Oraaan ter verspreidina der Christelijke Beginselen in Zeeuwseh-Vlaanderen.
Woensdag 15 Mei 1918.
Ie Jaargang.
FEUILLETON.
OMHOOG!
Bmtenlandscli Overzicht.
3 Feestdag. ADVERTENTIËN.
njNSnifi- en VRIJDAGAVOND, uitgezonderd op Feestdagen,
^LITÏomJA^t'eTERNEDZEN. - TELEFOON
ABONNEMENT:
Per drie maanden btj bezorging 1,-, Franco per post voor Nederland 1.10.
ADVERTENTIE N.
Van 1-4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer ƒ0.10. - Handelsadvertentiën over twee
kolom 6 cent per regel. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie
wordt de prijs tweemaal berekend. Abonnementen per contract.
Inzending van advertentiën tot 12 uur 's middags op de veischijndagen.
V De toevende vrede.
Het groote offensief der Duitscbers is
weer tot stilstand gekomen. Of dat een
teeken is, dat de aanvalskiacht is uit
geput on dat er een evenwichtstoestand
is ingetreden, of wel, dat liet een even
uitrusten is ter voorbereiding van nóg
bloediger kamp, zal de toekomst moeten
leeren.
Maar, al mogen de verliescijfers die
men van weerskanten opgeeft, over
dreven zijn, toch treurt ons hart, als
we denken aan de bloedige offers die
dezen oorlog reeds kostte.
En in plaats dat deze gruwelijke
meuschenslachting tot bezinning brengt,
ziet men, dat juist de verblinding en
verdwazing nog grooler wordt. In Frank
rijk roept men knapen op, om met 't
geweer in den vuist op den vijand in te
stormenin Engeland stuurt men man
nen van leeftijd naar de slagvelden en
smeekt om hulp van Amerika en de
kolonie's. In Duitschland wordt alles
wat weerbaar is naar de grenzen ge-
zondeu, opdat het vaderland rustig kan
zijn.
Zoolang nu deze oorlogskoorts de
volkeren bevangen houdt, is elk pogen
om tot den vrede te komen, vruchteloos.
Waar volkeren een strijd op leven en
dood voeren, wordt niet geluisterd naar
woorden van verzoening. Te midden
van het kanongebulder en wapengekletter
gaat elke roepstem om vrede verloren.
Juist daarom is het zoo jammer, dat
toen tweemaal door de Centralen een
vredesaanbod werd gedaan, de iets
mildere stemming, die zich onder de
volkeren scheen baan te breken, ruwweg
onderdrukt werd. Zelfs iedere onder
handeling over den vredo werd door
Lloyd George en de andere oorlogs
schreeuwers geweigerd, zoolang de tegen
partij het hoofd niet wilde buigen en
niet wilde toestemmen in eischen, die
alleen een overwinnaar aan den over
wonnene stollen kan.
Het huidige offensief is de wrange
vrucht daarvan. Wellicht dat straks do
weigerachtige entente-staatslieden zich
nog wel eens over hun halsstarrigheid
zullen beklagen. De werkelijkheid leert,
dat hun hoop op Duitschlands econo
mische uitputting of militaire verplette
ring geen kans van vervulling heeft.
Geruchten spreken van een nieuwe
vredespoging der Centralen. Tegenspraak
bleef niet uit. Toch is het niet onmo
gelijk dat straks nog eens weer een
üultsch vredesaanbod de entente voor
de keuze zal stellen. Of het dan beter
ontvangen zal worden
Fr zijn er in Frankrijk en Engeland
veleu| liie het afslaan van de uitgestoken
hand diep betreuren. Als zij de meer
derheid krijgen, en als Lloyd George en
Clemenceaü het niet meer kunnen hou
den, wellicht dat dan de onderhande
lingen begonnen worden.
Maar vergeten we niet, dat de oorlog,
die bijna vier jaren woedt, heel wat
haat en verbittering in de oorlogvoerende
landen heeft gezaaid. Zóó is het denken
der menschen door de oorlogsgedachten
beïnvloed, dat men de geruchten over
vredespogingen bestempelt met den
naam vredesoffensief. Arme, verdwaasde
mensch
Geen cultuur, geen „democratie zal
u den vrede brengen. De socialisten te
Stockholm hebben niets kunnen doen,
evenmin als de paus.
Slechts Eén kan aan 't moegestreden
Europa den vrede hergeven.
De Staatslieden kunnen het woord dat
den vrede moet brengen niet vinden.
Maar als God spreekt„Tot hiertoe
en niet verder 1", dan is de oorlog uit
gewoed. Want Hij bestuurt het alles.
Hooger ontwikkeling en
leerplicht.
De eerste tegenslagen hadden hem wel
onaangenaam getroffen, zijn mooie illusies
verdonkerd, maar niet de gedachte op
gewekt, dat ze het begin konden zijn van
een reeks tegenspoeden, nog minder had
voorbode
hij er de voorboden in kunnen zien van
zijn oudergang. Maar met wonderbaar
lijke snelheid had de kleine wolk van
tegenspoed zich van de grootte van eens
mans hand uitgebreid tot een on
stuimig, dreigend wolkenlager, dat zijn
gansclien levenshemel bedekte en ver
donkerde. Reusachtig, gelijk Bertels het
had geheeten, speculeerde Bremer. De
opeenstapeling zijner tegenslagen deed
hem nóg koppiger nieuwe sommen wa
gen tot zijn aanzienlijk vermogen zoo
goed als versmolten was. 't Ging niet
om honderden, 't ging om duizenden
Hij was bezig zich te ruïneeren neen,
hij liad zich alree geruïneerd. Wat be-
teekende een klein, klein succesje 't
Van meer dan één zijde wordtaange-
gedrongen op het verhoogen van den
leerplichtigen leeftijd. Minstens tot liet
14de levensjaar wil men de kinderen op
de schoolbanken laten zitten.
De begeerte om het peil van onze
volksontwikkeling hooger op te voeren
die uit dezen wensch spreekt, is slechts
toe te juichen. In velerlei opzicht zijn
we op onderwijsgebied ten achter bij
onze buren. De schoolstrijd, ons door
der liberalen onrechtvaardigheid opge
drongen, is daar ten deele de schuld
van. Ook ons vakonderwijs kan nog
heel wat verbeterd worden.
Toch gaan we niet mee, als men ons
een verlenging van den leerplichtigen
leeftijd wil opdringen. We zijn en blijven
tegen het beginsel gekant, dat spreekt
uit de leerplichtwet.
Daaruit volgt echter niet, dat de
overheid niets zou kunnen doen, om ons
onderwijs op hooger peil te brengen.
In de eerste plaats zou de volkomen
gelijkstelling tusschen openbaar en bij
zonder onderwijs ons afhelpen van den
politieken schoolstrijd. Al de kracht en
energie kon dan worden aangewend tot
verbetering van het onderwijs. Met het
oog hierop betuigen we dan ook onze
hartelijke instemming met hef wets
ontwerp Lobman c.a. Aanneming daar
van zou een groote stap in de goede
richting zijn, en aan heel wat onrecht
vaardige behandeling van een deel des
volks een ëinde maken.
Ook kan de regeering het onderwijs
opvoeren, door bij-sollicitanten voor een
voudige rijksbetrekkingen te eischen, dat
ze minstens tot hun 14de levensjaar het
onderwijs op een lagere school hebben
gevolgd. Groote ondernemingen konden
dat voorbeeld volgen. Reeds nu hebben
bezitters van het Mulo-diploma iets vóór
bij hen, die alleen den cursus van een
lagere school volgden.
Met leerplicht heeft dit niets te maken
't Is enkel, dat de regeering zekere
capaciteiten, een zekere mate van ont
wikkeling eischt bij haar sollicitanten.
De gemeenten en de groote zaken zouden
spoedig dat voorbeeld volgen.
Ouders, die voor hun kinderen geen
dergelijke betrekking begeeren, zouden
dus vrij blijven, om ze niet aan den
vervolgcursus te laten deelnemen. Doch
van lieverlede zou het leven, dat voor
ieder steeds hooger eischen van ont
wikkeling stelt, hen wel bewegen, om
hun kinderen ook te laten proiiteeron
van de kans op hooger ontwikkeling.
Zoo zou zonder schokken, als vanzelve,
bereikt worden, wat bij invoering van
leerplicht tot 14 jaar heel wat strubbe
lingen zou geven, vooral ten platten
lande.
Was de plank van den schipbreukeling.
Achteruit, gestaag achteruit ging het.
Daar moést een eind aan komen. Hij
zcgi er mee op houdennog zien te red
den, wat te redden vielNeen 1 hij
zou nogmaals een kans wageneen laat-
sten worp doen. Zijn eigen fondsen waren
uitgeput. Nog waren in naam enkele
onroerende goederen zijn eigendom, maar
ze waren bovenmatig met hypotheken
bezwaard. En toch, zoo verleidelijk leek
nu de schoone toekomstte grijpen haast
In één zet was terug te winnen, wat
verloren scheen
Het had hem dagen aaneen verontrust,
het had hem slapelooze nachten bezorgd
hij had het denkbeeld beurtelings aan
gegrepen met gretig begeeren; en het
weggeworpen met verontwaardiging
maar hij was geëindigd met het ten uit
voer te brengen hij had zich vergrepen
aan Cato's bezit. Een zaak van vertrou
wen was het immer geweestkon het
onaantastbaarder zijn, waar het de ver
houding gold tusschen vader en dochter
En gewisnimmer had hij er aan gedacht,
dat vertrouwen te schenden, totde
noodlottige, zondfge drift was opgeleefd.
En bij de zorgen, die zijn telkens mis
lukte speculaties hem baarden, paarde
Reeds nu laten vele ouders, ook uit
den arbeidersstand, hun kinderen, als t
maar <?ven kan, een jaartje langer de
school bezoeken.
Door een wet het opeens voor allen
te eischen, gaat niet alleen tegen ons
beginsel, maar het zou ook hoogst be
zwaarlijk zijn. Op 't platteland moeten
gedurende enkele weken van den zomer
de jongens, en soms ook de meisjes,
meehelpen. De ouders kunnen de ver
dienste moeilijk of in 't geheel niet
missen; de veldarbeid heeft dan, tijdens
de grootste drukte, hun hulp noodig.
Daarmede moet worden gerekend.
Alleen wie geen oog heeft voor de
practijk van 't leven, kan daar opeens
verandering in willen brengen.
Wie wijs wil handelen, rekene met den
eigenaardigen eisch van het leven.
Dat kan het onderwijs en ons volk
slechts ten goede komen.
De gehuwde vrouw in de
Lagere School.
Men weet, dat een groot deel van de
voorstanders der Openbare School ook
verdedigers zijn van de vrouw, zelfs van
de gehuwde vrouw in school.
Over deze kwestie had in den Zaan-
damsclicn gemeenteraad een zeer vinnig
debat plaats tusschen de roode meerder
heid eenerzijds en de heeren Baas (A.-R.),
van Velzen (R.-K.) en burgemeester Ter
Laan anderzijds.
De heer Duys verdedigde het geven
van onderwijs ook door de gehuwde
vrouw en moeder. De vrouw moot im
mers door den arbeid, door ieder terrein
dos levens voor haar op te eischen, „vrij"
worden en gelijkberechtigd met den man.
De heeren Baas u van Velzen be
streden deze opvattingen, en vonden
daarbij steun bij den socialistischeii bur
gemeester Ter Laan.
Waarom vraagt ge?
Wel, omdat de practijk bewijst, dat
het absent zijn van de gehuwde onder
wijzeres schrikbarend erg is. Hij vroeg
als wethouder van onderwijs een onder
wijzeres en geen moeder.
Al benoemde de Raad ook de gehuwde
onderwijzeres, dit verzet van burgemees
ter Ter Laan bewees weer eens opnieuw,
hoe de soci's, als ze de regeeringsver-
antwoordelijkheid moeten dragen, heel
wat van hun theorie, waarmee ze de
kiezers „lekker" maken, overboord moe
ten gooien. En dat doen ook.
Zoo óók zullen ze, als links in Juli
wint, heel wat stembusbeloften niet in
wisselen, omdat het gewoon weg niet
kan. Hoetfel ze dan natuurlijk de schuld
schuiven op de „burgerlijke" partijen.
Uit deze houding van den Zaandam-
schen burgemeester blijkt ook, dat onze
bezwaren tegen de gehuwde vrouw in
de school, niet overdreven zijn.
Officieeie cijfers wijzen liet trouwens
genoegzaam uit.
Uit het verslag van Amsterdam over
de jaren 1907 en 1908 blijkt, dat de ge
middelde verzuimde schooltijden bedroe
gen, voor gehuwde onderwijzers 23
ongehuwde onderwijzers 31ongehuwde
onderwijzeressen 36 en gehuwde onder
wijzeressen 69 1
Zulke cijfers spreken genoeg 1
heeft in Engeland zijn positie kunnen
redden. Dit is vooral te danken aan het
feit, dat het Lagerhuis hem vooralsnog
onmisbaar acht. De moeilijke omstandig
heden waarin het rijk verkeert, door
het Duitsche offensief en het Icrsclie
verzet tegen den dienstplicht maakten
eveneens een regeeringscrisis naar het
oordeel der meerderheid onverantwoor
delijk.
Toch is de positie van Lloyd George
door dit debat niet versterkt. Ruim 100
stemmen vóór de motie van wantrouwen,
293 er tegen en bijna 300 onthoudingen.
Misschien dat straks de een of andere
gebeurtenis op 't slagveld of in de poli
tiek het aftreden van George veroorzaakt.
Het zou te hopen zijnWant Lloyd
George is het symbool van den onver-
zoenlijken geest, die de ententestaats
lieden bezielt.
Het slot van
de rede van Lloyd George
is te belangwekkend, om niet mee te
deelen. Het luidt aldus
Deze motie (van Asquith) is een votum
van censuur op de regeering en wij kun
nen onze werkzaamheden niet voortzet
ten, indien zij aangenomen wordt.
Deze debatten zijn verstrooiend en
verlammend.
De nationale eenheid is bedreigd, de-
eenheid van het leger is bedreigd. Wij
zijn bezig met het opsporen van gedenk
schriften, notulen, brieven, interviews. En
dat op het huidige oogenblik
Ik kom juist uit Frankrijk terug. Ik
heb eenigo generaals bezocht en zij ver
telden mij, dat de Dnitschers nu in alle
stilte wellicht den geweldigsten slag van
dezen oorlog voorbereiden. Zij hebben
mij zekere hulp gevraagd. Ik heb een
lijst vau zaken mee naar bet vaderland
gebracht, welke zij wenschon en welke
ik hen gaarne zou toestaan.
In naam van het vaderland, welks
lot nu en in de komende weken op het
spel staat, smeek ik, dat er een einde
kome aan deze kibbelarijen.
Het vredesverdrag met Roemenië
is nu bekend geworden. Hoe het er af
gekomen is?
Moet men op de Fransche pers afgaan,
dan zegt men al dadelijk slecht, bitter
slecht.. Die pers ziet in het verdrag van
Boekarest enkel een middel der Centra
len tot onderdrukking en exploitatie van
Roemenië. En generaal Bcrthelot, chef
van de militaire missie in Rusland, die
nu te Parijs terug is gekomen, zeide
volgens de „Figaro", dat Roemenië zwaar
wordt beproefd, maar niet ter neer ge
slagen is, omdat zoolang Frankrijk vecht,
het lot van Roemenië niet definitief is
geregeld! „In hun felle droefheid dragen
de Roemenen deze overtuiging in hun
hart, dat voor hun vaderland 't uur van
de zegepraal van het recht, ook het uur
van de vergelding en van liet herstel
zal zijn".
De Engelsche pers is al evenze,er ver
bitterd.
De „Daily Chronicle" zegt in haar ar
tikel over den vrede van Roemenië
„Het resultaat van het verdrag is dat
de Roemenen al hun materieele hulp
bronnen volkomen in de macht van
Duitschland hebben gesteld. Zulk lot
wacht degenen, die in onderhandelingen
gaan met Duitschland. Duitschlanfi heeft
thans in Roemenië een Duitscli gezinden
premier aangesteld waaruit blijki dat
Duitschland de vernietiging yvil vau de
volksvrijheid en de democratie."
En de „Daily Telegraph" schrijft:
„.Terwijl Roemenië de Dobroedsja ver
loor kreeg het Bessarabië niet, alhoewel
Czernin zulks beloofd had. De trouwe
loosheid van den vijand wordt daardoor
weer eens bewezen
Dat zegt men in Frankrijk eti Engeland
Maar wat zegt men in Roemenië zelf
Do Roemeensche Regeering heeft tot
de bevolking van het door den Vierbond
bezette gebied een proclamatie gericht,
waarin woordelijk staat
„Alle kwesties, welke tusschen Roe
menië en de staten, waarmee Roemenië
in oorlog was, bestonden, zijn opgelost".
En:
„Roemenie kan nu onder bescherming
van zijn door den oorlog onaangetast
gebleven grondwettelijke organen aan
het werk gaan om de sporen van den
oorlog weg te nemen en den door den
vrede geschapen toestand te consoli-
deeren".
Volgens bericht uit Boekarest, werd
het vredesverdrag aldaar door de be
volking met voldoening ontvangen, ter
wijl de Minister president in een tele
gram aan den Koning zegt
„Onder leiding van uwe majesteit en
de bescherming der dynastie zal het
land den nuttigen arbeid voor de ver
zekering van de toekomst weer kunnen
beginnen".
Zien we nu nog wat in 't kort
de inhoud van het verdra#
is.
Hoeveel grond moet Roemenië afstaan
aan Duitschland
Men zou verwachten heel wat aan
dat veroveringszuchtig rijk. tiet ant
woord luidtniets.
Aan Oostenrijk moet Roemenië ten
Zuiden van Czernowitz een landhoek van
ongeveer 600 K M3, en aan Hongarije
5000 K.Mk onbewoond bergland afstaan
een grensrectificatie, die volgens Ween
sche bron, geheel vari strategischen
aard is.
Aan Bulgarije wordt de Dobroedsja
afgestaan tot op eenige kilometers van
de lijn Constanza—1Tsjernavoda, terwijl
de rest van die provincie tot aan den
Donau-mond nog tijdelijk gemeenschap
pelijk bezit van allo bondgenooten blijft,
waardoor de rechten van Bulgarije op
dit gedeelte der Dobroedsja erkend
vvordrn. Bulgarije wordt dhs opnieuw
meester van het gebied, dat het in 1913
werd afgenomen.
Roemenië zal voorts oorlogsschadeloos
stellingen moeten geven voor de in
Zevenbergen aangerichte schade.
Een der belangrijkste punten is het
Donau-scheepvaartverdrag
Voor den Donau van Braïla stroom
afwaarts met inbegrip van dezen arm,
zal een Europeesche Donaucommissie,
onder den naam „Donaumündingskom-
mission" ingesteld worden, welke uit
vertegenwoordigers van die Staten zal
bestaan welke aan den jDonau of aan
de Europeescho kust van de Zwarte Zee
gelegen zijn.
zich thans, en dat voelde hij als een
honderdmaal zwaarderen last, de kwel
ling, ook zijn kind te hebben benadeeld,
neen, dat was te zwakke uitdrukking
voor zijn schennig handelen, te hebben
opgeofferd. Opgeofferd aan zijn speel
woede
Ieder zijn vertier
Hoe hadden die woorden hem den
schaamteblos naar de verbleekte wangen
gejaagd, sinds hij zich schuldig voelde
als een falsaris.Zijn vertierZeker,
daarvoor alleen was hij begonnenwat
zou het einde zijn
Cato scheen hem nog ongeschokt te
vertrouwenhet maakte zijn toestand
nog meer gewrongen. En Banders, zijn
schoonzoon Hij begreep het uitermate
goed, die had zich alleen binnengedron
gen, om haar geld. Zou die langer stil
zwijgend toezien waar hem ongetwijfeld
het speculeeren zijns schoonvaders niet
onbekend was? IIij maakte zich wel
diets, dat hij met hém niets te maken
had, maar hij voelde zelf tegelijkertijd
al het onnoozele en armzalige van een
dergelijk beweren. Of hij het zich wilde
bekennen of niet, hij vreesde Randers,
hij vreesde Cato, hij vreesde zijn zoonl
Zijn glorie was het hem eens geweest,
de bouwer te zijn van zijn eigen geluk;
thans ondergroef hij zelf de fondamen
ten. Zijn gelukWant nimmer had hij
hooger gemikt dan aardschen rijkdom
het gebouw zijner verwachtingen eerst,
zijner verkregen wenschen later, was
louter stoffelijk geweestnooit waren
zijn idealen hooger geklommen dan tot
bezit van geld en goed en de schittering
van het goud had elke reiner glans van
hooger begeeren overgloeid.
Aan den i£hd van den afgrond stond
hij, en zijn val zou die van anderen nood
wendig ten gevolge hebben. Wat zou
dan van Herman worden Herman, die-
eens zijn trots was geweest, nu zijn
schande was. Zijn schande? En wat
zou het gevolg zijn voor Cato en Karei
Hij wou er niet aan denkeu en tocli
kwamen dezelfde gedachten telkens we
der hardnekkig hem kwellen. Maar, zoo
vleide hij zich, nog was alle kans niet
verkeken, nog bestond de mogelijkheid,
dat hij vandaag, morgen, overmorgen de
geleden schade zich vergoed zag mis
schien was er althans nog iets uit den
brand te redden en bleek liet eens
zóó .te loopen, dan, hij nam het zich even
vast voor als de dronkaard na den laat-
sten roes, dan zou hij zich terugtrekken
niet meer speculeeren. De Amerikaan-
sche fondsen, waarin liij „werkte", be
loofden wel niet veel, integendeel, ze
liepen gestaag terug, maar wie weet,
wellicht....
Met lood in de schoenen stapte liij
wederom ter beurze. Verontrustend was
de daling zijn effecten liepen niet terug
ze vlogen
Gemelijk sloot hij zich in zijn kamer
op. Waar moest het heen zoo Hij ver
vloekte zijn winzucht; wat baatte het?
„Pa, komt U even in de huiskamer?"
schrikte 's avonds Cato hem op.
„Dank je, nee'k ga maar naar bed
k ben niét erg lekkerweerde hij af.
Hij vreesde hun bijzijn, want hij had
gemerkt, dat Karei, tegen zijn gewoonte,
thuis gebleven was.
„Och even maar", hield ze aan, „even
maar. Karei en ik wilden U graag eens
spreken."
„Spreken schrok hij op. „Spreken
Ze verwonderderde zich over de on
natuurlijke, onverklaarbare heftigheid,
waarmee hij dit simpele woord herhaalde.
„Wel ja, pa, is dat dan' zoo vreemd
Toe, kom U maar mee.
(Wordt vervolgd).
DOOR ZELANDIA.
KQj j^adrujTverbodenJ
«JV11 1 VVÖ I O
Lloyd George