan de Marne te bezweren. Een
deel van zijn reservetroepen is onge
twijfeld gebruikt om de liniën bij Amiens
en in Vlaanderen te versterken. En als
bij daar te veel troepen weghaalt, zou
Hindenburg hem wel eens een zeer on
aangename verrassing kunnen bezorgen,
door een snelle en krachtige stoot in
Westelijke richting.
Dat uitgeputte Engelsche troepen, die
moesten uitrusten, gebruikt werden als
bezetting van een weliswaar tot dusver
rustig, maar toch zeer belangrijk front-
gedeelte, als het nu aangevallene tus-
schen Reims en Soissons, wijst er dunkt
ons op, dat Foch zijn reserve's reeds
geducht heeft moeten aanspreken.
Is de stoot op Parijs gericht,
zoo vraagt menigeen zich in spanning af
Zeker is, dat een breed gedeelte van
het Duitsche aanvalsfront met het gelaat
naar Parijs gericht is.
Tevergeefs, zoo beweert de entente
pers, trachten de Duitschers door de
schoten met hun monsterkanonnen, de
"arijzenaars schrik aan te jagen. We
betwijfelen het. Maar de tijding van den
val van Soissons zal meer indruk maken.
Jarenlang hebben de Duitschers er voor
gelegen. In 't begin van 1915 viel Crouy,
ten Noorden van Soissons. Maar de stad
zelf konden de Duitschers niet nemen.
In 't vorig jaar werden de Duitschers
een eind terug gedreven en tusschen
hun linie's en Soissons kwamen schier
onneembare heuvelrijen in te liggen. Die
sterke dekking scheen de eerste dagen
van het offensief nog voldoende te zijn.
Slechts langzaam vorderden de Duit
schers. Maar thans strijden hun troepen
reeds ten Westen en ver ten Zuiden van
Soissons. Do moreele uitwerking van den
val van deze stad zal dus niet gering
zijn.
Of Parijs echter het doel is van het
jongste offensief vragen we nog eens
Misschien wel. Doch hoofddoel van Hin
denburg zal wel zijn, zijn vijanden te
verslaan, waar dan ook.
Door Foch te dwiugen zijn reserve's
telkens te verplaatsen, ze overal en ner
gens te hebben, krijgt Hindenburg de
gelegenheid telkens geduchte slagen toe
te brengen, die, als ze krachtig en vaak
genoeg herhaald kunnen worden, de in
eenstorting der ententelegers tengevolge
zouden hebben.
De Duitschers trachten
de gaping in het Fransch-Engelsche front
te verbreeden,
Gingen nog voor het laatst gedachten
van zelfbeschuldiging hem doorliet hoofd?
Waarom verlangde hij nog zijn zoon te
zien Sprak niet, ondanks al, wat voor
gevallen was, de stem des bloeds
Als een machtelooze zat Cato daar.
Ze zag het schrikkelijke gebeuren. En
ze wist geen enkel woord van verlichting
te spreken. Daar lag haar vader weg te
krimpen onder het wee van onzegbare
ellende, troosteloos, hopeloos!
Karei kwam zélf onder den indruk van
dit vreeselijk sterven. En zijn gedachten
zwierven terug naar moeders heengaan.
O, welk verschil! Wat tegenstelling!
Ginds had hij, ondanks zijn ontkenning
tegen over zichzelven, zich gevoeld als
in den gewijden voorhof van den heiligen
tempel en schuchtere eerbied had zijn
hart vervuld, en ontroering had hem doen
bevenHier voelde hij zich als iemand,
die voor zijn voeten in grondeloozen mod
der zijn naaste ziet wegzinken, zonder
dat hij ook maar de geringste poging
kan in 't werk stellen, om te helpen
Daar een juichtoon van blij verwach
ten, van zalig aanschouwen, hierals
de schorre angstkreet van afgrijzen, in
de vóór-aanschouwing van den jammer
der eeuwige rampzaligheid het terugzien
op een leven, zwart van egoïsme, vol
van zondenhet inblikken in een toe
komst, waarover geen eeuwigheidslicht
haar stralen deed vallen maar den ster
vensangst duizendvoudig verzwaarde
Ondanks zich zeiven maakte hij de
vergelijking; voelde hij de tegenstelling.
Het fiasco van zijn theorie. Maar
tegelijkertijd drongen andere gedachten
in zijn brein.
Stelde zich wederom niet iets op zijn
levenspad, dat hij als een gevoeligen te
genslag, zoo niet erger, moest gevoelen
Want terwijl de smart Cato verteerde
en haar gedachten, alléén vervuld waren
van het vreeselijke, dat niet meer af te
wenden was, stond hij daar en.... maakte
rekensommen. Op de middaghoogte, naar
hij had gewaand, van zijn geluk, ver
duisterde plotseling de heldere, zonnige
hemel zijner trotsche verwachtingen. Om
hoog! was zijn leuze geweest, en toen
zijn pad immer bergopwaarts scheen te
stijgen, maakte het opeens een wending,
die hem even snel vVeder deed dalen. Bij
dit overdenken verkilde zelfs liet wei-
nigje aandoening, dat hem zoo straks,
vermeesterde, tot steenharde ongevoelig
heid. Welke macht was het dan toch,
die zich telkens tpgenover hem stelde,
hem telkens in den weg trad, zijn ver
wachtingen verijdelde En weder rees
de vroegere overlegging in zijn hart, dat
het God was, God, die hem haatte, die
hem zijn geluk niet gunde. In zijn voor
spoed lachte hij zelfs met den waan,
gelijk hij het dan schatte, dat er een
God bestoud, en zóó al aan onwetenden
zulk een dwaas en onzinnig, maar on
schadelijk denkbeeld mocht gegund wor
den Hij deed immers geen goed of
kwaad. Maarzoodra tegenspoed
kwam, zoodra zijn omstandigheden een
ongunstigen keer namen, voelde hij het
als een ingrijpen van dien God, Wiens
bestaan zelfs hij wilde loochenen, Wiens
macht hij een fictie heette. Was het in
den diepsten grond niet zijn geweten, dat
hij wel had pogen dicht te schroeien,
maar dat Gods genade nog spreken deed
Was het niet, ook al wilde hij zulks
tegen over zichzelven ontkennen, het be
wustzijn, zich door zijn gedrag Gods
straffen te hebben waardig gemaakt
En tegen dfit besef, 't welk hij niet ver
mocht uit te roeien, stelde hij in zijn
weerspannigheid zijn haat
Een luide kreet van Cato riep hem tot
de werkelijkheid terug. Ze boog zich over
haar vader heen, haar oor, in angstig
luisteren, ving slechts liet doodsreute-
len op
Onwillekeurig kwam ook hij een stap
naderHij zag, wat hier was geschied.
Daar lag hij, de man, die nog zoo pas
geleden, pochte, blufte de man, op
wiens rijkdom, hij indirect zijn huis van
geluk had gebouwd; de man, die zoo
overmoedig liet leven was doorgestapt,
die de fortuin had gedwongen, naar hij
meende, hem te begunstigen en die nu,
aan het eind van den levenstocht reeds
zijn aardsche schatten zich ontglipt wist,
aleer de machtige Dood ze hem ontroof
de voor wien de hemelsclie tresoren
dubbel verzegeld waren
Voelde ook Cato iets van de armoe
van zülk sterven Sprak het die taal
ook, moést het die althans niet spreken
tegenover Karei, als plots zijn herinne
ring hem terugvoerde, gelijk ze het deed,
naar die andere sponde, waar de wiek-
door bij Reims en aan de Aillette aan
te vallen. Reeds vielen de forten van
de vesting Reims aan den Westkant. En
bij de Aillette ('ten Zuiden van Noyon)
wijken de Franschen. Hun stellingen
vormden daar trouwens een scherp voor
uitstekende hoek tusschen het in Maart
bij Amiens veroverde gebied, en het
terrein dat den Duitschers thans in han
den is gevallen. Als het de Duitschers
gelukt om ten Westen van Soissons nog
meer terrein te winnen, dan is de Duit
sche rechter flank gedekt, want dan
sluit het operatiegebied van nu aan bij
dat van Maart. Dan is dus de boog in
de linie der ententelegers wel zeer groot.
De Duitschers kunnen zich dan veel
sneller van 'teene deel van't front naar
't andere verplaatsen, terwijl Foch zijn
reserve's om den buitenkant van den
boog heen moet sturen.
De entente-pers, hoewel het ernstige
van den toestand inziende, verzekert,
dat het met dit offensief
zal gaan als met het vorige.
De Duitschers zullen er niet doorko
men. Zoo luiden hun troostredenen. Het
zal net gaan als in Maart. Of dat echter
zoo gunstig is voor de entente? Wei
neen. Men zou evengoed kunnen schrij
ven Ge hebt wel reden om ongerust
te zijn, want het wordt misschien wel
even erg als in Maart. Immers dit offen
sief bewijst, hoe nadeelig de Duitsche
opmarsch in Maart voor de geallieerden
geweest is. De Duitschers plukken er
thans de vruchten van, hoewel de en-
teute-pers ons verzekerd had, dat zoowat
alle Duitschers gesneuveld waren.
Als de Duitschers straks weer een
winst kunnen boeken als in Maart, dan
kunnen ze tevreden zijn. Vooral als ze
dan nog de kracht bezitten om een derde
stoot nit te voeren.
De eerstkomende dagen zijn dau ook
hoogstbelangrijke. Er wordt over heel
wat beslist.
Komen de Duitschers er dezen zomer
niet door, dan is hun kans verkeken.
Dat weten ze natuurlijk zelf ook opper
best. En daarom zai Hindenburg zijn
uiterste krachten wel inspannen, om nog
dit jaar tot een beslissing te komen.
De geheimzinnige ziekte in
Spanje.
Volgens telegrammen uit Madrid grijpt
de geheimzinnige ziekte in Spanje nog
steeds in groote mate om zich heen en
eischt veel slachtoffers. In Madrid zijn
120 gevallen. De ziekte heeft zich ook
tot de paarden uitgebreid.
In Carthagana zijn veel matrozen door
de ziekte aangetast.
De geheimzinnige ziekte breidt zich
nog steeds uit en is naar Marokko over
geslagen, waar ook het Spaansche gar
nizoen is aangetast.
Op 1 Juni stierven 111 menschen aan
de ziektein de laatste 10 dagen meer
dan 700. Deze personen hadden meestal
andere kwalen, zoodat een complicatie
optrad. Overigens gezonde personen ge
nezen in 4 of 5 dagen.
slag der engelen had geruischt
Maar de overweging, die als van zelf
zich hier deed gelden, maakte hem nog
wreveliger. Dit sterven was een fiasco
voor hém, was een nieuwe failliet ver
klaring zijner ongeloofs theoriehier
bleek de waarachtigheid van wat hij
dwaze inbeelding schatte en zag hij tot
schimmen v^bleeken, wat hij als de
hoogste levenswijsheid beschouwde.
Zoowel het puur materieele als het
meer geestelijk element in zijn overleg
gingen vervulden hem met wrevelmaak
ten hem, zelfs hier in het aangezicht
van den dood, koud en norsch.
Hij deed niet de minste poging zijn
vrouw te troostenliet haar aan haar
smart over, die hij haar heimelijk kwa
lijk duidde
Eindelijk naderde hij haar.
„Kom, Cato", hij trachtte eenig mede
gevoel in zijn stem te leggen, „kom, sta
nu oper is immers niets meer aan te
veranderen
Zijn koelheid, die niet te miskennen
was, riep haar als met een schok tot de
werkelijkheid terug.
(Wordt vervolgd).
DOOR ZELAND1A.
Nadruk verboden.l