Uit het Buitenland. Uit het Binnenland. Uit de Pers. Zendingsrede van Ds.A.Thielen,v.Axei, Roemenië waarborgt de schepen der verdragsluitende partijen vrij verkeer op het Roemeensche deel van de Donau, met inbegrip van alle daaraan liggende havens. De vierbond en Roemenië hebben het recht op den Donau oorlogsschepen te stationneeren. Deze mogen stroomaf waarts tot aan de zee, stroomopwaarts tot aan de grens van het eigen staats- gebied opvaren, doch met den oever van een anderen staat slechts met toestem ming van dezen staat in verbinding staan. Elke in de commissie vertegenwoor digde mogendheid heeft het recht twee kleine oorlogsschepen als gestationneerde schepen aan de Donaumondingen te hebben. Deze mogen tot Braïla ligplaats nemen. Voorts is een nieurv handelsverdrag met Roemenië gesloten, dat tot 1930 zal loopen. Een overeenkomst betreffende den verkoop van het graanoverschot van Roemenië aan de Centralen werd voor 1918/1919 definitief afgesloten. De Cen tralen verplichten zich hunnerzijds Roe menië te voorzien van industrieele pro ducten voor landbouwdoeleinden. Verder moet nog opgemerkt, dat de militaire bezetting nog tijdelijk wordt gehandhaafd. Het burgerlijk bestuur komt echter aanstonds reeds aan de Roemeensche regeering terug. Wie zegt, dat Roemenië er slecht bij vaart, nu het met den Vierbond vrede sluit, zal dit bij objectieve beschouwing moeilijk kunnen volhouden. De conces sies die Roemenië moest toestaan zijn niet onbillijk, als men bedenkt hoe ver raderlijk dat land zich in 1916 gedragen heeft. Finland. De ontzettende nood waarin de Duit- schers in Finland tengevoige van het woeden der Russische moordenaarsben den verkeereu, is door de bladen bekend. In een particulieren brief, die in Duitsch- land door een predikant ontvangen werd, wordt dringend om de voorbede der ge- loovigen gevraagd. In dien brief staat „Er is niet één Bartholomeusnacht, maar een gansche reeks van zulke nachten en dat niet op één plaats, maar op ver schillende plaatsen, geweest. Wijl de burgers door de Bolsjewikis gedwon gen werden alle wapens uit te leveren, zijn zij geheel in de macht der bandieten overgeleverd. Deze dringen des nachts in particuliere woningen binnen en door steken de jonge zonen van onze beste familiën, dikwijls in tegenwoordigheid van hun arme ouders. Vele andere feiten konden genoemd worden, maar die zult gij uit de bladen vernemen. Bidt toch, met uw vrienden, om Jezns' wil voor ons arm vaderlandhet zijn toch uwe geloofsgenooten en voor een groot deel uwe bloedverwanteu. Wij gelooven in de kracht van de voorbede en ervaren daarvan dikwijls in het leven de macht, en daarom veroorloof ik mij, u in dezen vreeselijken nood deze zaak zoo dringend mogelijk op het hart te binden". DE VERKIEZINGSLIJSTEN DER ANTI REV. PARTIJ. Naar wij vernemen zijn Vrijdag 1.1. door het Centraal Comité in overeenstemming met de afgevaardigden der Kieskringen deze lijsten vastgesteld Groep A. (Leeuwarden c.s.) 1. Dr. J. G. Schreuder2. L. F. Duy- maer van Twist3. A. Colijn4. A. Zijlstra5. P. Wielinga 6. Ds. G. Hof stede7. Mr. P. S. Gerbrandy8. Ds. F. G. Petersen 9. C. Smeenk 10. Mr. J. W. Goedbloéd. Groep B. (Amsterdam c.s.) 1. Mr. Th. Heemskerk 2. C. Smeenk 3. Mr. J. A. de Wilde 4. W. de Vlugt 5. J. Schouten 6. Mr. P. E. Briët7. A. Colijn 8. J. C. Wirtz Czn 9. D. L. Harms10. P. J. Dam. Groep C (Utrecht c.s.) 1. A. W. F. Idenburg; 2. C. van der Voort van Zijp 3. J. van der Molen 4. Mr. V. II. Rutgers; 5. Dr. E. J. Beu- mer6. F. H. de Monté Ver Loren 7. Mr. J. A..de Wilde; 8. Mr. A. de Veer; 9. A. Colijn 10. K. Kruithof. De Bond van Katholieke kiesver- eenigingen in Zeeland heeft de definitieve candidatenlijst voor de Tweede Kamer verkiezing als volgt vastgesteld t. P. F. Fruijtier2. F. J. L. M. van Waesberghe; 3. J. W. Vienings; 4. Mr. J. H. M. Stieger. GRAAN EN MEEL UIT AMERIKA. Volgens hier te lande ontvangen be richten zal de lading van de „Java" be staan uit 1500 ton maïs, 2000 ton meel en 2600 ton graan, en de lading van de „Stella" uit 2000 ton tarwe en 1600 ton meel. Verwacht kan worden, dat deze sche pen nu dezer dagen gereed zullen zijn om de reis naar Nederland te aanvaar den. UITVOER NAAR BELGIË. Naar van de Belgische grens wordt vernomen, worden er thans van Duit- sche zijde uitgebreide maatregelen ge nomen tegen het smokkelen uit Neder land, zulks in verband met plannen tot heffen van invoerrechten. DE NIEUWE AARDAPPELEN. Evenals verleden jaar zullen de nieu we aardappelen in den vrijen handel komen, (Vad.). GEEN DISTRIBUTIE VAN EIEREN. Het ook door ons vermelde bericht van het „Ned. Weekblad voor den han del in Kruidenierswaren", dat een rant- soeneeringsstelsel voor eieren op komst was, is niet juist. Wel zal spoedig een vervoérverbod worden uitgevaardigd en aan de plannen voor een regelmatige distributie wordt reeds eenigen tijd ge werkt. Een rantsoeneering voor het publiek ligt vooralsnog niet in de be doeling RUNDVLEESCH. Het Bureau voor mededeelingen inzake de Voedselvoorziening meldt ons Bij herhaling word de meening ver kondigd, dat het beter ware een geheel vleescldooze periode door te maken om de voorziening met vleesch, vet en zui- verproducten gedurende den winter niet in gevaar te brengen. Dit geschiedt echter niet door de slachtingen die noo- dig zijn om gedurende eenigen tijd 2 ons vleesch per week en per hoofd be schikbaar te stellen. Daarvoor, alsmede voor de behoeften van leger en vloot, zijn noodig 6000 stuks vee per week in eeu tijdvak van 5 a 6 weken derhal ve tussclien 30 en 40.000 stuks. Het is duidelijk, dat daardoor de rundvee stapel, die in het begin van Maart vol gens deskundige schatting op 1.340.000 stuks kon worden geraamd, in geenen deele wordt bedreigd. Wanneer wij dus nu een weinig vleesch gebruiken, wordt daardoor de voorziening van la ter niet in gebracht. Hoe meer boven dien do veehouders zelf medewerken om een goede keus te doen onder het vee, hoe beter het onzen veestapel het in de toekomst zal gaan. De opmerking is ook gemaakt, dat er dit voorjaar buitengewoon veël vee zou zijn afgeslacht, en dit wordt dan afge leid uit de hooge opbrengst van den slachtaccijus, welke verre de raming heeft overtroffen. Daarbij mag echter niet uit het oog worden verloren, dat het vee in dit voorjaar abnormaal hoo ge prijzen heeft opgebracht en de accijns wordt berekend naar den prijs. Dergelijke cijfers geven dus, ook in vergelijking met vorige jaren, geen uitsluitsel over het aantal stuks vee, dat werd afge slacht. Een enkele opmerking nog over het nuchtere kalfsvleesch. dat men voort gaat van zekere zijde in discrediet te brengen. Daartoe is geen reden. Er kend werd reeds, dat de voedingswaar de uit den aard der zaak niet zeer groot is; die geheel weg te cijferen, is evenwel onjuist. En in ieder geval kan tegen het gebruik van dit vleesch uit hygië nisch oogpunt geen bezwaar bestaan. De tijd der nuchtere kalveren raakt echter voorbijvandaar ook, dat er nu minder in consumptie kunnen worden gebracht. SOCIALISTISCHE PRACTIJKEN Aan de Centrale Keuken in Den Haag vervoegde zich Zaterdag zoo meldt men aan de „Rsb." van zeer betrouwbare zijde een vrouw als werkster. Er werd door dengene, bij wien zij zich moest melden, gevraagd of zij van „de Partij" was, waarop zij het antwoord schuldig bleef wijl ze niet wist wat de Partij was' Men kon haar deswege niet gebruiken. BIOSCOOPCENSU UR. De burgemeester van Amsterdam is door eigen aanschouwing tot de stellige overtuiging gekomen, dat de overheid paal en perk dient te stellen aan hot bioscoopgevaar voor de jeugd. Volgens zijn gevolgtrekking verdient noch de leef tijdsgrens der bezoekers, noch de wijze van keuring der films zooals in andere plaatsen voor Amsterdam navolging. De burgemeester acht het noodzakelijk, den leeftijd, beneden welken het niet geoorloofd is een ongecontroleerde bios coopvoorstelling bij t.e wonen, op 18 jaar te stellen. HOEVEEL BROOD LEVEREN DE TOE GEZEGDE 14IXX1 TON GRAAN UIT AMERIKA Bij het veelvuldig bespreken van de Amerikaansche schepenkwestie zal me nigeen aldus de „Groene" zich hebben afgevraagd, in hoeverre de eerste toegezegde hulp, welke ons met de 3 schepen uit Amerika en Argentinië ho pelijk binnenkort bereiken zal, nu voor zien zal in de algemeene broodbehoefte. 14.000 ton graan is toegezegd, maar hoeveel brood word daarmede vertegen woordigd Enkele inlichtingen van bevoegde zij de ontvangen, brengen ons tot de vol gende berekening Eén ton 1000 K.G. graan, levert 800 K.G. (gebuild meel). Eén K G. meel levert U/a K.G. witte brood. 14.000 ton graan leveren dus 11-200.000 K.G. meel 16.800.000 K.G'wittebrood. Veronderstellend,dat 't Amerikaansche graan bestaan zal uit tarwe, waaraan de behoefte is, kan men voorts rekenen, dat bij de broodbereiding wordt toege voegd 35 pet. roggemeel, voorloopig vol doende voorradig en 10 pet. aardappel meel of ander noodhulpmateriaal. Deze 45 pet. gevoegd bij de 16.800.000 K.G. geeft 28.360.000 K.G. brood, welke hoeveelheid dus verkregen kan worden met de toegezegde Amerikaansche hulp. De Nederlandsche bevolking verbruikt gemiddeld 1.400.000 K.G. brood per dag, aannemend, dat de niet broodgebruikers (jonge kinderen e a.) de aanvullingsrant- soenon compenseeren, zoodat men re kenen kan, dat de nieuwe aanvoer strek ken zal voor ongeveer 17 dagen. Baas boven baas, of hoe Duys overschreeuwd werd. Men meldt aan het „Vad." uit Alkmaar het volgende In de groote zaal van de „Harmonie" werd een vergadering gehouden van de afd. S. D. A. P., waarbij als spreker optrad de heer J. E. W. Duys, lid van de Tweede Kamer, over„De sociaal democratie in het parlement". De druk bezochte vergadering, die aanvankelijk rustig had gelusterd, werd langzamerhand bewegelijk, toen de spre ker het optreden der revolutionairen hekelde en opkwam tegen de bewering van die zijde, dat de soc.-dcm. Kamer fractie de arbeiders had verraden. Welk belang kon zij daarbjj hebben „Hun portemonnaie", internmpeeide iemand uit de zaal. De heer Duys vond dat deze uitroep bewees hoezeer de laster al was door gedrongen. Interruptie„Is dat het onderwerp behandelen? Kerel, hou je bek!" „Gooi hem er uitriep een ander. Na een kalmeerend woord van een lid der S. D. A. P., waarbij deze er op wees, dat debat na de reue werd toegestaan, kon de heer Duys vervolgen Hij zette uiteen hoe moeilijk de taak der Regeering was in de jaren na Augus tus 1914 en betoogde uitvoerig, dat Nederland wel had moeten mobiliseeren. De soc.-dem. hebben daarom er ook voorgestemd. Zoo ook Spr., al staat en stond hij dan ook op het standpunt van geen man en geen cent. (Gefluit). „Wie daar fluit eu lacht, lacht om zijn eigen domheid", riep de heer Duys. Eu toen begon een vreeselijk rumoer. Men klom op stoelen en tafels, schreeuw de door elkaar en gesticuleerde, zoodat er slechts weiuig meer was te verstaan. Van een oogenblik kalmte maakte de spreker gebruik om mede te deelen „Vergadering, gij hebt van mij het laatste woord gehoord". Hij had vóór do ver kiezingen nog 37 spieekbeurteu te ver vullen eu wilde zich de keel niet for- ceeren. Daarna bood een lid der S. D. A. P. een bemiddelingsvoorstel aau, uiaar toen mevr. Tjaden v. d. Vlies (Enka) op het tooneel wilde komen om te debatteeren, zei de lieer Duys „Ge komt er niet op, geen quaestie van De herrie begon toen opnieuw en van de vele stemmen was geen woord te verstaan alles ging iu 't rumoer ver loren, waarop het gordijn werd neer gelaten. Onder voortdurend tumult verliep de vergadering, nadat de politie de aau- wezigeu tot eenigen spoed had aange spoord. Bleek van woede en ergenis verliet mevrouw Tjaden de zaal en haar man, trillende vau kwaadheid, volgde haar Het publiek zette de debatten op straat luide voort onder het motto „het kost geld, 't zal nog méér kosten en wat hebben we dan nóg gelijk een hunner zich uitdrukte. Dit doelde op genoemd bemiddelings voorstel. Tot zoover het „Vad." „Van Alkmaar begint de victorie van het Bolsjewikisme", zou men bijna ge neigd zijn te zeggen, hoewel deze obscure „antimilitaristische" elementen ook te Rotterdam op zeer „vredelievende" wijze een lezing van I)s>. Krop beproefden te verijdelen. Men ziet uit dit gansche bedrijf, dat het„macht gaat boven recht" juist door deze „vredesvrienden" het ruimst toegepast wordt. Doch op één ding wenschen we te wijzen. Hier ondervinden de S. D. A. P. ers zelf hoe „aangenaam" het is in eigen belegde vergadering gestoord tu worden. En ook: wie wind zaait, zal storm oogsten. Slechte kijk. Merkwaardig is de slechte kijk dien men in regeeringskringen op de ziels gesteldheid van den plattelander had. Ringelooren scheen welhaast de korte saamvatting van alle regeerings- wijsheid. De Schaperiaansche leerstelling dat men den boer niet noodig had, alleen zijn grond vond veel te veel aanhang. Een maatregel als het verbod van het gebruik van eigen graan voor voedsel voorziening heeft onnoemelijk veel kwaad gesticht. Tot overtreding werd zoo uitgelokt en daardoor ook de eerbied voor andere overheidsmaatregelen ondermijnd. Dan werd bij de distributie met milli- oenen gesmeten, maar bij de bevordering van de productie schriel alles met mondjesmaat toegemeten. Zoo is ontstaan een verbitterde onwil lige stemming, die zeker niet valt te billijken, waartegen te strijden plicht is, maar die toch door meer vroed beleid gemakkelijk had kunnen worden voor komen. (Rotterd.) Als 't maar waar is. In een artikel van „Het Volk" over „burgerlijken dienstplicht" komt o m. de volgende zinsnede voor Indien er een regeering optreedt, die ons geheele volk organiseert tot het gemeenschappelijke doel om van de levensmiddelenvoorziening in de be staande omstandigheden te maken wat er van te maken is, zal de arbeiders klasse haar medewerking niet weigeren. We hopen, schrijft de „Maasb.", en we vinden die opmerking zeer ad rem, we hopen, dat de roode partij ook bij een eventueele rechtsche regeering die houdiug zal aannemen. Evenwel zijn we er niet gerust op, daar obstructie, vooral als het tegen rechts gaat, den rooden heeren in het bloed zit. We zullen daarom deze uitlating van „Het Volk" ons goed in het. geheugen prenten, om te gepaster tijd de heeren er aan te kunnen herinneren. (De Zeeuw.) gehouden te Zaamslag, 12 Mei 1918, in de Geref. kerk. Zijn WelEerw. wenschte het volgende zendingsonder werp toe te lichten „De Taak van het Evangelie tegenover den Islam." leder, die getrouw lezer is van het Zendingsblad en andere zendingslectuur, weet wat de Islam is. 't Is de godsdienst van den valschen profeet van Mekka. Die godsdienst, de Islam (wat betee- kent onderwerping aan God) is, voor namelijk in zijn begin over een groot deel der a»rde verbreid. Ook in ons Indië zijn millioenen aan hangers en is het daar voor onze zending een zeer ernstige strijd tegenover dien machtigen vijand: den Islam. De Mohamedaan stelt zich met kracht tegenover de zending, omdat hij het Christendom haat met een doodehjken haat. Het is de groote religie na het Chris tendom, wat door haar wordt ontkend en door de wereld betwist. Andere godsdiensten laten veelal het Christendom liggen, maar de Islam als laatstgezonden religie, noemt het Chris tendom opzettelijk eeu leugen. De Mahomedaan erkent één God, die Schepper is. Hij belijdt dus het mono theïsme en staat dus hooger dan het heidendom (veelgodendom). De Islam beweert de eenige, waar achtige religie te zijn en treedt met dezelfde pretentie op tegenover het Christendom als wereldgodsdienst. De Mahomedaan is dus anti-christelijk. De taak van de zending hier tegen over is dus uiterst moeilijk en zal het lang duren eer deze harde rots gebroken uiteenvalt. Nu is de taak van het Evangelie tegen over den Islam velerlei, maar 'tis de bedoeling speciaal te handelen over de prediking tegenover den Islam, den Mohamedaan. Dat is dan een drievoudige taak I. De prediking van 's menschen ver antwoordelijkheid tegenover zijnfatalisme. II. De prediking van waarachtige bekeering tegenover zijn formalisme. III. De prediking van het geestelijk heil tegenover zijn materialisme. I. De Mohamedaan is fatalist. En die leer van het noodlot treedt in het practische leven gedurig op den voor grond. Hij belijdt God als een absolute macht boven zich in 't bekende Groot is Allah I En die grootheid verheerlijkt hij op allerlei wijze. De almacht Gods is voor hem absolute willekeur daarbij onbuigzaam, onweder- standelijk. God is de hoogste wilskracht. Dat God liefde is raakt hem niet, wijl alle liefde, geduld, zwakheid zou ver- toonen. God is de harde God, die trans cendent boven alles verheven is en niet kan wonen in den verslagene van hart. Zijn. opvatting inzake het besluit Gods is, dat dit alles bevat, wat geschiedt in hemel en op aarde. Ook de zonde is hierin opgenomen. De uitvoering ervan is louter willekeur en eischt van het schepsel blinde onder werping. Dat is het wezen van zijn godsdienst. God is dus willekeurig tyran, zonder liefde. Als Allah het beveelt, heeft de Mo hamedaan te buigen onder het starre noodlot. Algeheele onderwerping dus met stoïcijnsche bedaardheid. Verantwoordelijkheid bestaat dus niet. De mensch wordt gevoelloos onder het koude noodlot, Allah's wil. De eisch der bekeering heeft geen uitwerking bij hem. Hij blijft -steeds kalm en bedaard. Hij is gevoelloos. Geen wonder, dat de Mohamedaan dus uiterst moeilijk te bearbeiden is. Men stuit steeds op de graniete rots van zijn fatalisme. Nu heeft het evangelie de taak dat fatalisme te breken en te prediken een God van barmhartigheid, aan wien de schuld der zonde niet is te wijten pre diken, dat de mensch een denkend en zelfwillend wezen is. Het evangelie heeft dus de consciëntie wakker te schudden, de verantwoorde lijkheid van den mensch te bepleiten, om zoodoende het schuldbesef te doen ontwaken. II. Formalisme beteekent vormen dienst. De Mohamedaan heeft een sterke farizeïstisclie trek. Dit staat in verband met zijn ceremonieele plichten. Zijn dienen van God is feitelijk de vervulling van vijf uitwendige ceremoniën. Het zijn de vijf zuilen van den Islam. 1. Het opzeggen van de geloofsbe lijdenis: Er is geen God dan Allah en Mohamed is zijn gezant. Ieder moet deze formule opzeggen. Iloe vaker hij dit doet, hoe verdienste lijker. Dit geschiede correct, omdat de geringste afwijking de belijdenis waarde loos maakt. 2. Het gebed of de korte ritueele godsdienstoefening. Dit geschiede vijf maal daags buiten tot Allah gericht met het aangezicht naar Mekka in een be paalde houding van het lichaam. Hiertoe behooren ook verschillende Koranspreu ken, die uitgesproken moeten worden op vastgestelde tijden, zonder inachtneming van de plaats, waar men zich bevindt. Het gebed wordt derhalve een zin ledige vorm. 3. De aalmoezen, het bewijzen van barmhartigheid aan de armen. Dit is zoo langzamerhand verheven tot een soort belasting. Het heeft alzoo een wettisch karakter en geschiedt niet uit dankbaarheid, maar is middel om den hemel te ontsluiten, 't Wordt dus ego isme en ontaardt in vormendienst. 4. Het vasten, verplicht in de 9de maand (Rabadan) van het kalenderjaar. Dan heeft hij zich van spijs en drank zooveel mogelijk te onthouden en tracht door een ingetogen leven zijn wetsover tredingen te verzoenen. Van ware ver ootmoediging is geen sprake, 't Is op gelegd. 't Is een vrijbrief om in de andere maanden naar het goeddunken zijns harten te leven. 5. De bedevaart naar Mekka. Wat Jeruzaleifi voor den Israëliet was, is Mekka voor den Mohamedaan. Minstens eenmaal in zijn leven moet hij de stad met zijn grootschen tempel in een bijzonder kleed bezoeken en daar de steen Kaaba kussen, benevens andere godsdienstplechtigheden verrichten, 't Hart ontbreekt, 't Is een formalisme van begin tot eind. Heel de godsdienst is eigengerechtig heid en werkheiligheid. Met de zedenwet wordt het zoo nauw niet genomen. Het zedelijk leven staat dan ook op zeer laag peil. Dit bewijzen de harems, de vrouwenverblijven en de slavernij. De Koran predikt voorts doodslag en diefstal tegenover de vijanden. Haat en vijandschap is dan ook het karakter van den Islam. Nu komt daartegenover het evangelie met de eisch der waarachtige bekeering en de vernieuwing des harten. De prediking van een God, die 't hart ziet. Dat dit een moeilijke taak is, bewijst wel het farizel'stisch Jodendom in Jezus' dagen. Den Mohamedaan moet worden bekend gemaakt, dat uiterlijke plichten niet voldoende zijn, maar dat hij een zondaar is en uit genade moet zalig worden. Men moet trachten hem aan het twijfelen te brengen. Dan zal hij vragen naar een anderen weg. III. Het Mohamedaansche heeft een sterke materialistische trek. Hoewel liet geestelijk wil zijn zooals in 't gebed en de vereering van Allah, is zijn wezen door en door materialistisch. Het hooggeestelijke slaat om in mate rialisme. Vandaar het zinnelijke inden Islam. Zij geeft alles wat het natuurlijke maar begeeren kan. Een Mohamedaansch schrijver heeft gezegd„het Christendom wederstaat, maar de Islam volgt de menschelijke natuur." Hieruit is genoeg af te leiden. De zonde van het Mohamedanisme is de zinnelijkheid. Deze hoog-geestelijke gods dienst wordt een wandel naar het vleesch. Vooral in hun toekomstverwachtingen komt het materialisme voor den dag. Dat zal zijn één lusthof van zinnelijke genieting. De Koran heeft hieromtrent duidelijke uitspraken. De Mohamedaansche hemel is het toppunt van aardsch zingenot. Dit alles heeft het evangelie onver biddelijk aan te tasten en te prediken dat het geestelijk genot reiner is dan dat der zinnen. De zaligheid ligt niet in aardsch zingenot, maar in de vrijma king der ziel. Het geestelijk heil in Christus bereid geeft gemeenschap met God. De Islamiet kent geen waren vrede, geen verzoening, geen wedergeboorte, geen middelaar. Alleen een God in de hoogte. Behoefte aan geestelijk heil ontbreekt dus. Die behoefte heeft het evangelie te wekken. Een zeer zware taak. Wie zal verbreken deze drievoudige- sterkte van den Islam Duizenden zijn weggestorven in dezen godsdienst, maar ook uit vroegere aan hangers van den valschen profeet zullen er gevonden, worden in ae schare der verlosten, want Christus, wien alle macht gegeven is in hemel en op aarde kan de hardste harten verbreken. Bij de moeilijke der zending zal het gebed van 's Heeren volk voor de komst van Zijn koninkrijk een kracht moeten zijn. Onze vaste overtuig toch is, dat Jezus Christus ook het Mohamedanisme zal overwinnen. Deze leerrijke rede werd met alle aandacht gevolgd.

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1918 | | pagina 2