Orcaan ter verspreiding der Christelijke Beginselen in Zeeuwseh-Vlaanderen.
No. 25.
Woensdag 27 Maart 1918.
Jaargang.
Het stelsel van Treub.
FEUILLETON.
OMHOOG!
ABONNEMENT:
-ri i! a i~\ "\7* it"d rri?ivTHrT"irivF
Dit blad verschijnt DINSDAG - eo VRIJDAGAVOND, uitgemonderd op Fcestda,;.n,
bij de» Uitgever D. H. IJTTOOIJ As. te TER NEUZEN. - T E L F. Kr. 20.
Per drie maanden
bij bezorging 1,—, Franco per post
voor Nederland 1.10.
ADVERTENTIE N.
Van 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer ƒ0.10. Handelsadvertentiën over twéé
kolom 6 cent per regel. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie
wordt de prijs tweemaal berekend. Abonnementen per contract.
Inzending van advertentiën tot 12 uur 's middags op de verschijndagen.
Zij, die zich met ingang van
1 APRIL a .s. op ons blad
abonneeren, ontvangen de nog in Maart
verschijnende nummers gratis.
DE ADMINISTRATIE.
Minister Treub heeft in de Tweede
Kamer een geheel nieuw stelsel van
productie en distributie verdedigd.
We leven in ons land als in een be
legerde vesting, en kans op verbetering
is er vooralsnog niet. Het stelsel van
Posthuma is in de Kamer aan crit.iek
onderworpen geworden. Ook Treub
dweept er niet mee. Is thans met een
ander stelsel gekomen, waardoor we 't,
eigenaardige schouwspel in de Kamer
zagen, dat twee ministers elkanders
beleid bespreken en becritiseeren.
Doch laten we Treub's stelsel iets
meer op den keper bezien.
Allereerst maakt hij onderscheid tus-
sclien de productie voortbrenging) en
de distributie verdeeling).
De productie is volgens Treub nummer
één. We moeten een flinke productie
hebben van levensmiddelen, van kleeren,
van grondstoffen voor de fabrieken. Om
die laatste te krijgen, moeten wij ruil-
producten voortbrengen.
Om de productie van levensmiddelen
op te voeren wil Treub niet de boeren
uitschakelen, zooals de socialist Schaper,
die riep) „wij moeten het land hebben
de boeren kunnen we wel missen." Wij
hebben juist de medewerking van de
boeren noodig.
Wel wil Treub stukken land die braak
liggen, (jachtvelden enz.) onteigenen en
bebouwen.
Dat zal echter niet genoeg helpen.
Daarom wil de minister gemeentelijke
commissies instellen, die uitmaken, hoe
veel H.A. land moet worden gescheurd
en met welke gewassen de akkers moeten
worden beteeld. Kort voor den oogst
wordt dan bepaald, hoeveel elke ge
meente van zeker product kan en moet
leveren.
Want niet alles wordt opgevorderd.
De boeren en tuinders mogen een klein
gedeelte zelf houden, óf verkoopen boven
de maximumprijzen.
Levert een gemeente te weinig, dan
wordt dat aangevuld uit die overschotten
van de boereu.
Het eigenbelang zal de boeren en
tuinders dan nopen tot medewerking.
De invoer van weeldeartikelen moet
verboden of beperkt worden de manu
facturen in beslag genomen, tegen de
prijzen die golden, vóór de ketting
handelaars ze in hun handen kregen.
Men merkt, de minister is niet bang
voor krachtige, ingrijpende regeerings-
bemoeiingen.
Nu de distributie.
Hierbij onderscheidt Treub de rantsoe
neering bepaling van de te verstrek
ken hoeveelheden) en de prijszetting
bepaling van den prijs).
Alle artikelen, die geen weeldeartikelen
zijn, moeten worden gerantsoeneerd. Het
rijk moet de levensmiddelen aan de
gemeente geven, die dan (evenals nu)
voor de verdeeling zorgt.
Ten opzichte van de prijszetting wil
76)
Half huilend van woede zat hij bij zijn
schrijftafel, tenminste zóó moest het
meubel lieeten, dat lijdzaam zich schikte
in eiken rol, dien het te spelen had.
De „juffrouw" was al eens „boven"
geweestze vond, „dat meneer heel
vreemd deed." Op haar vragen volgde
een snauwhaar deelneming, waarin
negen en negentig procent nieuwsgierig
heid school, werd beantwoord met een
grauw. Ze blies heel gauw den aftocht,
en vatte, voor het oor van het dagmeisje,
dat haar in haar sloven bijstond, haar
indruk samen in de conclusie, dat „je
zoo iets nou juist ook alleen ken ver
wachten van zulke kale lui as die meneer
Randers." Voor haar part, kon-ie op
hoepelen, en ze was niet voornemens,
nog meer „kompelementen" af te wachten
Dagmeisje refereerde zich aan dit oordeel
en gaf als haar meening ten beste, dat
de juffrouw schoon gelijk hadschoof
Treub iets geheel anders dan thans.
Hij onderscheidt personen bóven en
benéden een zekere weistandsgrens (b.v.
f5000 inkomen). Personen bóven dia
grens krijgen geen toeslag.
Voor de anderen geldt deze regeling
Is hun inkomen gelijk aan dat van voor
den oorlog, of niet met meer dan 25
of deel vermeerderd, dan krijgen ze
50% toeslag. Koopen ze iets, dat f L—
kost, dan betalen ze dus maar f 0.50.
Ze moeten er -dan een bon bijgeven,
waarvoor de winkelier de ontbrekende
50 cent kan inwisselen.
Verdienen ze van 25 tot 50 méér
dan voor den oorlog, dan krijgen ze 25
°/0 bijslag, of kwartje korting op eiken
gulden. Wie meer dan 50 in inkomen
is gestegen, dus meer dan anderhalf
maal zooveel verdient als in 1914 krijgt
geen bijslag.
Hoe vernuftig ook gevonden, toch kan
deze regeling ons niet bekoren. Stelf
er zijn twee personen A en B' De eerste
verdiende in 1914 de som van f 1400,
de tweede f800. Door promotie, door
ijver, door zegen in het bedrijf heeft B
het ook gebracht tot f 1400. Dan krijgt
A 50% toeslag; B niets. Dat nu dunkt
ons onbillijk. Beide betalen evenveel
bolasting, verdienen evenveel, en toch
schenkt het rijk de eene de helft op alle
levensmiddelen die hij koopt en den
ander niets.
Waar dat overschot moet blijven, dat
de boeren en andere producenten niet
behoefden af te leveren Dat mogen
de menschen koopen, die méér dan
f5000 verdienen. Maar voor hen gelden
dan geen maximumprijzen. En om te
voorkomen, dat ze teveel zouden krijgen,
wordt hun rantsoen (waarvoor ze den
vollen maximumprijs moeten betalen,
evenals de menschen, die meer dan 50
of de helft in inkomen gestegen zijn)
iets lager gesteld, dan dat van de anderen.
Treub wil het land verdeelen in 20
districten. Aan 't hoofd van elk district
moet een inspecteur staan, geholpen
door 20 a 30 controleurs, gekozen uit
de arbeidersorganisatie's. Dan kan be
hoorlijk worden gelet op de belangen
van het publiek.
Als adviseurs moet de land- en tuin-
bouw organisatie's optreden de controle
en de uitvoering moet door ambtenaren
geschieden.
Men merkt het, dit stelsel zit geniaal
in elkaar, 't Is kranig uitgedacht. Maar
bij de invoering zou men op heel wat
moeilijkheden stuiten, 't Lijkt ons het
beste, dat Posthuma blijft, en dat deze
dan de fouten van zijn stelsel verbetert
en het goede uit Treub's systeem over
neemt. Treub kan ons dan door de
financieele crisis heenhelpen.
Waar Treub in de Kamer weinig of
geen steun beeft gevonden, en gedreigd
heeft, als de Kamer het stelsel van
Posthuma wil houden, te zullen aftreden,
hopen we, dat op bovengenoemde wijze
de kwestie Treub—Posthuma geregeld
wordt.
't Land mag in deze uiterst moeilijke
dagen geen ministerscrisis, nog veel
minder een kabinetscrisis doormaken.
dat met het oog op den buitengewonen
toestand van ons land, de ministers
Posthuma en Treub besloten hadden tot
een vergelijk te komen.
Invoer van weeldeartikelen wordt
verboden de kettinghandel zal worden
belet. De controle op de inzameling,
op de productie en op het opslaan van
voedingsmiddelen zal worden verscherpt.
Bij de uitvoering zal naar decentrali
satie worden gestreefd. Er worden méér
artikelen gerantsoeneerd. Ambtelijke
commissies met scherp belijnde verant
woordelijkheid zullen ingesteld worden.
De verschillende organisatie's mogen
adviseeren.
Het goede uit Treub's stelsel dus ter
verbetering van zijn eigen systeem door
Posthuma overgenomen.
De Kamer nam het wetsontwerp, om
de gelden (130 millioen) voor distributie
te verstrekken, reeds aan. Alle motie's
werden ingetrokken of verworpen.
Posthuma en Treub blijven dus beide.
Bovenstaand
schreven, toen
Linden in de
artikel was feeds ge-
minister Cort van der
Kamer kwam verklaren,
het gastvrije Nederland overbrengen,
ook zon inpalmen. De heer Colijn in
terrumpeerde toen: „Als ze de laatste
reis doen
Thans is het noodig, dat ons volk één
is. Één in het dragen van de beproe
vingen, die ons lot zullen zijnéén in
steun aan de regeeringéén in den wil,
om niet met ons te laten sollen als met
Griekenland.
Van de „bescherming" der entente
hebben we genoeg. We helpen maar
liever ons zelf. Daartoe moet de pro
ductie zoo hoog mogelijk opgevoerdde
distributie zoo doeltreffend worden als
't kan. Laat ons in de moeilijke tijden
die te wachten zijn, vóór alles Neder
landers
zoo'n kale zolderrat ooit wat af?
Daar lagen ze, de boeken, de stapels,
waaruit hij geblokt hadwaarover hij
zich tot laat in den nacht vaak, gebogen
haddie hij naarstig gerangschikt, ge
raadpleegd haddaar lagen ze, en ze
schenen hem te tergen in zijn tegenslag,
hem te hoonen, te bespotten.... Was
het niet dwaas van hem, zulke gedachten
te koesteren En toch, ze hinderden
hem, 't mocht dan dwaas, onzinnig
heeten hij haatte ze, hij haatte op dit
oogenblik élk boek, gelijk hij alles haatte,
wat hem aan zijn ijdele inspanning
herinnerde
Dat hij, Karei Randers, zóó zijn plannen
in stukken zag geslagendat hij zoo
wreed ontnuchterd werd na zijn schoonen
waandat zoo meedoogenloos zijn droo
men ontgoocheld werden
Hij zou immers winnen, slagen? Daarbij
had hij zelfs geen God noodigIn eigen
kracht zou hij zijn doel bereikenEn
nu, daar lag zijn schoone ideaal gebroken
Welke vijandige macht was het toch
dfe al zijn inspanning te schande maakte
Leefde hij onder een noodlot?
Een noodlot 1
Hoe anders moest hij het noemen
Nu faalden al zijn berekeningen. Op-
De roof gepleegd.
De entente heeft de voorwaarden,
waaronder onze regeering een gedeelte
van onze handelsvloot vergunnen wilde,
óók in de gevaarlijke zóne voor de en
tente te varen, onaannemelijk verklaard
en zonder aarzelen onze schepen geroofd.
Minister Cort van der Linden heeft
in de Tweede Kamer een verklaring af
gelegd, waarin hij zeidat hij hoopte,
dat zijn woorden ver over de grenzen
zullen worden gehoord, waar hij een
woord van vlammend protest doet hoo-
ren tegen het onrecht, den dwang en
den smaad, die ons worden aangedaan.
Onze zelfstandigheid en ons recht zijn
ons liever dan onze vloot, liever ook,
dan het brood dat we misshcien uit
Amerika in ruil voor onze schepen zou
den ontvangen, en dat een bittere bij
smaak zou hebben, door den prijs, die
er voor betaald moest worden.
De voorzitter van de Tweede Kamer
sloot zich, na overleg met alle leiders
der partijen, bij dit krachtig protest aan.
Regeering, Kamers en volk zijn één
in hun verontwaardiging over het onrecht
ons aangedaan.
Reeds kwamen berichten uit Londen,
dat de gestolen Nederlandsclie schepen
zullen worden bewapend en gedeeltelijk
gebruikt voor transporten van troepen
en ammunitie.
Schandelijk is, dat zoowel Amerika
als Engeland bij het rooven van ons
eigendom, nog voegen een trap. Wij
zouden niet durven en willen varen om
Duitschland te believen.
Alsof niet de betaalde tarwe in onze
sehepen lag te rotten, omdat Amerika
ze niet wilde laten varen, teneinde zoo
veel mogelijk schepen te kunnen rooven
De entente wil wel toelaten, dat wij
100.000 ton graan halen uit Amerika,
maar dan met schepen, die in onze ha
vens liggen. „Zonder overeenkomst" zul
len die schepen dan niet in beslag wor
den genomen. Als ze echter eenmaal
in Amerika liggen, konden er wel eens
korte wetten mee gemaakt worden.
Struikroovers staan voor niets.
Hoe groot de verbittering is van ons
volk, bleek, toen in de Eerste Kamer de
heer Cremer vroeg, of Engeland de sche
pen die invalide krijgsgevangenen naar
Spelen met arbeiders
belangen.
Op de conferentie's der Vakvereeni-
gings-centralen heeft de heer Oudegeest
liet houden van een massa-slaking en
van betoogingen voor een betere levens
middelen-voorziening verdedigd.
Zooals men weet, hebben ondertu'--
schen de christelijke arbeiders geweigerd
mee te doen. De heer Oudegeest be
proefde toen nog om zoowel de christe
lijke werklieden, als de revolutionaire
achter de roode vaan te vereenigen. Dat
is mislukt. De heele beweging heeft
trouwens niets te beteekenen gehad.
Over de gronden waarop Oudegeest
de staking verdedigde willen we nog
iets zeggen. Volgens het verslag van het
Christ. Nation. Vakverb., dat de confe
rentie bijwoonde, beweerde de heer
Oudegeest, dat de patroons niet tegen
de werkstaking konden zijn. Want als
er een betere levensmiddelen-voorziening
kwam, dan zouden de werkgevers minder
last hebben van acties voor loonsverlioo-
ging. Ook worden in verschillende be
drijven een overcompleet van arbeiders
(soms 40 in dienst gehouden. Gaan
deze in staking, dan kan de patroon ze
gevoeglijk ontslaan.
De heer Oudegeest kon niet inzien,
dat de werkgevers zulk een groot bezwaar
tegen een staking zullen hebben.
Is 't wonder, dat. de vergadering zich
over zulk spelen met de belangen der
arbeiders door den socialist Oudegeest,
verontwaardigd betoonde? Want wat
moest er met de ontslagen arbeiders
gebeuren? En beteekent staking niet
loonderving En dat in dezen duren
tijd
Het argument: de patroons zijn niet
tegen staking, want ze kunnen dan een
deel van hun overcompleet personeel
ontslaan, werd gebruikt, om daardoor
het pleit voor de politieke staking te
doen winnen.
Waarom dit spelen met arbeidersbe
langen Waarom de ellende, waarin
do om hun staken ontslagen arbeiders
zouden vallen, niet geteld Waarom
een staking verdedigd, die slechts schade
aan de arbeiders kon brengen, en den
arbeiders welgevallig was
Om partijbelangen
De staking moest politieke winst bren
gen aan de socialistische partij. De be
weging der anarchisten was misluktnu
moest die der socialisten glorievol en
reusachtig zijn. Alle arbeiders, christe
lijke, socialistische en revolutionaire
nieuw beginnen Wie hielp hem aan
het geld? Reeds was hij schuldenaar,
onmachtig af te lossen. Wat knak had
nü zijn trots ontvangen. Ja, dat vooral
was het, wat hem bitter stemde.
Dat hij slagen zou, had bij hem in den
laatsten tijd gegolden met de vastheid
van een axioma. Oók zijn trots? Hij
kón, mócht immers niet zakken De
grootste krachtsinspanning had hij aan
gewend omdat hij het met zijn trots
onbestaanbaar achtte, dat er mogelijkheid
zou open blijven, te falen. En zie nu,
welk een wreeden slag het lot hem
toebracht.
Even kwam de gedachte kwellen of
wellicht niet in dezen bitteren tegenspoed
een tuchtiging lag, door God hem toe
gediend, om zijn verlaten van de oude
paden, om zijn afval. Kwelde dit denken
een enkel oogenblik, het andere vervulde
wrevel zijn ziel. Neen, hij zou niet
terugkeerén tot de kuddehij zou zijn
eigen weg blijven volgen en de tegenspoed
zou alleen déze uitwerking hebben, dat
hij nóg beslister zich afwendde, dat hij
nog stugger zou volharden in zijn verzet.
Vrij wilde hij zijn; eigen heer en
meesteronafhankelijkzelfstandig.
Maar wie belette het hem ook? Wat
moesten daaraan meedoen. Daartoe strek
te het betoog van Oudegeest.
De belangen der arbeiders werden
achteruitgezet voor die der partij. Om
zooveel mogelijk begeeringen naar een
Kaïner-baantje straks in Juni verkozen
te krijgen, werd de ellende die een sta
king steeds na zich sleept, niets geacht.
Hadden we niet gelijk, toen we voor
een paar weken schreven, dat wie het
waarlijk wel meent men de arbeiders,
hen beschermen moet, voor de socialisten
Hun belangen zijn bij de soci's, bij wie
't partijbelang boven dat der arbeiders
gaat, niet veilig.
Het Volk zegt, dat do voorstelling van
het C. N. V. leugenachtigis. En natuur
lijk gaan de kleine socialistische couran
ten, het hoofdorgaan daarin nadoen.
In De Baanbreker scheldt en raast
K(leerekoper) zoo hard hij kan. „Ge
spuis" noemt hij de christelijken. Alleen
de „domste volgelingen dezer christenen"
gelooven het, volgens hem.
Men zou kunnen vragen, waarom dan
zoo'n lawaai Die domsten der achter
lijken komen toch niet bij de „bewuste
soci's" terecht. Of moet al dat schelden
en lawaai-maken dienen, om het gebrek
aan bewijs te bemantelen
Want bewijzen voert K. niet aan. De
„bewusten" gelooven hem zóó wel. Ze
nemen wel op gezag aan, als 't maar
„in den rechten toon" gezegd wordt. En
dat is hier gelukt
Geeft K. een juister verslag P Neen.
Zegt hij, waarin de leugenachtigheid
bestaat? Al weer, neen. Maar bewijst
hij dan zijn woorden Nogeens, neen
Hij zegt alleen: ieder weet, dat Oude
geest, krachtens zijn verleden zoo iets
niet zeggen kan. Dat is 't heele bewijs.
Daarmee moeten de „bewusten" het doen.
Wij houden ons maar liever aan het
verslag van het Christ. Nationaal Vak
verbond. In de Rotterd. wordt, nog eens
ten overvloede verzekerd, dat het van
a—z geheel juist is. En in een ingezon
den stuk van den heer K. v. d. Heuvel
wordt dat nóg eens aangedikt. Daar
houden we ons dus bij. Tenzij men met
bewijzen het tegendeel aantoont.
V Christendom en Socialisme.
In Alkmaar houdt mevr. Tjadenvan
der Vlies (Enka), op vergaderingen, gepre
sideerd door den heer Tjaden, herhaal
delijk redevoeringen.
Laatstelijk heeft ze gesproken over
Socialisme Christenplicht.
Ook bij Enka bleek weer, dat al wat
links ig in ons vaderland, aristocratisch
voelt. De liberalen, als „denkend deel"
der natie, hebben ons steeds als „achter
lijken, dompers" versleten.
De socialisten spreken bij voorkeur
over onze arbeiders, als over „onbe-
wusten". Ook Enka doet aan dit spelletje
mee.
Wie meent, dat christendom en socia
lisme niet kunnen samengaan, is achter
lijk, beweerde ze.
Enfin, we zullen er ons niet te veel
aan storen. Beter achterlijk, dan een
weerhaan.
Dat de spreekster nog wonderlijk met
de waarheid kan omspringen, bleek wel
hier uit, dat ze beweerde, dat leerplicht
en staatspensioen nu als christelijk
worden beschouwd.
beeldde hij zich in? Week de dwang
voorstelling dan nooit van een alwetend,
albesturend Godvan een wrekend
Rechter? Bleef hij dan, ondanks zijn
bruut ontkennen, immer gevangen onder
den waan van afhankelijkheid, die hem
slaafsche onderworpenheid le'ek
Er was geen God, had hij het niet
reeds vaak openlijk verklaard en zichzelf
het herhaald? Maar lag in die telkens
hernieuwde, heftige ontkenning, niet de
erkentenis opgesloten, dat Hij er wél
was? Waaruit anders was zijn wrevel
te verklaren, dan uit het gevoel van
onmacht, dat hem vervulde, niét vrij te
zijn, niét zelfstandig, niét onafhankelijk,
het niet te kunnen zijn
Hij balde in heftig gemoedsbewegen
de vuist. Nimmer zou hij zich gewonnen
geven nimmer aan een God, die, mócht
hij al bestaan, hem een tiran scheen, die
behagen schepte in het kwellen zijner
creaturen
Wég met zulke dwaasheid. Belachelijk
stelde hij zich aan. Het noodlot was
het, dat hem vervolgde. Het noodlot,
dat blind is. Maar gaf deze gedachte
dan ook maar een grein troost Al zijn
plannen te zien verijdeld, al zijn pogen
te zien falen, al zijn streven te zien
mislukken, zichzelf te voelen beuken
door de ijzeren vuist van het noodlot 1
Zich te pletter te loopen tegen den
harden, ondoordringbaren muur te weten
te strijden tegen een macht, onredelijk,
meedoogenloos, onbarmhartig de loutere
willekeur
Nergens vond zijn denken een uitweg,
nergens. Het maakte hem moe, lusteloos.
Daar zat hij als een geslagene, hulpe-
looze, ellendige hij Karei Randers
Het bloed steeg hem naar het hoofd.
Neen, neen, zoo zou het niét gaan hij
wilde niet óndergaan, lijdelijk berusten
hij zou kampen, strijden, tegen God of
noodlot, 't was hem onverschillig 1 Neen,
niet naar beneden zou de weg blijven
loopen hij wilde omhóóg immer om
hóóg 1
Hij stond op, liep heen en weer.
Nóg was hij niet de overwonneling
nóg stonden hem wegen open, om tot
zijn doel te geraken, èn hij zoü ze aan
wenden ook. Ilazóó gemakkelijke
prooi zou hij niet wezen
(Wordt vervolgd.)
DOOU ZELANDIA.
zijn