Uit het Buitenland.
Uit het Binnenland.
Uit de Pers.
Zendingsrede van Ds.A.Thielen,v.Axei,
Roemenië waarborgt de schepen der
verdragsluitende partijen vrij verkeer op
het Roemeensche deel van de Donau,
met inbegrip van alle daaraan liggende
havens.
De vierbond en Roemenië hebben het
recht op den Donau oorlogsschepen te
stationneeren. Deze mogen stroomaf
waarts tot aan de zee, stroomopwaarts
tot aan de grens van het eigen staats-
gebied opvaren, doch met den oever van
een anderen staat slechts met toestem
ming van dezen staat in verbinding
staan.
Elke in de commissie vertegenwoor
digde mogendheid heeft het recht twee
kleine oorlogsschepen als gestationneerde
schepen aan de Donaumondingen te
hebben. Deze mogen tot Braïla ligplaats
nemen.
Voorts is een nieurv handelsverdrag
met Roemenië gesloten, dat tot 1930 zal
loopen. Een overeenkomst betreffende
den verkoop van het graanoverschot van
Roemenië aan de Centralen werd voor
1918/1919 definitief afgesloten. De Cen
tralen verplichten zich hunnerzijds Roe
menië te voorzien van industrieele pro
ducten voor landbouwdoeleinden.
Verder moet nog opgemerkt, dat de
militaire bezetting nog tijdelijk wordt
gehandhaafd. Het burgerlijk bestuur
komt echter aanstonds reeds aan de
Roemeensche regeering terug.
Wie zegt, dat Roemenië er slecht bij
vaart, nu het met den Vierbond vrede
sluit, zal dit bij objectieve beschouwing
moeilijk kunnen volhouden. De conces
sies die Roemenië moest toestaan zijn
niet onbillijk, als men bedenkt hoe ver
raderlijk dat land zich in 1916 gedragen
heeft.
Finland.
De ontzettende nood waarin de Duit-
schers in Finland tengevoige van het
woeden der Russische moordenaarsben
den verkeereu, is door de bladen bekend.
In een particulieren brief, die in Duitsch-
land door een predikant ontvangen werd,
wordt dringend om de voorbede der ge-
loovigen gevraagd. In dien brief staat
„Er is niet één Bartholomeusnacht, maar
een gansche reeks van zulke nachten en
dat niet op één plaats, maar op ver
schillende plaatsen, geweest. Wijl de
burgers door de Bolsjewikis gedwon
gen werden alle wapens uit te leveren,
zijn zij geheel in de macht der bandieten
overgeleverd. Deze dringen des nachts
in particuliere woningen binnen en door
steken de jonge zonen van onze beste
familiën, dikwijls in tegenwoordigheid
van hun arme ouders. Vele andere
feiten konden genoemd worden, maar
die zult gij uit de bladen vernemen.
Bidt toch, met uw vrienden, om Jezns'
wil voor ons arm vaderlandhet zijn
toch uwe geloofsgenooten en voor een
groot deel uwe bloedverwanteu. Wij
gelooven in de kracht van de voorbede
en ervaren daarvan dikwijls in het leven
de macht, en daarom veroorloof ik mij,
u in dezen vreeselijken nood deze zaak
zoo dringend mogelijk op het hart te
binden".
DE VERKIEZINGSLIJSTEN DER
ANTI REV. PARTIJ.
Naar wij vernemen zijn Vrijdag 1.1. door
het Centraal Comité in overeenstemming
met de afgevaardigden der Kieskringen
deze lijsten vastgesteld
Groep A.
(Leeuwarden c.s.)
1. Dr. J. G. Schreuder2. L. F. Duy-
maer van Twist3. A. Colijn4. A.
Zijlstra5. P. Wielinga 6. Ds. G. Hof
stede7. Mr. P. S. Gerbrandy8. Ds.
F. G. Petersen 9. C. Smeenk 10. Mr.
J. W. Goedbloéd.
Groep B.
(Amsterdam c.s.)
1. Mr. Th. Heemskerk 2. C. Smeenk
3. Mr. J. A. de Wilde 4. W. de Vlugt
5. J. Schouten 6. Mr. P. E. Briët7.
A. Colijn 8. J. C. Wirtz Czn 9. D. L.
Harms10. P. J. Dam.
Groep C
(Utrecht c.s.)
1. A. W. F. Idenburg; 2. C. van der
Voort van Zijp 3. J. van der Molen
4. Mr. V. II. Rutgers; 5. Dr. E. J. Beu-
mer6. F. H. de Monté Ver Loren 7.
Mr. J. A..de Wilde; 8. Mr. A. de Veer;
9. A. Colijn 10. K. Kruithof.
De Bond van Katholieke kiesver-
eenigingen in Zeeland heeft de definitieve
candidatenlijst voor de Tweede Kamer
verkiezing als volgt vastgesteld
t. P. F. Fruijtier2. F. J. L. M. van
Waesberghe; 3. J. W. Vienings; 4. Mr.
J. H. M. Stieger.
GRAAN EN MEEL UIT AMERIKA.
Volgens hier te lande ontvangen be
richten zal de lading van de „Java" be
staan uit 1500 ton maïs, 2000 ton meel
en 2600 ton graan, en de lading van de
„Stella" uit 2000 ton tarwe en 1600 ton
meel.
Verwacht kan worden, dat deze sche
pen nu dezer dagen gereed zullen zijn
om de reis naar Nederland te aanvaar
den.
UITVOER NAAR BELGIË.
Naar van de Belgische grens wordt
vernomen, worden er thans van Duit-
sche zijde uitgebreide maatregelen ge
nomen tegen het smokkelen uit Neder
land, zulks in verband met plannen tot
heffen van invoerrechten.
DE NIEUWE AARDAPPELEN.
Evenals verleden jaar zullen de nieu
we aardappelen in den vrijen handel
komen, (Vad.).
GEEN DISTRIBUTIE VAN EIEREN.
Het ook door ons vermelde bericht
van het „Ned. Weekblad voor den han
del in Kruidenierswaren", dat een rant-
soeneeringsstelsel voor eieren op komst
was, is niet juist. Wel zal spoedig een
vervoérverbod worden uitgevaardigd en
aan de plannen voor een regelmatige
distributie wordt reeds eenigen tijd ge
werkt. Een rantsoeneering voor het
publiek ligt vooralsnog niet in de be
doeling
RUNDVLEESCH.
Het Bureau voor mededeelingen inzake
de Voedselvoorziening meldt ons
Bij herhaling word de meening ver
kondigd, dat het beter ware een geheel
vleescldooze periode door te maken om
de voorziening met vleesch, vet en zui-
verproducten gedurende den winter niet
in gevaar te brengen. Dit geschiedt
echter niet door de slachtingen die noo-
dig zijn om gedurende eenigen tijd 2
ons vleesch per week en per hoofd be
schikbaar te stellen. Daarvoor, alsmede
voor de behoeften van leger en vloot,
zijn noodig 6000 stuks vee per week
in eeu tijdvak van 5 a 6 weken derhal
ve tussclien 30 en 40.000 stuks. Het
is duidelijk, dat daardoor de rundvee
stapel, die in het begin van Maart vol
gens deskundige schatting op 1.340.000
stuks kon worden geraamd, in geenen
deele wordt bedreigd. Wanneer wij
dus nu een weinig vleesch gebruiken,
wordt daardoor de voorziening van la
ter niet in gebracht. Hoe meer boven
dien do veehouders zelf medewerken
om een goede keus te doen onder het
vee, hoe beter het onzen veestapel het
in de toekomst zal gaan.
De opmerking is ook gemaakt, dat er
dit voorjaar buitengewoon veël vee zou
zijn afgeslacht, en dit wordt dan afge
leid uit de hooge opbrengst van den
slachtaccijus, welke verre de raming
heeft overtroffen. Daarbij mag echter
niet uit het oog worden verloren, dat
het vee in dit voorjaar abnormaal hoo
ge prijzen heeft opgebracht en de accijns
wordt berekend naar den prijs. Dergelijke
cijfers geven dus, ook in vergelijking
met vorige jaren, geen uitsluitsel over
het aantal stuks vee, dat werd afge
slacht.
Een enkele opmerking nog over het
nuchtere kalfsvleesch. dat men voort
gaat van zekere zijde in discrediet te
brengen. Daartoe is geen reden. Er
kend werd reeds, dat de voedingswaar
de uit den aard der zaak niet zeer groot
is; die geheel weg te cijferen, is evenwel
onjuist. En in ieder geval kan tegen
het gebruik van dit vleesch uit hygië
nisch oogpunt geen bezwaar bestaan.
De tijd der nuchtere kalveren raakt
echter voorbijvandaar ook, dat er nu
minder in consumptie kunnen worden
gebracht.
SOCIALISTISCHE PRACTIJKEN
Aan de Centrale Keuken in Den Haag
vervoegde zich Zaterdag zoo meldt men
aan de „Rsb." van zeer betrouwbare zijde
een vrouw als werkster. Er werd door
dengene, bij wien zij zich moest melden,
gevraagd of zij van „de Partij" was,
waarop zij het antwoord schuldig bleef
wijl ze niet wist wat de Partij was'
Men kon haar deswege niet gebruiken.
BIOSCOOPCENSU UR.
De burgemeester van Amsterdam is
door eigen aanschouwing tot de stellige
overtuiging gekomen, dat de overheid
paal en perk dient te stellen aan hot
bioscoopgevaar voor de jeugd. Volgens
zijn gevolgtrekking verdient noch de leef
tijdsgrens der bezoekers, noch de wijze
van keuring der films zooals in andere
plaatsen voor Amsterdam navolging.
De burgemeester acht het noodzakelijk,
den leeftijd, beneden welken het niet
geoorloofd is een ongecontroleerde bios
coopvoorstelling bij t.e wonen, op 18
jaar te stellen.
HOEVEEL BROOD LEVEREN DE TOE
GEZEGDE 14IXX1 TON GRAAN UIT
AMERIKA
Bij het veelvuldig bespreken van de
Amerikaansche schepenkwestie zal me
nigeen aldus de „Groene" zich
hebben afgevraagd, in hoeverre de eerste
toegezegde hulp, welke ons met de 3
schepen uit Amerika en Argentinië ho
pelijk binnenkort bereiken zal, nu voor
zien zal in de algemeene broodbehoefte.
14.000 ton graan is toegezegd, maar
hoeveel brood word daarmede vertegen
woordigd
Enkele inlichtingen van bevoegde zij
de ontvangen, brengen ons tot de vol
gende berekening
Eén ton 1000 K.G. graan, levert
800 K.G. (gebuild meel).
Eén K G. meel levert U/a K.G. witte
brood.
14.000 ton graan leveren dus 11-200.000
K.G. meel 16.800.000 K.G'wittebrood.
Veronderstellend,dat 't Amerikaansche
graan bestaan zal uit tarwe, waaraan
de behoefte is, kan men voorts rekenen,
dat bij de broodbereiding wordt toege
voegd 35 pet. roggemeel, voorloopig vol
doende voorradig en 10 pet. aardappel
meel of ander noodhulpmateriaal.
Deze 45 pet. gevoegd bij de 16.800.000
K.G. geeft 28.360.000 K.G. brood, welke
hoeveelheid dus verkregen kan worden
met de toegezegde Amerikaansche hulp.
De Nederlandsche bevolking verbruikt
gemiddeld 1.400.000 K.G. brood per dag,
aannemend, dat de niet broodgebruikers
(jonge kinderen e a.) de aanvullingsrant-
soenon compenseeren, zoodat men re
kenen kan, dat de nieuwe aanvoer strek
ken zal voor ongeveer 17 dagen.
Baas boven baas, of hoe Duys
overschreeuwd werd.
Men meldt aan het „Vad." uit Alkmaar
het volgende
In de groote zaal van de „Harmonie"
werd een vergadering gehouden van de
afd. S. D. A. P., waarbij als spreker
optrad de heer J. E. W. Duys, lid van
de Tweede Kamer, over„De sociaal
democratie in het parlement".
De druk bezochte vergadering, die
aanvankelijk rustig had gelusterd, werd
langzamerhand bewegelijk, toen de spre
ker het optreden der revolutionairen
hekelde en opkwam tegen de bewering
van die zijde, dat de soc.-dcm. Kamer
fractie de arbeiders had verraden. Welk
belang kon zij daarbjj hebben
„Hun portemonnaie", internmpeeide
iemand uit de zaal.
De heer Duys vond dat deze uitroep
bewees hoezeer de laster al was door
gedrongen.
Interruptie„Is dat het onderwerp
behandelen? Kerel, hou je bek!"
„Gooi hem er uitriep een ander.
Na een kalmeerend woord van een lid
der S. D. A. P., waarbij deze er op wees,
dat debat na de reue werd toegestaan,
kon de heer Duys vervolgen
Hij zette uiteen hoe moeilijk de taak
der Regeering was in de jaren na Augus
tus 1914 en betoogde uitvoerig, dat
Nederland wel had moeten mobiliseeren.
De soc.-dem. hebben daarom er ook
voorgestemd. Zoo ook Spr., al staat en
stond hij dan ook op het standpunt van
geen man en geen cent. (Gefluit).
„Wie daar fluit eu lacht, lacht om zijn
eigen domheid", riep de heer Duys.
Eu toen begon een vreeselijk rumoer.
Men klom op stoelen en tafels, schreeuw
de door elkaar en gesticuleerde, zoodat
er slechts weiuig meer was te verstaan.
Van een oogenblik kalmte maakte de
spreker gebruik om mede te deelen
„Vergadering, gij hebt van mij het laatste
woord gehoord". Hij had vóór do ver
kiezingen nog 37 spieekbeurteu te ver
vullen eu wilde zich de keel niet for-
ceeren.
Daarna bood een lid der S. D. A. P.
een bemiddelingsvoorstel aau, uiaar toen
mevr. Tjaden v. d. Vlies (Enka) op het
tooneel wilde komen om te debatteeren,
zei de lieer Duys „Ge komt er niet op,
geen quaestie van
De herrie begon toen opnieuw en van
de vele stemmen was geen woord te
verstaan alles ging iu 't rumoer ver
loren, waarop het gordijn werd neer
gelaten.
Onder voortdurend tumult verliep de
vergadering, nadat de politie de aau-
wezigeu tot eenigen spoed had aange
spoord.
Bleek van woede en ergenis verliet
mevrouw Tjaden de zaal en haar man,
trillende vau kwaadheid, volgde haar
Het publiek zette de debatten op straat
luide voort onder het motto „het kost
geld, 't zal nog méér kosten en wat
hebben we dan nóg gelijk een hunner
zich uitdrukte.
Dit doelde op genoemd bemiddelings
voorstel.
Tot zoover het „Vad."
„Van Alkmaar begint de victorie van
het Bolsjewikisme", zou men bijna ge
neigd zijn te zeggen, hoewel deze obscure
„antimilitaristische" elementen ook te
Rotterdam op zeer „vredelievende" wijze
een lezing van I)s>. Krop beproefden te
verijdelen. Men ziet uit dit gansche
bedrijf, dat het„macht gaat boven
recht" juist door deze „vredesvrienden"
het ruimst toegepast wordt.
Doch op één ding wenschen we te
wijzen.
Hier ondervinden de S. D. A. P. ers
zelf hoe „aangenaam" het is in eigen
belegde vergadering gestoord tu worden.
En ook: wie wind zaait, zal storm
oogsten.
Slechte kijk.
Merkwaardig is de slechte kijk dien
men in regeeringskringen op de ziels
gesteldheid van den plattelander had.
Ringelooren scheen welhaast de
korte saamvatting van alle regeerings-
wijsheid.
De Schaperiaansche leerstelling dat
men den boer niet noodig had, alleen
zijn grond vond veel te veel aanhang.
Een maatregel als het verbod van het
gebruik van eigen graan voor voedsel
voorziening heeft onnoemelijk veel kwaad
gesticht.
Tot overtreding werd zoo uitgelokt en
daardoor ook de eerbied voor andere
overheidsmaatregelen ondermijnd.
Dan werd bij de distributie met milli-
oenen gesmeten, maar bij de bevordering
van de productie schriel alles met
mondjesmaat toegemeten.
Zoo is ontstaan een verbitterde onwil
lige stemming, die zeker niet valt te
billijken, waartegen te strijden plicht is,
maar die toch door meer vroed beleid
gemakkelijk had kunnen worden voor
komen. (Rotterd.)
Als 't maar waar is.
In een artikel van „Het Volk" over
„burgerlijken dienstplicht" komt o m. de
volgende zinsnede voor
Indien er een regeering optreedt, die
ons geheele volk organiseert tot het
gemeenschappelijke doel om van de
levensmiddelenvoorziening in de be
staande omstandigheden te maken wat
er van te maken is, zal de arbeiders
klasse haar medewerking niet weigeren.
We hopen, schrijft de „Maasb.", en
we vinden die opmerking zeer ad rem,
we hopen, dat de roode partij ook bij
een eventueele rechtsche regeering die
houdiug zal aannemen. Evenwel zijn
we er niet gerust op, daar obstructie,
vooral als het tegen rechts gaat, den
rooden heeren in het bloed zit.
We zullen daarom deze uitlating van
„Het Volk" ons goed in het. geheugen
prenten, om te gepaster tijd de heeren
er aan te kunnen herinneren.
(De Zeeuw.)
gehouden te Zaamslag, 12 Mei 1918,
in de Geref. kerk.
Zijn WelEerw. wenschte het volgende
zendingsonder werp toe te lichten „De
Taak van het Evangelie tegenover den
Islam."
leder, die getrouw lezer is van het
Zendingsblad en andere zendingslectuur,
weet wat de Islam is. 't Is de godsdienst
van den valschen profeet van Mekka.
Die godsdienst, de Islam (wat betee-
kent onderwerping aan God) is, voor
namelijk in zijn begin over een groot
deel der a»rde verbreid.
Ook in ons Indië zijn millioenen aan
hangers en is het daar voor onze zending
een zeer ernstige strijd tegenover dien
machtigen vijand: den Islam.
De Mohamedaan stelt zich met kracht
tegenover de zending, omdat hij het
Christendom haat met een doodehjken
haat.
Het is de groote religie na het Chris
tendom, wat door haar wordt ontkend en
door de wereld betwist.
Andere godsdiensten laten veelal het
Christendom liggen, maar de Islam als
laatstgezonden religie, noemt het Chris
tendom opzettelijk eeu leugen.
De Mahomedaan erkent één God, die
Schepper is. Hij belijdt dus het mono
theïsme en staat dus hooger dan het
heidendom (veelgodendom).
De Islam beweert de eenige, waar
achtige religie te zijn en treedt met
dezelfde pretentie op tegenover het
Christendom als wereldgodsdienst.
De Mahomedaan is dus anti-christelijk.
De taak van de zending hier tegen
over is dus uiterst moeilijk en zal het
lang duren eer deze harde rots gebroken
uiteenvalt.
Nu is de taak van het Evangelie tegen
over den Islam velerlei, maar 'tis de
bedoeling speciaal te handelen over de
prediking tegenover den Islam, den
Mohamedaan.
Dat is dan een drievoudige taak
I. De prediking van 's menschen ver
antwoordelijkheid tegenover zijnfatalisme.
II. De prediking van waarachtige
bekeering tegenover zijn formalisme.
III. De prediking van het geestelijk
heil tegenover zijn materialisme.
I. De Mohamedaan is fatalist. En
die leer van het noodlot treedt in het
practische leven gedurig op den voor
grond.
Hij belijdt God als een absolute macht
boven zich in 't bekende Groot is Allah I
En die grootheid verheerlijkt hij op allerlei
wijze.
De almacht Gods is voor hem absolute
willekeur daarbij onbuigzaam, onweder-
standelijk. God is de hoogste wilskracht.
Dat God liefde is raakt hem niet, wijl
alle liefde, geduld, zwakheid zou ver-
toonen. God is de harde God, die trans
cendent boven alles verheven is en niet
kan wonen in den verslagene van hart.
Zijn. opvatting inzake het besluit Gods
is, dat dit alles bevat, wat geschiedt in
hemel en op aarde.
Ook de zonde is hierin opgenomen.
De uitvoering ervan is louter willekeur
en eischt van het schepsel blinde onder
werping. Dat is het wezen van zijn
godsdienst. God is dus willekeurig tyran,
zonder liefde.
Als Allah het beveelt, heeft de Mo
hamedaan te buigen onder het starre
noodlot. Algeheele onderwerping dus
met stoïcijnsche bedaardheid.
Verantwoordelijkheid bestaat dus niet.
De mensch wordt gevoelloos onder het
koude noodlot, Allah's wil.
De eisch der bekeering heeft geen
uitwerking bij hem. Hij blijft -steeds
kalm en bedaard. Hij is gevoelloos.
Geen wonder, dat de Mohamedaan dus
uiterst moeilijk te bearbeiden is. Men
stuit steeds op de graniete rots van
zijn fatalisme.
Nu heeft het evangelie de taak dat
fatalisme te breken en te prediken een
God van barmhartigheid, aan wien de
schuld der zonde niet is te wijten pre
diken, dat de mensch een denkend en
zelfwillend wezen is.
Het evangelie heeft dus de consciëntie
wakker te schudden, de verantwoorde
lijkheid van den mensch te bepleiten,
om zoodoende het schuldbesef te doen
ontwaken.
II. Formalisme beteekent vormen
dienst. De Mohamedaan heeft een sterke
farizeïstisclie trek. Dit staat in verband
met zijn ceremonieele plichten. Zijn
dienen van God is feitelijk de vervulling
van vijf uitwendige ceremoniën. Het
zijn de vijf zuilen van den Islam.
1. Het opzeggen van de geloofsbe
lijdenis: Er is geen God dan Allah en
Mohamed is zijn gezant.
Ieder moet deze formule opzeggen.
Iloe vaker hij dit doet, hoe verdienste
lijker. Dit geschiede correct, omdat de
geringste afwijking de belijdenis waarde
loos maakt.
2. Het gebed of de korte ritueele
godsdienstoefening. Dit geschiede vijf
maal daags buiten tot Allah gericht met
het aangezicht naar Mekka in een be
paalde houding van het lichaam. Hiertoe
behooren ook verschillende Koranspreu
ken, die uitgesproken moeten worden op
vastgestelde tijden, zonder inachtneming
van de plaats, waar men zich bevindt.
Het gebed wordt derhalve een zin
ledige vorm.
3. De aalmoezen, het bewijzen van
barmhartigheid aan de armen. Dit is
zoo langzamerhand verheven tot een
soort belasting. Het heeft alzoo een
wettisch karakter en geschiedt niet uit
dankbaarheid, maar is middel om den
hemel te ontsluiten, 't Wordt dus ego
isme en ontaardt in vormendienst.
4. Het vasten, verplicht in de 9de
maand (Rabadan) van het kalenderjaar.
Dan heeft hij zich van spijs en drank
zooveel mogelijk te onthouden en tracht
door een ingetogen leven zijn wetsover
tredingen te verzoenen. Van ware ver
ootmoediging is geen sprake, 't Is op
gelegd. 't Is een vrijbrief om in de
andere maanden naar het goeddunken
zijns harten te leven.
5. De bedevaart naar Mekka. Wat
Jeruzaleifi voor den Israëliet was, is
Mekka voor den Mohamedaan.
Minstens eenmaal in zijn leven moet
hij de stad met zijn grootschen tempel
in een bijzonder kleed bezoeken en daar
de steen Kaaba kussen, benevens andere
godsdienstplechtigheden verrichten, 't
Hart ontbreekt, 't Is een formalisme van
begin tot eind.
Heel de godsdienst is eigengerechtig
heid en werkheiligheid. Met de zedenwet
wordt het zoo nauw niet genomen. Het
zedelijk leven staat dan ook op zeer
laag peil. Dit bewijzen de harems, de
vrouwenverblijven en de slavernij.
De Koran predikt voorts doodslag en
diefstal tegenover de vijanden. Haat en
vijandschap is dan ook het karakter van
den Islam.
Nu komt daartegenover het evangelie
met de eisch der waarachtige bekeering
en de vernieuwing des harten. De
prediking van een God, die 't hart ziet.
Dat dit een moeilijke taak is, bewijst
wel het farizel'stisch Jodendom in Jezus'
dagen.
Den Mohamedaan moet worden bekend
gemaakt, dat uiterlijke plichten niet
voldoende zijn, maar dat hij een zondaar
is en uit genade moet zalig worden.
Men moet trachten hem aan het twijfelen
te brengen. Dan zal hij vragen naar
een anderen weg.
III. Het Mohamedaansche heeft een
sterke materialistische trek. Hoewel
liet geestelijk wil zijn zooals in 't gebed
en de vereering van Allah, is zijn wezen
door en door materialistisch.
Het hooggeestelijke slaat om in mate
rialisme. Vandaar het zinnelijke inden
Islam. Zij geeft alles wat het natuurlijke
maar begeeren kan.
Een Mohamedaansch schrijver heeft
gezegd„het Christendom wederstaat,
maar de Islam volgt de menschelijke
natuur."
Hieruit is genoeg af te leiden. De
zonde van het Mohamedanisme is de
zinnelijkheid. Deze hoog-geestelijke gods
dienst wordt een wandel naar het vleesch.
Vooral in hun toekomstverwachtingen
komt het materialisme voor den dag.
Dat zal zijn één lusthof van zinnelijke
genieting.
De Koran heeft hieromtrent duidelijke
uitspraken. De Mohamedaansche hemel
is het toppunt van aardsch zingenot.
Dit alles heeft het evangelie onver
biddelijk aan te tasten en te prediken
dat het geestelijk genot reiner is dan
dat der zinnen. De zaligheid ligt niet
in aardsch zingenot, maar in de vrijma
king der ziel. Het geestelijk heil in
Christus bereid geeft gemeenschap met
God.
De Islamiet kent geen waren vrede,
geen verzoening, geen wedergeboorte,
geen middelaar. Alleen een God in de
hoogte. Behoefte aan geestelijk heil
ontbreekt dus.
Die behoefte heeft het evangelie te
wekken. Een zeer zware taak.
Wie zal verbreken deze drievoudige-
sterkte van den Islam
Duizenden zijn weggestorven in dezen
godsdienst, maar ook uit vroegere aan
hangers van den valschen profeet zullen
er gevonden, worden in ae schare der
verlosten, want Christus, wien alle macht
gegeven is in hemel en op aarde kan de
hardste harten verbreken.
Bij de moeilijke der zending zal het
gebed van 's Heeren volk voor de komst
van Zijn koninkrijk een kracht moeten zijn.
Onze vaste overtuig toch is, dat Jezus
Christus ook het Mohamedanisme zal
overwinnen.
Deze leerrijke rede werd met alle
aandacht gevolgd.