Orgaan ter verspreiding der Christelijke Beginselen in Zeeuwsch-l/laanderen. Zaterdag 4 Mei 1918. Ie Jaargang. Uit de Schrift. Uiiilenlamlsch Overzicht. ABONNEMENT: Dit blad verschijnt DINSDAG- en VRIJDAGAVOND, uitgezonderd op Feestdagen, bij den Uitgever D. H. LITTOOIJ Az. te TER NEUZEN. TELEFOON Nr. 20. Per drie maanden bij bezorging f 1,—, Franco per post voor Nederland f 1.10. ADVERTENT IE N. Van 1 4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer ƒ0.10. Handelsadvertentiën over twee kolom 6 cent per regel. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs tweemaal berekend. Abonnementen per contract. Inzending van advertentiën tot 12 uur 's middags op de verschijndagen. GEZAG. Onder de grondzuilen van het chris telijk maatschappelijk leven, zien we ook die van het gezag op bedenkelijke wijze waggelen. Dit oefent zijn fatalen invloed uit in eiken kring en op elk terrein. Een booze geest waart rond, wrikkend, scheurend, verdervend 't Is de booze geest der revolutie, ons geteekend in Psalm 2: „Waarom woeden de heidenen, „en bedenken de volken ijdelheid De „koningen der aarde stellen zich op, en „de vorsten beraadslagen tesamen tegen „den Heere, en tegen Zijnen Gezalfde, „zeggende Laat ons Hunne banden ver- „scheuren en Hunne touwen van ons „werpen." 't Is de lijn der zonde verder afloopen, want zonde is revolutie. 't Is de geest der emancipatie, van het zich ontslaan, het zich vrijmakende emancipatie van God en Zijne ordinan tiën, die alle gezag verwerpt en de an archie uitroept over gansch de mensche- lijke saamleving. Voor de ware vrijheid die gevonden wordt in erkenning van God en van Zijne geboden en rechten, dat heerlijke in Zijne Schepping, zien we iets anders opkomen, iets daemonisch, bandeloosheid, wille keur, boos verzet, ontwichting, onder mijning van het recht, en zoo komen tong en hand en vuist van den één tegen die van den ander. We zien dat in 't huwelijkDat de vrouw haren man gehoorzaamheid ver schuldigd zou zijn, is onwaardig, wijl kwetsend voor het eergevoel van de vrouw. We zien dat in 't gezinOok daar mag geen ouderlijk gezag zijn. Laten de kinderen naar hun aard, aanleg en karakter opgroeien verhindert ze niet door uwe opvoeding, gij vaders en moederszet zo in de vrijheid De emancipatie van de vrouw wijst er op. Ze mag geen vrouw blijven, dat onwaardig standpunt moet verlaten ze moet hooger op, anders worden, mis vormd, en zoo een spotbeeld worden van den man. Liefst haar ganschc leven onafhankelijk van den man. Men wil er niet meer aan, dat haar „versiersel is de verborgen mensch des „harten, in het onverderfelijk (versiersel) „van een zachtmoedigen en stillen geest, „die kostelijk is voor God. Want alzoo „versierden zichzelven eertijds ook de „heilige vrouwen, die op God hoopten, „en waren haren eigen mannen onder danig Gelijk Sara aan Abraham ge hoorzaam is geweest, hem noemende „heer." Ze werpt haar schoonheid, haar adel weg. In de maatschappij treffen we dezelfde verschijnselen aan, dezelfde beginsel- verlating: Ontbinden, uit elkaar rukken, ruw verbreken van do saamhoorigheid, een versnipperen van wat organisch één is. Patroon en gezel gaan leven op ge spannen voet. Ieder heeft immers zijne eigen belangen en gemeenschappelijke belangen kent men niet. En die eigene belangen zijn met die van deu ander noodzakelijk in strijd. Zoo wordt het eene volksdeel tegen het andere opgezet, opgehitst, predikt men den klassenstrijd, komt de machtige spanning. En zelfs wanneer het komt tot orga nisatie, dan is dit eene gemaakte, eene gewrongen verhouding, een klemmende band, een keurslijf, dat men maar korten tijd verdraagt men wil op zichzelf staan, alle banden moeten weg, alle gezag moet verworpen, zelfs van het partij of organisatiebestuur. Op het terrein van de staatkunde is het niet beter. Wat is een vorst of vorstin „Een vliegwiel", zegt de een, „een ornament" verbetert de ander, „de mandataris der gemeenschap", zoo leert het een derde, „iemand die adviezen kan geven" zoo een vierde, 't Volk heeft zichzelve te regeeren, ieder is immers zijn eigen baaswie zou mij wetten wiilen opleggen dan ik zelf wie zou over mij zeggenschap heb ben of over mij heerschen, dan ik zelf? Ieder mensch heeft zijn eigen wil. Geen God en geen meesterDaarin trekt zich gansch deze revolutionaire beweging samen, of lieverUit dit be ginsel komt ze op. Geen God dit voorop. En waarlijk dan móet het „geen meester" noodza kelijk volgen. En daartegenover zegt. de Heere in Zijn Woord Vreest God. Eert den Ko ning. Vreest God. Ja dat eerst. God is alleen Souverein, naar hetchristelijk belijden Ik geloof in God den Almachtige Schepper des hemels en der aarde., Torn aan die Souvereiniteit Gods, en ge heft uw hand op tegen uwen Schep per, ge zijt een rebel. Maar dan moet ge met den Schepper ook de geschapen wereld ontkennen, dan is er voor u geen Goddelijke wet, dan moot ge niet meer van verantwoordelijkheid sprekeu, noch van zede, noch van oordeel, noch van hemel of hel, noch van eeuwigheid. Dan hebt ge den mensch ontmenscht, en hem en dus ook uzelven geplaatst uaast het dier en de plant. Dat er voor dezulken van gezag geen sprake kan zijn spreekt van zelf. Als 't gezag uit den mensch is, dan weigeren we alle gezag, dan maakt het gezag slaven, dan vechten we tegen alle gezag als eene brutale aanmatiging, dan steken we het zwaard niet oerder in de schee voordat we als vrij mensch staan naast onzen inedemensch. Maar wij belijden God als den hoogsten, eenigen Souverein. Bij Hem berust daarom alle gezag. Hij is de Schepper, en heeft daarom absolute zeggenschap over al het eeschapene. Hij gebiedt over den hemel en over de aarde. Hij alleen mag wetten geven, Hij alleen mag gehoorzaamheid eischen, Hem alleen is het recht te oordeelen en den over treder te straffen. Er kan van gehoorzaamheid geen sprake zijn, dan aan Hem. Maar aan Hem is dan ook het recht, van Zijn gezag op anderen, 't zij engel of mensch, over te dragen. Niet alsof Hij er in zulk een geval afstand van zou doen, neen, die engel of mensch wordt dan handhaver van Zijn gezag, komt met Zijne autoriteit, in Zijn Naam, als gezant des Grooteu Konings, Hem vertegenwoordigende. Dat moeten zij die met gezag bekleed zijn, goed verstaan anders vallen ze in de zonde van den duivel en dit nioet ook goed begrepen door hen die onder dit gezag worden gesteld. Alle gezag is goddelijk. Dat maakt de zaak van het gezag zoo ernstig. Zij die 't gezag hebben te handhaven, en zij die onder 't gezag staan hebben met God te doen. Wie dus God niet erkent die moet met alle gezag breken. Als dezulken het voor 't gezag opnemen is dit de grootste inconsequentie. Geen God, dan ook geen gezag. Dan spreekt men misschien nog van -uoRcsgezag, maar dat mag en kan niet. Dit moet telkens wijken voor relletjes en kabaal, kan elk oogenblik omverge worpen, immers zoodra de helft plus één verandert in de helft min één. Zulk gezag, indien we het zoo mogen noemen, mist allen grond, alle recht, alle vastigheid. Volkssouvereiniteit leidt naar volslagen anarchie heen. En die roept dan om een' Übermensch, een reus, een tyran die met ijzeren vuist cn scherp slagzwaard zich tracht te handhaven om wat regel en orde in den chaos aan te brengen (denk aan Rusland) en dat met terzijdestelling van de vrijheden en rechten der natie, maar hij is nog niet gereed of het komt tot een da capo, het lieve leven begint van voren aan. Wie die kant uitwil komt zienderoogen in het kamp van het ongeloof terecht, bij de Godverzakers, bij de revolutie, bij het „Geen God en geen meester." Vreest God. Eert den Koning. Zoo staat het er in zijn rijk verband. Op het vrezen van God moet groeien en stoelen het „Eert den Koning"- God erkennen als Souverein, als Schep per en Heer, Hem vreezen, liefhebben eerbiedig huldigen, gehoorzamen en die nen, zich Hem onderwerpen, maar dan ook die onderwerping toonen aan Zijn gezag, wanneer Hij dit legt op menschen, op welke wijze en langs wel ken weg dan ook. In 'thuwelijk in 't gezin, op het terrein van den arbeid, op het terrein van de Kerk, op het terrein van maatschappij en staat. Eert den Koning. Hij is de drager van 't gezag die het dichtst bij God staat. De aard- sche Koningen zijn bekleed met majes teit, ze zitten op troonen, ze dragen kroonen, ze voeren den scepter, ze re geeren over gansch een volk. Bij de gratie Gods daarom en daar om alléén eeren we den Koning, eeren we de overheid, onderwerpen we ons gewilliglijk aan hunne wetten en rege lingen, al is het dat ook daarin de men- schelijke zwakheid uitkomt. Ook in dezen tijd doen we dat om Gods wille. Geen onderdaan en vooral geen Christen heeft in dezen tijd het recht practijken uit te oefenen die in strijd zijn met be bepalingen van de overheid. Wetsontduiking ook wanneer zelfs de maag er toe aanzet, is in strijd met het „Vreest God. Eert den Koning" en dus zonde. In onzen tijd van afval, van Revolutie geve ieder Christen het goede voorbeeld ook aan zijne medebur gers opdat niet alleen 't woord worde gehoord maar ook met daden worde ge toond „Tegen de Revolutie het Evange lie." Zaamslag. De Walle. De Concentratie. Het kan verkeeren, zei Brêero eens. In 1913 sloten de vrijzinnige groepen zich nauw aaneèn, om het regeerkasteel te veroveren. Tot eiken prijs moest Rechts ten val gebracht. Zelfs buitenlandsch geld en financieele hulp der rijke Chineezen uit Indië werd niet versmaad, om ons er onder te krijgen. Het gelukte. Maar, in stee van toen zélf het lands bestuur ter hand te nemen, werd Cort van der Linden op 't Binnenhof als zet- boer der linksche groepen geplaatst. 't Gewurm begon dus al direct. Links bleek den kiezers bedot te hebben, en was niet tot regeeren in staat. En dat kabinet Cort van der Linden, dat links uit den nood zou redden, werd oorzaak van het uiteenvallen der Con centratie. Cort. verraste ons met zijn aanvanke lijke bevrediging op onderwijsgebied. Thans blijkt, dat de oude heer Lieftinck niet de eenige was, die daarin niet inec wilde gaan. Unie-liberalen en Vrij-libc- ralen zijn nu tegen eerlijke uitvoering. Ook het Evenredige Kiesrecht dat Cort ons bracht, kwam de Concentratie niet ten goede. Ieder der drie partijen, vooral de Vrijzinnig-Democraten, wil nu zélf trachten het leeuwen aandeel der libe rale stemmen op zich te voreenigen. In plaats van vrijzinnige eenheid, zien we thans in ons goede vaderland, vrijzinnige concurrentie. Wie in 1913 droomden van een her boren, groote, eensgezinde liberale partij, zijn dus wél bedrogen uitgekomen. Het gebouw der liberale eenheid heeft niet lang kunnen bestaan, 't Was revo lutiebouw. Thans staan velen te treuren bij de puinhoopen. Hoe men de stukken der Concentratie- ruïne moet beschouwen, heeft de heer Teenstra in ecu rede te Noordbroek, een echt vrijzinnig hoekje verteld. Daar is eerst de Vrij Liberale groep. De heer Heeres heeft in de vergadering der Liberale Unie gezegd, dat dit de groep der goudvisschen en zilvergeschub- de dieren was. De lieer Teenstra sprak Aan deze groep als van de partij van het groot kapitaal en de groote werkgevers. En de Liberale Unie Och, zei de lieer Teenstra, dat is eigenlijk geeu partij, 't Is een Unie van alles en nog wat. Zij heeft haar tijd gehad. Ze kan weinig anders dan anti-clericale politiek voeren en werkt met het roode spook. Altemaal negatieve dingen dus. Van een welom lijnd beginsel geen spoor. De heer Teenstra scheer, graag te zien, dat do kiezers aan het politiek gewurm der Unie spoedig een eind maakten. Maar nu de derde groep de Vrij zinnig-Democraten. Volgens den heer Teenstra die zelf Vrijzinnig-Democraat is zullen dezen zich wel graag leenen tot samenwerking met de socialisten. Kwaad kan dat niet, want ze hebben immers ook al samengewerkt met de Vrij-Liberalen, en zijn toch niet Vrij- Liberaal geworden. Maar zouden we willen vragen is de S. D. A. P.-haai niet gevaarlijker dan het Vrij-Liberale goudvischjo 't Zou kunnen zijn, dat hij heel den Vrijz.-Dem. bond op den duur inslikt? Én dan is er van de overblijfselen van de machtige Concentratie niets meer over. De oorlog heeft namelijk meer en meer de aandacht gevestigd op de velerlei nadeelen, waaraan de verbruikers bloot staan van de zijde van sommige hande laren en fabrikanten. Nu eens blijken de waren vervalscht te zijn, soms zelfs tot schade van de volksgezondheid, altijd echter tot nadeel van de koopers, dan weer worden de prijzen ongehoord op gedreven. De verbruikers staan tegenover dit alles vrijmachteloos. Niet geheel echter. Ieder kan koopen bij handelaren die zich onder controle hebben gesteld. Ook in de verbruiks-coöperatie heeft het gemeen- schappeljjk belang der verbruikers reeds zekere organisatie vonden. Daarbuiten zijn de verbruikers echter geheel ongeorganiseerd. En dat heeft gemaakt, dat ze vrijwel weerloos de speelbal zijn geworden van den ketting- handel, van ongemotiveerde prijsverhoo- ging en wat dies meer zij. Met het oog daarop wil men thans de verbruikers saambrengen en trachten uit te vinden hoe hun invloed op den gang van zaken te geven. Voortaan wil men het beginsel doen gelden, dat over de belangen der ver bruikers niet langer wordt beslist buiten hen om. Ze moeten hun stem kunnen doen hooren ten aanzien van prijzen, verpakking, verzending en aanvoer van levensmiddelen. Om dat te bereiken, beveelt men aan, om naast en ten deele tegenover de Kamers van Koophandel tegaauoprichten Kamers van Verbruikers. Natuurlijk zal men, als het ooit tot uitvoering van deze idee komt, voor allerlei en vele moeilijkheden komen te staan. Dat zijn echter kwesties van uitvoering, van inrichting der Kamers. Of het ooit zoo ver zal komen, lijkt ons twijfelachtig. Dat er wel een goede kant aan zit, spreekt vanzelf. Doch als straks het leven zijn gewonen loop weer neemt, lijkt hot ons ook niet persé noodzakelijk. De concurrentie zal dan wol maken, dat het stelsel „groote omzet, kleine winsten" weer algemeen wordt. Wel een typisch staaltje echter deze idee, van de neiging tot organisatie, die zich door den oorlog al meer over heel het ievensgebied uitstrekt. liet individua lisme verdwijnt zoo langzamerhand in al zijn vormen. V Kamers van Verbruikers. In Duitschland is een idee opgekomen, die door de Haagsche Post wordt over genomen en bepleit, om op te richten wat men noemt „Kamers van Verbrui kers weer ingetreden. Daarmee bedoelen we' dat er op 't oogenblik geen groote krijgs bedrijven plaats vinden. Maar het be- teekent niet, dat er niet vinnig gevochten zou worden, en dat er niet honderden jonge menschenlevens Zouden doodbloe den op het groote slagveld in Picardië. Wat wij een, pauze in den grooteu slag noemen, is nóg een hel van ver schrikking alleen minder ontzettend dan een krachtig offensief. Waar dus belangrijk nieuws van het slagveld ontbreekt, daar houdt men zich vooral bezig met beschouwingen over den toestand en de waarschijnlijke ont wikkeling van do reuzehworstcling. Dank zij de inspanning en de oorlogs productie van halve werelden, met op offering van een aantal troepen, die vroeger een groot leger waren, hebben de Duitschers stellingen genomen die onneembaar schenen. Doch toen met veel moeite de voorwaarden waren verkregen, om den bewegingsoorlog te beginnen, die immers bewijzen zou de meerdere geoefendheid der Centra- len toen dus liet beslissend succes moest beginnen, toen was de aauvals- kracht uitgeput. Toen moesten de Duit schers zich opnieuw groepeeren, uitrusten en hun ammunitie naar voren brengen. Wel brachten ze later een stoot toe in de richting van YperenHazebrouck, maar ook deze overwinning, hoe be langrijk op zich zelf, bracht niet de zoo begeerde beslissing. Ileel wat terrein werd gewonnen, hoe wel reeds minder dan in den slag bij de Sommc, tegen Amiens. In 't geheel werden sinds de laatste dagen van Maart 130000 gevangénen gemaakt door de Duitschers, ruim 2000 kanonnen en eenige duizenden machinegeweren ge nomen, en enkele duizenden vierkante K.M. terrein gewonnen. Doch hoe belangrijk ook dit alles moge zijn, we herhalen het met nadruk het brengt ons den vrede door een mi litaire beslissing niet. Willen de Duitschers slagen in hun plan, om de Engelschen van de Fran- schen te scheiden, en daarna te ver nietigen ender de slagen van hun oor logsmachine, zoo moeten ze ee n En algemeen neemt men dan ook aan, dat de Duische legerleiding een nieuwen, nóg krachtiger stoot voorbereidt. Een veldheer als Hindenburg geeft hot maar niet zoo op, en zal ongetwijfeld trachten het succes van 21 Maart tot een beslissing te brengen. Tenzij de Duitschers thans aan het eind van hun krachtinspanning zoude zijn. En dat gelooft niemand durven zelfs de enten te-couranten niet gelooven, alhoewel ze het vurig hopen. Op de nieuwe stoot gedaan zal wor den in de richting van Amiens-Abbevil- le afsnijding en terugdringing van het Engelsche leger tegen de kust van het Kanaal), of in de richting Yperen- Hazebrouck een rechtstreeksche be dreiging van de Kanaalhavens Calais en Duinkerken) óf dat op een geheel nieuw terrein de groote slag jzal worden ge slagen, is allerminst zeker. De Duitsche leiding weet steeds haar plannen heel goed te verbergen. En waar de entente, gedwongen door het kritieke van den toestand bij Yperen, aanzienlijke reserve's naar Vlaanderen heeft moeten zenden, is het heel goed mogelijk, dat Hinden burg onverwachts op een ander front een nieuwen stoot onderneemt. wordt de strijd voor invoering van het geljjke kiesrecht gestreden. Zooals onze lezers zullen weten heeft verleden zomer (11 Juli) keizer Wilhelm, die tevens koning van Pruisen is in zijn keizer lijke boodschap een soort van regcerings- program opgesteld. Het blijkt dat de regeering dat program eerlijk wil uit voeren, en daardoor Pruisen een kies recht geven, dat past in het kader van dezen tijd. Alle kiezers één stem, is thans dc bedoeling. Niet de één 2 of 3 stemmen, en.de auder maar één. Doch geheim, gelijk kiesrecht. Hoewel de oppositie scherp is, lijdt het toch geen twijfel, of do regeering krijgt haar zin. Een belemmering tegen den vrede is dan met een weggenomen. Over een schrijft een medewerker aan de „Daily Telegrapf „Het is belangwekkend om een tank den voet van een heuvel met een helling van een op vier, en die steil uit de vlakte omhoog rijst, te zien opkruipen. Als de tank aan het begin van do hel ling is gekomen, blijft hij een oogenblik staan. „Kan niet verder" denkt ge. Mis. Hij steekt zijn neus in de hoogte, en zonder aarzelen loopt de tank tegen de helling op, draait op den top om eirkomt dan naar beneden rennen ntet een voor zijn gewicht en omvang ongelooflijke snelheid. „Je zult daar wel lief door elkander gerammeld worden", zegt ge als vanzelf tot den jongensachtige!) „schipper" als hij weer voor den dag is gekomen. „O, niet zoo heel erg", antwoordt hij. „Kom maar eens mee." Een plezierreisje in een tank Dat is een nieuwe sensatie. Ge kruipt door een gat ergens in de laagte in deu wand, stoot uw hoofd een paar maal, en als ge verstandig zijt,, zoekt ge in de zeer kleine binnenruimte een plekje op, dat u wordt aangewezen, om niet in den weg te zijn. In werkelijkheid is er geen ruimte in een tank en ge vraagt u met verbazing af, hoe alles, de bedieningsmanschappen in begrepen, er plaats in kan vinden. Maar de bestuurder zit reeds op zijn bankje en begint zekeré hefboomen te bewegen. Dan een ruk. „We zijn opweg", zegt een van de mannen. De volgende tien minuten houdt ge u hangende met beide handen stijf vast aan al wat maar uitsteekt en vraagt ge u af of er mogelijkheid is, dat de tank niet ondersteboven valt. Ofschoon ge wel een beetje door elk ander geschud bent, hebt ge toch minder geleden bij liet afglijden van de helling, dan uw ibelangstellende vrienden denken. Als ge eenmaal weer uit 't gevaarte zijt, herinnert ge u hoofdzakelijk nog den stank van olie, de hitte eu het la waai, het eindelooze lawaai. De schipper, die niet toelaat, dat men kwaad sprei kt, van zijn machine, erkent eindt lijk, dat het er wel een beetje benauwd wordt Vreest God. Eert den Koning. 1 Petr. 2 17. Een pauze is op het Westfront nieuwen stoot wagen. In Pruisen ritje met een tank

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1918 | | pagina 1