Orqaan ter verspreiding der Christelijke Beginselen in Zeeuwseh-Vlaanderen ~F E U I L L E f'ÖjT OMHOOG! No. 39. Zaterdag IB Mei 1918. Ie Jaargang. Uit de~Schrift~ Bfliteiilaiidseh Overzicht. ADVERTENTIËN. Dit blad vcr.cl.ijnt DINSDAG* en V ft IJ I3 A A'O N D, „i.8c»nOcnl bij den Uitgever D. H. LITTOOIJ Az. te TER NEUZEN. - l E L E t ABONNEMENT: Eer drie maanden bij bezorging f 1-, Franco per post voor Nederland f 1.10. Wegens het Pinksterfeest zal a.s. Dinsdag GEEN nummer van dit blad verschijnen. i '1N K ST ERE V A NGELIE. „En het zal zijn, dat een iegelijk, die don Naam dos Heeren zal aanroepen, zal if* zal worden. Hand. 2 21. Wat is toeli eigenlijk liet Pinksterfeest? Daar begrijpen de meeste menschep nu niets van Op de andere Christelijke feestdagen, ïiu ja, dan hebben we ten minste te doen met Jezus, die meiisoh geworden is, die gestorven is voor de zonden, die opgewekt is tot onze iccht- vaardigmaking, ilie als de gloriekoning ten hemel voer om den Zijnen plaatste bereiden. En al geloovon de meeste men- selien daar nu niet zóó van als de echte Christusbelijders, ze kunnen er toeli tot op zekere hoogte inkomen, dat het vooi die Christenen gedenkdagen z%n. Maar nu die wonderlijke Pinksterda gen Men spreekt dan van de uitstor ting des Heiligen Geestes. Wat bedoelt men daarmee en wat voor nut werpt dit af? De menschen mogen dan al liet geluid hooren, men vraagtVanwaar? en Waarheen? En ook bij de Christenen zelf, m de gemeente des Heeren, is men niet vrij vau zekere vaagheid somslijkt dit slot van alle Christelijke feesten weinig in druk te maken, inplaats van de kroon te zijn, de schitterende koepel, die t heilsgebonw voltooit! 't Eigt er zeker wel aan, dat wij zoo stoffelijk zijn, dat we de waarde van den 50sten dag niet zoo goed beseffen dat wc zoo oppervlakkig zijn en dus het diepe, teere, mysterieuze werk des Gees tes zoo weinig overpeinzen. We laten daarom de kern, of, wilt ge, 't hoogtepunt van de Pinksterprediking hierboven afdrukken, Om dus klem hierop te loggen Pinksteren brengt ons niet minder evangelie dun andere hoogtijden het Wanneer ziet ge dat. zal En het het die des En het zal zijn zijn? Uit vers 17 zal zijn in dc laatste dagen. Over periode werpt dus de uitstorting Geestes bijzonderlijk licht. liet laatste tijdperk van deze. aardsche bedeeling is trouwens niet name de werktijd van God den Heiligen Geest. Die ving dus aan op dgn Pinksterdag. Van dat oogenblik, waarin het geluid. als van een geweldigen gedrevenen wmd door Jeruzalem» opperzaal ruiselito, en als vuurtongen hoven de hoofden dei kleine Christenschaar daar werden ge zien, wordt in volle mate, in overvloei ende kracht door den Zaligmaker m den hemel die heiligenden, reinigonden, we derbarenden Geest van God in dc wereld uitgezonden. In de laatste dagen. Van Israel. Nog veertig jaren ongeveer zou het zijn be- staan rokken. Maar t liep op een eind. Straks zouden de overweldigers komen. Het oude Jeruzalem belegeren, nauw insluiten. De honger zou komen. En de ziekte daarmee gepaard. Als een niast- bosch zpudén de kruisen rondom de mu ren der vroegere Godstad staan gegroept met do lichamen van de gevangen Israë lieten daaraan. Waar is dan redding en behoud „En het zal zijn in de laatste dagen, dat een iegelijk, ilie den haam des Hoeren aan roept', zalig worden zal." De gemeente, die dat roepen door den H. Geest leerde, zal ontkoming vindèn, in het vriendelijke, beschuttende Pella. De laatste dagen. Klinkt de zware, onheilspellende klank vau die woorden ook nu niet? Wie zal nu in den tijd van nood en dood, van lijden en ondergang, van wolkendoiikerheid en wereldduistor- uis zijn ziel als een buit wegdragen, wie het leven vinden Hij, die door de Pinksterprediking getroffen, door Gods Geest bezield en herboren den Naam des Heeren zal aanroepen. Pinksteren ook nu Zalig hij, die in dit leven, Jacobs God ter bulpe heeft. Ilij, die door den nood gedreven, Zich tot Hem om troost begeeft Een iegelijk. Nooit klonk de evange- lietoon zoo algemeen, zoo ruim als óp en na den Pinksterdag. Wie het Woord Gods enghartig noenit, die begrijpt de werking des Geestes niet, die leert niet den verheerlijkten Zaligmaker danken voor deze onuitsprekelijke gave. Vóór dit Christelijke feest bestond er een scherpe scheiding tusschen Israëliet en heiden, tusschen besnedene en onbo- suedene, de wetende en de onwetende Nu worden* |do scheidsmuren orugewor pen, vergruizeld. Dc H. Geest bindt zich nu niet meer aan een volk, maar gaat uit over de wereld. Onder alle volk. In alle landen. Vandaar dat Hij ons dwingt het evangelie van Jezus Christus, de eenigeu Naam tot zaligheid te prediken alom. Want hoe zullen zij den Naam des Heeren aanroepen als zij in Hem niet gelooven En hoe zullen ze gelooven, als hen niet gepredikt wordt? Daarom is het Pinksterfeest hot Missiefeest. V iert de Christelijke kerk dit hoogtij bewust, dan leert zij haar roeping verstaan om nabij en verre deu Naam des Heeren uit te dragen. Maar het is ook liet feest, waarop Gods Woord eens zeer tot U persoonlijk komt. Een iegelijk. En het stelt U dus voor de ernstige vraagRoept gij den Naam des Heeren aan Ile.ofi de Geestes stroom zijn weg ook door U genomen Heeft Hij Uw dorstige ziel verkwikt Daarom zal de dorstige van hart, die eigen gebroken hakken ledig vond,bidden lieer, ik hoor van rijken zegen Dien Gij uitstort keer op keer. Laat ook van dien milden regen Dropp'len vallen op mij neer Dan is het voor U Pinksterfeest. wordt ge U ook meest bewust in Jezus al Uw zaligheid te hebben. En ge draagt PinkstercmcAf. Och, dat al het volk profeten ware Gezalfd met Gods Geest Dan leeft Pinksteren voor U. Dan is liet een wonder van genade. Een wonder tot zaligheid. De Geest des Heeren, heeft eerst den Zaligmaker toebereid, Hem daarna ge dragen en ondersteund in leven en lijden. Maar sedert deu Pinksterdag is Hij bezig om het lichaam van deu Christus te bereiden, opdat Hij straks de gemeente Gods als een reine bruid baar heerlijken Bruidegom toevoere, opdat zij samen vercenigd Code prijzen. Dat geschiedt in de laatste dagen. Zoo wordt zijn werk heerlijk volkomen- Wat dunkt Uis deze Pinksterpredi king niet een Pinkstcrevangehe Brouwer. ADVERTENTIËN. Voor eiken regel meer /"0.10. Handelsadvertentiëh ovei twee Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie berekend. Abonnementen per contract, adverteutiën tot 12 uur 's middags op de verschijndagen. Van 1—4 regels 0.40. kolom 6 cent, per regel, wordt de prijs tweemaal Inzending van We hebben waarlijk geen reden om op de een of andere partij der strijden den ons te verlaten. Evenmin behoeven we te denken, dat den oorlogvoerende uit eerbied voo; het recht, of uit sympathie voor ons End, ons zullen sparen. Geweld heerscht over 't rechteigen- j belang gaat vóór alles. Daaraan word. desnoods oen klem. volk, dat bijna, vier jaren lanji zijn best deed om een eerlijke neutraliteit te handhaven, opgeofferd. Onze veiligheid ligt alleen vast in de hand van llem, die liet wereldgebeuren met Duitsch- bestuurt. Als ons volk dat kennen. Dan zou er voor den Alziendon op den Almachtige, het al. Zij er dan veel veel geloof in llem. toch maar wilde er- verootmoedigiug zijn God en vertrouwen Wajit Ilij bestuurt tót Hem, en 88) Hij durfde haar verziek niet langer weerstreven voelde zich als een schul dige. „Ja, 'k kom.' Hij kwam, groette bijna onhoorbaar Karei, die met een boek voor zich, om zich een houding te geven, aan tafel zat. Ze praatten een poosje over onver schillige dingen, maar vlotten deed het gesprek nie.t „Vader", begon ten slottte Karei, „we wilden wel eens met U praten over geld- zaken". Rechtaf maakte hij derhalve het doel van het samenzijn bekend. „Over geldzaken pa 'Ja, kijk'es,"papa, U weet, ik zit nou óók in zaken en, daar is geld voor noodig. We woucn, Bertels en ik, wat gaan uit breiden, ziet U, en dan heb ik beschik king noodig over meer fondsen, danop 't oogenblik. Cato en ik hebben Een iegelijk, die den Naam des Heeren aanroept zal zalig worden. Dal aanroepen leert U de 11. Geest. Ilij laat voor hen die in den nood der ziei en der wereld geen uitkomst zien, voor nogen schilderen den Heiland, gezeten ter rechterhand Gods, met alle macht in hemel en op aarde toegerust, dus ook machtig a dien nood te vervullen. En wanneer g< door die gestalte zijl bekoord, loert Ilij U aanroepen dezen Christus. Allereerst het aanroepen om bevrijding uit Uw ellende. „Q God, wees mij, zondaar ge nadig." En de ketenen vallen en di bamïen worden losgemaakt. Ge hebt Pinksteren-éde. Hij le ert U al Uw loven voor Uw stoffelijke en geestelijke nooden te bidden tot dezen machtigen lieer. Ilij zal ze vervullen. En ge smaakt Pinksterccenyde. Hij noopt IT ook den Naam des Heeren uit te roepen. Op de markt dos levens. Allen dag. De H. Geest maakt geen doode, maar levende Christenen. Dan wordt eerst openbaar Zijn werk. Dan „Ik en Cato, bedoel je", viel hij nijdig in de rede. Cato zat met neergeslagen oogen toe te luisteren. Ze vreesde (le botsing dézer twee, bijna even prikkelbare naturen. „Nee pa", begon ze nu. „Och, laat maar. 'k Weet wel. T Hin dert ook niet. Nou?" Karei bleef, tegen zijn gewoonte in, bijzonder kalm. „We hebben er samen over gesproken, j of hej niet wenschelijk zou wezen, dat we U van een deel van de geldzorgen ontlastten. U wordt een «laagje ouder, en Uw gezondheid „Och, hoe bezorgd 1" schimpte hij, bitter. „Nee, pa," kwam Cato, „zóó moet U dat nou niet nemen !t is toch waar, wat Karei zegt „Jij ook al Och, waarom ook niet „Wé willen toch niets onredelijks," begon Ivarel weer. Een hard woord lag hem wel op het puntje van (le tong, maai bij weerhield het. Zoo lang mogelijk wilde hij trachten, ook om Oato's bijzijn, zich in te binden. „Onredelijks, onredelijks 1" stoof Bre mer op. „Zeker is het onredelijk. Waar om moet alles veranderd? Gaat hetopeens zweeg hij. Neen, het ging niet goed. Hij moest, wilde hij De wrijving land. De spanning is gelukkig geweken. Het kau niet ontkend worden, dat de verklaring van minister Loudon, dat de toestand als ernstig moest worden be schouwd, een angstig gevoel bij ons volk wakker riep. Men wist niet waarom het ging. Allerlei geruchten deden de ronde. Toen de minister dan ook verklaarde, dat de spanning geweken was, ging er een zucht van verlichting dooi ons volk. Vreemd scheen ons echter, uit. wat de minister als punten van verschil opnoem de, te moeten gelooven, dat de toestand wérkelijk gespannen geweest was. Thans heeft de minister een nieuwe verklaring afgelegd, waaruit blijkt, dat niet zoozeer de eischen vau Duitschland den toestand ernstig maakten, maar moei de druk die Duitschland uitoefende om ons tot toegeven te dwingen. Zeker, de eischen waren niet geheel inwilligbaar. Maar de afloop der onderhandelingen heofjt wel bewezen, dat Duitschland ge negen was water in den wijn te doen. liet wilde een spoedige beslissing, omdat het eigen belang dat eisclite. Dit nu lijkt ons voor de toekomst niet geheel onbedenkelijk. Om betrekkelijk geringe voordooien te verkrijgen, -aarzelde Duitschland niet een dreigende houding aan te nemen. Niet,-inwilliging toch, zoo liet men onzen gezant te Berlijn duidelijk verstaan, zou hoogst ernstige gevolgen voor ons land hebben. We gelooven hieruit, de. leering te 1110 gen trekken, dat hoe bitterder (le wor steling wordt, hoe minder men ure-I du neutralen zal rekenen Duitschland had jjit vervoer over onze waterwegen en over den spoorweg Glad bachWeert— Antwerpen noodig voor zijn krijgsbedrij ven aan het Westfront. Om dat te be reiken, zou liet voor een oorlog met ons .1 I land niet teruggeschrokken zijn. V Voorafgaand overleg gewenscht. De Deputatenvergadering der Anti revolutionaire partij had onder de leiding van Idenburg een uitnemeud verloop. Toch bevredigde ons het bebat over het concept program niet geheel. Dat kwam, omdat aan de voorbereiding te veel haperde. t Van zeer veel kiesvereenigingen waren opmerkingen en amendementen ingeko men. Maar door de ongesteldheid van Dr. Kuyper heeft het Centraal Comité niet vergaderd en dus geen kennis ge nouien van die amendementen. Dat is jammer, want lmt ging niet aan, oin op de Deputatenvergadering zelve nog allerlei wijzigingen aan te brengen. Hoe sympathiek ons dan öók in hoofdzaak de voorstellen van ucn heer Kruithof waren, toch lag o. i. voor do hand, dat het niet aanging al déze wen selien nu maar ineens, zonder vooraf gaand overleg, op te nemen in het pro gram van actie. De lieer Kruithof voelde dit ook zelf, en trok zijn voorstellen in. De voorstelling, als zouden de wen christelijke arbeiders gene- Gelukkig is de zaak ditmaal nog in \ler minne geschikt. Ook Engeland en Frankrijk hébben, begrijpende dat bet om bel lot van Ne- derland ging, verklaard dat ze ons laud om de getroffen schikkingen met Duitsch land geen moeilijkheden in den weg zullen leggen. Zoo raken we hoe langer en meer in de knel. Engeland en Amerika gingen, onulat het scheepsruimte-gebrek nijpend werd, over tot roof van onze schepen. Duitschland rammelde met liet zwaard om van het kleine Nederland spoedig gedaan te krijgen, wat anders allicht maanden van onderhandeling had gekost. schen der MB gcerd zijn, is dus absoluut valsch Dat blijkt ook ten overvloede uit wat de lieer Sm oen k schrijft in het Wage- ningsch Nieuwsblad „Wel bleek uit de besprekingen, dat de leden van het Centraal Comité over bet algemeen sym pathiek stonden tegenover de voor-tellen van den lieer Kruithof, die slechts ver tolkte wat duizenden begeeren. We zijn er van overtuigd, dat men straks voor allerlei sociale maatregelen op deu steun van de Antirevolutionaire Kamerfractie zal kunnen rekenen. Ook op maatregelen, die bedoelen een betere opleiding van onze arbeidersjeugd." Wé zijn liet eens met, deiè opvatting vim dorr heer Smeenk. De Antirevolu tionaire partij zal in de toekomst evenals in het verleden niet aarzelen, sociale wetten, die bèdöelen onze arbeiders op te heffen en te helpen in hun vaak moei lijken strijd om het bestaan, te helpen uitvaardigen. Ook dc rede van Dr. Kuyper ,]Wat nuf' bewijst het. Aan haar verleden en aan haar toe komst in de Antirevolutionaire partij verplicht, rekening te houden met de sociale stroomingen. Maar in hot vervolg móet voorafgaand overleg plaats hebben met de christe lijke sociale organisatie's Met Patiifr.o mum, met de niiddelstandors-organi.satie, met de christelijke boeren-'en tuinders- bond enz. Dat is eïseli van taktiek. Maar ditmaal weten we ook zóó \Vril. dat de Antirevolutionaire partij, die het heil zoekt van heel het volkde sociale wetgeving niet zal verwaarloozen. Op de fronten. heerscht nog slechts matige bedrijvigheid. jSie.uvys van ..eenig belainr is er niet te molden. Aan beschouwingen en voorspellingen ontbreekt liet natuurlijk niet. Zoo schrijft kolonel Repinglon, de mi litair deskundige van de Morning Post, „dat men deze week of de volgende ge tuige denkt to zijn van het begin van hof incest kritieke stadium van den Duitschen aanval. Tegen dien tijd moet de voorwaartsche concentratie van de Duitsche artillerie in Frankrijk teu naas te bij voltooid zijnMaar de toestand aan het Oostelijke front is steilig minder duidelijk dan Ludendorff gehoopt had. De operatie, die de Duitschers in m iaud hebben moeten volvoeren, is er een van aanmerkelijken omvang geweest, terwijl in Oekraïne de troepen van Eich- horn en Koch veel moeilijkheden hebben ontmoet en er deu weg naar de Krini moeten openen. Zij staan al te Kosto, en de gevolgen kunnen ernstig zijn Er is ook een rest van bet lange front tusschen deze twee uiteinden dat bewa king noodig heeft, zoodat de toestand voor Duitschland eenigszms minder guh- stig is dan toen de tractateu in het Oosten geteekend werden. Het uitstel dat daar het gevolg van geweest is, is voor de geallieerden van meer voordeel geweest, dan voor deu vijand, en sedert den tijd waarop de groote aanval out- worpen werd, is er veel veranderd, liet kan zijn, dat hot nog tot een tactische verrassing komt, maar de sehrijver kan slechts weinig speelruimte voor strate gischo verrassingen ontdekken, tenzij door schending van het gebied van Zwitserland of door het ondernemen van oen aanval overzee op Engeland. Ondanks het ongeduld van de Duitschers die willen dat de Oostenrijkeis m Italic zullen beginnen, is het nog niet zeker, of de Oostenrijkers aan de wenschon van hun vrienden, zoo spoedig als dezen dat, verlangen, gevolg kunnen geven. Of de voorstellingen van Repinglon niet wat al te gunstig voor de entente is De eerstvolgende dagen zullen het waarschijnliik wel leeren. wel op een bijeenkomst van de beide keizers nog weer opnieuw bevestigd. D«' beide monarchen waren vergezeld van bun ministers van bnitenlandsche zaken en van de chefs van de generale staven. Het was dus een zeer gewichtige bijeenkomst. Het praatje, ctat de Donau-monarchie, vechtensmoede, zich van don Duitschen bond genoot wil afscheiden, zal nü voorloopig wel de wereld uit zijn. Terecht merkt de „Berl. Lokaianzeiger op, dat als iets geschikt is om de speculatie van „onze" vijanden op een -verslapping dor bondsgedachté te vernietigen, het wel is de ontmoeting der monarchen op 12 Mei, welke tevens een waardig antwoord is op de kni- pet-ijen van Ck-meuceau en op zijn vorvalseh- ten'oi verzonnen keizerlijken briefInder daad, wat er ook gebeurd zij, aan het feit valt niet te tornen, dat de betrekkingen tus schen Duitschland en Oostenrijk nu zoo hartelijk zijn als ooit te «oren en dat men er ernstig mee doende is om aan liet bond genootschap nóg -ruimer en dieper beteekenis te geven De besprekingen in het groote Hoofd kwartier vormen den grondslag voor politieke, militaire eh economische onderhandelingen, waarmode binnenkort een aanvang zal worden gemaakt. Het ligt diteraard voor de hand, den zeèr goed zijn toestand en begonnen zich dc laatste dagen al meerjieei merk baar, van hem uf to trekken. Toen do beurs nfgeloopen was, voelde 11 renter zich óp. Uitgeput, lichamelijk en geestelijk, als een schipbreukeling, die de laatste plank, waaraan hij zich ureïïlang vastgeklemd heeft, hem voelt ontglippen, en wiens wanhopige pogingen, om het hoold boVen water te houden, falendie zich voelt wegzinÊen. Hij kwam thuis, sloot zich dadelijk in zijn kauier op. Zeker bezig, zoo onderstelden Cato en Karei, de zaken te ordenen en te rege len, om morgen met alles gereed te zijn.... In doffe" moedeloosheid zette hij zich lieer. Nergens zag hij thans een uitweg. Hij, die zich eens zoo zeker had geweten van zijn positie, voelde nu deu grond onder 'zich zinken. Moe gepeinsd was zijn brein zijn god, op wien hij had ver trouwd en gebouwd, zijn geld, had hem verlaten. Eu anderen steun keilde hij nietVerlaten, hulpeloos zat hij neer. Hij zuchtte, sloot de oogen. Als een rij van levende beelden gleden zijn herinneringen zijn geest voorbij. (Wordt vervolgd). eerlijk zijn, hun voornemen billijken maar juist daarom moest hij zich ver ontwaardigd, boos toonen, om zich niet geheel te verraden,'meende hij. Tot hoe lang nog „Dat zeggen we niet," antwoordde Cato, haars vaders onuitgesproken, maar wel begrepen vraag afwijzend, „maar, waar Ivarel mfook zélf zaken doen moet, moet bij toch wat meer vrijheid van be weging hebben, 't Is niet uit wantrou wen," loog ze, mot een blos, „maar ter wille van de i goeden gangvvan zaken en voor IJ is het immers daarbij een hecle verlichting Bremer had zijn besluit genomen. Ja, hij kon nog wel wat tegenspartelen, maar hij begreep zeer goed, dat dit de zaken niet veranderde en Cato én Karei ten slotte rechten konden laten gelden. Zou hij hun de vreeselijke waarheid maai onthullen, hun illusies doen verdampen Eerlijk zou het gewis geweest zijn maai de moed ontbrak hem er toe. Ilij zou vandaag nog het uiterste be proeven zien geld op te nemen bij beurs- vrienden; wellicht, wie weet, bracht de dag van heden nog niet ongedachte uit komst wio was zoo grillig in het uit- deelen van haar gunsten als vrouwe Fortuua Zoo zocht liij voor het oogenblik een uitweg, in zijn lafheidzou paaide hij zich zelf en zijn kinderen. 'k Zal vandaag de zaken in órde bVen- gén," zei hij, trachtende op tuchtigen toon tc spreken. „Dan kunnen We mor genavond afrekenen." Cato zag Karei met een blik aan, die scheen te moeten zeggen zie je wel, dat je je noodeloos ongerust hebt gemaakt Ook Randers keek verwonderd. Zóó gemakkelijk bad liij zich niet voorgesteld, dat zijn schoonvader zou te bewegen geweest zijn. „Goed," zei hij. En vergoelijkend, nu de zaak zulk een verrassende wending had genomen, voegde hij er aan toe Zóó'n haast zat er nu niet achter." ,,0'ch, eerder ben jullie toch niet gc rust," zei liij hatelijk en tegelijk, zelfs zijn benarde positie nog het air aan- ni gccncrlei nemende, alsof hij volstrekt J moeilijkheid zat. De oude blufferige na tuur kwam toch nog even boven. Zóó vertrok hij, naar de Beurs. Hij spande zich in, geld los te krijgen deed zich opgewekt voor blufte en poch te maar de „vrienden" lieten er zich niet'door van de wijs brengen; ze ken- ZEEUWSCH VLA AN DE r. a tt r\ xt ia ..tiNAnnn/l/Mxl fi1 uncirlnore»n DOOK ZELANDIA. J^Nad^k^erbodenj| Het bondgenootschap tusschen Duitschland en Oostenrijk-Hongarije

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1918 | | pagina 1